Home

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving”(COM(2003) 808 def. – 2003/0311 (CNS))

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving”(COM(2003) 808 def. – 2003/0311 (CNS))

20.5.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/78


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving”

(COM(2003) 808 def. – 2003/0311 (CNS))

(2005/C 120/15)

De Raad heeft op 23 september 2004 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité, overeenkomstig art. 152 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, te raadplegen over bovenvernoemd voorstel.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft besloten de heer Olsson aan te wijzen als algemeen rapporteur en hem te belasten met de voorbereiding van dit advies.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 27 en 28 oktober 2004 gehouden 412e zitting (vergadering van 27 oktober) het volgende advies uitgebracht, dat met 159 stemmen vóór en geen stemmen tegen, bij 1 onthouding, is goedgekeurd:

1. Samenvatting van het voorstel voor een verordening

1.1

De Commissie stelt voor om Verordening (EEG) nr. 302/93 van 8 februari 1993 tot oprichting van een Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) te herschikken.

1.2

De voorgestelde wijzigingen omvatten onder meer:

wijzigingen om de rol van het waarnemingscentrum uit te breiden, waarbij het met name de bedoeling is dat het waarnemingscentrum zich mede gaat richten op nieuwe trends in het drugsgebruik, met name van jongeren, die steeds vaker illegale stoffen gebruiken in combinatie met legale stoffen zoals alcohol, en op de ontwikkeling van indicatoren aan de hand waarvan het drugsbeleid en de drugsstrategieën in de Europese Unie kunnen worden geëvalueerd;

wijzigingen met het oog op de uitbreiding. Er wordt een bureau opgericht dat de raad van bestuur van het EWDD zal bijstaan. Daarnaast wordt voorgesteld de samenstelling van het wetenschappelijk comité van het waarnemingscentrum te wijzigen;

wijzigingen die bedoeld zijn om een aantal onduidelijkheden die bij de toepassing van de oorspronkelijke verordening zijn gebleken, weg te nemen. Daarbij gaat het met name om de REITOX-knooppunten, die de plaats innemen van de gespecialiseerde centra.

2. Algemene opmerkingen

2.1

Het EESC betreurt het dat het van de Raad zo weinig tijd heeft gekregen om een advies op te stellen over een ontwerpverordening die al in december 2003 door de Commissie is gepubliceerd.

2.2

Het EWDD moet de EU en de lidstaten voorzien van objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan.

2.3

Het EESC is dan ook ingenomen met de ontwerpverordening, die bedoeld is om de rol van het EWDD uit te breiden, de werking van zijn organen aan te passen en een aantal onduidelijkheden weg te nemen die bij de toepassing van de oorspronkelijke verordening aan het licht zijn gekomen. Een en ander sluit aan bij eerdere adviezen van het EESC over de preventie en de beperking van de risico's die samenhangen met drugsverslaving(1).

3. Bijzondere opmerkingen

3.1

Bij het drugsbeleid betrokken organisaties uit het maatschappelijk middenveld zouden bij de werkzaamheden van het EWDD moeten worden betrokken. Het EESC is het dan ook volledig eens met artikel 5, lid 5, van de ontwerpverordening, waarin staat dat het waarnemingscentrum een beroep [kan] doen op aanvullende expertise en informatiebronnen, zoals internationale netwerken die zich bezighouden met de drugs- en drugsverslavingsproblematiek.

3.2

Het EWDD zou moeten worden uitgebreid met een verbindingscomité bestaande uit vertegenwoordigers van Europese netwerken die actief zijn op dit gebied en die informatie kunnen leveren ter aanvulling van de door de nationale knooppunten(2) verschafte gegevens.

3.3

Gezien de financiële bijdrage van de EU aan de nationale knooppunten beveelt het EESC het volgende aan:

om hun statistische gegevens betrouwbaarder en beter onderling vergelijkbaar te maken zouden de lidstaten de methoden waarmee zij deze verzamelen beter op elkaar af moeten stemmen, net als voor Eurostat gebeurt. Artikel 5, lid 2, van de ontwerpverordening zou daarom in deze zin moeten worden aangescherpt.

de nationale netwerken van het maatschappelijk middenveld die in de sector actief zijn zouden nauw moeten worden betrokken bij de werkzaamheden van de nationale knooppunten.

3.4

Het EESC zal het nieuwe actieplan van de Europese Unie inzake drugsbestrijding, dat voor begin 2005 gepland staat, nauwkeurig bestuderen.

Brussel, 27 oktober 2004,

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

A.-M. SIGMUND


Advies over de „Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's betreffende een actieplan van de Europese Unie inzake drugsbestrijding (2000 - 2004)”, rapporteur: mevrouw Hasselt-Van Turnhout, PB C 51 van 23-2-2000

Advies over het „Voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de preventie van en de beperking van de risico's die samenhangen met drugsverslaving”, rapporteur: mevrouw Le Nouail-Marlière, PB C 61 van 14-3-2003