Home

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Conferentie van Madrid over de wederopbouw van Irak: 24 oktober 2003

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Conferentie van Madrid over de wederopbouw van Irak: 24 oktober 2003

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Conferentie van Madrid over de wederopbouw van Irak: 24 oktober 2003 /* COM/2003/0575 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT - Conferentie van Madrid over de wederopbouw van Irak: 24 oktober 2003

1. Inleiding

Op de Europese Raad van Thessaloniki van 19 en 20 juni 2003 heeft de Unie herhaald zich te willen inzetten voor de ontwikkeling van een welvarend en stabiel Irak; in de conclusies heeft hij verklaard dat de Europese Unie "bereid [is] deel te nemen aan de wederopbouw van Irak in het kader van UNSC-Resolutie 1483". De Raad Algemene zaken en Externe betrekkingen (GAERC) heeft bevestigd dat de EU bereid is deel te nemen aan de wederopbouw en een belangrijke rol wil spelen bij de multilaterale inspanningen die worden gedaan met het oog op een donorconferentie voor Irak. De Europese Raad van Thessaloniki heeft de Commissie verzocht voorstellen in te dienen voor een bijdrage van de EU tot de multilaterale inspanningen die worden gedaan om Irak te helpen bij de omschakeling. Met deze mededeling wordt aan dit verzoek gehoor gegeven.

Onder auspiciën van de Verenigde Naties vond op 24 juni 2003 te New York een raadgevende vergadering van donoren plaats. Deze vergadering besloot donoren te verzoeken bijstand te verlenen aan Irak voor het herstel en de wederopbouw in de komende 12 tot 15 maanden. De Spaanse regering verklaarde zich bereid als gastheer op te treden voor een internationale conferentie op 23 en 24 oktober 2003, die het begin zal markeren van een multilaterale operatie ter ondersteuning van het herstel en de wederopbouw van Irak en waar donoren zullen worden verzocht om indicatieve toezeggingen voor de periode tot einde 2004.

In onderhavige mededeling wordt ten volle rekening gehouden met de ontwikkelingen in Irak, in het bijzonder de veiligheidssituatie en de stappen die worden gezet in het proces van politieke verandering. Dit is des te urgenter in het licht van de recente tragische gebeurtenissen waarbij de levens van Iraakse bewoners en leden van de internationale gemeenschap te betreuren vielen, waaronder speciaal vertegenwoordiger van de VN Sergio Vieira de Mello. Irak heeft thans de unieke gelegenheid om van een autoritair regime en een centraal geleide economie over te gaan naar een representatief en democratisch systeem dat bevorderlijk is voor de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden alsmede voor een goed functionerende markteconomie. Deze doelstelling verdient de volledige steun van de Europese Unie en de gehele internationale gemeenschap.

Deze mededeling legt het fundament voor een gezamenlijke aanpak van de deelname van de Europese Unie aan de Conferentie van Madrid en besluit met voorstellen voor de bijdrage van de Gemeenschap tot het herstel en de wederopbouw van Irak tot het einde van 2004. Vervolgens zal de Europese Unie een globale middellange-termijnstrategie moeten uitwerken voor haar betrekkingen met Irak in het licht van de ontwikkelingen gedurende deze periode, waarbij politieke, sociale, economische en handelsbeleidsvraagstukken aan de orde zullen moeten komen.

2. Achtergrond van de Conferentie van Madrid

Veiligheidsituatie

De aanval op het hoofdkwartier van de VN op 19 augustus 2003, de bomaanslag op de moskee van Najaf, het feit dat internationale humanitaire organisaties doelwit zijn geworden en dat dagelijks gewonden en doden vallen onder de soldaten van de coalitie, zijn voor internationale organisaties en NGO's aanleiding geweest hun activiteiten terug te schroeven. Tal van NGO's hebben hun internationale medewerkers teruggetrokken uit Irak, hun activiteiten buiten de hoofstad teruggeschroefd en de bescherming voor lokaal personeel opgevoerd. De Verenigde Naties hebben meer dan twee derden van hun internationale team teruggetrokken.

