Home

Voorstel voor een Verordening van de Raad inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 in Athene

Voorstel voor een Verordening van de Raad inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 in Athene

Voorstel voor een Verordening van de Raad inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 in Athene /* COM/2003/0172 def. - CNS 2003/0061 */


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 in Athene

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. ALGEMEEN

De olympische beweging heeft tot doel bij te dragen tot de totstandbrenging van een vreedzame, betere wereld via het opvoeden van de jeugd door sport. Het hoogtepunt van de activiteiten van de olympische beweging is de bijeenkomst van atleten uit heel de wereld tijdens het grote sportfestival, de olympische spelen.

De olympische spelen en de paralympische spelen, de olympische spelen voor gehandicapten, worden in hetzelfde jaar georganiseerd.

Inzake het verkeer van personen die aan de olympische spelen deelnemen en die de leden van de olympische familie vormen, bepaalt punt 65, eerste en tweede alinea, van het Olympisch Handvest van het Internationaal Olympisch Comité (hierna: "IOC")

1. "De olympische identiteits- en accreditatiekaart is een document dat de bezitter ervan het recht verleent om aan de olympische spelen deel te nemen.

2. Uit de olympische identiteits- en accreditatiekaart blijkt de identiteit van de bezitter. Samen met het paspoort of met een ander officieel reisdocument van de bezitter vormt zij het document dat toelating verleent om de stad waar de olympische spelen worden gehouden binnen te komen. Deze kaart verleent de bezitter het recht daar tijdens de olympische spelen en gedurende een periode van maximaal één maand voor en één maand na de spelen te verblijven en er zijn olympische functie uit te oefenen."

De kaart wordt door het IOC, en bij volmacht door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen, uitgereikt aan alle te accrediteren personen. De olympische accreditatiekaart is een sterk beveiligd document dat specifiek toegang verleent tot de plaatsen waar de wedstrijden plaatsvinden en tot andere activiteiten die tijdens de olympische en de paralympische spelen worden georganiseerd.

Het IOC, de nationale olympische en paralympische organisaties, het Internationaal Paralympisch Comité, de internationale federaties voor olympische sporten en de geaccrediteerde olympische en nationale mediaorganen (verantwoordelijke organen) selecteren de personen die aan de olympische spelen deelnemen, op basis van een accreditatieprocedure waarvan de voorwaarden door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen zijn vastgelegd.

Kunnen met name als leden van de olympische familie worden geselecteerd: de leden van het IOC, van de nationale olympische comités en van het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen, de bestuurders van de internationale sportfederaties, atleten, trainers en hun assistenten, scheidsrechters, de medische staf van de ploegen en de sporters, behoorlijk geaccrediteerde journalisten en vertegenwoordigers van de partnerondernemingen van de olympische spelen.

Krachtens het Olympisch Handvest moeten de leden van de olympische familie het grondgebied van de staat waar de spelen worden georganiseerd kunnen binnenkomen zonder dat andere procedures moeten worden doorlopen of andere formaliteiten moeten worden vervuld.

In de praktijk spelen de voorwaarden waaronder de deelnemers aan de olympische en/of de paralympische spelen het grondgebied van het organiserende land kunnen binnenkomen en er kunnen reizen een doorslaggevende rol bij de selectie van de stad die de spelen zal organiseren.

De Europese Unie heeft de educatieve waarde en de grote economische en sociale invloed van sport steeds erkend. De Europese Raad van Nice van december 2000 heeft de Gemeenschap in zijn verklaring over de specifieke kenmerken van de sport en de maatschappelijke functie daarvan in Europa opgeroepen om daarmee rekening te houden bij de uitvoering van het gemeenschappelijk beleid. Zo hebben het Europees Parlement en de Raad op 6 februari 2003 beslist het jaar 2004 uit te roepen tot het Europees Jaar van opvoeding door sport.

Het is derhalve opportuun om in een tijdelijke afwijking van bepaalde voorschriften van het acquis communautaire, met name inzake visa, te voorzien teneinde de organisatie van de olympische spelen die reeds aan een stad van een lidstaat zijn toegewezen, of de eventuele kandidatuur van Europese steden waar het grote sportfeest van de olympische spelen zou kunnen plaatsvinden, te vergemakkelijken.

