Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de ondertekening door de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de ondertekening door de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende de ondertekening door de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Bij hun besluit van 4 april 2002 hebben de Raad en de Commissie de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds gesloten. Deze overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden.
2. Bij deze overeenkomst werd Zwitserland geassocieerd met de specifieke programma's van de vijfde kaderprogramma's (EG en Euratom). In artikel 9, lid 2, is voorzien in hernieuwing van de overeenkomst wanneer de Gemeenschap nieuwe kaderprogramma's aanneemt.
3. Op 7 juni 2002 heeft de Zwitserse Bondsstaat in verband met de goedkeuring van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) door de Gemeenschappen de Commissie officieel verzocht genoemde overeenkomst te hernieuwen teneinde met deze kaderprogramma's te worden geassocieerd.
4. Het is in het belang van de Gemeenschappen deze overeenkomst te hernieuwen teneinde de Zwitserse Bondsstaat met de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) te associëren en zodoende de Europese onderzoekruimte uit te breiden.
5. Derhalve heeft de Commissie op 26 november 2002 aan de Raad voorgesteld haar te machtigen om te onderhandelen over de hernieuwing van genoemde overeenkomst teneinde de Zwitserse Bondsstaat met de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom) te associëren. Op 20 februari 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om te onderhandelen over de hernieuwing van de overeenkomst en over de eventuele voorlopige toepassing daarvan, teneinde juridische entiteiten in de Zwitserse Bondstaat in staat te stellen zo spoedig mogelijk deel te nemen aan de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom).
6. Over de hernieuwing van de overeenkomst is onderhandeld overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren bij het besluit van de Raad van 20 februari 2003. Deze onderhandelingen zijn op 5 september 2003 afgerond met de parafering van de bijgevoegde ontwerpovereenkomst door de gemachtigde vertegenwoordigers van beide partijen.
7. Deze nieuwe overeenkomst is gebaseerd op de beginselen die bij de voorgaande overeenkomst zijn ingevoerd, met name wat betreft de bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat tot de budgetten van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom). De overeenkomst is echter wel aangepast om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de zesde kaderprogramma's (EG en Euratom). Bovendien zijn in bijlage C nieuwe bepalingen opgenomen inzake de samenwerking tussen de Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat bij de controle van de communautaire financiële middelen.
8. In verband met de inwerkingtreding van de zesde kaderprogramma's en gezien het feit dat geassocieerde staten jaarlijks een bijdrage leveren aan de respectieve budgetten ervan en rekening houdend met de voor de onderhandelingen over de hernieuwing benodigde tijd is tenslotte, onder voorbehoud van de ondertekening van de overeenkomst, in de overeenkomst bepaald dat zij op 1 januari 2004 in werking treedt en vanaf die datum voorlopig wordt toegepast, wanneer zij niet tijdig kan worden gesloten.
9. Gezien het bovenstaande beveelt de Commissie aan dat de Raad:
- namens de Europese Gemeenschap, samen met de Commissie die handelt namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de ondertekening van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds goedkeurt;
- op deze grondslag, voor het geval de overeenkomst niet op die datum zou zijn gesloten, de voorlopige toepassing van deze overeenkomst vanaf 1 januari 2004 overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst goedkeurt.
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende de ondertekening door de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 101, tweede alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie [1],
[1] PB C [...] van [...], blz. [...]
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Commissie heeft namens de Gemeenschappen onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Zwitserse Bondsstaat.
(2) Deze overeenkomst is op 5 september 2003 door de vertegenwoordigers van de partijen geparafeerd.
(3) De overeenkomst moet onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip namens de Gemeenschappen worden ondertekend.
(4) Onder voorbehoud van wederkerigheid dient deze overeenkomst overeenkomstig artikel 14, lid 2, van de overeenkomst vanaf 1 januari 2004 op voorlopige basis te worden toegepast in afwachting van de voltooiing van de procedures die nodig zijn voor de sluiting ervan,
BESLUITEN:
Artikel 1
Onder voorbehoud van de sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad hierbij gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.
Onder voorbehoud van de sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Commissie hierbij gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie te ondertekenen.
Artikel 2
Onder voorbehoud van wederkerigheid wordt de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat vanaf 1 januari 2004 op voorlopige basis toegepast in afwachting van de voltooiing van de procedures die nodig zijn voor de sluiting ervan.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Gedaan te Brussel, op [...]
Voor de Raad Voor de Commissie
De voorzitter De voorzitter
OVEREENKOMST INZAKE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE ENERZIJDS EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT ANDERZIJDS
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, handelend namens de Europese Gemeenschap, en DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, (hierna "de Commissie" genoemd) handelend namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna samen "de Gemeenschappen" genoemd,
enerzijds, en
DE ZWITSERSE BONDSRAAD, handelend namens de Zwitserse Bondsstaat, hierna "Zwitserland" genoemd,
anderzijds,
hierna de "partijen" genoemd,
OVERWEGENDE dat de nauwe banden tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschappen de partijen tot voordeel strekken;
OVERWEGENDE het belang van wetenschappelijk en technologisch onderzoek voor de Gemeenschappen en voor Zwitserland en hun wederzijds belang bij samenwerking op dit gebied teneinde middelen beter te gebruiken en onnodig dubbel werk te vermijden;
OVERWEGENDE dat Zwitserland en de Gemeenschappen momenteel onderzoekprogramma's op gebieden van gemeenschappelijk belang ten uitvoer leggen;
OVERWEGENDE dat de Gemeenschappen en Zwitserland er belang bij hebben in deze programma's tot wederzijds voordeel van de partijen samen te werken;
OVERWEGENDE het belang dat de partijen erbij hebben de wederzijdse toegang van hun onderzoekentiteiten tot onderzoek- en technologische ontwikkelingsactiviteiten in Zwitserland enerzijds en de kaderprogramma's van de Gemeenschappen voor onderzoek- en technologische ontwikkeling anderzijds aan te moedigen;
OVERWEGENDE dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland in 1978 een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de beheerste thermonucleaire kernversmelting en plasmafysica hebben gesloten (hierna de "fusieovereenkomst" genoemd);
OVERWEGENDE dat de Partijen op 8 januari 1986 een kaderovereenkomst voor wetenschappelijke en technische samenwerking hebben gesloten, welke overeenkomst op 17 juli 1987 in werking is getreden (hierna de "kaderovereenkomst" genoemd);
OVERWEGENDE dat in artikel 6 van de kaderovereenkomst is bepaald dat de in de kaderovereenkomst bedoelde samenwerking ten uitvoer dient te worden gelegd door middel van daartoe strekkende overeenkomsten;
OVERWEGENDE dat de Gemeenschappen en Zwitserland op 21 juni 1999 een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking [2] hebben ondertekend, welke overeenkomst op 31 december 2002 afliep;
[2] PB L 114 van 30.4.2002, blz. 468.
