Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Tussentijds verslag over het vervolg op de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders in Hampton Court
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Tussentijds verslag over het vervolg op de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders in Hampton Court
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 7.12.2005
COM(2005) 645 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
Tussentijds verslag over het vervolg op de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders in Hampton Court
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
Tussentijds verslag over het vervolg op de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders in Hampton Court
Dit tussentijdse verslag bestaat uit twee delen. In deel 1 wordt de algemene aanpak beschreven en worden de maatregelen vermeld die zijn getroffen sinds de bijeenkomst in Hampton Court. In deel 2 wordt toegelicht hoe de Commissie verder te werk gaat op elk van de terreinen die in Hampton Court werden besproken.
DEEL 1
1. INLEIDING
Op 27 oktober 2005 voerden de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie in Hampton Court een vruchtbare discussie over het Europese antwoord op de mondialisering. Aan de hand van de mededeling “Europese waarden in een geglobaliseerde wereld” van de Commissie werd de discussie geconcentreerd op de taken en mogelijkheden die voor ons liggen. Allen waren het erover eens dat Europa economische hervormingen en maatschappelijke modernisering nodig heeft om haar waarden veilig te stellen. Aan het eind van de informele bijeenkomst werd de Commissie gevraagd het voortouw te nemen bij verdere activiteiten met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling, universiteiten, demografische problemen, energie, migratie en veiligheid. Afgesproken werd dat deze activiteiten niet tot nieuwe processen of structuren zullen leiden, maar via de bestaande kanalen zullen verlopen. Commissievoorzitter Barroso kondigde aan dat hij een ontwerpdocument zou presenteren over het imago van de Europese Unie in de wereld. Snel en krachtdadig optreden op al deze terreinen is noodzakelijk om een nieuwe impuls te geven aan de Europese reactie op de mondialisering.
2. Aanpak van de Commissie
Op 9 november 2005 stuurde Commissievoorzitter Barroso een brief aan premier Blair, bondskanselier Schüssel en de voorzitter van het Europees Parlement, Borrell, over de wijze waarop op korte termijn een vervolg moest worden gegeven aan de informele bijeenkomst in Hampton Court. In deze nota werden de belangrijkste kwesties beschreven waarop de Commissie zich zou concentreren. Ook werd beschreven wanneer en hoe de Commissie verslag zou uitbrengen over haar werkzaamheden in dit verband. Ook werd aangekondigd dat de Commissie een tussentijds verslag zou opstellen voor de Europese Raad van december, waarin aanvullende informatie zou worden verstrekt over het vervolg op en de stand van zaken met betrekking tot elk thema en over de inbreng van gezaghebbende buitenstaanders.
De Commissie is onmiddellijk aan de slag gegaan op elk van de terreinen zoals vastgesteld in Hampton Court. Als eerste inventariseerde de Commissie welke kwesties binnen elk thema moeten worden aangepakt, rekening houdend met initiatieven die binnen de Commissie in ontwikkeling zijn en het werk dat de lidstaten hebben verzet om de mondialisering het hoofd te bieden. Op grond daarvan moet nu met een frisse blik naar deze thema’s worden gekeken.
3. Inbreng van gezaghebbende buitenstaanders
Zoals afgesproken zal de Commissie gebruik maken van de deskundigheid van gezaghebbende personen om haar kennis over deze kwesties te vergroten en te actualiseren. De inbreng van deze deskundigen varieert naargelang de ontwikkeling op ieder terrein. Op sommige gebieden is al veel informatie verzameld, bijvoorbeeld bij overleg over groenboeken. Op andere terreinen zal breder overleg gewenst zijn. De wijze waarop deskundigen bij het proces worden betrokken, zal dus per thema variëren. Op het gebied van onderzoek en ontwikkeling bijvoorbeeld heeft de Commissie een beroep gedaan op een kleine groep deskundigen onder leiding van de voormalige Finse premier Esko Aho. De afgelopen twee jaar heeft de Commissie breed overleg gevoerd over de universiteiten. Deskundigen zal worden gevraagd te adviseren over hoe de conclusies van dit overleg het beste in de praktijk kunnen worden gebracht. In andere gevallen zal de Commissie deskundigen individueel raadplegen; dit moet snel gebeuren, omdat de Commissie verslag moet uitbrengen tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap in de eerste zes maanden van 2006. Met betrekking tot energie moet de raadpleging van deskundigen overeenkomen met de specifieke vereisten in verband met het uitgebreide groenboek dat de Commissie wil opstellen.