Het acquis communautaire inzake visa omvat met name Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld [1], alsmede de procedures en voorwaarden voor afgifte van visa, vastgelegd in de Overeenkomst van Schengen en in de uitvoeringsmaatregelen, met name de Gemeenschappelijke Visuminstructie (GV). De GV bepaalt onder meer welk soort visum moet worden afgegeven, welke lidstaat bevoegd is voor het onderzoek van de aanvraag, de voorwaarden voor indiening en onderzoek van de aanvraag en de beslissing betreffende de afgifte van het visum.

[1] Laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 453/2003 van 6 maart 2003, PB L 69 van 13 maart 2003, blz. 10.

Met de toepassing van het acquis inzake visa wordt enerzijds gestreefd naar een gelijke behandeling van de onderdanen van derde landen die het grondgebied van de lidstaten wensen binnen te komen en er gedurende maximaal drie maanden willen reizen en verblijven en anderzijds naar een hoog veiligheidsniveau, met name met betrekking tot de strijd tegen illegale immigratie.

Aangezien Athene tijdens de 106de bijeenkomst van het IOC te Lausanne op 5 september 1997 als organiserende stad voor de olympische en de paralympische spelen van 2004 werd gekozen, is Griekenland de eerste lidstaat op het grondgebied waarvan de spelen zullen plaatsvinden sinds de verwezenlijking van de Schengenruimte zonder binnengrenzen en de integratie ervan in het kader van de Unie.

Teneinde Griekenland de mogelijkheid te geven zijn op grond van het Olympisch Handvest aangegane verbintenissen na te leven en de kandidatuur van andere steden van lidstaten voor het organiseren van de olympische spelen in de toekomst niet in gevaar te brengen, zou de EU specifieke maatregelen moeten vaststellen om de binnenkomst van de leden van de olympische familie op haar grondgebied te vergemakkelijken. Hoewel dergelijke maatregelen worden gerechtvaardigd door de uitzonderlijke aard van het evenement, mogen zij geen afbreuk doen aan de basisbeginselen en de goede werking van de Schengenruimte.

Gezien deze beperking betreft het voorgestelde systeem niet de opheffing van de visumplicht voor de leden van de olympische familie die op grond van hun nationaliteit krachtens Verordening nr. 539/2001 aan deze verplichting onderworpen zijn, maar is het beperkt tot een versoepeling van de aanvraagprocedure en van de vorm waarin het visum wordt afgegeven. Aldus is, in afwijking van de voorschriften van het Schengenacquis, geen persoonlijke verschijning van de visumaanvrager bij de diplomatieke of consulaire post vereist voor het indienen van de visumaanvraag of het afhalen van het visum en moet niet het uniforme visumaanvraagformulier worden gebruikt. Ook de vereisten betreffende de ter staving van de visumaanvraag voor te leggen documenten worden versoepeld. Ten slotte wordt het visum niet afgegeven in de vorm van de in het kader van het acquis voorgeschreven visumsticker, maar krijgt het de vorm van een specifiek nummer dat op de accreditatiekaart voor de olympische spelen wordt vermeld. Het systeem raakt anderzijds niet aan de voorschriften van het Schengenacquis inzake controles en procedures met betrekking tot de openbare orde en veiligheid. De uitzonderingsregeling zal enkel van toepassing zijn tijdens de olympische en de paralympische spelen van Athene. Het betreft de periode van 13 juli 2004 (één maand voor de officiële opening van de olympische spelen op 13 augustus 2004) tot en met 29 september 2004 (één maand na de sluiting van de olympische zomerspelen op 29 augustus 2004) voor de olympische zomerspelen 2004 en van 18 augustus 2004 (één maand voor de officiële opening van de paralympische spelen op 18 september 2004) tot en met 29 oktober 2004 (één maand na de sluiting van de paralympische spelen op 29 september 2004) voor de olympische spelen voor gehandicapten in het najaar van 2004.

- De voor de selectie van de leden van de olympische familie verantwoordelijke instanties delen het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen samen met het verzoek om accreditatie de lijst mee van de voor deelname aan de olympische en/of de paralympische spelen van Athene geselecteerde personen die visumplichtig zijn.

- De essentiële gegevens betreffende de betrokken personen - zoals naam, voornaam, geslacht, datum, plaats en land van geboorte, nummer, type en ook de uiterste geldigheidsdatum van het paspoort - worden meegedeeld via het aanvraagformulier voor de accreditatiekaart. Het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen zendt de voor de afgifte van de visa in Griekenland bevoegde diensten een kopie van het aanvraagformulier voor de accreditatiekaart van alle visumplichtige personen toe.