OVERWEGENDE dat in artikel 9, lid 2, van die overeenkomst is voorzien in de hernieuwing van de overeenkomst met het oog op deelname aan nieuwe meerjarige kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling onder onderling overeen te komen voorwaarden;
OVERWEGENDE dat het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, (2002-2006) (hierna het "zesde EG-kaderprogramma" genoemd) is vastgesteld bij besluit nr. 1513/2002/EG [3] en Verordening (EG) nr. 2321/2002 [4] van het Europees Parlement en de Raad en bij de beschikkingen nr. 2002/834/EG [5], 2002/835/EG [6] en 2002/836/EG [7] van de Raad en dat het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) is vastgesteld bij besluit nr. 2002/668/Euratom [8], Verordening (Euratom) nr. 2322/2002 [9] en bij de beschikkingen nr. 2002/837/Euratom [10] en 2002/838/Euratom [11] van de Raad (hierna de "zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom" genoemd);
[3] PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.
[4] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.
[5] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.
[6] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44.
[7] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 60.
[8] PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34.
[9] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 35.
[10] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74.
[11] PB L 294 van 29.10.2002, blz. 86.
OVERWEGENDE dat, onverminderd de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen, deze overeenkomst en alle daaronder vallende activiteiten op generlei wijze afbreuk zullen doen aan de bevoegdheden van de lidstaten om met Zwitserland bilaterale activiteiten op het gebied van wetenschap, technologie, onderzoek en ontwikkeling uit te voeren en in voorkomend geval daartoe overeenkomsten te sluiten,
ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Voorwerp van de overeenkomst
1. Onverminderd de fusieovereenkomst geldt voor de vorm van en de voorwaarden voor de Zwitserse deelneming aan de uitvoering van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom het bepaalde in deze overeenkomst. In Zwitserland gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan alle specifieke programma's van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom.
2. Zwitserse juridische entiteiten kunnen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek deelnemen voorzover op deze deelneming lid 1, niet van toepassing is.
3. In de Europese Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten, met inbegrip van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, kunnen aan onderzoekprogramma's en/of -projecten in Zwitserland deelnemen wat betreft onderwerpen die overeenstemmen met die van de programma's van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom.
4. Voor de doeleinden van deze overeenkomst wordt onder juridische entiteit verstaan natuurlijke persoon of rechtspersoon die overeenkomstig het nationale recht van zijn vestigingsplaats of het Gemeenschapsrecht is opgericht en die rechtspersoonlijkheid bezit en in eigen naam ongeacht welke rechten en plichten kan hebben. Hieronder vallen onder andere universiteiten, onderzoekorganisaties, industriële ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, en personen.
Artikel 2
Vormen en middelen van samenwerking
De samenwerking kan de volgende vormen aannemen:
1. Deelname van in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten aan alle krachtens de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom aangenomen specifieke programma's overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten aan de activiteiten van de Europese Gemeenschap op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie en de activiteiten van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op het gebied van onderzoek en opleiding.
Zwitserland komt naast de lidstaten van de Europese Unie in aanmerking voor elke actie voor gezamenlijke rekening van het zesde kaderprogramma van de EG die wordt uitgevoerd op basis van artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, mits aan die actie voor gezamenlijke rekening wordt deelgenomen door ten minste twee lidstaten of geassocieerde kandidaat-lidstaten.
2. Financiële bijdrage van Zwitserland aan de begrotingen van de met het oog op de tenuitvoerlegging van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom aangenomen programma's overeenkomstig artikel 5, lid 2.
3. Deelname van in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan door de Bondsraad goedgekeurde Zwitserse onderzoekprogramma's en/of -projecten in verband met onderwerpen die overeenstemmen met die van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de onderscheiden Zwitserse voorschriften en met instemming van de partners in het specifieke project en het beheer van het corresponderende Zwitserse programma. In de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten die aan Zwitserse onderzoekprogramma's en -projecten deelnemen, dragen hun eigen kosten met inbegrip van hun relatieve aandeel in de kosten van algemeen beheer en administratie van het project.
4. Naast de regelmatige verschaffing van informatie en documentatie over de tenuitvoerlegging van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom en de Zwitserse programma's en/of projecten kan de samenwerking tussen de partijen de volgende vormen aannemen en met de volgende middelen plaatsvinden:
a) regelmatige discussies over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoekbeleid en de onderzoekplanning in Zwitserland en de Gemeenschappen;
b) discussies over de vooruitzichten voor en de ontwikkeling van de samenwerking;
c) tijdige uitwisseling van informatie over de tenuitvoerlegging van programma's en onderzoekprojecten in Zwitserland en de Gemeenschappen en over de resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden;
d) gezamenlijke vergaderingen;
e) bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici;
f) geregelde permanente contacten tussen programma- of projectbeheerders in Zwitserland en de Gemeenschappen;
g) deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops.