Door een algemene toename van de criminaliteit is de bewegingsvrijheid rond Bagdad en daarbuiten voor zowel internationale operatoren als de Iraakse bevolking beperkt. Sabotage-acties gericht tegen de infrastructuur, met name elektriciteitsleidingen en olie- en waterpijpleidingen, ondermijnen de inspanningen om basisnutsvoorzieningen te herstellen en de productie weer op gang te brengen. Zoals hierna wordt besproken zal de veiligheidssituatie eerst sterk moeten verbeteren alvorens kan worden begonnen met wederopbouwwerkzaamheden.

Politiek en juridisch kader

UNSC-Resolutie 1483 werd aangenomen op 22 mei 2003 en legt het internationale kader voor het bestuur van Irak vast. Volgens de bewoordingen van deze resolutie neemt de Veiligheidsraad er nota van dat het voorlopig bestuur van de coalitie (Coalition Provisional Authority) specifieke bevoegdheden, verantwoordelijkheden en verplichtingen op zich neemt uit hoofde van het toepasselijke internationale recht als "Bezettingsmacht". Dit omvat onder andere de naleving van het Verdrag van Genève van 1949 en de Verdragen van Den Haag van 1907. De Verenigde Naties kregen - via het bureau van hun speciaal vertegenwoordiger - een belangrijke rol bij het coördineren van de humanitaire en wederopbouwhulp en, in samenwerking met het voorlopig bestuur van de coalitie, bij het herstellen van een representatieve regering in Irak. In resolutie 1500 van de VN-Veiligheidsraad, aangenomen op 15 augustus, werd de instelling van een Iraakse Regeringsraad verwelkomd als een belangrijke stap naar de overdracht van de soevereiniteit aan een representatieve Iraakse regering. Bij deze resolutie werd voorts de missie van de Verenigde Naties voor de hulp aan Irak ingesteld: United Nations Assistance Mission for Iraq, afgekort UNAMI. Deze missie is belast met de tenuitvoerlegging van het mandaat zoals toegekend aan de Verenigde Naties in UNSC-Resolutie 1483.

UNSC-resolutie 1483 verwijst naar de toekomstige instelling van een internationaal erkende, representatieve regering door het Iraakse volk die de verantwoordelijkheden van het voorlopige bestuur van de coalitie zal overnemen. In de tussentijd is het de bedoeling dat het Iraakse volk, met de hulp van het voorlopig bestuur van de coalitie en in samenwerking met de speciaal vertegenwoordiger van de VN, een Iraaks interimbestuur vormt dat onder Iraakse leiding als overgangsregering moet fungeren. Op 21 juli 2003 heeft de Europese Unie de instelling van de Iraakse regeringsraad verwelkomd als een eerste stap in dit proces. Op 1 september 2003 benoemde de regeringsraad 25 interim-ministers die sinds 2 september 2003 in functie zijn.

Op 13 augustus 2003 heeft de Iraakse Regeringsraad 25 leden van een voorbereidend comité benoemd dat overeenstemming moet bereiken over een proces voor de opstelling van een nieuwe Iraakse grondwet. Het Comité moet op 15 september met aanbevelingen komen. Vervolgens is het de bedoeling om een volksraadpleging te houden over een ontwerpgrondwet en aldus de weg vrij te maken voor het organiseren van verkiezingen voor een Iraakse regering en voor de overdracht van de soevereiniteit.

Economische situatie

Irak heeft geen gebrek aan hulpbronnen. Het beschikt over de op één na grootste aangetoonde oliereserve in de wereld en de olieproductiekosten zijn de laagste in de regio. Het land kampt echter met de gevolgen van twee decennia van economische achteruitgang, een strikt gecontroleerde, centraal geleide economie en de consequenties van opeenvolgende conflicten en sancties als gevolg ervan. Tussen 1990 en 2001 daalde Irak bijvoorbeeld van nummer 76 naar nummer 127 op de ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties en nam het bruto binnenlands product af met tenminste twee derden tot ongeveer 750-1000 USD per hoofd van de bevolking.