- Nadat de bevoegde diensten alle visumaanvragen overeenkomstig het acquis communautaire hebben onderzocht, delen zij het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen de nummers van de afgegeven visa mee. De afgegeven visa zijn uniforme visa voor verscheidene binnenkomsten die maximaal drie maanden geldig zijn vanaf de datum van de eerste binnenkomst. De Griekse autoriteiten kunnen aan de leden van de olympische familie visa met territoriaal beperkte geldigheid afgeven indien de voorwaarden voor afgifte van een uniform visum niet vervuld zijn.

- Het nummer van het aan een lid van de olympische familie afgegeven visum en van het paspoort van de betrokken persoon wordt op de accreditatiekaart vermeld.

De Griekse autoriteiten hebben tijdens de gehele periode waarin deze uitzonderingsregeling geldt de verplichting om de andere Schengenstaten in te lichten over elk feit of elke gebeurtenis waardoor het veiligheidsniveau in de Schengenruimte kan worden beïnvloed en om alle nuttige gegevens dienaangaande aan de andere Schengenstaten mee te delen.

De hierboven beschreven bijzondere procedure sluit niet uit dat een lid van de olympische familie een individuele visumaanvraag indient overeenkomstig het Schengenacquis.

Het onderhavige voorstel is niet van toepassing op leden van de olympische familie die onderdaan zijn van een aan de visumplicht onderworpen derde land en die in het bezit zijn van een verblijfstitel of een voorlopige verblijfsvergunning die is afgegeven door een van de lidstaten die het Schengenacquis hebben ingevoerd.

Het voorstel voorziet in een evaluatie van de uitzonderingsregeling na afloop van de olympische en de paralympische spelen. De Commissie zal verslag uitbrengen aan de Raad en aan het Europees Parlement op basis van een door de Griekse autoriteiten opgesteld verslag en van eventueel door de betrokken lidstaten meegedeelde informatie. Op grond van deze evaluatie kan de uitzonderingsregeling zo nodig worden aangepast indien de organisatie van de olympische spelen in de toekomst aan een andere Schengenlidstaat wordt toegewezen.

Indien het onderhavige voorstel niet in een specifieke uitzonderingsregeling voorziet, zijn de relevante bepalingen van het acquis communautaire inzake visa of de controle aan de buitengrenzen van de lidstaten van toepassing.

2. EVENREDIGHEID

Krachtens artikel 5 van het EG-Verdrag gaat het optreden van de Gemeenschap "niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van dit Verdrag te verwezenlijken". Voor het door de Gemeenschap genomen initiatief moet de eenvoudigste vorm worden gekozen die het mogelijk maakt de doelstelling van het voorstel te verwezenlijken en dit zo doeltreffend mogelijk ten uitvoer te leggen.

Het voorstel voorziet in een uitzonderingsregeling die beperkt is tot de periode van de olympische en de paralympische spelen van 2004 in Athene, en waarbij wordt afgeweken van de communautaire bepalingen inzake de procedure voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie. Het doel is om voor deze personen de binnenkomst op het Griekse grondgebied waar de spelen zullen plaatsvinden, alsmede hun doorreis via een of meerdere lidstaten te vergemakkelijken, met inachtneming van de veiligheidsbehoeften in een ruimte waar de controles aan de binnengrenzen zijn opgeheven.

Gezien de aard ervan, kan deze doelstelling enkel via een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Een lidstaat is immers niet bevoegd om louter nationale maatregelen uit te vaardigen die een dergelijk rechtsgevolg beogen.

3. GEVOLGEN MET BETREKKING TOT DE VERSCHILLENDE AAN HET VERDRAG GEHECHTE PROTOCOLLEN

De rechtsgrond van het voorstel betreft een tijdelijke uitzondering op het EEG-acquis inzake visa van titel IV van het Verdrag en derhalve ook de structuur met "variabele geometrie" die voortvloeit uit de Protocollen betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. Het voorstel voor een verordening beoogt een verdere ontwikkeling van het Schengenacquis. Derhalve moet rekening worden gehouden met bepaalde gevolgen van de verschillende protocollen.

Verenigd Koninkrijk en Ierland

Overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie kunnen "Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die niet door het Schengenacquis gebonden zijn, (...) te allen tijde verzoeken om aan alle of aan enkele van de bepalingen van dit acquis deel te nemen".