Artikel 3
Aanpassing
De samenwerking kan te allen tijde met instemming van de partijen worden aangepast en uitgebreid.
Artikel 4
Intellectuele eigendomsrechten en verplichtingen
1. Onverminderd bijlage A en de toepasselijke wetgeving hebben in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan onderzoekprogramma's van de Gemeenschappen deelnemen met betrekking tot de eigendom, het gebruik en de verspreiding van informatie en intellectuele eigendom die uit deze deelname voortvloeien, dezelfde rechten en plichten als in de Europese Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten. Deze bepaling is niet van toepassing op resultaten van projecten die voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst al begonnen waren.
2. Onverminderd bijlage A en de toepasselijke wetgeving hebben in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten die aan Zwitserse onderzoekprogramma's en/of -projecten deelnemen overeenkomstig artikel 2, onder 3, met betrekking tot de eigendom, het gebruik en de verspreiding van informatie en intellectuele eigendom die uit deze deelname voortvloeien, dezelfde rechten en plichten als in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan de betrokken programma's en/of projecten deelnemen.
Artikel 5
Financiële bepalingen
1. Verplichtingen die door de Gemeenschappen worden aangegaan vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst, alsmede de daaruit voortvloeiende betalingen, brengen geen bijdrage van de zijde van Zwitserland mee. De financiële bijdrage van Zwitserland in verband met de deelname aan de uitvoering van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom wordt vastgesteld in evenredigheid met en als aanvulling op het bedrag dat jaarlijks op de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten om te voldoen aan de financiële verplichtingen van de Commissie in verband met werkzaamheden die worden uitgevoerd in de vormen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging, het beheer en het functioneren van die programma's en activiteiten die onder deze overeenkomst vallen.
2. De evenredigheidsfactor voor het bepalen van de Zwitserse bijdrage aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom, met uitzondering van het fusieprogramma, wordt bepaald door de verhouding tussen het bruto binnenlands product van Zwitserland tegen marktprijzen en de som van de bruto binnenlandse producten van de lidstaten van de Europese Unie tegen marktprijzen. De Zwitserse bijdrage aan het fusieprogramma wordt zoals voorheen berekend op basis van de desbetreffende overeenkomst.
Deze verhouding wordt berekend op basis van de meest recente statistieken van EUROSTAT die beschikbaar zijn op het ogenblik waarop het voorontwerp van de begroting van de Europese Unie voor dat jaar wordt bekendgemaakt.
3. De voorwaarden voor de financiële bijdrage van Zwitserland zijn uiteengezet in bijlage B.
Artikel 6
Onderzoekcomité Zwitserland/Gemeenschappen
1. Het bij de kaderovereenkomst opgerichte "Onderzoekcomité Zwitserland/ Gemeenschappen" controleert, beoordeelt en draagt zorg voor de juiste uitvoering van deze overeenkomst. Eventuele vraagstukken in verband met de uitvoering of interpretatie van deze overeenkomst worden aan dit comité voorgelegd.
2. Het comité kan besluiten de verwijzingen naar de communautaire teksten in bijlage C te wijzigen.
Artikel 7
Deelname
1. Onverminderd artikel 4 hebben in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom deelnemen dezelfde contractuele rechten en plichten als in de Gemeenschappen gevestigde entiteiten.
2. Voor in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten gelden dezelfde voorwaarden en regels voor de indiening en beoordeling van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van contracten in communautaire programma's als voor contracten die in dezelfde programma's met in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten worden gesloten.
3. Bij de keuze van beoordelaars of onafhankelijke deskundigen voor de communautaire programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling wordt rekening gehouden met een passend aantal Zwitserse deskundigen.
4. Onverminderd artikel 1, lid 3, artikel 2, onder 3, en artikel 4, lid 2 en onverminderd de bestaande voorschriften en procedures zijn de voorwaarden en regels voor de deelname van in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan de programma's en/of projecten van Zwitserse onderzoekprogramma's als bedoeld in artikel 2, onder 3, gelijkwaardig aan die welke voor Zwitserse projectpartners gelden. Aan de deelname van een of meer in de Gemeenschappen gevestigde juridische entiteiten aan een project kunnen de Zwitserse autoriteiten de voorwaarde verbinden dat ten minste één Zwitserse entiteit deelneemt.
Artikel 8
Mobiliteit
Elke partij garandeert in overeenstemming met de bestaande voorschriften en overeenkomsten de toegang en het verblijf van onderzoekers en - voorzover onmisbaar voor een succesvolle uitvoering van de betrokken activiteit - van een beperkt aantal van hun onderzoekpersoneel, dat in Zwitserland en in de Gemeenschappen deelneemt aan de activiteiten die onder deze overeenkomst vallen.
Artikel 9
Herziening en toekomstige samenwerking
1. Als de Gemeenschappen hun onderzoekprogramma's herzien of uitbreiden, kan deze overeenkomst onder onderling overeen te komen voorwaarden worden herzien of uitgebreid. De partijen wisselen vooraf informatie en standpunten uit in verband met een dergelijke herziening of uitbreiding en over alle zaken die direct of indirect gevolgen hebben voor de samenwerking van Zwitserland op de gebieden die deel uitmaken van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom. Zwitserland wordt van de exacte inhoud van de herziene of uitgebreide programma's in kennis gesteld binnen twee weken nadat zij door de Gemeenschappen zijn aangenomen. Als de onderzoekprogramma's worden herzien of uitgebreid, kan Zwitserland de onderhavige overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van zes maanden. Deze kennisgeving van het voornemen om deze overeenkomst op te zeggen of uit te breiden, wordt binnen drie maanden na de vaststelling van het besluit van de Gemeenschappen gedaan.
