Home

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 /* COM/2003/0634 def. - ACC 2003/0259 */


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004

(ingediend door de Commissie)

TOELICHTING

1. In het kader van de in juni 1994 vastgestelde richtsnoeren voor de periode 1995-2004 heeft de Gemeenschap eind 2001 Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (SAP) voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 aangenomen. Op die datum verstrijken er voor het SAP dus twee termijnen, namelijk die van de richtsnoeren voor het decennium 1995-2004 en die van de laatste uitvoeringsverordening voor de jaren 2002 tot 2004.

2. De nieuwe richtsnoeren voor de volgende periode van tien jaar en de eerste uitvoerings verordening voor deze nieuwe richtsnoeren zouden normaliter op 1 januari 2005 in werking moeten treden. Om dit tijdschema te respecteren, zou de Commissie haar voorstel voor een verordening reeds dit jaar moeten indienen met het oog op de goedkeuring ervan uiterlijk in 2004. Het SAP functioneert echter in het bredere kader van de WTO. Aangezien de in november 2001 in Doha begonnen multilaterale onderhandelingsronde niet voltooid zal zijn binnen een termijn die verenigbaar is met vorengenoemd tijdschema, wordt voorgesteld de goedkeuring van de richtsnoeren voor het volgende decennium uit te stellen en alleen maar de huidige Verordening (EG) nr. 2501/2001 met een periode van één jaar te verlengen, d.w.z. tot 2005.

3. Deze verlenging kan slechts plaatsvinden als het SAP op een aantal punten wordt gewijzigd. Deze wijzigingen moeten evenwel in overeenstemming blijven met de richtsnoeren van 1994, die voorzien in:

- de handhaving van het niveau van het aanbod,

- het onderscheid tussen gevoelige en niet-gevoelige producten en de daaraan verbonden tariefdifferentiëring,

- stabiliteit en voorspelbaarheid via de vaststelling van meerjarige uitvoerings verordeningen,

- de jaarlijkse aanpassing van het aanbod via graduatie (landen/sectoren die een concurrentieniveau hebben bereikt waarop zij geen preferenties meer nodig hebben, worden uitgesloten; in het tegenovergestelde geval worden zij terug in het SAP opgenomen),

- de uitsluiting van het SAP van landen met een hoog ontwikkelingsniveau en de schorsing van het SAP in geval van fraude of oneerlijke sociale en handelspraktijken,

- en, binnen het door de WTO voorgeschreven kader, de handhaving van sociale en milieuprikkels, van een bijzondere regeling ter bevordering van de strijd tegen de vervaardiging van en de handel in verdovende middelen en van een bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen.

4. De belangrijkste voorgestelde wijziging heeft betrekking op de jaarlijkse aanpassing van het aanbod via graduatie. De graduatie van landen/sectoren bestaat sinds 1996, maar werd pas dit jaar voor het eerst op jaarbasis toegepast. In het licht van de ervaring lijkt het nodig de graduatie niet toe te passen op de kleinste landen, maar deze te concentreren op de grootste begunstigde landen.

5. Dientengevolge kan het graduatiemechanisme zodanig worden gewijzigd dat alle begunstigde landen die goed zijn voor minder dan 1% van de invoer van de onder het SAP vallende producten, er op niet-discriminerende wijze van worden uitgesloten. In de praktijk zullen de gevolgen van de graduatie hierdoor op de belangrijkste begunstigde landen van het SAP, waarvan er een twaalftal het leeuwendeel van het SAP-handelsvolume voor hun rekening nemen [1], kunnen worden geconcentreerd. Dit nieuwe mechanisme loopt niet vooruit op de vraag of nieuwe wijzigingen nodig zijn in het kader van de nieuwe SAP-regeling dat als doel zal hebben de preferenties tot de meest kwetsbare landen te beperken. Door de graduatie op de belangrijkste begunstigden van het SAP te concentreren, wordt teruggekeerd naar de eigenlijke basisprincipes van de graduatie, zoals zij in de richtsnoeren van 1994 werden beschreven. In die richtlijnen werd immers geconstateerd dat de belangrijkste begunstigde landen het communautaire SAP domineerden, gedeeltelijk ten nadele van de landen die het meest behoefte hadden aan de voordelen van het schema.

[1] Op basis van de meest recente statistieken die beschikbaar zijn, kan zo de lijst van "gradueerbare" landen worden opgesteld voor de volgende graduatieronde (1 januari 2006, of 1 januari 2005 als wordt besloten deze nieuwe clausule vervroegd toe te passen) : China, Rusland, India, Thailand, Indonesië, Maleisië, Brazilië, Pakistan, Saudi-Arabië, de Filipijnen, Vietnam. De belangrijkste begunstigden van deze wijziging (landen die "niet-gradueerbaar" worden) zouden alle landen zijn die in aanmerking komen voor de regeling inzake verdovende middelen (behalve Pakistan) alsook Argentinië (dat in 2005 geen beroep meer zal kunnen doen op de in 2003 ingestelde crisisclausule), Sri Lanka, Iran en Koeweit.