Het voorstel voor een verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deelnemen, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis en Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland nemen dus niet deel aan de aanneming van de onderhavige verordening, die hen niet bindt en niet op hen van toepassing is.

Denemarken

Overeenkomstig het aan het EG-Verdrag gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken neemt Denemarken niet deel aan de aanneming door de Raad van onder Titel IV van het EG-Verdrag vallende maatregelen, met uitzondering van "maatregelen tot bepaling van de derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum of ... maatregelen betreffende een uniform visummodel" (voorheen artikel 100 C).

Aangezien de voorstellen in casu evenwel een ontwikkeling van het Schengenacquis vormen, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het Protocol "binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad een besluit heeft genomen over een voorstel of een initiatief tot uitwerking van het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, of het dit besluit in zijn nationale wetgeving zal omzetten".

Noorwegen en IJsland

Overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis is op 18 mei 1999 een overeenkomst gesloten tussen de Raad, Noorwegen en IJsland teneinde deze twee landen te betrekken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis [2].

[2] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35.

Artikel 1 van deze overeenkomst bepaalt dat Noorwegen en IJsland worden betrokken bij de werkzaamheden van de EG en de EU op alle gebieden die worden bestreken door de in de bijlagen A (bepalingen van het Schengenacquis) en B (bepalingen van de handelingen van de Europese Gemeenschap die in de plaats zijn gekomen van de overeenstemmende bepalingen van of zijn aangenomen op grond van de Schengenovereenkomst) bij deze overeenkomst genoemde bepalingen en de verdere ontwikkeling daarvan.

Krachtens artikel 2 van de overeenkomst worden de besluiten en maatregelen die de Europese Unie aanneemt tot wijziging van of voortbouwend op het geïntegreerde Schengenacquis (bijlagen A en B) door IJsland en Noorwegen uitgevoerd en toegepast.

Het onderhavige voorstel ontwikkelt het Schengenacquis zoals vastgelegd in bijlage A van de overeenkomst.

Bijgevolg moet deze materie overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst door het "Gemengd Comité" worden behandeld, zodat Noorwegen en IJsland de mogelijkheid krijgen om "de problemen die zij ondervinden met betrekking tot [deze] maatregel [uiteen te zetten]" en "zich [uit te spreken] over alle vraagstukken betreffende de ontwikkeling of de uitvoering van bepalingen die zij van belang achten".

4. TOELICHTING PER ARTIKEL

Artikel 1

Artikel 1 definieert het doel van de verordening, met name de omvang van de uitzonderingsregeling inzake het visumbeleid ten gunste van de leden van de olympische familie voor de duur van de olympische en de paralympische spelen van 2004; het betreft een beperkte afwijking van de bepalingen van het acquis inzake de aanvraag, afgifte en vorm van het visum.

Artikel 2

In artikel 2 worden de gebruikte begrippen omschreven:

Artikel 2, lid 1, betreft de "verantwoordelijke organisaties" die belast zijn met de selectie van de personen die voor deelname aan de olympische en/of paralympische spelen van 2004 in aanmerking komen. Deze organisaties zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van de accreditatiekaart voor de personen die aan de spelen deelnemen, voor de ontvangst van de accreditatiekaarten en voor alle eventuele latere wijzigingen in de selectie van de aan de spelen deelnemende personen.

De definitie van de personen die voor selectie als leden van de olympische familie in aanmerking komen (artikel 2, lid 2), is indicatief en vermeldt de categorieën van personen die gewoonlijk aan de olympische en/of de paralympische spelen deelnemen.

Artikel 2, lid 3, bepaalt dat twee accreditatiekaarten worden afgegeven: één voor de olympische spelen en één voor de paralympische spelen. De technische kenmerken van deze identiteitsbewijzen voor de leden van de olympische familie worden door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen vastgelegd overeenkomstig internationale veiligheidsnormen.

De duur van de voorgestelde uitzonderingsregeling (artikel 2, lid 4) dient te worden vastgelegd om te voldoen aan het door het acquis communautaire inzake visa vastgestelde kader (verblijf van niet meer dan drie maanden per semester), waarbij rekening wordt gehouden met de in het Olympisch Handvest vastgelegde indicatieve duur van de olympische en de paralympische spelen.