2. Als de Gemeenschappen nieuwe meerjarige kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling aannemen, kan deze overeenkomst onder onderling door de partijen overeen te komen voorwaarden worden herzien of hernieuwd. De partijen wisselen via het Onderzoekcomité Zwitserland/ Gemeenschappen informatie en standpunten uit in verband met het opstellen van dergelijke programma's of andere lopende en toekomstige onderzoekactiviteiten.
Artikel 10
Relatie met andere internationale overeenkomsten
De bepalingen van deze overeenkomst blijven van kracht onverminderd de voordelen die voortvloeien uit andere internationale overeenkomsten die één van de partijen binden en enkel juridische entiteiten gevestigd op het grondgebied van die partij deze voordelen bieden.
Artikel 11
Territoriale toepassing
Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen van toepassing zijn en onder de in die Verdragen neergelegde voorwaarden, enerzijds, en op het grondgebied van Zwitserland anderzijds.
Artikel 12
Bijlagen
De bijlagen A, B en C zijn een integrerend onderdeel van deze Overeenkomst.
Artikel 13
Wijziging en beëindiging
1. Deze overeenkomst wordt hierbij gesloten voor de duur van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom.
2. Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met instemming van beide partijen. Voor de inwerkingtreding van de wijzigingen geldt de procedure die ook op deze overeenkomst van toepassing is.
3. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst te allen tijde beëindigen met een opzegtermijn van zes maanden.
4. Projecten en activiteiten die lopen op het ogenblik waarop deze overeenkomst wordt beëindigd en/of afloopt, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid. De partijen regelen in onderlinge overeenstemming de eventuele andere gevolgen van de beëindiging.
Artikel 14
Inwerkingtreding en voorlopige toepassing
1. Deze overeenkomst wordt door de partijen bekrachtigd of gesloten volgens hun onderscheiden regels. De overeenkomst wordt van kracht op de datum van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures en treedt in werking op 1 januari 2004.
2. Wanneer de procedures voor de bekrachtiging of sluiting van de ondertekende overeenkomst niet in 2003 worden voltooid, passen de partijen deze overeenkomst op voorlopige basis toe vanaf 1 januari 2004 totdat de overeenkomst in werking is getreden.
Indien een partij de andere partij meedeelt dat zij de overeenkomst niet zal sluiten, wordt hierbij overeengekomen dat:
- de Gemeenschappen Zwitserland zijn bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 2, onder 2, zullen terugbetalen;
- bedragen die door de Gemeenschap zijn vastgelegd in verband met de deelname van in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten aan werkzaamheden onder contract, met inbegrip van in artikel 2, onder 1, bedoelde vergoedingen, worden evenwel door de Gemeenschappen afgetrokken van de bovengenoemde terugbetaling;
- projecten en activiteiten die in het kader van deze voorlopige toepassing zijn opgezet en die op het ogenblik van de bovengenoemde mededeling gaande zijn, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid.
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Gedaan te, . . . op ..........
Voor de Europese Gemeenschappen Voor de Zwitserse Bondsstaat
BIJLAGE A
Beginselen inzake de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten
I. Toepassing
Voor de toepassing van deze overeenkomst heeft "intellectuele eigendom" de betekenis die daaraan wordt toegekend in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, gesloten te Stockholm op 14 juli 1967.
In de zin van deze overeenkomst wordt onder kennis verstaan de resultaten, met inbegrip van informatie, al dan niet beschermbaar, alsmede de auteursrechten of aan de genoemde resultaten verbonden rechten ten gevolge van de aanvraag of eventuele toekenning van octrooien, tekeningen en modellen, kwekersrechten, aanvullende beschermingscertificaten of soortgelijke vormen van bescherming.
II. Intellectuele-eigendomsrechten van de juridische entiteiten van de partijen
1. Elke partij zorgt ervoor dat de intellectuele eigendomsrechten van juridische entiteiten van de andere partij die deelnemen aan activiteiten die overeenkomstig deze overeenkomst worden uitgevoerd, en aanverwante rechten en plichten die uit een dergelijke deelname voortvloeien, worden behandeld in overeenstemming met de terzake geldende internationale overeenkomsten die op de partijen van toepassing zijn, met inbegrip van de TRIPS-overeenkomst (overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die door de Wereldhandelsorganisatie wordt beheerd), de Conventie van Bern (Akte van Parijs 1971) en de Conventie van Parijs (Akte van Stockholm 1967).
2. Juridische entiteiten uit Zwitserland die aan werkzaamheden onder contract van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom deelnemen, hebben met betrekking tot intellectuele eigendom rechten en plichten onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2321/2002 van het Europees Parlement en de Raad [12], Verordening (Euratom) nr. 2322/2002 van de Raad [13] en in het met de Gemeenschappen gesloten contract, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1.
[12] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.
[13] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 35.
Indien Zwitserland deelneemt aan werkzaamheden onder contract van het zesde EG-kaderprogramma die op grond van artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ten uitvoer worden gelegd, heeft Zwitserland dezelfde rechten en plichten met betrekking tot intellectuele eigendom als de deelnemende lidstaten, zoals vastgelegd in de desbetreffende verordening van het Europees Parlement en de Raad en in het met de Europese Gemeenschap gesloten contract, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1.
3. Juridische entiteiten uit de Europese Unie die aan Zwitserse onderzoekprojecten en/of programma's deelnemen, hebben met betrekking tot intellectuele eigendom dezelfde rechten en plichten als in Zwitserland gevestigde juridische entiteiten die aan deze onderzoekprojecten of programma's deelnemen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1.