6. De tweede inhoudelijke wijziging betreft de voorwaarden voor de toekenning van de bijzondere stimuleringsregeling ter bescherming van de rechten van werknemers. Uit de ervaring met de verzoeken van bepaalde begunstigde landen is gebleken dat de ontwikkelingslanden, ongeacht hun kenmerken, bij de invoering en de toepassing van de internationaal erkende sociale normen (de normen van het ILO) met bijzondere moeilijkheden kampen. Het is derhalve zinvol de stimulerende werking van deze regeling te versterken, die tijdelijk zou kunnen worden toegekend op voorwaarde dat een evaluatie wordt gemaakt van de vooruitgang van de begunstigde landen bij de opneming van deze normen in hun wetgeving en de effectieve toepassing van deze normen.

7. Daarnaast wordt voorgesteld het bericht over de komende jaarlijkse graduatie, dat ieder jaar in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, niet meer te laten verschijnen. In plaats van informatie te verstrekken, creëert dit bericht eerder onzekerheid en verwarring, omdat er landen/sectoren in worden vermeld die niet noodzakelijk dezelfde zijn als die welke gegradueerd (of gedegradueerd) zullen worden wanneer de Commissie effectief haar besluit neemt op basis van de beschikbare statistische gegevens over de laatste drie jaar.

Tot slot moet de evaluatie van de regeling inzake verdovende middelen, die oorspronkelijk zou plaatsvinden in het laatste jaar waarin het SAP wordt toegepast (d.w.z. 2004), worden verschoven naar het "nieuwe" laatste jaar waarin de regeling wordt toegepast, dus - overeenkomstig deze verordening - naar het jaar 2005.

2003/0259 (ACC)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Parlement [3],

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [4],

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Sinds 1971 verleent de Gemeenschap in het kader van haar schema van algemene tariefpreferenties handelspreferenties aan de ontwikkelingslanden.

(2) Het is zaak dat het gemeenschappelijke handelsbeleid van de Gemeenschap in overeenstemming is met de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid, die het moet ondersteunen, met name wat betreft de uitroeiing van de armoede en de bevordering van duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden.

(3) De multilaterale handelsonderhandelingen, die van start zijn gegaan tijdens de vierde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie in november 2001 in Doha, zijn niet voltooid. Het is derhalve voorbarig de richtsnoeren vast te stellen voor de toepassing van het schema voor de periode van 2005 tot 2014, en bijgevolg verantwoord het huidige schema met één jaar te verlengen, overeenkomstig de richtsnoeren in de mededeling van de Commissie aan de Raad van 1 juni 1994 [5].

[5] COM(1994) 212 def.

(4) Uit de ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad [6] is gebleken dat sommige bepalingen moeten worden aangepast.

[6] PB L 346 van 31.12.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1686/2003 van de Commissie (PB L 240 van 26.9.2003, blz. 8).

(5) In april 2003 hebben de Raad en de Commissie zich ertoe verbonden te studeren op alle passende aanpassingen aan het jaarlijkse mechanisme waarbij begunstigde landen/sectoren op grond van hun ontwikkeling van het schema worden uitgesloten (graduatie). Dit rechtvaardigt een aanpassing van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 2501/2001. Artikel 12 moet derhalve worden gewijzigd, teneinde te voorkomen dat er enig negatief gevolg ontstaat voor de begunstigde landen die door de geringe omvang van hun onder het SAP vallende handelsvolume kwetsbaar zijn voor iedere wijziging van de tariefpreferenties.

(6) Teneinde rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de ontwikkelings landen die in aanmerking komen voor de algemene tariefpreferenties, moet de bijzondere stimuleringsregeling ter bescherming van de rechten van werknemers worden versterkt wat betreft de stimulans die zij geeft tot de geleidelijke invoering van de normen die zijn opgenomen in de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie,

(7) Verordening (EG) nr. 2501/2001 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2501/2001 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 1, lid 1, worden de woorden "en 2004" vervangen door "2004 en 2005".

(2) In artikel 6, onder a), wordt aan het einde het woord "tariefcontingenten" vervangen door de zinsnede "tariefcontingenten, ingesteld in het kader van artikel 26 van het Verdrag of bijlage 7 bij Verordening (EEG) nr. 2658/87".