Dit artikel omvat tevens de definitie van het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen en van de voor afgifte van de visa bevoegde diensten (leden 5 en 6).

Artikel 3

De voorwaarden waaraan de leden van de olympische familie moeten voldoen om voor de voorgestelde uitzonderingsregeling in aanmerking te komen, zijn geïnspireerd op de voorwaarden voor binnenkomst van artikel 5, lid 1, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, maar zijn versoepeld om rekening te houden met de specifieke kenmerken bij deelname aan de olympische en/of de paralympische spelen (geen verplichting om documenten over te leggen tot staving van de verblijfsomstandigheden of om toereikende bestaansmiddelen aan te tonen).

Artikel 4

Dit artikel bepaalt dat de verantwoordelijke organisaties voor de leden van de olympische familie die overeenkomstig het acquis communautaire visumplichtig zijn, bij het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen samen met de aanvraag voor de accreditatiekaart een gemeenschappelijke visumaanvraag indienen.

Per persoon kan slechts één visum worden aangevraagd voor de gehele duur van de olympische en de paralympische spelen.

Het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen bezorgt de gemeenschappelijke visumaanvraag en een kopie van de documenten inzake de accreditatie aan de voor het onderzoek van de visumaanvragen bevoegde autoriteiten.

Artikel 5

In dit artikel wordt de afgifteprocedure vastgesteld. In lid 1 ervan wordt bepaald dat het visum wordt afgegeven nadat is onderzocht of aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan. Het afgegeven visum is een uniform visum voor kort verblijf voor verscheidene binnenkomsten, waarvan de geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden. Binnen deze geldigheidsduur is verblijf in Griekenland en in de Schengenstaten toegestaan. Ook de doorreis door andere Schengenstaten is uiteraard toegestaan, hetzij tijdens de reis naar Griekenland voor de olympische en/of de paralympische spelen of na het vertrek uit Griekenland na deelname aan de spelen.

De Griekse autoriteiten mogen aan de leden van de olympische familie die niet voldoen aan de in artikel 3, punten c en d, vermelde voorwaarde, dat zij niet ter fine van weigering van toegang mogen gesignaleerd staan of worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der lidstaten, een visum met territoriaal beperkte geldigheid afgeven.

De mogelijkheid om een visum met territoriaal beperkte geldigheid af te geven, wordt verleend in uitvoering van artikel 5, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, dat algemeen bepaalt dat een visum met territoriaal beperkte geldigheid zo nodig kan worden afgegeven "op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen".

Artikel 6

De bevoegde autoriteiten delen de nummers van de afgegeven visa mee aan het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen, dat het visumnummer en het nummer van het paspoort van de betrokkene op de accreditatiekaart aanbrengt.

Artikel 7

Vanwege het uitzonderlijk karakter en het doel van het evenement wordt het visum gratis aan de leden van de olympische familie afgegeven.

Artikel 8

Dit artikel bepaalt de procedure die moet worden gevolgd ingeval de door de verantwoordelijke organisaties verrichte selectie op het laatste ogenblik wordt gewijzigd. Dit fenomeen heeft weliswaar een beperkte invloed, maar komt relatief vaak voor en er wordt dan ook voorgesteld om de visa die zijn afgegeven aan personen die niet meer tot de olympische familie behoren, te annuleren. De Griekse autoriteiten dienen de informatie betreffende deze annuleringen mee te delen aan de voor grenscontrole bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.

Een dergelijke annulering laat de mogelijkheid van de betrokkene om in het kader van de normale procedure een visumaanvraag in te dienen, onverlet.

Artikel 9

Deze bepaling regelt de omvang van de controle die moet worden verricht wanneer de leden van de olympische familie de grenzen van de lidstaten overschrijden. Deze controle wordt beperkt tot de in artikel 3 van de onderhavige verordening vermelde voorwaarden, hetgeen een versoepeling betekent ten opzichte van de normale controles aan de buitengrenzen.

Artikel 10

De uitzonderingsregeling zal na de sluiting van de paralympische spelen worden geëvalueerd. Op basis van het binnen zes maanden na deze datum door Griekenland in te dienen verslag en van de eventueel door de andere lidstaten binnen dezelfde termijn verstrekte informatie zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad informeren over de werking van de uitzonderingsregeling voor leden van de olympische familie.

Artikel 11

[Standaardslotbepaling]

2003/0061 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 in Athene

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 62, lid 2, punten a) en b)ii,

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB C , , blz. .

