Home

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie /* COM/2004/0578 def. - AVC 2004/0196 */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte betreffende de toetreding van de nieuwe

EU-lidstaten tot de EU dient de toetreding van de nieuwe EU-lidstaten tot de

Euro-mediterrane Associatieovereenkomst te worden geregeld door een protocol bij deze overeenkomst. Datzelfde artikel voorziet in een vereenvoudigde procedure, waarbij het protocol moet worden gesloten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het betrokken derde land. Deze procedure geldt onverminderd de eigen bevoegdheden van de Gemeenschap.

Op 10 februari 2004 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een mandaat voor de Commissie om over een dergelijk protocol met het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië te onderhandelen. Deze onderhandelingen zijn intussen tot tevredenheid van de Commissie afgerond. De tekst van het protocol is op 24 juni 2004 in Amman door de Commissie en de Jordaanse autoriteiten geparafeerd.

Bijgaande voorstellen hebben betrekking op (1) een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol en (2) een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol.

De tekst van het protocol als overeengekomen met Jordanië is als bijlage opgenomen. De belangrijkste aspecten van het protocol zijn de regeling inzake de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Associatieovereenkomst EU-Jordanië en de opname van de nieuwe officiële talen van de EU.

De Commissie verzoekt de Raad de bijgevoegde ontwerp-besluiten van de Raad betreffende de ondertekening en de sluiting van het protocol goed te keuren.

Het Europees Parlement zal worden verzocht zijn instemming met de sluiting van dit protocol te verlenen.

2004/0196(AVC)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 310 in samenhang met artikel 300, lid 2, tweede zin, en artikel 300, lid 3, tweede alinea,

Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, inzonderheid op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het protocol bij de Euro-mediterrane Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, is namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend op

(2) Het protocol dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

Het protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, wordt goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten. De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst

tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

hierna "de lidstaten van de EG" genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna "de Gemeenschap" genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie,

enerzijds,

en het HASJEMITISCHE KONINKRIJK JORDANIË

hierna "Jordanië" genoemd,

anderzijds,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

De Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, hierna "de Euro-mediterrane Overeenkomst" genoemd, is op 24 november 1997 in Brussel ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden;

Het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie en de Toetredingsakte zijn op 16 april 2003 in Athene ondertekend en op 1 mei 2004 in werking getreden;

Op grond van artikel 6, lid 2, van de Toetredingsakte dient de toetreding van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen tot de Euro-mediterrane Overeenkomst te worden overeengekomen door de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst;

Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van de Euro-mediterrane Overeenkomst heeft overleg plaatsgevonden teneinde ervoor te zorgen dat met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Jordanië rekening is gehouden;

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek worden partij bij Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, anderzijds, en dienen op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Gemeenschap, de teksten van de Overeenkomst alsmede de gemeenschappelijke verklaringen, de eenzijdige verklaringen en de briefwisselingen goed te keuren en er nota van te nemen.

Artikel 2

Teneinde rekening te houden met recente institutionele ontwikkelingen in de Europese Unie komen de partijen overeen dat als gevolg van het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de bestaande bepalingen in de Overeenkomst die verwijzen naar de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, geacht worden te verwijzen naar de Europese Gemeenschap, die alle rechten en verplichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal heeft overgenomen.

HOOFDSTUK EEN: WIJZIGINGEN IN DE TEKST VAN DE EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST, MET INBEGRIP VAN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

Artikel 3 (Oorsprongsregels)

Protocol 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 17, lid 4, wordt vervangen door de volgende tekst:

Op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Artikel 18, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst:

(...)

Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Bijlage IV wordt vervangen door de volgende tekst:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(Plaats en datum) [1]

[1] Deze vermeldingen mogen worden weggelaten indien de informatie in het document zelf is opgenomen.

(Handtekening van de exporteur; naam van de ondertekenaar in blokletters) [2]

[2] Zie artikel 20, lid 5, van het protocol. Wanneer de exporteur niet verplicht is te ondertekenen, impliceert dit dat ook zijn naam niet hoeft te worden vermeld.

Artikel 4 (Voorzitterschap van het Associatiecomité)

Artikel 93, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

'Het voorzitterschap van het Associatiecomité wordt bij toerbeurt bekleed door een vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en een vertegenwoordiger van de regering van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië.

