Home

Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie /* COM/2004/0511 def. */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Op 1 mei 2004 zijn tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie toegetreden. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (hierna "Toetredingsakte" genoemd) wordt de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bulgarije, anderzijds (hierna "Europaovereenkomst" genoemd) geregeld door de sluiting van een protocol bij die overeenkomst. Dit protocol wordt volgens de vereenvoudigde procedure van artikel 6, lid 2, gesloten door de Raad van de Europese Unie, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en Bulgarije. Deze procedure geldt onverminderd de eigen bevoegdheden van de Gemeenschap.

De Commissie heeft onderhandelingen gevoerd over dit aanvullend protocol, wat de EG betreft namens de Europese Gemeenschap, en wat de nationale bevoegdheden betreft namens de lidstaten, op basis van de richtsnoeren die door de Raad op 9 maart 2004 zijn vastgesteld en in overleg met een comité van vertegenwoordigers van de lidstaten.

Het aanvullend protocol voorziet in een aantal technische aanpassingen van de Europaovereenkomst die noodzakelijk zijn in verband met de toetreding van de nieuwe partijen, met name wat betreft:

Institutionele bepalingen: het aanvullende protocol omvat een aantal aanpassingen die nodig zijn vanwege de institutionele en juridische ontwikkelingen binnen de EG (het verstrijken van het EGKS-Verdrag, EMU), alsmede vanwege de toetreding van nieuwe lidstaten tot deze gemengde overeenkomst en de toename van het aantal officiële talen.

* Landbouwproducten: de Europaovereenkomst voorziet in een aanmerkelijke liberalisering van de handel tussen de Europese Unie en Bulgarije, die in sommige gevallen beperkt is tot tariefcontingenten, met name van landbouwproducten. De tariefcontingenten voor basislandbouwproducten zijn herzien op basis van de traditionele handel tussen de nieuwe lidstaten en Bulgarije. Het aanvullend protocol voorziet, waar nodig, in aanpassingen.

* Oorsprongregels: de meertalige bepalingen van Protocol nr. 4 bij de Europaovereenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking zijn aangevuld met de talen van de nieuwe lidstaten. Er zijn overgangsbepalingen ingesteld inzake goederen in doorvoer op de datum van toetreding.

* Verwerkte landbouwproducten: in artikel 1 van Protocol nr. 3 betreffende het handelsverkeer tussen Bulgarije en de Gemeenschap verwerkte landbouwproducten, waarnaar in artikel 20 van de Europaovereenkomst wordt verwezen, is bepaald dat de Associatieraad producten kan toevoegen en de hoeveelheid van bepaalde producten waarop de tariefconcessies van toepassing zijn, kan verhogen. Dergelijke aanpassingen worden derhalve apart gemaakt via besluiten van de Associatieraad.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (hierna "de nieuwe lidstaten" genoemd) tot de Europese Unie, en met name op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C , ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, (hierna de "Europaovereenkomst" genoemd) [2] is op 1 februari 1995 in werking getreden.

[2] PB L 358 van 31.12.1994, blz. 2, zoals gewijzigd.

(2) Het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (hierna het "Toetredingsverdrag" genoemd) [3] is op 1 mei 2004 in werking getreden.

[3] PB L 236 van 23.9.2003.

(3) In verband met de toetreding van de tien nieuwe lidstaten moet een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst moet worden gesloten.

(4) Over dit aanvullende protocol is overleg gepleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van de Europaovereenkomst, om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Bulgarije.

(5) Het aanvullend protocol moet derhalve worden goedgekeurd,

BESLUITEN:

Artikel 1

Het aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, wordt hierbij goedgekeurd.

De tekst van het aanvullend protocol is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De Commissie stelt volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde procedure de uitvoeringsbepalingen voor het protocol vast.

Artikel 3

1. De Commissie kan de aan de tariefcontingenten toegekende volgnummers in bijlage I bij dit besluit wijzigen overeenkomstig de in artikel 4, lid 2, bedoelde procedure. De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden beheerd door de Commissie overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 [4].