Gezien het advies van het Europees Parlement [4],

[4] PB C , , blz. .

overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Olympisch Handvest voorziet voor de leden van de olympische familie in een "recht van binnenkomst" in het land van de stad waar de olympische spelen worden gehouden op vertoon van de olympische accreditatiekaart en van het paspoort of een ander officieel reisdocument, zonder dat andere procedures of formaliteiten dan deze betreffende de accreditatiekaart moeten worden gevolgd.

(2) De verantwoordelijke organisaties zorgen voor de selectie en de voordracht van de personen die als leden van de olympische familie aan de olympische en de paralympische spelen kunnen deelnemen, overeenkomstig de door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen vastgelegde accreditatieprocedure

(3) Het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen geeft de accreditatiekaarten aan de leden van de olympische familie af. De olympische accreditatiekaart is een sterk beveiligd document dat, aangezien de spelen het doelwit kunnen zijn van terroristische aanslagen, specifiek toegang verleent tot de plaatsen waar de wedstrijden plaatsvinden en tot andere activiteiten die tijdens de olympische en de paralympische spelen worden georganiseerd.

(4) De olympische en paralympische spelen die in 2004 door Griekenland worden georganiseerd, zijn het eerste dergelijke evenement dat wordt georganiseerd door een lidstaat die volledig deelneemt aan de Schengenruimte zonder binnengrenzen

(5) Teneinde bij de organisatie van de olympische en de paralympische spelen in Griekenland te kunnen voldoen aan de uit het Olympisch Handvest voortvloeiende verplichtingen, dient de Gemeenschap regelgeving uit te vaardigen die de afgifte van visa aan leden van de olympische familie vergemakkelijkt.

(6) Derhalve dient voor de duur van de olympische en paralympische spelen in een tijdelijke uitzonderingsregeling te worden voorzien voor de uit derde landen afkomstige leden van de olympische familie die visumplichtig zijn krachtens Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld.

(7) De uitzonderingsregeling moet worden beperkt tot de bepalingen van het acquis inzake de indiening en behandeling van de visumaanvraag en de afgifte en vorm van het visum. De wijze waarop de controles aan de buitengrenzen worden uitgeoefend, moet voorzover nodig eveneens worden aangepast teneinde rekening te houden met de wijziging van de visumregeling.

(8) Voor de leden van de olympische familie die aan de olympische en/of de paralympische spelen van Athene deelnemen, moet de visumaanvraag gelijktijdig met de aanvraag voor de accreditatiekaart door de verantwoordelijke organisaties bij het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen kunnen worden ingediend. In het aanvraagformulier voor de accreditatiekaart worden de essentiële gegevens betreffende de betrokken persoon, zoals naam, voornaam, geslacht, datum, plaats en land van geboorte, nummer, type en ook uiterste geldigheidsdatum van het paspoort, vermeld. De aanvragen worden aan de voor de afgifte van de visa bevoegde Griekse autoriteiten toegezonden.

(9) Onverminderd de bepalingen van de onderhavige verordening kunnen de leden van de olympische familie steeds een individuele visumaanvraag indienen overeenkomstig het acquis communautaire ter zake.

(10) Indien de onderhavige verordening niet in een specifieke regeling voorziet, zijn de relevante bepalingen van het acquis communautaire inzake visa of de controle aan de buitengrenzen van de lidstaten van toepassing. De onderhavige verordening is niet van toepassing op leden van de olympische familie die onderdaan zijn van een aan de visumplicht onderworpen derde land en die in het bezit zijn van een verblijfstitel of een voorlopige verblijfsvergunning die is afgegeven door een van de lidstaten die behoren tot de Schengenruimte zonder binnengrenzen.

(11) De bij de onderhavige verordening ingevoerde uitzonderingsregeling moet in het licht van de ervaring bij de tenuitvoerlegging ervan worden beoordeeld. Bijgevolg dient in een beoordeling na afloop van de olympische en paralympische spelen te worden voorzien.

(12) Teneinde het doel, het vergemakkelijken van de afgifte van visa aan de leden van de olympische familie, te verwezenlijken, is het overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel noodzakelijk en nuttig om de onderhavige tijdelijke uitzonderingsregeling op bepaalde communautaire bepalingen uit te vaardigen. De onderhavige verordening gaat niet verder dan wat nodig is om het nagestreefde doel te bereiken, overeenkomstig het bepaalde van artikel 5, derde alinea, van het Verdrag.