HOOFDSTUK TWEE: Overgangsbepalingen

Artikel 5 (Bewijzen van oorsprong en administratieve samenwerking)

1. Bewijzen van oorsprong die door Jordanië of een nieuwe lidstaat naar behoren zijn afgegeven in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die tussen hen van toepassing zijn, worden in de respectieve landen uit hoofde van dit protocol aanvaard, op voorwaarde dat:

(a) de aanvaarding van dergelijke oorsprong betekent dat een preferentieel tarief wordt gehanteerd op basis van de preferentiële tariefmaatregelen die in de Euro-mediterrane Overeenkomst of in het communautaire stelsel van algemene tariefpreferenties zijn opgenomen;

(b) het bewijs van oorsprong en de vervoerdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

(c) het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten wordt ingediend.

Indien goederen vóór de datum van toetreding voor invoer in Jordanië of een nieuwe lidstaat zijn aangegeven op grond van op dat tijdstip tussen Jordanië en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong eveneens worden aanvaard, op voorwaarde dat zij binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten worden overgelegd.

2. Jordanië en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee in het kader van tussen hen geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen de status van "toegelaten exporteur" is verleend, blijven gebruiken, op voorwaarde dat:

(a) een dergelijke regeling ook is opgenomen in de overeenkomst die Jordanië en de Gemeenschap vóór de toetredingsdatum hebben gesloten, en

(b) de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen.

Deze vergunningen worden uiterlijk één jaar na de datum van toetreding vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de overeenkomst worden afgegeven.

3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van de in lid 1 en lid 2 bedoelde preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, moeten gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong door de bevoegde douaneautoriteiten van Jordanië of de lidstaten worden aanvaard en kunnen gedurende een periode van drie jaar na aanvaarding van het bewijs van oorsprong dat ter staving van een invoeraangifte aan die autoriteiten is overgelegd, door die autoriteiten worden ingediend.

Artikel 6 (Goederen in douanevervoer)

1. De bepalingen van de Euro-mediterrane Overeenkomst kunnen worden toegepast op goederen die worden uitgevoerd uit Jordanië naar een van de nieuwe lidstaten of uit een van de nieuwe lidstaten naar Jordanië, die voldoen aan de bepalingen van protocol 3 en die op de datum van toetreding onderweg zijn of zich in tijdelijke opslag, in een douane-entrepot of in een vrije zone in Jordanië of in die nieuwe lidstaat bevinden.

2. In dergelijke gevallen mag preferentiële behandeling worden verleend, op voorwaarde dat binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong dat achteraf door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer is afgegeven en eventuele andere documenten met gegevens betreffende de vervoersvoorwaarden worden ingediend.

Artikel 7

Het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië verbindt zich ertoe naar aanleiding van deze uitbreiding van de Gemeenschap geen claim, verzoek of beroep in te dienen, noch concessies te wijzigen of in te trekken op grond van de artikelen XXIV, lid 6 en XXVIII van de GATT 1994.

Artikel 8

Dit protocol vormt een integrerend onderdeel van de Euro-mediterrane Overeenkomst.

Artikel 9

1. Dit protocol wordt door de Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië overeenkomstig hun respectieve procedures goedgekeurd.

2. De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 10

1. Dit protocol treedt in werking op dezelfde dag als het Toetredingsverdrag, op voorwaarde dat de akten van goedkeuring van dit protocol vóór die datum zijn neergelegd.

2. Indien niet alle akten van goedkeuring van dit protocol vóór die datum zijn neergelegd, treedt dit protocol in werking op de eerste dag van de eerste maand na de datum van de neerlegging van de laatste akte van goedkeuring.

3. Indien de in lid 1 vastgestelde voorwaarde niet is vervuld, is dit protocol met ingang van 1 mei 2004 voorlopig van toepassing.

Artikel 11

1. Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de Tsjechische, de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse en de Zweedse taal en in de officiële taal van Jordanië, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

2. Wanneer de instellingen van de Europese Unie verplicht zullen zijn alle officiële besluiten in de Maltese taal in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken, zal de overeenkomst eveneens in tweevoud in de Maltese taal worden opgesteld.

3. De teksten in de verschillende talenversies zijn gelijkelijk authentiek.

Artikel 12

De tekst van de Euro-mediterrane Overeenkomst met inbegrip van de bijlagen en protocollen die een integrerend onderdeel daarvan vormen, en de Slotakte samen met de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Tsjechische, de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Poolse, de Slowaakse en de Sloveense taal, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek als de oorspronkelijke teksten [3]. De Associatieraad keurt deze teksten goed.

[3] Met betrekking tot de opstelling van de Euro-mediterrane Overeenkomst in de Maltese taal is artikel 11 van dit protocol van toepassing.

VOOR DE LIDSTATEN

VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP

VOOR HET HASJEMITISCH KONINKRIJK JORDANIË