De Iraakse economie beschikt over een aantal belangrijke troeven. De vele landbouwgrond en waterbronnen zouden kunnen bijdragen tot de heropleving van de landbouwsector. Dankzij de grote investeringen in onderwijs tot in jaren negentig beschikt het land over een hoogopgeleide beroepsbevolking. Er zijn reeds 100.000 kleine ondernemingen die de basis kunnen vormen voor een expansie van de particuliere sector in Irak. Op middellange termijn zou Irak in staat moeten zijn dit potentieel te benutten om een diversificatie van de economie te bewerkstelligen en andere bronnen van inkomsten te ontwikkelen.

De economische korte-termijnvooruitzichten van Irak zijn sterk afhankelijk van de mate waarin het land erin zal slagen de olieproductie in de periode 2003-2004 op te voeren. Wil men erin slagen de olieproductie te vergroten van het huidige niveau van 1,3 miljoen vaten per dag (augustus 2003) tot 2,5-3,0 miljoen vaten per dag eind 2004, zoals het voorlopig bestuur van de coalitie hoopt, dan zijn grote investeringen vereist en moet de veiligheidssituatie sterk verbeteren. In de komende 12 tot 15 maanden zullen de inkomsten uit de olieproductie ontoereikend zijn om de kosten van het herstel en de wederopbouw van Irak te dekken. [1]

[1] Bij de VN, het IMF en de Wereldbank wordt een gedetailleerde beoordeling voorbereid van de Iraakse economie en de vooruitzichten in het kader van het proces van de beoordeling van de behoeften. Voorafgaand aan de Conferentie van Madrid zal een synthese worden vrijgegeven.

Voorts zijn op verschillende terreinen maatregelen nodig om de Iraakse economie op weg te helpen naar duurzame groei op middellange termijn. Zo moet bijvoorbeeld een oplossing worden gevonden voor de enorme financiële verplichtingen (schulden en schadeclaims) die zich onder het vorige regime hebben opgestapeld en moet het economisch bestuur worden verbeterd, onder andere door middel van marktgerichte hervormingen en de invoering van een effectief sociaal vangnet.

Kader voor wederopbouw

Bij UNSC-Resolutie 1483 werd een Ontwikkelingsfonds voor Irak (DFI) [2] ingesteld; dit fonds wordt gefinancierd uit Iraakse middelen, hoofdzakelijk olie-inkomsten, uit de repatriëring van bevroren tegoeden in het buitenland en de resterende middelen van het door de VN beheerde "olie voor voedsel"-programma [3]. De verminderde olieproductiecapaciteit en het gebrek aan andere inkomstenbronnen van Irak betekenen een ernstige beperking van de mate waarin Irak de herstel- en wederopbouwactiviteiten in de periode 2003 tot 2004 kan financieren uit het Ontwikkelingsfonds. Aangezien de eigen middelen van Irak moeten worden aangewend voor de werkings- en investeringskosten van het land, is externe bijstand benodigd om de kosten van de investeringen voor de wederopbouw te financieren.

[2] Als voorlopig bestuur van de coalitie is de Coalition Provisional Authority verantwoordelijk voor betalingen uit het Ontwikkelingsfonds voor Irak. Op de besteding van de middelen uit dit fonds wordt toezicht gehouden door een internationaal raadgevend en toezichthoudend orgaan, de International Advisory and Monitoring Board, bestaande uit het IMF, de Wereldbank, het Arabisch Fonds voor Sociale en Economische Ontwikkeling en de VN.

[3] Het is de bedoeling dat de Verenigde Naties de verantwoordelijkheid voor het "olie voor voedsel"-programma op 21 november 2003 overdragen aan het voorlopig bestuur van de coalitie.