(13) Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, vormt de onderhavige verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, die valt onder het gebied dat is genoemd in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis [5].

[5] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(14) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van de onderhavige verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien de onderhavige verordening de uitwerking van het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van het derde deel, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap beoogt, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 5 van dat Protocol binnen een termijn van zes maanden na vaststelling van de onderhavige verordening door de Raad of het dit besluit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(15) De onderhavige verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deelneemt; het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(16) De onderhavige verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deelneemt; Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Voorwerp en definities

Artikel 1

Doel

De onderhavige verordening stelt specifieke bepalingen vast die voorzien in een tijdelijke uitzonderingsregeling op bepaalde voorschriften van het Schengenacquis inzake de procedures voor de aanvraag en de afgifte van visa voor de leden van de olympische familie voor de duur van de olympische en de paralympische spelen van 2004 te Athene.

Behoudens deze specifieke bepalingen blijven de relevante voorschriften van het Schengenacquis inzake de procedures voor de aanvraag en de afgifte van visa van toepassing.

Artikel 2

Definities

In het kader van deze verordening wordt verstaan onder:

1) "verantwoordelijke organisaties": de officiële organisaties die op grond van het Olympisch Handvest bevoegd zijn om de lijsten van de leden van de olympische familie bij het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen van 2004 in te dienen met het oog op de afgifte van de accreditatiekaarten voor de olympische en/of de paralympische spelen van 2004;

2) "lid van de olympische familie": alle personen die lid zijn van het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, de internationale federaties, de nationale olympische en paralympische comités, de Organisatiecomités voor de Olympische Spelen en de nationale verenigingen, zoals atleten, scheidsrechters, trainers en andere sporttechnici, het medisch personeel van de ploegen of de sporters, alsmede de door de media geaccrediteerde journalisten, vertegenwoordigers van donateurs en sponsors of andere officiële genodigden die bereid zijn zich naar het Olympisch Handvest te richten, zich te onderwerpen aan de controle en de autoriteit van het Internationaal Olympisch Comité, vermeld zijn op de lijsten van de verantwoordelijke organisaties en door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004 voor deelname aan de olympische spelen en/of de paralympische spelen van 2004 zijn geaccrediteerd;

3) "olympische accreditatiekaarten": twee beveiligde documenten, een voor de olympische spelen en een voor de paralympische spelen, waarop een foto van de houder is aangebracht en waaruit de identiteit van het lid van de olympische familie blijkt, en die toegang verlenen tot de installaties waar de sportwedstrijden en andere tijdens de periode van de olympische en paralympische spelen geplande manifestaties plaatsvinden;

4) "duur van de olympische en de paralympische spelen": de periode van 13 juli 2004 tot en met 29 september 2004 voor de olympische zomerspelen van 2004 en de periode van 18 augustus 2004 tot en met 29 oktober 2004 voor de paralympische spelen (olympische spelen voor gehandicapten) in het najaar van 2004;

5) "Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004": het Comité dat krachtens artikel 2 van de Griekse Wet 2598/1998 is opgericht voor de organisatie van de olympische en de paralympische spelen van 2004 te Athene en dat beslist over de accreditatie van de leden van de olympische familie die aan deze spelen deelnemen;

6) "voor de afgifte van de visa bevoegde diensten": de diensten die Griekenland heeft aangewezen voor het onderzoek van de aanvragen en de afgifte van de visa aan de leden van de olympische familie.

Rubriek II

AFGIFTE VAN VISA

Artikel 3

Voorwaarden voor de afgifte van visa aan leden van de olympische familie

Een visum mag slechts op grond van de onderhavige verordening worden afgegeven indien aan de volgende voorwaarden voldaan is:

a) de betrokkene is door een van de verantwoordelijke organisaties voor deelname aan de olympische en/of de paralympische spelen aangewezen en geaccrediteerd door het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004;

b) de betrokkene is in het bezit van een geldig reisdocument op grond waarvan de overschrijding van de buitengrenzen overeenkomstig artikel 5 van de Schengenovereenkomst is toegelaten;

c) de betrokkene staat niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd;

d) de betrokkene wordt niet beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten.

