Home

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 inzake de vangstmogelijkheden voor haring in de Oostzee

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 inzake de vangstmogelijkheden voor haring in de Oostzee

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 inzake de vangstmogelijkheden voor haring in de Oostzee /* COM/2004/0797 def. */


Brussel, 10.12.2004

COM(2004) 797 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 inzake de vangstmogelijkheden voor haring in de Oostzee

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 van de Raad zijn voor 2004 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld.

Deze verordening moet worden gewijzigd aangezien de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) in september 2004 een aanbeveling heeft goedgekeurd om de vangstmogelijkheden voor haring in Management Unit 3 met 10 000 ton te verhogen.

De Raad wordt verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren om de vissers in staat te stellen hun activiteiten voor dit visseizoen te plannen.

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2287/2003 inzake de vangstmogelijkheden voor haring in de Oostzee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid[1], en met name op artikel 20, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In september 2004 heeft de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) een aanbeveling goedgekeurd om de vangstmogelijkheden voor haring in Management Unit 3 met 10 000 ton te verhogen. Deze aanbeveling moet worden omgezet in communautaire wetgeving.

(2) Verordening (EG) Nr. 2287/2003 van de Raad van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften[2], moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

In bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 worden de gegevens betreffende de soort haring in Management Unit 3 vervangen door:

+++++ TABLE +++++

[1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

[2] PB L 344 van 31.12.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1645/2004 van de Commissie (PB L 296 van 21.9.2004, blz. 3).