[4] PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1, Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) Nr. 2286/2003 (PB L 343 van 31.12.2003, blz. 1).

2. Onder tariefcontingenten vallende hoeveelheden goederen die vanaf 1 juli 2004 in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van de concessies die zijn vastgesteld in bijlage A(b) bij het protocol dat bij Besluit 2003/286/EG van de Raad [5] is goedgekeurd, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheden die zijn vastgesteld in de vierde kolom van bijlage A(b) bij het protocol dat als bijlage II aan dit besluit is gehecht, behalve voor hoeveelheden waarvoor vóór 1 juli 2004 een invoercertificaat is afgegeven.

[5] PB L 102 van 24.4.2003, blz. 60.

Artikel 4

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité van beheer voor suiker dat is ingesteld bij artikel 42 van Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker [6], of in voorkomend geval door het Comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.

[6] PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

2. Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG [7] van toepassing.

[7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG van de Raad bedoelde periode bedraagt een maand.

Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 5

De Voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om het aanvullend protocol namens de Gemeenschap te ondertekenen.

Artikel 6

De Voorzitter van de Raad verricht namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten de in artikel 9 van het aanvullend protocol bedoelde kennisgeving. De Voorzitter van de Commissie verricht de bedoelde kennisgeving namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

Voor de Commissie

De Voorzitter

BIJLAGE I

Volgnummers voor EU-tariefcontingenten voor producten van oorsprong uit Bulgarije

(zie artikel 3)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

AANVULLEND PROTOCOL

bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

het Koninkrijk België,

de Tsjechische Republiek,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Republiek Estland,

de Helleense Republiek,

HET Koninkrijk SPANJE,

de Franse Republiek,

Ierland,

de Italiaanse Republiek,

de Republiek Cyprus,

De Republiek Letland,

de Republiek Litouwen,

het Groothertogdom Luxemburg,

de Republiek Hongarije,

de Republiek Malta,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Republiek Polen,

De Portugese Republiek,

de Republiek Slovenië,

de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-BrittaNnië en Noord-Ierland,

Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna de "lidstaten" genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie, en

de EUROPESE GEMEENSCHAP, en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna de "Gemeenschap" genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie en door de Europese Commissie,

enerzijds,

en BULGARIJE,

anderzijds,

GELET OP de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en daarmee tot de Gemeenschap, op 1 mei 2004;

GELET OP de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, (hierna de "Europaovereenkomst" genoemd), die op 8 maart 1993 te Brussel is ondertekend en op 1 februari 1995 in werking is getreden;

GELET OP het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (hierna het "Toetredingsverdrag" genoemd), dat op 16 april 2003 te Athene is ondertekend en dat op 1 mei 2004 in werking is getreden;

OVERWEGENDE dat de toetreding van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen tot de Europaovereenkomst overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het Toetredingsverdrag is overeengekomen door de sluiting van een protocol bij de Europaovereenkomst

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Afdeling I

Verdragsluitende partijen

Artikel 1

De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (hierna "de nieuwe lidstaten" genoemd) zijn partij bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, die op 8 maart 1993 te Brussel is ondertekend en op 1 februari 1995 in werking is getreden (hierna de "Europaovereenkomst" genoemd) en keuren, evenals de overige lidstaten van de Gemeenschap, de teksten van de Europaovereenkomst goed en nemen nota van deze teksten, alsmede van de overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling, de gemeenschappelijke verklaringen en de unilaterale verklaringen die aan de op diezelfde datum ondertekende Slotakte zijn gehecht.

het verstrijken van het egks-Verdrag

Artikel 2

Teneinde rekening te houden met recente institutionele ontwikkelingen binnen de Europese Unie komen de Partijen overeen dat na het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) de bestaande bepalingen in de overeenkomst die verwijzen naar de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal geacht worden te verwijzen naar de Europese Gemeenschap, die alle rechten en verplichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal heeft overgenomen.