In dit verband hebben de Verenigde Naties in New York op 24 juni 2003 een raadgevende conferentie belegd en werd besloten tot de instelling van een verbindingsgroep, bestaande uit een vijftigtal staten, en een kerngroep, die zich moeten buigen over de internationale bijdrage voor de wederopbouw van Irak. De kerngroep werd verzocht de voorbereiding van een donorconferentie te coördineren [4]. De kerngroep besloot dat ter voorbereiding van de donorconferentie van oktober 2003 onder leiding van de Verenigde Naties en de Wereldbank missies naar Irak moesten worden georganiseerd voor het beoordelen van de behoeften.

[4] Aanvankelijk bestond de kerngroep uit de EU (Commissie en Voorzitterschap), de VS, Japan, de Verenigde Arabische Emiraten, de VN-ontwikkelingsgroep, de Wereldbank, het IMF en het voorlopig bestuur van de coalitie. Naar aanleiding van het besluit de donorconferentie in Madrid te houden werd Spanje uitgenodigd toe te treden tot de groep.

Op 16 juli 2003 maakte het voorlopig bestuur van de coalitie in samenwerking met de Iraakse ministeries van Financiën en Planning een begroting bekend over de periode juli tot en met december 2003. Deze begroting was gericht op het herstel van basisvoorzieningen, de herstructurering van het bankwezen, de overheidsbedrijven en de landbouw en op de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van veiligheid en justitie. Voor 2004 zal in de beoordeling van de behoeften die wordt verricht onder leiding van de Verenigde Staten en de Wereldbank en waarbij deskundigen van de Commissie zijn betrokken, worden aangegeven aan welke sectoren bij de wederopbouw prioriteit moet worden gegeven.

Parallel daarmee wordt door het voorlopige bestuur van de coalitie voor 2004 een ontwerp van nationale begroting opgesteld waarin de verwachte inkomsten, met name olie-opbrengsten, en uitgaven worden weergegeven voor zowel de werkingskosten van de Iraakse regering als de benodigde investeringen voor de wederopbouw. Deze twee processen worden onderling gecoördineerd teneinde op de Conferentie van Madrid aan potentiële donoren een geïntegreerde reeks prioriteiten voor het herstel en de wederopbouw van het land te presenteren.

3. De positie van de Europese Unie op de Conferentie van Madrid en daarna

Voordat de Europese Unie en haar lidstaten in Madrid en in de periode erna een effectieve bijdrage kunnen leveren tot de wederopbouw van Irak, moeten drie algemene voorwaarden worden vervuld:

* De noodzaak van een verbetering van de veiligheidssituatie

De veiligheidssituatie in Irak moet worden verbeterd om de voortgang van effectieve en snelle wederopbouwwerkzaamheden mogelijk te maken. Als bezettingsmacht is het voorlopig bestuur van de coalitie verantwoordelijk voor het scheppen van de voorwaarden waarin de verlening en tenuitvoerlegging van internationale bijstand mogelijk wordt gemaakt. Dit vereist een effectiever optreden van het leger dat beter is afgestemd op de huidige omstandigheden, alsmede verdere inspanningen om civiele politietaken uit te breiden en te verbeteren. Sommige donoren hebben aangegeven belangstelling te hebben voor het verlenen van bijstand voor niet-militaire veiligheid, zoals politie-opleidingen, evenals onafhankelijke bescherming voor internationale organisaties die actief zijn in Irak.

Het is wenselijk dat de Europese Unie blijft benadrukken dat het noodzakelijk is dat het voorlopig bestuur van de coalitie zich verder inspant om de veiligheidssituatie in Irak te verbeteren. Deze kwesties dienen op de agenda van de Conferentie van Madrid te worden opgenomen.