4. Discussies in de Raad
De Raad heeft al een aantal debatten georganiseerd over het vervolg op Hampton Court. De Commissie en de lidstaten hebben informatie uitgewisseld over de nieuwe inspanningen en initiatieven die zij hebben ondernomen op de verschillende terreinen die in Hampton Court zijn besproken.
Tijdens de Onderwijsraad op 15 november werd van gedachten gewisseld over het hoger onderwijs , waarbij met name werd besproken hoe de kwaliteit van het hoger onderwijs kan worden verbeterd en hoe universiteiten van topkwaliteit kunnen worden bevorderd. Ook werd het verband tussen bedrijfsleven, universiteit en onderzoek besproken. De lidstaten verklaarden zich vastbesloten om hervormingen in het hoger onderwijs door te voeren, samenwerking met de particuliere sector te bevorderen, expertisecentra te ontwikkelen en internationaal erkende hoge normen te waarborgen om studenten aan te trekken.
Tijdens de Raad Concurrentievermogen van 28 november werd deels overeenstemming bereikt over een algemene aanpak in het kader van het voorgestelde Zevende Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling . De Raad keurde conclusies goed ter bekrachtiging van de mededeling van de Commissie over “Meer onderzoek en innovatie – Investeren voor groei en werkgelegenheid”, waarin alle aspecten van onderzoek en innovatie aan de orde komen en waarin de verbintenissen in het kader van het Lissabon-programma van de Gemeenschap concreet worden uitgewerkt. In een debat over het vervolg op Hampton Court bevestigden de ministers dat onderzoek en ontwikkeling moeten worden bevorderd. Zij verwezen naar de belangrijkste maatregelen die in dit verband reeds zijn getroffen.
De Energieraad van 1 december was gewijd aan de verwezenlijking van de interne markt voor energie en de praktische gevolgen daarvan. Het verslag van de Commissie hierover en de eerste bevindingen van de energiesector vormden de basis voor de discussie. In een nota van het voorzitterschap werden besproken: uitvoering, handhaving en transparantie; verdere marktintegratie; betere toegang tot netwerken voor derden. De Commissie verstrekte informatie over het op handen zijnde groenboek over een Europees energiebeleid. De Raad besprak ook de thema’s klimaatverandering en duurzame energie, uitgaande van het groenboek inzake energie-efficiëntie . Dit debat vormde ook de basis voor het toekomstige actieplan over energie-efficiëntie.
De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 1–2 december bood de Commissie de kans haar mededeling te presenteren over “Prioritaire acties om een antwoord te bieden op de uitdagingen van de migratie: eerste follow-up van Hampton Court”. De Raad wisselde een eerste maal van gedachten over de mededeling, vooruitlopend op verdere discussie tijdens de Europese Raad van december. De Raad kwam ook een nieuwe EU-strategie met betrekking tot terrorismebestrijding overeen, die de Europese Raad naar verwachting zal bekrachtigen.
Tijdens de Raad Werkgelegenheid, sociaal beleid, volksgezondheid en consumentenzaken van 8–9 december vormt het groenboek van de Commissie “ Demografische veranderingen : naar een nieuwe solidariteit tussen de generaties” de basis voor het debat. Het voorzitterschap zal een nota indienen met vragen over eventuele nationale initiatieven om de totale werkgelegenheid voor de beroepsbevolking te vergroten en de arbeidskansen voor jongeren, ouderen en andere kansarme groepen zo groot mogelijk te maken.