III. Intellectuele-eigendomsrechten van de partijen
1. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op kennis die door de partijen is voortgebracht in het kader van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, onder 4, van deze overeenkomst:
a) De partij die deze kennis voortbrengt, is daarvan de eigenaar. Indien hun respectieve aandeel in het werk niet kan worden vastgesteld, is die kennis de gezamenlijke eigendom van de partijen.
b) De partij die eigenaar is van die kennis, verleent de andere partij toegangsrechten daartoe voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, onder 4, van deze overeenkomst. Deze toegangsrechten worden vrij van royalty's verleend.
2. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op wetenschappelijke publicaties van de partijen:
a) Indien een partij in tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma's wetenschappelijke en technische gegevens, informatie en resultaten publiceert, die het resultaat zijn van in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden, wordt de andere partij een wereldwijd geldend, niet-exclusief, onherroepelijk recht met vrijstelling van royalty's verleend om die werken te vertalen, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken.
b) Op alle voor publicatie bestemde exemplaren van gegevens en informatie die door het auteursrecht worden beschermd en die in het kader van dit punt tot stand zijn gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur uitdrukkelijk daarvan af wenst te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de gezamenlijke steun van de partijen.
3. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anderszins overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op niet openbaar te maken informatie van de partijen:
a) Wanneer aan de andere partij informatie betreffende in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden wordt meegedeeld, stelt elke partij vast welke informatie zij niet openbaar wenst te maken.
b) De ontvangende partij kan onder eigen verantwoordelijkheid, speciaal ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, niet openbaar te maken informatie meedelen aan instanties of personen die onder haar gezag vallen.
c) Indien de partij die niet openbaar te maken gegevens verstrekt, hiermee schriftelijk instemt, mag de ontvangende partij deze gegevens op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt 3b) is toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor de verspreiding op ruimere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring voor zover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voorschriften en wetten mogelijk is.
d) Niet op schrift gestelde niet openbaar te maken gegevens of andere vertrouwelijke informatie die worden verstrekt tijdens studiedagen en andere bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de partijen, welke in het kader van deze overeenkomst plaatsvinden, of gegevens verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of werkzaamheden onder contract, blijven vertrouwelijk, wanneer de ontvanger van dergelijke niet openbaar te maken of anderszins vertrouwelijke gegevens is gewezen op het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie, voordat deze mededeling plaatsvond, overeenkomstig punt 3a).
e) Elke partij zorgt ervoor dat niet openbaar te maken informatie die zij in overeenstemming met de punten 3a) en 3d) ontvangt, wordt beschermd zoals in deze overeenkomst is bepaald. Indien één van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten 3a) en 3d) vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis. De partijen plegen vervolgens overleg om een passende gedragslijn vast te stellen.
BIJLAGE B
Financiële regels voor de in artikel 5 van deze overeenkomst bedoelde financiële bijdrage van Zwitserland
I. Vaststelling van de financiële bijdrage
1. Zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor 1 september van elk jaar deelt de Europese Commissie Zwitserland, samen met de nodige achtergrondinformatie, het volgende mede:
a) de bedragen van de vastleggingskredieten op de staat van uitgaven van het voorontwerp van de begroting van de Europese Unie die betrekking hebben op de beide kaderprogramma's,
b) het op basis van het voorontwerp van de begroting geraamde bedrag van de bijdrage van Zwitserland in verband met zijn deelname aan de beide kaderprogramma's.
Om de interne begrotingsprocedures te vergemakkelijken, verschaffen de diensten van de Commissie echter uiterlijk op 30 mei van elk jaar reeds de corresponderende indicatieve bedragen.
2. Zodra de algemene begroting definitief is vastgesteld, deelt de Commissie Zwitserland de bovenstaande met de deelname van Zwitserland corresponderende bedragen op de staat van uitgaven mede.
II. Betalingsprocedures
1. Uiterlijk op 15 juni en 15 november van elk begrotingsjaar doet de Commissie aan Zwitserland een verzoek tot storting in verband met de bijdrage van Zwitserland in het kader van deze overeenkomst. Dit verzoek tot storting betreft de betaling van onderscheidenlijk:
- zes twaalfden van de bijdrage van Zwitserland uiterlijk op 20 juli, en
- zes twaalfden van de bijdrage van Zwitserland uiterlijk op 15 december.
In het laatste jaar van de beide kaderprogramma's wordt het volledige bedrag van de bijdrage van Zwitserland evenwel uiterlijk op 20 juli betaald.
2. De bijdrage van Zwitserland wordt uitgedrukt en betaald in euro.
3. Zwitserland betaalt zijn bijdrage in het kader van deze overeenkomst volgens het in punt 1 vermelde tijdschema. Voor elke te late betaling wordt interest betaald ten belope van de Interbank Offered Rate voor één maand in euro (EURIBOR) als gegeven op pagina 248 van Telerate. Dit percentage wordt met 1,5 % verhoogd voor elke maand uitstel. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand. De interest is evenwel pas verschuldigd als de betaling meer dan dertig dagen na de in punt 1 genoemde termijnen plaatsvindt.
4. Reiskosten van Zwitserse vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname aan de werkzaamheden van onderzoekcomités en in verband met de tenuitvoerlegging van de beide kaderprogramma's worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor vertegenwoordigers en deskundigen van de lidstaten van de Gemeenschappen.
III. Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging
1. De financiële bijdrage van Zwitserland aan de beide kaderprogramma's overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst blijft normaliter gedurende het betrokken begrotingsjaar ongewijzigd.
2. Bij de afsluiting van de rekeningen over elk begrotingsjaar (n) gaat de Commissie in het kader van de opstelling van de jaarrekening over tot een regularisering van de rekeningen in verband met de bijdrage van Zwitserland, rekening houdend met wijzigingen die zich in de loop van het begrotingsjaar hebben voorgedaan door overschrijvingen, annuleringen, overboekingen of aanvullende en gewijzigde begrotingen. Deze regularisering vindt plaats ten tijde van de eerste betaling voor het jaar n+1. De laatste regularisering vindt evenwel uiterlijk plaats in juli van het vierde jaar na de afloop van de beide kaderprogramma's.
Betalingen van Zwitserland worden ten gunste van de programma's van de Gemeenschappen als in de begroting opgenomen ontvangsten geboekt onder de passende begrotingslijn van de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie.
iv. Informatie
1. Uiterlijk op 31 mei van elk begrotingsjaar (n+1) wordt de staat van de kredieten voor de beide kaderprogramma's in verband met het voorgaande begrotingsjaar (n) opgesteld en ter informatie aan Zwitserland toegezonden in de voor de jaarrekening van de Commissie gebruikelijke opmaak.
2. De Commissie deelt Zwitserland alle andere algemene financiële gegevens over de uitvoering van de beide kaderprogramma's mee die ter beschikking van geassocieerde staten worden gesteld.
BIJLAGE C
Financiële controle van de Zwitserse deelnemers aan de programma's van de Gemeenschappen in het kader van deze overeenkomst
I. Rechtstreekse contacten
De Commissie neemt rechtstreeks contact op met de in Zwitserland gevestigde deelnemers aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom en met hun subcontractanten. Deze kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij moeten verstrekken op grond van de in deze overeenkomst genoemde instrumenten en de ter uitvoering daarvan gesloten contracten, rechtstreeks aan de Commissie toezenden.
II. Audits
1. Overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van 23 december 2002 en de andere regels waarnaar deze overeenkomst verwijst, kan in de met de in Zwitserland gevestigde deelnemers aan het programma gesloten contracten worden bepaald dat functionarissen van de Commissie of andere door haar gemachtigde personen bij hen en hun subcontractanten te allen tijde wetenschappelijke, financiële, technologische of andere audits kunnen uitvoeren.
2. Aan de functionarissen van de Commissie en andere door haar gemachtigde personen wordt passende toegang geboden tot plaatsen, werken en documenten en tot alle nodige informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, om deze audits uit te voeren. Dit toegangsrecht wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten die worden gesloten ingevolge de in deze overeenkomst vermelde instrumenten.
3. De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Commissie.
4. De audits kunnen ook worden uitgevoerd na afloop van de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom of deze overeenkomst, overeenkomstig de in de betrokken contracten neergelegde voorwaarden.
5. De Zwitserse financiële controledienst (Eidgenössische Finanzkontrolle) wordt van tevoren in kennis gesteld van de audits die op het Zwitserse grondgebied worden uitgevoerd. Deze kennisgeving is geen juridische voorwaarde voor de uitvoering van de audits.
III. Controles ter plaatse
1. In het kader van deze overeenkomst is de Commissie (OLAF) gemachtigd om overeenkomstig de regels en voorwaarden van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 op het Zwitserse grondgebied controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.
2. De controles en verificaties ter plaatse worden door de Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Eidgenössische Finanzkontrolle of andere door de Eidgenössische Finanzkontrolle aangewezen bevoegde Zwitserse instanties, die tijdig in kennis worden gesteld van het voorwerp, het doel en de juridische grondslag van de controles en verificaties, zodat zij alle nodige hulp kunnen bieden. De functionarissen van de bevoegde Zwitserse instanties kunnen daartoe deelnemen aan de controles en verificaties ter plaatse.
3. Wanneer de betrokken Zwitserse instanties dat verlangen, worden de controles en verificaties ter plaatse gezamenlijk door de Commissie en henzelf uitgevoerd.
4. Wanneer de deelnemers aan de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Zwitserse instanties aan de controleurs van de Commissie, in overeenstemming met de nationale voorschriften, de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun taken wat de controles en verificaties ter plaatse betreft uit te voeren.
5. De Commissie stelt de Eidgenössische Finanzkontrolle onverwijld in kennis van elk feit of elke verdenking in verband met een onregelmatigheid waarvan zij in verband met de uitvoering van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen. De Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in kennis van het resultaat van deze controles en verificaties.
iv. Informatie en overleg
1. Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde Zwitserse en communautaire instanties regelmatig informatie uit en plegen zij op verzoek van een van hen overleg.
2. De bevoegde Zwitserse instanties stellen de Commissie onverwijld in kennis van elk feit of elke verdenking waarvan zij kennis hebben gekregen betreffende onregelmatigheden in verband met de sluiting en uitvoering van de contracten die worden gesloten ingevolge de in deze overeenkomst genoemde instrumenten.
v. Vertrouwelijkheid
Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Zwitserse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de Instellingen van de Gemeenschappen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de Instellingen van de Gemeenschappen of in de lidstaten of Zwitserland op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de partijen.
VI. Administratieve maatregelen en sancties
Onverminderd de toepassing van het Zwitserse strafrecht kan de Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van 23 december 2002 en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.
VII. Invordering en tenuitvoerlegging
Besluiten die de Commissie ingevolge het zesde EG-kaderprogramma neemt binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst, welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, vormen in Zwitserland executoriale titel. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de autoriteit die daartoe door de Zwitserse regering wordt aangewezen. Van de aanwijzing geeft zij kennis aan de Commissie. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens de Zwitserse regels. De rechtsgeldigheid van het besluit dat executoriale titel vormt, wordt ter controle voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule in een contract onder de zesde kaderprogramma's van de EG en Euratom vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel.
FINANCIEEL MEMORANDUM
Beleidsgebied(en): ONDERZOEK & TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING
Activiteit(en): Internationale samenwerking op het gebied van wetenschap en techniek
Benaming van de actie: Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de ondertekening van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds
1. BEGROTINGSPLAATS(EN) + OMSCHRIJVING(EN)
- De deelname van Zwitserse entiteiten aan werkzaamheden onder contract, alsmede de kosten in verband met de uitvoering van de overeenkomst (reiskosten van Europese deskundigen en van ambtenaren van de Commissie voor dienstreizen, workshops, seminars en vergaderingen) komen ten laste van de specifieke begrotingsplaatsen van de specifieke programma's van de kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (B6 1/10 01 en B6 601/08 01).
- Deelname van Zwitserland Hoofdstuk 60 (inkomsten), artikelen B6 451/10 0205, 10 0304 en B6 551/02 0303, 06 0604, 08 1203, 09 0404, 11 0502 (uitgaven). De bijdrage van Zwitserland aan de begroting van de kaderprogramma's zal evenredig zijn met de verhouding tussen het Zwitserse BBP en dat van de Unie (zie punt 2.5), uitgezonderd de Zwitserse bijdrage aan het budget voor het prioritaire thematische onderzoekgebied Beheerste kernfusie van het specifiek programma van Euratom, waar de bijdrage evenredig zal zijn met de verhouding tussen het Zwitserse BBP en de som van het BBP van de Unie en dat van Zwitserland. Deze bijdrage zal evenredig aan het budget van de respectieve programma's aan de verschillende specifieke programma's van de kaderprogramma's worden toegewezen.
2. ALGEMENE CIJFERS
2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): miljoen EUR aan vastleggingskredieten
2.2. Duur:
1 januari 2004 - 31 december 2006. De regeling voor de vernieuwing is vastgelegd in artikel 9 van de overeenkomst.
2.3. Meerjarenraming van de uitgaven:
a) Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiering uit de begroting) (cf. punt 6.1.1)
in miljoen euro (tot op 3 decimalen nauwkeurig)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (cf. punt 6.1.2)
in miljoen (tot op 3 decimalen nauwkeurig)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven (cf. punten 7.2 en 7.3)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2.4. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten
Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering.
2.5. Financiële gevolgen voor de ontvangsten
Financiële gevolgen - Het voorstel heeft het volgende effect op de ontvangsten:
De bijdrage van Zwitserland aan de begroting van de kaderprogramma's zal evenredig zijn met de verhouding tussen het Zwitserse BBP en dat van de Unie, uitgezonderd de Zwitserse bijdrage aan het budget voor het prioritaire thematische onderzoekgebied Beheerste kernfusie van het specifiek programma van Euratom, waar de bijdrage evenredig zal zijn met de verhouding tussen het Zwitserse BBP en de som van het BBP van de Unie en dat van Zwitserland. Dit onderscheid, dat wordt gemaakt in artikel 5, lid 2, van de overeenkomst, blijft gehandhaafd.
Geraamde bijdrage in KP6 op grond van het BBP van 2001 (EUROSTAT, Statistics in focus - theme 2):
BBP 2001 (miljoen EUR)
BBP EUR 15 // 8.859.870,929
BBP Zwitserland // 274.662,029
Verhouding (excl. « Fusie ») // 3,100 %
Verhouding « Fusie » // 3,007 %
Geraamde bijdrage (miljoen EUR)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
NB :
- De berekening is gebaseerd op het voorontwerp van de begroting voor 2004 voor EUR 15 in afwachting van de definitieve goedkeuring van de begroting voor 2004 en de herziening van de juridische grondslagen. De uitbreiding zal t.z.t. gevolgen hebben voor de berekening van de evenredigheidsfactor (EUR 25) en het totale bedrag van de begrotingen voor 2004, 2005 en 2006 (aanpassing van KP VI).
- De evenredigheidsfactoren voor 2005 en 2006 zullen eveneens worden aangepast aan de ontwikkeling van het BBP op het ogenblik waarop elk voorontwerp van begroting wordt gepubliceerd.
- Voor kernfusie worden alleen de beleidsuitgaven geboekt. De bijbehorende administratieve uitgaven worden niet per actie toegerekend, maar op het niveau van het Euratom-kaderprogramma in aanmerking genomen overeenkomstig de ABB-structuur.
3. BEGROTINGSKENMERKEN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
4. RECHTSGRONDSLAG
De artikelen 170 en 300 van het EG-Verdrag en artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag.
5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING
5.1. Noodzaak van een communautair optreden
Financiering door de Gemeenschap is onmisbaar aangezien de samenwerking deel uitmaakt van de uitvoering van de kaderprogramma's, zoals blijkt uit de begrotingsafdelingen: deelname van Zwitserland aan de specifieke programma's en administratieve uitgaven van Europese kant (dienstreizen van deskundigen en EU-ambtenaren; organisatie van workshops, seminars en vergaderingen in de EG en Zwitserland).
5.1.1. Doelstellingen
De overeenkomst moet Zwitserland en de Gemeenschap in staat stellen wederzijds profijt te trekken van de wetenschappelijke en technische vorderingen die via hun respectieve onderzoekprogramma's worden geboekt, waarbij de Zwitserse wetenschappelijke wereld en industrie deelnemen aan programma's van de OTO-kaderprogramma's van de Europese Gemeenschappen en in de Europese Gemeenschap gevestigde partijen zonder subsidie deelnemen aan onderzoekactiviteiten die door de Zwitserse overheid worden gefinancierd.
Begunstigden in de EU en Zwitserland zijn de wetenschappelijke wereld, het bedrijfsleven en de bevolking in het algemeen, dank zij de directe en indirecte effecten van de samenwerking.
5.2. Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting
De wijze van financiering zal gebaseerd zijn op de aard van de voorgestelde samenwerking (associatie van een derde land bij specifieke communautaire onderzoekprogramma's).
5.3. Tenuitvoerlegging
Rechtstreeks beheer door de Commissie.
6. FINANCIËLE GEVOLGEN
6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)
6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de gehele programmeringsperiode) [14]
[14] ZIE HET AFZONDERLIJKE ORIËNTEREND DOCUMENT VOOR MEER INFORMATIE.
7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN
7.1. Gevolgen voor de personele middelen
7.2. Algemene financiële gevolgen voor de personele middelen
De Commissie vraagt geen extra posten voor het beheer van de overeenkomst.
7.3. Andere huishoudelijke uitgaven die uit de actie voortvloeien
De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.
(1) De aard van het comité en de groep waar het deel van uitmaakt, vermelden.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
8. TOEZICHT EN EVALUATIE
8.1. Follow-upsysteem
De samenwerkingsovereenkomst zal regelmatig door de betrokken diensten van de Commissie worden geëvalueerd en zal één keer per jaar door de Gemeenschap en Zwitserland gezamenlijk worden geëvalueerd. De evaluatie behelst:
a) Resultatenindicatoren
- het aantal per specifiek programma door Zwitserland ingediende voorstellen vergeleken met het aantal voor financiering binnen het programma geselecteerde voorstellen;
- het aantal door Zwitserland ingediende voorstellen vergeleken met het aantal voor financiering binnen de kaderprogramma's geselecteerde voorstellen;
- het aantal binnen de specifieke programma's van de kaderprogramma's ingediende voorstellen vergeleken met het relatieve aandeel (1%) van de deelname van Zwitserland aan deze programma's;
- het aantal voor financiering binnen de specifieke programma's van de kaderprogramma's geselecteerde Zwitserse voorstellen vergeleken met de relatieve deelname van Zwitserland aan deze programma's.
b) Verzameling van informatie:
Op basis van gegevens over de specifieke programma's van de kaderprogramma's.
c) Algehele evaluatie:
Aan het einde van de zesde kaderprogramma's zal de Commissie alle samenwerkingsactiviteiten die onder de overeenkomst vallen, evalueren.
d) Correcties:
Via informatie aan de betrokken partners aan beide kanten over de praktische regeling voor deelname aan de specifieke programma's van de kaderprogramma's. De informatie zal worden doorgegeven overeenkomstig de aanbevelingen van het Gemengd samenwerkingscomité.
8.2. Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie
De overeenkomstsluitende partijen zullen de uitvoering van de overeenkomst jaarlijks evalueren in het kader van de vergaderingen van het gemengd onderzoekcomité waarnaar wordt verwezen in artikel 6 van de overeenkomst. De hernieuwing van deze overeenkomst zal eveneens ter beoordeling aan beide partijen worden voorgelegd, waarbij eventueel aan derden kan worden verzocht om een studie van de effecten uit te voeren.
9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
Wanneer voor de uitvoering van de kaderprogramma's externe contractanten moeten worden gebruikt of financiële bijdragen aan derden worden verstrekt, zal de Commissie waar nodig financiële controles uitvoeren, met name wanneer zij redenen heeft om te twijfelen aan de realistische aard van de uitgevoerde of in de activiteitsrapporten beschreven werkzaamheden.
De financiële controles van de Gemeenschappen worden uitgevoerd door eigen personeel of door boekhouddeskundigen die overeenkomstig de wetgeving van de gecontroleerde deelnemer zijn erkend. De Gemeenschappen kiezen deze laatsten vrij, maar vermijden risico's van belangenconflicten die hen door de gecontroleerde deelnemer kunnen worden meegedeeld.
Bovendien zal de Commissie er bij het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten voor zorgen dat de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden beschermd door effectieve controles en, wanneer onregelmatigheden worden ontdekt, maatregelen alsmede afschrikkende en evenredige sancties.
Om deze doelstelling te verwezenlijken zullen in alle bij de tenuitvoerlegging van de kaderprogramma's gebruikte contracten regels in verband met controles, maatregelen en sancties worden opgenomen, onder verwijzing naar de Verordeningen nrs. 2988/95, 2185/96, 1073/99 en 1074/99.
Met name zal in de contracten aan de volgende punten aandacht moeten worden besteed:
- specifieke contractuele clausules om de financiële belangen van de EG te beschermen bij het uitvoeren van verificaties en controles in verband met de uitgevoerde werkzaamheden;
- de inzet van administratieve controles op het gebied van fraudebestrijding, in overeenstemming met Verordeningen nrs. 2185/96, 1073/99 en 1074/99;
- de toepassing van administratieve sancties voor alle opzettelijke of nalatige onregelmatigheden bij de tenuitvoerlegging van de contracten, in overeenstemming met Kaderverordening nr. 2988/95, inclusief een mechanisme voor plaatsing op een zwarte lijst;
- het feit dat mogelijke invorderingsopdrachten in geval van onregelmatigheden en fraude executoriale titel vormen overeenkomstig artikel 256 van het EG-Verdrag en artikel 164 van het EGA-Verdrag.
Bovendien zal, bij wijze van routinemaatregel, een controleprogramma met betrekking tot wetenschappelijke en budgettaire aspecten worden uitgevoerd door het bevoegde personeel van het DG Onderzoek en zullen lokale inspecties door de Europese Rekenkamer worden uitgevoerd.
Tenslotte is in bijlage C van de ontwerp-overeenkomst bepaald dat Zwitserland erkent dat de Gemeenschap het recht heeft ter plaatse controles uit te voeren bij Zwitserse entiteiten die een financiële bijdrage uit de kaderprogramma's ontvangen en dat invorderingsopdrachten ingevolge artikel 256 van het EG-Verdrag en arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen executoriale titel vormen, waarbij tevens is bepaald op welke wijze de Zwitserse en communautaire instanties samenwerken.