* Een duidelijke verbintenis tot het instellen van een soevereine Iraakse regering

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft gesteld dat "het belang voor het Iraakse volk van een snelle overgang naar een eigen regering niet krachtig genoeg kan worden benadrukt" [5]. Tastbare vooruitgang en een duidelijk tijdschema voor de overdracht van de macht en de soevereiniteit aan het Iraakse volk zijn noodzakelijk om het volk te laten merken dat het een rol speelt bij en verantwoordelijkheid draagt voor de wederopbouw van het land. In dit kader dienen vertegenwoordigers van Iraakse ministeries en het maatschappelijk middenveld te worden aangemoedigd een volwaardige rol te spelen op de Conferentie van Madrid en in staat te worden gesteld hun standpunten uiteen te zetten over de behoeften en prioriteiten voor het wederopbouwproces. Het is wenselijk dat de Europese Unie voortgaat met het benadrukken van het belang van de overgang naar een internationaal erkende en representatieve Iraakse regering en de centrale rol die de VN kan spelen bij het vergemakkelijken van dit proces.

[5] Verslag SG overeenkomstig par. 24 van UNSC-Resolutie 1483 (S/2003/715 van 17/7/03) par. 23

Het is noodzakelijk dat het Iraakse volk een geloofwaardig proces waarneemt dat uitmondt in een nieuwe grondwet en verkiezingen. Het tot stand brengen van democratische instanties en het bevorderen van een onafhankelijk en sterk maatschappelijk middenveld dat uiting kan geven aan zijn verwachtingen, zijn van essentieel belang om te komen tot een pluralistische en representatieve regering. Twee belangrijke dimensies daarvan zijn het bewerkstelligen van een intensievere deelname van vrouwen aan het openbare leven en vrije media. Voorts moeten inspanningen worden gedaan om verzoening te bevorderen door schendingen van de mensenrechten uit het verleden aan de orde te stellen en door te zorgen voor een naar behoren functionerende rechterlijke macht die in staat is de wet te handhaven. Het is wenselijk dat de Europese Unie steun verleent voor de inspanningen van de Verenigde Naties om bij te dragen tot de totstandkoming van nationale en lokale instellingen voor een representatief bestuur, de bevordering van de bescherming van de rechten van de mens alsmede gerechtelijke en wettelijke hervormingen.

* De vorming van een doorzichtig en operationeel multilateraal kader voor wederopbouw

Een samenhangend begrotingskader is van essentieel belang om een doorzichtig en efficiënt wederopbouwprogramma te verzekeren. Mede aan de hand van de resultaten van de missies ter beoordeling van de behoeften onder leiding van de Wereldbank en de Verenigde Naties zal een gemeenschappelijke reeks prioriteiten worden vastgesteld voor donoren, de Iraakse interim-regering en het voorlopig bestuur van de coalitie voor de periode van 2003 tot en met 2004. Naarmate het voorlopig bestuur van de coalitie meer verantwoordelijkheden overdraagt aan de Iraakse interim-regering moet de dialoog in toenemende mate plaatsvinden tussen de donoren en de Iraakse autoriteiten.

Donoren wensen hun bijdragen voor wederopbouw te verstrekken onafhankelijk van het voorlopig bestuur van de coalitie en het Ontwikkelingsfonds van de VN. Te dien einde wordt bij de Wereldbank en de VN momenteel gewerkt aan een multidonortrustfund. De Commissie is voornemens het voornaamste gedeelte van de bijdrage van de Gemeenschap via een dergelijk fonds te laten lopen en tegelijkertijd een zekere flexibiliteit te behouden voor het ondersteunen van maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door organen van de VN en NGO's, met name in de eerste fasen van de wederopbouw. Tevens is een mechanisme benodigd om een goede communicatie en dialoog te verzekeren tussen de internationale gemeenschap, de Iraakse autoriteiten en het voorlopig bestuur van de coalitie over de prioriteiten voor de begrotingsuitgaven en de wederopbouwstrategie. Tot slot dienen doorzichtige en niet-discriminerende procedures te worden vastgesteld, in het bijzonder voor openbare aanbestedingen en voor het beheer van zowel het Ontwikkelingsfonds voor Irak als het trustfonds.

