Home

Resolutie van het Europees Parlement over Tibet

Resolutie van het Europees Parlement over Tibet

Resolutie van het Europees Parlement over Tibet

Publicatieblad Nr. 247 E van 06/10/2005 blz. 0158 - 0159


P6_TA(2005)0010

Tibet: de zaak Tenzin Delek Rinpoche

Resolutie van het Europees Parlement over Tibet

Het Europees Parlement,

- onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Tibet en de situatie van de mensenrechten in China,

- onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 november 2004 over de zaak Tenzin Delek Rinpoche [1],

- onder verwijzing naar de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten,

- onder verwijzing naar de godsdienstvrijheid in China en met name de zaak Julius Jia Zhigou, bisschop van de Noord-Chinese provincie Hebei,

- gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A. overwegende dat het regionale Volksgerechtshof van Kardze in de Tibetaanse autonome prefectuur Kardze, provincie Sichuan, op 2 december 2002 over Tenzin Delek Rinpoche, een invloedrijke en gerespecteerde buddistische lama, een doodvonnis met opschortende werking gedurende twee jaar heeft uitgesproken; dat diens assistent Lobsang Dhondup werd ter dood veroordeeld zonder opschortende werking,

B. overwegende dat de betrokkenheid van Tenzin Delek Rinpoche en Lobsang Dhondup bij een reeks bomaanslagen of bij het aanzetten tot separatisme niet is bewezen,

C. overwegende dat Lobsang Dhondup op 26 januari 2003 is terechtgesteld,

D. overwegende dat de opschortende werking van het doodvonnis van Tenzin Delek Rinpoche op 26 januari 2005 afloopt,

E. overwegende dat het doodvonnis overeenkomstig de Chinese wet wordt omgezet in levenslange gevangenisstraf, wanneer de betrokkene gedurende een proeftijd van twee jaar de wet niet opnieuw heeft overtreden,

F. overwegende dat de Raad op verzoek van de toenmalige Europese Raad thans het embargo op de verkoop van wapens aan China, dat in 1989 vastgesteld en uitgevoerd werd, opnieuw in behandeling heeft,

G. overwegende dat de Chinese regering onlangs vertegenwoordigers van Zijne Heiligheid de Dalai Lama heeft ontvangen,

1. herhaalt zijn steun aan de rechtstaat en dringt er bij de Chinese regering op aan de doodstraf tegen Tenzin Delek Rinpoche onverwijld om te zetten;

2. bevestigt zijn verzoek om afschaffing van de doodstraf en een onmiddellijk moratorium op terechtstellingen in China;

3. is ingenomen met de verklaring van de Chinese autoriteiten dat eenieder die met opschortende werking ter dood is veroordeeld en gedurende de periode van de opschorting geen opzettelijk misdrijf pleegt, in aanmerking komt voor omzetting van dit vonnis in levenslange gevangenisstraf na afloop van de periode van twee jaar; dringt er bij de Chinese gerechtelijke autoriteiten op aan deze verklaring door middel van een officiële wettelijke maatregel in praktijk te brengen;

4. dringt er opnieuw bij de regering van de Volksrepubliek China op aan een eind te maken aan haar voortdurende schendingen van de mensenrechten van het Tibetaanse volk en andere minderheden en ervoor te zorgen dat de internationale normen op het gebied van mensenrechten en humanitaire wetgeving, met inbegrip van godsdienstrechten, door haar worden gerespecteerd;

5. dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan het EU-embargo op de handel in wapens met de Volksrepubliek China te handhaven en de huidige nationale beperkingen van dit soort wapenverkopen niet te verzachten; is van mening dat dit embargo moet worden gehandhaafd totdat de EU een wettelijk bindende gedragscode inzake wapenexporten heeft goedgekeurd en de Volksrepubliek China concrete maatregelen heeft genomen om de mensenrechtensituatie in dat land te verbeteren, onder andere door het Internationale Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten te ratificeren en de rechten van minderheden volledig te eerbiedigen;

6. dringt er bij de regering van de Volksrepubliek China op aan de lopende dialoog met de vertegenwoordigers van de Dalai Lama te intensiveren, teneinde zonder verdere vertraging een voor beide zijden aanvaardbare oplossing van de kwestie Tibet tot stand te brengen;

7. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretarisgeneraal van de VN, de Chinese regering, de gouverneur van de provincie Sichuan en de procureur-generaal van de provincie Sichuan.

[1] Aangenomen teksten, P6_TA(2004)0067.

--------------------------------------------------