Afdeling II

LANDBOUWPRODUCTEN

Artikel 3

De regeling voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije, als aangegeven in de bijlagen A(a) en A(b) bij dit protocol, en de regeling voor de invoer in Bulgarije van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, als aangegeven in de bijlagen B(a) en B(b) bij dit protocol, komen in de plaats van de invoerregeling die is vastgesteld in het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies [8].

[8] PB L 102 van 24.4.2003, blz. 65.

Afdeling III

oorsprongsregels

Artikel 4

Het in artikel 35 van de Europaovereenkomst genoemde Protocol nr. 4 inzake de oorsprongsregels [9] wordt als volgt gewijzigd:

[9] Protocol nr. 4 bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds (PB L 358 van 31.12.1994), laatstelijk gewijzigd bij Besluit Nr. 1/2003 van de Associatieraad EU-Bulgarije van 4 juni 2003 (PB L 191 van 30.7.2003).

1. Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit Bulgarije, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein) (1), IJsland, Noorwegen, Roemenië, Turkije (2) of uit de Gemeenschap, overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen "toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan."

2. Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 3, worden producten als van oorsprong uit Bulgarije beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit Bulgarije, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein) (3), IJsland, Noorwegen, Roemenië, Turkije (4) of uit de Gemeenschap, overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Bulgarije en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen "toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan."

3. De tekst van artikel 18, lid 4, wordt vervangen door de volgende tekst:

(...)

Op een achteraf afgegeven EUR.1-certificaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. De tekst van artikel 19, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst:

(...)

Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. Bijlage IV wordt vervangen door de volgende tekst:

(...)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(...)

Afdeling IV

Economische en monetaire unie

Artikel 5

De tekst van artikel 86 wordt vervangen door:

"Op verzoek van de Bulgaarse autoriteiten verstrekt de Gemeenschap technische bijstand ter ondersteuning van het streven van Bulgarije naar de geleidelijke aanpassing van zijn beleid aan het Europees Monetair Unie. Dit houdt ook informele uitwisseling van informatie over de beginselen en de werking van de Economische en Monetaire Unie in."

Afdeling V

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 6

Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking [10]

[10] Genoemd in de Akte van Toetreding, Bijlage IV, nr. 5, leden 3 tot en met 5.

1. Bewijzen van oorsprong die door Bulgarije of een nieuwe lidstaat zijn afgegeven in het kader van tussen hen toegepaste preferentiële overeenkomsten worden in de respectieve landen aanvaard, mits:

a) de aanvaarding van het bewijs van oorsprong betekent dat een preferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de in de Europaovereenkomst opgenomen preferentiële tariefmaatregelen;

b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

c) het bewijs van oorsprong binnen de periode van vier maanden na de toetredingsdatum bij de douaneautoriteiten is ingediend.

Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Bulgarije of een nieuwe lidstaat op grond van op dat moment tussen Bulgarije en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.

2. Bulgarije en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de status van "toegelaten exporteur" is verleend in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:

a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Bulgarije vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst; alsmede

b) de toegelaten exporteur de communautaire oorsprongsregels vanaf het moment van toetreding toepast.

Deze vergunningen worden uiterlijk een jaar na de toetredingsdatum vervangen door nieuwe vergunningen die volgens de voorwaarden van de Overeenkomst zijn afgegeven.

3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van de preferentiële overeenkomsten en autonome regelingen als bedoeld in de leden 1 en 2, moeten gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong worden aanvaard door de bevoegde douaneautoriteiten van Bulgarije en de lidstaten, en kunnen gedurende een periode van drie jaar vanaf de aanvaarding van het bewijs van oorsprong nog worden gedaan door die autoriteiten ter rechtvaardiging van een invoeraangifte.

Artikel 7

Goederen die onderweg zijn of zich in voorlopige opslag bevinden

1. De bepalingen van de Europaovereenkomst moeten worden toegepast op goederen die ofwel uit Bulgarije naar een van de nieuwe lidstaten worden uitgevoerd, of van een van de nieuwe lidstaten naar Bulgarije, en die voldoen aan het bepaalde in Protocol nr. 4 bij de Europaovereenkomst inzake oorsprongsregels en die op de datum van toetreding onderweg zijn of tijdelijk zijn opgeslagen in een douane-entrepot of in een vrije zone in Bulgarije of in die lidstaat.