Een andere factor die van belang is voor het welslagen van de inspanningen van de Europese Unie is:

* De betrokkenheid van de buurlanden van Irak

Een succesvolle overgang in Irak en stabiliteit in de regio hangen tevens af van de samenwerkingsrelaties tussen Irak en zijn buurlanden, in het bijzonder Turkije, Jordanië, Syrië, de GCC-staten en Iran.

Het is wenselijk dat de Europese Unie de betrokkenheid van de buurlanden van Irak bij de wederopbouw van Irak ondersteunt en bevordert, zowel in Madrid als erna.

4. Financiële implicaties voor de Europese Unie

De betrokkenheid van de Europese Unie bij Irak is niet nieuw. Sinds 1992 is de Gemeenschap, via haar bureau voor humanitaire hulp ECHO, de grootste externe bron van humanitaire hulp voor Irak na het door de Verenigde Naties beheerde "voedsel voor olie"-programma. In maart 2003 werd in totaal EUR100 miljoen gereserveerd voor humanitaire hulp aan Irak. Hiervan werd inmiddels EUR69,5 miljoen [6] vastgelegd voor humanitaire maatregelen op gebieden zoals volksgezondheid, water en afvalwaterzuivering, mijnopruiming en ter ondersteuning van de coördinatie tussen de humanitaire instanties in Irak.

[6] Met ingang van 30 september 2003

De Europese Unie heeft verklaard een belangrijke bijdrage te willen leveren aan het herstel en de wederopbouw. Zij bevindt zich in een goede uitgangspositie om behulpzaam te zijn bij dit proces dank zij haar ervaring met de situatie in landen waar zich een conflict heeft afgespeeld en met economische omschakeling. Met het oog op optimaal resultaat dienen de bijdragen van de Europese Unie als zodanig en van de afzonderlijke lidstaten nauw op elkaar te worden afgestemd. Het is derhalve wenselijk om op de Conferentie van Madrid een gecombineerde toezegging te doen. Om de coördinatie te vergemakkelijken heeft de Commissie een clearinghouse-mechanisme ingesteld voor het verzamelen en verspreiden van informatie over de wederopbouwactiviteiten.

Bij de beoordeling van de behoeften onder leiding van de VN en de Wereldbank is voor 14 sectoren nagegaan welke behoeften en prioriteiten op korte en middellange termijn zouden moeten worden gesteund door het multidonortrustfund voor Irak [7]. Aan de missies inzake het macro-economisch kader, de volksgezondheid, de werkgelegenheidsschepping en lokaal bestuur werd deelgenomen door medewerkers van de Commissie.

[7] De missies ter beoordeling van de behoeften hadden betrekking op de volgende sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, watervoorraden, landbouw, irrigatie en voedselveiligheid, bestrijding van antipersoneelmijnen, watervoorziening en afvalwaterzuivering, macro-economisch beleid, economisch beheer, met inbegrip van de publieke sector, management, handel, prijsliberalisering, vangnetten, investeringsklimaat en overheidsbedrijven, bank- en geldwezen, vervoer en communicatie, elektriciteit, levensonderhoud, werkgelegenheidsschepping en herintreding, arbeid en sociale zekerheid, huisvesting, waaronder stedelijke ontwikkeling en teruggave van eigendommen, schepping van lokale bestuurlijke capaciteit, maatschappelijk middenveld, rechterlijke macht en de media. Elk team werd verzocht naast de analyse per sector ook een beoordeling te maken van de behoeften op het gebied van genderaspecten en de rol van de vrouw, mensenrechten, milieu en capaciteitsopbouw als transversale vraagstukken.

De prioriteiten voor de communautaire bijstand zullen worden gebaseerd op de werkzaamheden van ECHO en steun omvatten op gebieden zoals de totstandbrenging van institutionele en bestuurlijke capaciteit, met name op het gebied van macro-economisch bestuur inclusief het handelsbeleid, de vorming van een sociaal vangnet, volksgezondheid, water en afvalwaterzuivering, onderwijs, werkgelegenheid, versterking van het maatschappelijk middenveld en de bescherming en bevordering van de mensenrechten en de democratie.