(3) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 3 wordt vervangen door:

"3. Op basis van de meest recente gegevens die op 1 september van elk jaar beschikbaar zijn, bepaalt de Commissie welke sectoren aan de in de leden 1 en 2 genoemde voorwaarden voldoen. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is evenwel niet van toepassing op de begunstigde landen wier invoer in de Gemeenschap gedurende ten minste één van de drie in de leden 1 en 2 bedoelde jaren minder dan 1% vertegenwoordigt van de totale invoer in de Gemeenschap van de producten die onder het communautaire preferentieschema vallen. Tevens worden de tariefpreferenties die overeenkomstig kolom D van bijlage I werden ingetrokken, wederingesteld."

b) Lid 4 wordt geschrapt.

4) In artikel 14 wordt lid 2 vervangen door:

"2. De stimuleringsregeling ter bescherming van de rechten van werknemers kan worden toegekend aan:

(a) landen waarvan de nationale wetgeving de wezenlijke inhoud van de normen omvat die zijn neergelegd in de ILO-verdragen nr. 29 en nr. 105 betreffende gedwongen arbeid, nr. 87 en nr. 98 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en collectief onderhandelen, nr. 100 en nr. 111 betreffende non-discriminatie in arbeid en beroep en nr. 138 en nr. 182 betreffende kinderarbeid en die deze wetgeving daadwerkelijk toepassen, of aan

(b) landen die op beduidende en geleidelijke wijze de invoering en toepassing van de wezenlijke inhoud van deze normen ter hand nemen.

In het onder b) bedoelde geval kan de regeling voor een beperkte periode worden toegekend, waarbij de verlenging afhankelijk is van de rekenschap die het begunstigde land aflegt over de vooruitgang die het terzake heeft geboekt. Deze vooruitgang wordt beoordeeld volgens de bepalingen van het "memorandum of understanding" dat de autoriteiten van het begunstigde land moeten aanvaarden."

5) In artikel 25, lid 4, wordt het jaartal "2004" vervangen door het jaartal "2005".

6) In artikel 41, lid 2, wordt het jaartal "2004" vervangen door het jaartal "2005".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, [...]

Voor de Raad

De voorzitter

[...]

FINANCIEEL MEMORANDUM // [...]

// DATUM: 9 oktober 2003

1. // BENAMING VAN DE MAATREGEL:

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende verlenging tot 31 december 2005 alsmede wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004.

2. // RECHTSGRONDSLAG:

Artikel 133 van het Verdrag

3. // DOELSTELLINGEN VAN DE MAATREGEL:

Dit voorstel strekt ertoe de huidige SAP-verordening, die van toepassing is voor de periode 2002-2004, met één jaar te verlengen, in afwachting van de voltooiing van de ontwikkelingsagenda van Doha.

OPMERKINGEN:

Deze verordening behelst geen nieuwe uitgaven voor de communautaire begroting, maar leidt wel tot een derving van douane-inkomsten.

In 2002, het laatste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn, vertegenwoordigde de invoer in de Gemeenschap waarvoor daadwerkelijk preferenties werden benut, een bedrag van 52,503 miljard euro. De gemiddelde preferentiemarge (gewogen naar handelsvolume) bedroeg 4,31 procentpunten. De inkomstenderving kwam daarmee uit op 2,262 miljard euro over het volledige jaar.

Voorliggend ontwerp voorziet in een verlenging tot 2005 van de huidige verordening (Verordening (EG) nr. 2501/2001), die van toepassing is van 2002 tot en met 2004. Daarom kan ervan worden uitgegaan dat de inkomstenderving zich op dit maximale jaarlijkse niveau zal handhaven en in 2005 dus 2,262 miljard euro zal bedragen. De toepassing van het nieuwe lid 3 van artikel 12 zal deze inkomstenderving verhogen met 0,146 miljard euro. Door de toepassing van het nieuwe lid 3 van artikel 12 zou de inkomstenderving slechts met 0,146 miljard euro toenemen.

Indien de omvang van de inkomstenderving moet worden bijgesteld, zal dat enkel in neerwaartse zin kunnen zijn, aangezien de uitholling van de tarieven doorzet, waarbij producten die niet meer belast worden, de facto van het SAP worden uitgesloten (bijvoorbeeld: de schorsing van de douanerechten voor de producten van de elektronische industrie, eind jaren '90, naar aanleiding van het besluit van de WTO-ministersconferentie van Singapore van 1996). Het is echter momenteel niet mogelijk de omvang van deze bijstelling te becijferen, omdat zij afhangt van de douanerechten die van toepassing zullen zijn in 2005, wanneer de tarieven worden toegepast waarover momenteel nog wordt onderhandeld (ontwikkelingsagenda van Doha).