2. In dergelijke gevallen moet preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

Afdeling VI

Algemene bepalingen en slotbepalingen

Artikel 8

Dit protocol en de bijbehorende bijlagen vormen een integrerend onderdeel van de Europaovereenkomst.

Artikel 9

1. Dit protocol wordt goedgekeurd door de Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door Bulgarije volgens hun eigen procedures.

2. De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de desbetreffende procedures bedoeld in voorgaand lid. De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 10

1. Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.

2. Dit protocol is voorlopig van toepassing met ingang van 1 mei 2004, met uitzondering van de handelsbepalingen.

Artikel 11

Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Bulgaarse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 12

De tekst van de Europaovereenkomst, met inbegrip van de bijlagen en de protocollen die daarvan een integrerend onderdeel vormen, de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taal, zijnde die teksten evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten. De Associatieraad keurt deze teksten goed.

Gedaan te Brussel op [...] in het jaar 2004

VOOR DE LIDSTATEN

VOOR DE RAAD EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

VOOR BULGARIJE

BIJLAGE A(a)

De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van toepassing op onderstaande producten, van oorsprong uit Bulgarije, worden afgeschaft - GN-codes (1)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 281 van 30.10.2003, blz. 1).

(2) De douanerechten bij invoer van deze producten worden afgeschaft, op voorwaarde dat er geen exportsubsidie voor wordt betaald.

BIJLAGE A(b)

Concessies van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van producten van oorsprong uit Bulgarije

(MFN = recht voor meestbegunstigde natie)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd: in het kader van deze bijlage zijn de GN-codes bepalend voor de preferentieregeling. Voor ex CN-codes geschiedt dit op basis van de CN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.

(2) Indien een MFN-minimumrecht bestaat, is het geldende minimumrecht gelijk aan het MFN-minimumrecht vermenigvuldigd met het in deze kolom vermelde percentage.

(3) Met uitzondering van varkenshaasjes, apart aangeboden.

(4) De vrijstelling betreft uitsluitend het gedeelte ad valorem van het recht.

(5) Regeling invoerprijzen: voor alle invoer (al dan niet binnen de tariefcontingenten indien van toepassing) van de GN-codes 0702 (tomaten), 0707 00 05 (komkommers), 0709 90 70 (courgettes), 0809 10 (abrikozen) en 0809 20 (kersen); worden vijf extra tranches (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) ingesteld, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast.

(6) Regeling invoerprijzen: voor alle invoer van GN-codes 0806.10.10 (druiven) and 0809.40.05 (pruimen), worden 3 extra tranches (10%, 12% en 14%) ingesteld, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast.

Daarnaast is de invoer vanuit Bulgarije in de Gemeenschap van voor verwerking bestemde pruimen in onmiddellijke verpakkingen met een nettogewicht van meer dan 250 kg (GN-code ex 0809 40 05) vrijgesteld van het specifieke recht. Indeling onder deze GN-code is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen (zie artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 (PB L 253, 11.10.1993, blz. 71) en daaropvolgende wijzigingen).

(7) Regeling invoerprijzen: voor alle invoer (al dan niet binnen de tariefcontingenten) van GN-codes 0808.10.20, 0808.10.50, 0808.10.90 (appelen) moeten de volgende concessies worden toegepast:

- Er worden vijf extra tranches ingesteld (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) voor de periode van 1 januari tot en met 14 februari, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden drie extra tranches ingesteld (14%, 16% en 18%) voor de periode van 15 februari tot en met 31 maart, die moeten worden toegepast vóór het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden twee extra tranches ingesteld (16% en 18%) voor de periode van 1 april tot en met 15 juli, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden vijf extra tranches ingesteld (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) voor de periode van 16 juli tot en met 31 december, die moeten worden toegepast vóór het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast.