5. Rapportage
Zoals afgesproken in Hampton Court, zal de Commissie uitgebreid verslag uitbrengen aan de twee Europese Raden die plaats zullen vinden tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap in de eerste zes maanden van 2006. Met het oog op de eerste inventarisatie van lopende en geplande activiteiten voor 2006 zal de Commissie waar nodig en gewenst proberen haar verslag te koppelen aan de bestaande vastleggingen en procedures, zodat de synergie optimaal wordt benut en overlap wordt voorkomen.
Daarom zullen de activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, universiteiten, energie en demografische problemen nauw worden afgestemd op de verslaglegging in het kader van de Lissabon-strategie voor groei en werkgelegenheid. Dit zal met name tot uitdrukking komen in het jaarlijkse voortgangsverslag voor de Europese Voorjaarsraad. De Commissie zal ook korte rapporten presenteren over de genoemde thema’s, waarbij gezaghebbende buitenstaanders zullen worden betrokken. Deze rapporten kunnen voorstellen bevatten die nader uitgewerkt moeten worden en eventueel zullen leiden tot nieuwe acties of initiatieven op Europees niveau.
De verslaglegging over migratie zal worden gecombineerd met een aantal initiatieven en voorstellen die de Commissie voor volgend jaar heeft gepland. Eind 2006 zou de Commissie verslag moeten kunnen uitbrengen aan de Raad op basis van de evaluatie van de voorgestelde initiatieven en de eerste resultaten. In dit verband zal worden gestreefd naar synergie met het bestaande Haagse programma, het belangrijkste kader voor maatregelen op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid.
Uiteraard zal de verslaglegging over het thema veiligheid in grote mate worden bepaald door de uitkomst van de Europese Raad van december 2005. Het Britse voorzitterschap en de EU-coördinator voor terrorismebestrijding hebben een voorstel voor een strategie met betrekking tot terrorismebestrijding opgesteld.
Het ontwerpdocument over het imago van de Europese Unie in het buitenland zal naar verwachting worden gepresenteerd tijdens de Europese Raad van juni 2006. Hierin zullen de interne en externe beleidslijnen worden geëvalueerd die de rol van de Europese Unie in de wereld bepalen.
DEEL 2
1. DE THEMA’S VAN HAMPTON COURT
Uitgaande van de nota van 9 november wordt hieronder de stand van zaken beschreven met betrekking tot de belangrijkste punten die binnen ieder thema van Hampton Court aan de orde moeten komen. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste Europese initiatieven die recent zijn voorgesteld of zijn gepland voor 2006.
2. Onderzoek en ontwikkeling
Er moet een nieuwe impuls worden gegeven aan het voornemen om de Europese innovatieve capaciteit op het gebied van onderzoek en ontwikkeling aanzienlijk te vergroten. We moeten met name meer toonaangevende bedrijven hebben op terreinen als ICT, ruimtevaart, biotechnologie en nanotechnologie. Overeenstemming over het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en over het programma voor concurrentievermogen en innovatie zal een belangrijke impuls vormen, maar we moeten meer doen als we Europa aantrekkelijk willen maken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Kleine veelbelovende ondernemingen moeten op adequate wijze worden gefinancierd en de uittocht van de beste en slimste werknemers uit Europa moet een halt worden toegeroepen.
De Commissie werkt aan een aantal initiatieven die rechtstreeks betrekking hebben op deze kwesties. Uitgaande van het Zevende Kaderprogramma, de mededeling over staatssteun, i2010, de strategische richtsnoeren voor het cohesiebeleid, enz. zal de Commissie in het eerste kwartaal van 2006 een mededeling presenteren waarin prioritaire maatregelen worden vastgesteld om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten, om markten aantrekkelijk te maken en bij te dragen aan de groei van Europese innovatieve bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen. De Commissie zal proberen concrete voorbeelden te noemen van gevallen waar dankzij overheidsfinanciering van onderzoek en ontwikkeling de toegang tot financiering gemakkelijker werd, hinderpalen voor grensoverschrijdende investeringen werden weggenomen, het hefboomeffect op financiering van onderzoek en ontwikkeling door de particuliere sector werd vergroot en publiek–private partnerschappen werden bevorderd. In dit verband zal de Commissie bekijken welke aspecten van de wetgeving inzake staatssteun en de mededingingsregels onderzoek, ontwikkeling en innovatie kunnen vergemakkelijken. De Commissie zal ook een mededeling presenteren over de defensie-industrie en de defensiemarkt, waarmee ernaar wordt gestreefd het concurrentievermogen van de Europese defensiesector te vergroten door middel van passende marktregels en programma’s voor onderzoek en ontwikkeling.