Op deze basis, en gelet op de middelen die in rubriek 4 van de gemeenschapsbegroting kunnen worden vrijgemaakt, zal de Commissie de begrotingsautoriteit voorstellen tot eind 2004 een bedrag van EUR200 miljoen beschikbaar te stellen voor Irak. Aangezien de dringende wederopbouwbehoeften in Irak de uit hoofde van de Gemeenschapsbegroting beschikbare middelen te boven gaan en een aantal lidstaten zich bereid heeft verklaard bij te dragen tot deze inspanningen, stelt de Commissie voor op de Conferentie van Madrid namens de Europese Unie en haar lidstaten een gecombineerde toezegging te doen.

5. Conclusies

In het kader van de voorbereidingen van de Conferentie van Madrid verzoekt de Europese Commissie de Raad:

* Te herhalen dat de Europese Unie de ontwikkeling van een welvarend, stabiel en soeverein Irak steunt.

* De belangrijke rol te benadrukken die de VN, in overeenstemming met de desbetreffende UNSC-resoluties, speelt in het proces dat moet uitmonden in de benoeming van een internationaal erkende, representatieve regering in Irak en in het mobiliseren van de benodigde steun van de internationale gemeenschap voor de wederopbouw van Irak.

* Te bevestigen dat de steun van de EU en haar lidstaten voor de wederopbouw van Irak alleen effectief kan zijn indien er een verbetering van de veiligheidssituatie optreedt, indien de betrokken partijen zich onvoorwaardelijk verbinden tot het scheppen van de voorwaarden waarbij een soevereine Iraakse regering tot stand kan komen en indien een doorzichtig multilateraal kader tot stand wordt gebracht voor de verstrekking van de bijstand van de internationale gemeenschap voor de wederopbouw. De bijdrage van de EU aan het proces van wederopbouw na de Conferentie van Madrid is afhankelijk van de mate waarin aan deze voorwaarden wordt voldaan.

* Nota te nemen van het belang van het bevorderen van de integratie van Irak in zijn regionale omgeving en nogmaals de buurlanden van Irak namens de Europese Unie op te roepen de stabiliteit in Irak en in de regio te steunen.

* Er nota van te nemen dat wordt gewerkt aan de instelling van een onafhankelijk multidonortrustfund voor Irak dat moet worden beheerd door de VN en de Wereldbank en dat dient te worden aangewend voor de prioriteiten zoals deze zijn vastgesteld door de VN, de Wereldbank en het IMF in het kader van de algemene wederopbouwbehoeften van Irak.

* Er nota van te nemen dat dit nauwe coördinatie vereist tussen de donoren en de bevoegde autoriteiten in Irak.

* Het belang te bevestigen van doorzichtige en niet-discriminerende procedures, in het bijzonder met betrekking tot openbare aanbestedingen en bij het beheer van zowel het Ontwikkelingsfonds voor Irak als het multidonortrustfund.

* Er nota van te nemen dat organen van de VN en NGO's die actief zijn in Irak eveneens begunstigden kunnen zijn van de bijstand van de Europese Unie en haar lidstaten.

* De Commissie te verzoeken de benodigde coördinatiewerkzaamheden op zich te nemen met het oog op de bekendmaking van een gecombineerde toezegging van de Europese Unie en haar lidstaten voor de wederopbouw van Irak in 2003 en 2004 op de Conferentie van Madrid.

* In te stemmen met het voorstel van de Commissie dat de Europese Unie op de Conferentie van Madrid een indicatieve toezegging bekend maakt. Deze toezegging zal bestaan uit een bedrag van EUR200 miljoen voor 2003 en 2004 uit de EU-begroting plus de bijdragen van de lidstaten.

* Er nota van te nemen dat de Europese Unie parallel met de werkzaamheden voor de wederopbouw een actieve en grote rol zal blijven spelen bij de verstrekking van humanitaire hulp.

* De Commissie te verzoeken zonodig verslag uit te brengen over de voorbereidingen van de Conferentie van Madrid en het vervolg ervan.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1. //

BEGROTINGSPLAATS

Gezien het belang van een dergelijke toezegging stelt de Commissie voor specifiek voor het herstel en de wederopbouw van Irak een nieuwe begrotingslijn in het leven te roepen. Aldus zal het mogelijk zijn het beleid met betrekking tot doorzichtigheid uit te voeren zoals voorgenomen door de Begrotingsautoriteit, met name het Europees Parlement, wanneer de Gemeenschap bijdraagt tot de financiering van wederopbouwmaatregelen (Afghanistan, Kosovo, Oost-Timor).

* De volgende nomenclatuur en benaming worden voorgesteld door middel van een nota van wijzigingen bij het voorontwerp van begroting 2004: Artikel 19 08 07 "Steun voor het herstel en de wederopbouw van Irak"

6.0 // IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET BETROKKEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGENOMEN?

De financiële bijdrage voor 2003 van EUR 40 miljoen wordt als volgt verstrekt:

I. Bestaande instrumenten (EUR 11 miljoen)

* Tot EUR 8 miljoen uit 19 02 05 "Snellereactiemechanisme" ( [8]). Vastleggingen uit de RRM-lijn. Geen overdracht van middelen nodig.

[8] Met ingang van 28.08.2003 EUR 8 miljoen ongeprogrammeerd in 2003. Maatregelen afhankelijk van de prioritaire sectoren zoals aangeduid door de Commissie.

* EUR 3 miljoen uit 19 04 "EIHRD". Vastleggingen voor projecten uit het EIHRD. Geen overdracht van middelen nodig.

II. Reserve en overblijvende bedragen in begrotingsplaats 4 (EUR 29 miljoen)

* EUR 6,4 miljoen uit B0-4011, begrotingspost B7-6600 "KEDO"( [9]).

[9] Met betrekking tot het voorstel een deel van de voor Kedo uitgetrokken middelen te gebruiken dient het volgende te worden opgemerkt:

* EUR 2,5 miljoen uit B0-4011, begrotingspost B7-8000 "Internationale visserij-overeenkomsten"

* EUR 20,1 miljoen uit beschikbare middelen in begrotingsplaats 4.

Dit bedrag van in totaal EUR 29 miljoen aan vastleggingskredieten zal worden overgedragen naar begrotingslijn B7-432 "Andere maatregelen ten gunste van de ontwikkelingslanden van het Nabije en het Midden-Oosten" door middel van een specifieke overschrijving door de Begrotingsautoriteit. De overeenstemmende betalingskredieten zullen eveneens worden overgeschreven ter dekking van de uitkering van de eerste bedragen van de vastlegging van 2003.

De bijdrage van EUR 160 miljoen voor 2004:

I. Nieuwe aanvullende middelen

* EUR 86 miljoen van de financiële ruimte op het voorontwerp van begroting in begrotingsplaats 4. Nota van wijzigingen ter verhoging van het voorontwerp van begroting 2004 noodzakelijk.

* EUR 74 miljoen uit middelen die beschikbaar zijn uit hoofde van het Flexibiliteitsinstrument. Nota van wijzigingen ter verhoging van het voorontwerp van begroting 2004 noodzakelijk.

Voor in 2003 aan Irak te verlenen humanitaire bijstand uit hoofde van ECHO heeft ECHO voor 2003 een bedrag van EUR 100 miljoen geprogrammeerd; EUR 69,5 miljoen daarvan is door de Commissie inmiddels vastgelegd. Op 5 september 2003 was ECHO verplichtingen aangegaan voor een bedrag van EUR 57,3 miljoen. De resterende vast te leggen en aan te besteden middelen bedragen EUR 30,5 miljoen. De financieringsbesluiten zullen naar verwachting in oktober 2003 worden voorgelegd aan het humanitair comité.