Home

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre (2002/2249(IMM))

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre (2002/2249(IMM))

24.3.2004 || || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/NaN

- || gezien het aan het Parlement voorgelegde verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre, dat op 30 oktober 2002 werd ingediend door de Deense minister van Europese zaken, en van de ontvangst waarvan op 18 november 2002 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

- || gelet op artikel 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965 alsmede op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

- || gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

- || gelet op artikel 57 van de grondwet van het Koninkrijk Denemarken,

- || gelet op artikelen 6 en 6 bis. van zijn Reglement,

- || gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0243/2003),

1. || besluit de immuniteit van Mogens N.J. Camre niet op te heffen;

2. || verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn commissie onverwijld te doen toekomen aan Deense minister van Europese zaken voor overdracht aan de bevoegde autoriteit.

(1)  Zie jurisprudentie van het Hof 1964, blz. 407, zaak 101/63 (Wagner/Fohrmann en Krier) en jurisprudentie 1986, blz. 2403, zaak 149/85 (Wybot/Faure).