(8) Regeling invoerprijzen: voor alle invoer (al dan niet binnen de tariefcontingenten) van GN-code 0808.20.50 (peren) moeten de volgende concessies worden toegepast:

- Er worden vijf extra tranches ingesteld (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden twee extra tranches ingesteld (16% en 18%) voor de periodes van 1 tot en met 30 april en van 1 tot en met 15 juli, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden vijf extra tranches ingesteld (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) voor de periode van 16 juli tot en met 31 december, die moeten worden toegepast vóór het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast.

(9) Regeling invoerprijzen: voor alle invoer (al dan niet binnen de tariefcontingenten) van GN-codes 0809.30 (perziken en nectarines) moeten de volgende concessies worden toegepast:

- Er worden drie extra tranches ingesteld (10%, 12% en 14%) voor de periode van 11 juni tot en met 31 juli, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast;

- Er worden vijf extra tranches ingesteld (10%, 12%, 14%, 16% en 18%) voor de periode van 1 augustus tot en met 30 september, die moeten worden gebruikt vóórdat het volledige specifieke recht als vermeld in de gecombineerde nomenclatuur wordt toegepast.

(10) Deze concessie is uitsluitend van toepassing op producten die niet in aanmerking komen voor enige vorm van exportsubsidie.

(11) Ook de invoer uit Bulgarije in de Gemeenschap van 2500 ton komkommers bestemd voor verwerking (GN-code ex 0707 00 05) is vrij van het specifieke recht. Voor de indeling onder deze post gelden de voorwaarden van de desbetreffende communautaire voorschriften (zie de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1) en latere wijzigingen).

(12) Voor de invoer uit Bulgarije in de Gemeenschap van 3000 ton komkommers, andere dan voor verwerking (GN-code ex 0707 00 05) wordt de invoerprijs (waarvan de specifieke rechten tot nul worden gereduceerd) als volgt verlaagd: met 10% op de aanvraagdatum, met 20% op 1.7.2005 en met 30% op 1.7.2006.

(13) Onder dit bestaande tariefcontingent vallende hoeveelheden goederen die vanaf 1 juli 2004 vóór de inwerkingtreding van dit protocol in het vrije verkeer worden gebracht, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheid die is vastgesteld in de vierde kolom.

BIJLAGE B(a)

Onderstaande in Bulgarije geldende douanerechten op producten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft - Bulgaarse tariefcodes (1)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Als vastgesteld in het douanetarief van de Republiek Bulgarije, goedgekeurd bij Decreet nr. 289 van de Ministerraad (Staatsblad nr. 1/2002, zoals gewijzigd bij de nrs 84 en 117/2002 en nr. 55/2003).

(2) Deze concessie geldt alleen voor producten die voor geen enkele subsidie in aanmerking komen en die, in het geval van granen (GN hoofdstuk 10 en 11), vergezeld gaan van een uitvoercertificaat waaruit dat blijkt.

BIJLAGE B(b)

Concessies van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van producten van oorsprong uit Bulgarije

(MFN = recht voor meestbegunstigde natie)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Onverminderd de regels voor de interpretatie van het Bulgaarse douanetarief dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de codes van het Bulgaarse douanetarief bepalend zijn voor de preferentieregeling. Voor ex BCT-codes geschiedt dit op basis van de BCT-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.

(2) In gevallen waar in beide kolommen (I en II) rechten staan vermeld, geldt het recht dat ad valorem het laagste van de twee is als invoerrecht.

(3) Deze concessie geldt alleen voor producten die voor geen enkele subsidie in aanmerking komen en die, in het geval van granen (GN hoofdstuk 10 en 11), vergezeld gaan van een uitvoercertificaat waaruit dat blijkt.

(4) De Bulgaarse autoriteiten kunnen het jaarlijkse contingent voor dit product in vier gelijke delen verdelen, voor elk kwartaal één. De hoeveelheden worden aan het begin van het kwartaal geopend; ongebruikte hoeveelheden worden toegevoegd aan de hoeveelheid voor de volgende periode binnen het gespecificeerde jaar.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>