Artikel 4

Indiening van de aanvraag

1. Wanneer een verantwoordelijke organisatie lijsten van de voor deelname aan de olympische en/of de paralympische spelen geselecteerde personen opstelt, kan zij, samen met de aanvraag om afgifte van de olympische accreditatiekaart voor de geselecteerde personen, een gemeenschappelijke visumaanvraag indienen voor de geselecteerde personen die krachtens Verordening nr. 539/2001 visumplichtig zijn.

2. De gemeenschappelijke visumaanvragen voor de betrokken personen worden gelijktijdig met de aanvragen om afgifte van een olympische accreditatiekaart aan het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004 gezonden overeenkomstig de door het Organisatiecomité vastgelegde procedure.

3. Voor de deelnemers aan de olympische en de paralympische spelen wordt één visumaanvraag per persoon ingediend.

4. Het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004 stuurt de gemeenschappelijke visumaanvraag samen met een kopie van de aanvragen om afgifte van een olympische accreditatiekaart voor de betrokkenen, waarop de essentiële gegevens betreffende de betrokken personen - zoals naam, voornaam, geslacht, datum, plaats en land van geboorte, nummer, type en ook de uiterste geldigheidsdatum van het paspoort - zijn vermeld, zo snel mogelijk door naar de voor de afgifte van de visa bevoegde diensten.

Artikel 5

Behandeling van de gemeenschappelijke aanvraag en afgegeven visum

Het visum wordt afgegeven door de voor de afgifte van de visa bevoegde diensten nadat is onderzocht of aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan.

Het afgegeven visum is een uniform visum voor kort verblijf voor verscheidene binnenkomsten, op grond waarvan een verblijf van negentig (90) dagen tijdens de duur van de olympische spelen en/of de paralympische spelen is toegestaan.

Voor leden van de olympische familie die niet voldoen aan de in artikel 3, punten c en d, vermelde voorwaarde mogen de voor afgifte van de visa bevoegde diensten een visum met territoriaal beperkte geldigheid afleveren overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Artikel 6

Vorm van het visum

1. Het visum krijgt de vorm van twee nummers die op de olympische accreditatiekaart worden vermeld. Het eerste nummer is het nummer van het visum. Voor het uniform visum bestaat dit nummer uit zeven (7) tekens, waarvan zes (6) cijfers, voorafgegaan door de letter "C". Voor het visum met territoriaal beperkte geldigheid bestaat dit nummer uit acht (8) tekens, waarvan zes (6) cijfers, voorafgegaan door de letters "GR". Het tweede nummer is het nummer van het paspoort van de betrokkene.

2. De voor afgifte van de visa bevoegde diensten geven de nummers van de visa door aan het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004 met het oog op de afgifte van de accreditatiekaarten.

Artikel 7

Kosteloosheid van het visum

Voor de behandeling van de visumaanvragen en de afgifte van de visa worden door de voor de afgifte van de visa bevoegde diensten geen rechten geheven.

Rubriek III

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8

Annulering van visa

Wanneer de lijst van de voor deelname aan de olympische en/of de paralympische spelen geselecteerde personen vóór de aanvang van de spelen wordt gewijzigd, stellen de verantwoordelijke organisaties het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen 2004 hiervan in kennis, met het oog op de intrekking van de accreditatiekaart van de van de lijst geschrapte personen. Het Organisatiecomité voor de Olympische Spelen stelt de voor de afgifte van de visa bevoegde diensten hiervan in kennis en deelt de nummers van de betrokken visa mee.

De voor de afgifte van de visa bevoegde diensten annuleren de visa van de betrokken personen. Zij stellen de met de grenscontrole belaste diensten daarvan in kennis en deze geven die informatie door aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.

Artikel 9

Controle aan de buitengrenzen

Bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten is de controle bij de binnenkomst van de leden van de olympische familie beperkt tot de in artikel 3 vermelde voorwaarden.

Artikel 10

Verslag aan het Europees Parlement en de Raad

Griekenland dient uiterlijk zes maanden na de sluiting van de paralympische spelen bij de Commissie een verslag in over de verschillende aspecten van de tenuitvoerlegging van de onderhavige verordening.

Op basis van dit verslag en van de eventueel door andere lidstaten binnen dezelfde termijn verstrekte informatie stelt de Commissie een beoordeling op over de werking van de in de onderhavige verordening vastgelegde uitzonderingsregeling voor de afgifte van visa aan de leden van de olympische familie en brengt deze ter kennis van het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter