Algemeen samenvattend verslag over de resultaten van de controles op het gebied van diervoeding die in 2001 door de lidstaten zijn verricht (Voor de EER relevante tekst)
Algemeen samenvattend verslag over de resultaten van de controles op het gebied van diervoeding die in 2001 door de lidstaten zijn verricht (Voor de EER relevante tekst)
Algemeen samenvattend verslag over de resultaten van de controles op het gebied van diervoeding die in 2001 door de lidstaten zijn verricht (Voor de EER relevante tekst)
Publicatieblad Nr. C 030 van 08/02/2003 blz. 0004 - 0014
Algemeen samenvattend verslag over de resultaten van de controles op het gebied van diervoeding die in 2001 door de lidstaten zijn verricht
(2003/C 30/03)
(Voor de EER relevante tekst)
1. Inleiding
Richtlijn 95/53/EG van de Raad van 25 oktober 1995(1) stelt de beginselen vast inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding. Volgens artikel 22, lid 2, van die richtlijn moesten de lidstaten de Commissie vóór 1 april 2002 alle nuttige informatie verstrekken met betrekking tot de volgende controles op het gebied van diervoeding:
- de uitvoering van de programma's met de nationale maatregelen die voor 2001 moesten worden genomen;
- de uitvoering van de gecoördineerde controleprogramma's voor 2001, overeenkomstig de aanbeveling van de Commissie van 5 juni 2001(2).
Slechts drie lidstaten hadden de Commissie vóór de sluitingsdatum (1 april 2002) de desbetreffende informatie verstrekt. Op 24 mei en 25 juni 2002 heeft de vertegenwoordiger van de Commissie in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid de delegaties van de overige lidstaten erop gewezen dat zij hun verslag moesten indienen. Tot op heden zijn veertien verslagen ingediend, op de hierna aangegeven data.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2. Algemene samenvatting van de resultaten
De verslagen van de lidstaten volgen geen uniform model. De aard en het formaat van de gegevens lopen sterk uiteen, waardoor het moeilijk is de gegevens uit de nationale bronnen in één algemeen verslag samen te vatten.
Afgezien van het gebrek aan uniformiteit is de informatie in de verslagen soms onvolledig of onduidelijk, bijvoorbeeld:
- twee verschillende cijfers voor hetzelfde feit op verschillende plaatsen in het verslag;
- vermelding van het aantal monsters zonder vermelding van het resultaat;
- informatie over resultaten zonder vermelding van het aantal monsters;
- de som van het aantal positieve en negatieve resultaten is niet gelijk aan het aantal onderzochte monsters;
- resultaten omtrent verschillende stoffen zijn in één cijfer gecombineerd;
- andere onduidelijkheden.
Slechts een paar lidstaten verstrekken cijfers over de nationale productie van diervoeders en de invoer uit derde landen.
Als gevolg van deze rapportageproblemen is de samenvatting van de resultaten voor alle lidstaten onvolledig, zodat maar een beperkt beeld van het hele controlesysteem wordt verkregen. Er zijn onvoldoende gegevens om relevante conclusies te kunnen trekken. Deze problemen zijn ook al naar voren gebracht in de conclusies van het algemeen samenvattend verslag over de resultaten van 2000.
Deze problemen moeten worden opgelost door een geharmoniseerd rapportagemodel vast te stellen, dat momenteel in voorbereiding is en naar verwachting voor de controles in 2003 kan worden gebruikt. Dat model moet relevante informatie verstrekken maar tevens gemakkelijk door elke bevoegde autoriteit kunnen worden ingevuld.
3. Gedetailleerde resultaten
De belangrijkste resultaten van het gecoördineerde controleprogramma voor 2001 zijn in de tabellen 1-10 weergegeven.
Sommige lidstaten vermelden de resultaten van het jaarprogramma en het gecoördineerde programma niet apart. Verder wordt in sommige gevallen niet aangegeven of de resultaten al dan niet tot het gecoördineerde programma behoren. Desondanks zijn in de tabellen alle beschikbare resultaten voor elk onderdeel gecombineerd.
Tabel 1: Productie (in 1000 ton) van diervoeders voor de verkoop
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 2: Invoer (in 1000 ton) van diervoeders
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 3: Aantal monsters van de invoer en de nationale productie
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij de tabellen 1, 2 en 3
Er zijn slechts weinig gegevens over de productie en invoer van diervoeders.
De meeste lidstaten vermelden het aantal genomen monsters. De monsters worden echter aan de hand van uiteenlopende criteria ingedeeld.
Gezien de beperkte gegevens is het niet mogelijk de tabellen te vergelijken om een beeld van de bemonsteringsfrequenties te krijgen.
Tabel 4: In laboratoriumtests gebruikte methoden
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 4:
Finland geeft informatie over de gebruikte methoden. Sommige lidstaten maken melding van microscopische identificatie en schatting van bestanddelen van dierlijke oorsprong in diervoeders
Tabel 5: Dioxines en PCB's
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 5:
België heeft uitvoerig getest op dioxines en PCB's, hoofdzakelijk in het kader van een nationaal contaminanten-bewakingssysteem.
Zweden heeft een project uitgevoerd dat speciaal gericht was op vis en visproducten, wat de hoge frequentie van monsters met een hoog dioxinegehalte kan verklaren.
Andere lidstaten vonden relatief minder positieve monsters.
Tabel 6: Zware metalen
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 6:
Het aantal niet-conforme monsters is gering, met uitzondering van de resultaten van Frankrijk (kwik in vismeel) en België.
Tabel 7: Salmonella
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 7:
Hoewel in de aanbeveling van de Commissie inzake een gecoördineerd programma voedermiddelen van plantaardige oorsprong als het doelwit van controles op salmonella worden genoemd, is het soms niet mogelijk om uit te maken of de door de lidstaten gerapporteerde resultaten alleen op dit soort voeder betrekking hebben. Daarom zijn in de tabel alle beschikbare resultaten voor salmonella vermeld.
Het aantal met salmonella besmette monsters is tamelijk groot (van minder dan 1 % tot 5,4 %).
Tabel 8: Toevoegingsmiddelen voor diervoeders met een maximumgehalte (correct gebruik)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 8:
Ierland vond maar weinig niet-conforme monsters, maar de evaluatie bestond alleen uit controle op de etikettering.
De resultaten van België en Duitsland, waar analyses zijn uitgevoerd, geven een veel groter percentage niet-conforme monsters te zien.
Tabel 9: Als groeibevorderaar verboden antibiotica
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 9:
De resultaten zijn moeilijk te vergelijken omdat elke lidstaat naar verschillende stoffen zocht. Uit de ontvangen gegevens blijkt wel dat in een aanzienlijk aantal monsters verboden antibiotica als groeibevorderaar werden aangetroffen.
Tabel 10: Bestanddelen van dierlijke oorsprong
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Opmerkingen bij tabel 10:
De resultaten zijn moeilijk te vergelijken omdat de lidstaten geen identieke controleprogramma's uitvoeren; zo kunnen de doelmaterialen, het aantal monsters en de gevoeligheid van de analysemethoden uiteenlopen. Bovendien is niet altijd duidelijk of de niet-conforme monsters betrekking hebben op vleesbeendermeel en/of op vismeel.
Niettemin moet erop worden gewezen dat het grootste aantal niet-conforme monsters wat betreft de aanwezigheid van bestanddelen van dierlijke oorsprong in mengvoeders begin 2001 werd aangetroffen. Daarna is het aantal niet-conforme monsters gedurende de tweede helft van 2001 sterk gedaald en deze trend heeft zich begin 2002 voortgezet.
4. Conclusies
De vorm van de verslagen is niet homogeen en uit de verrichte activiteiten kunnen geen duidelijke conclusies worden getrokken ten aanzien van gebieden die een gecoördineerd optreden op communautair niveau vereisen.
Uit de resultaten van de controles op zware metalen blijkt echter een over de hele linie gering aantal overtredingen; dat geldt niet voor het onderzoek naar de aanwezigheid van als groeibevorderaar verboden antibiotica in diervoeders, waarbij het aantal niet-conforme monsters blijkens de ontvangen gegevens hoog lag.
Er moet worden voortgegaan met de ontwikkeling van een geharmoniseerd model voor het rapporteren van de jaarlijkse resultaten van de nationale controles op het gebied van diervoeding.
Ondertussen acht de Commissie het nuttig de volgende gerichte controles in de aanbeveling inzake een gecoördineerd programma voor 2003 op te nemen:
- verbodsbepalingen ten aanzien van de productie en het gebruik van voedermiddelen van dierlijke oorsprong;
- verontreiniging van bepaalde industriële bijproducten met dioxines als gevolg van de be- of verwerking;
- aanwezigheid van als groeibevorderaar verboden antibiotica.
Op deze drie punten moet scherper en gecoördineerd worden gecontroleerd aangezien zij voor de voederveiligheid op dit moment een bijzonder probleem blijken te zijn. Ten eerste moet ervoor worden gezorgd dat de verbodsbepalingen ten aanzien van de productie en het gebruik van voedermiddelen van dierlijke oorsprong daadwerkelijk worden toegepast. Ten tweede is uit de recente verontreiniging van diervoeders met dioxines gebleken dat aan sommige stappen in het productieproces een groter risico verbonden is, zodat bepaalde voedermiddelen gericht gecontroleerd moeten worden. Ten derde moet ervoor worden gezorgd dat verboden antibiotica niet als groeibevorderaar in de diervoeding worden gebruikt.
(1) PB L 265 van 8.11.1995, blz. 17. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/77/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 81).
(2) PB L 161 van 16.6.2001, blz. 42.