3. Universiteiten
Op universiteiten komen onderwijs, onderzoek en innovatie samen. Daarom moet een klimaat worden geschapen waarbinnen de universiteiten hun mogelijkheden optimaal kunnen benutten. Dit houdt in dat de volgende kwesties moeten worden aangepakt: omvang en bron van financiering, regelgevende kaders en beheerssystemen, toegankelijkheid van het hoger onderwijs en vooral hoe de universiteiten innovatie en kennis kunnen overdragen op de markt. Universiteiten opereren tegenwoordig in een mondiale markt voor hoger onderwijs en onderzoek. Europese universiteiten kunnen waarschijnlijk profiteren van de mogelijkheden die deze markt biedt, bijvoorbeeld door samenwerking met instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek in derde landen en met het bedrijfsleven. Europese universiteiten zouden hun positie kunnen versterken door de beste medewerkers – docenten, studenten en onderzoekers – aan te trekken en de kennis die zij genereren beter te benutten. In het bijzonder moet meer gedaan worden om postdoctorale opleidingen te verbeteren. De financiering moet worden verbeterd en gediversifieerd en universiteiten en bedrijven moeten nauwer gaan samenwerken.
Uitgaande van hetgeen tot nu toe bereikt is, zal de Commissie deskundigen vragen welke stappen volgens hen nu moeten worden genomen.
In dit verband is de Commissie van plan een mededeling te presenteren over het Europese stelsel voor hoger onderwijs, en met name universiteiten. Hierin zal worden nagegaan hoe de onderzoeks- en innovatieprestaties van Europese universiteiten kunnen worden vergroot. Op basis van de openbare raadpleging die onlangs plaatsvond, zal de Commissie in het eerste kwartaal van 2006 een voorstel doen tot oprichting van een Europees technologie-instituut om de capaciteit van de beste Europese universiteiten te vergroten.
4. Demografische problemen
De komende decennia zal de Europese beroepsbevolking dalen. De arbeidsmarktparticipatie moet worden vergroot en het evenwicht tussen werk en privéleven moet worden herzien. Meer gezinsvriendelijke maatregelen en betere kinderopvang zijn belangrijke onderdelen van deze nieuwe aanpak, evenals levenslang leren en grotere arbeidsparticipatie van ouderen. In dit verband kunnen maatregelen ter bevordering van gelijke kansen voor iedereen een positief effect hebben op de arbeidsmarktparticipatie en de sociale cohesie.
De Commissie analyseert momenteel de reacties die zij ontving op haar groenboek uit 2005 en bereidt voorstellen voor inzake een beter en eerlijker evenwicht tussen werk en privéleven. De Commissie zal externe deskundigen raadplegen en hun bijdragen gebruiken als uitgangspunt voor nieuwe voorstellen. Voor de zomer zal de Commissie een mededeling presenteren over de demografische toekomst van Europa. De Commissie zal ook de resultaten presenteren van de analyses die worden uitgevoerd in het kader van het proefproject van het Europees Parlement (het “Walter-initiatief”) en een aantal andere voorstellen doen voor verdere maatregelen. Later in 2006 zal de Commissie een Europese kwalificatiestructuur presenteren om de transparantie, overdracht en erkenning van kwalificaties in Europa gemakkelijker te maken door middel van gemeenschappelijke referentieniveaus. De Commissie zal ook een draaiboek voorstellen om de hinderpalen voor gelijkheid van mannen en vrouwen verder aan te pakken, met name op de arbeidsmarkt.
5. Energie
De mondiale vraag naar energie zal verder toenemen terwijl het aanbod schaars blijft. Energiezuinigheid en schonere technologieën zijn steeds belangrijker om economische en ecologische redenen en in verband met de continuïteit van de energievoorziening. Europa moet zijn energieverbruik diversifiëren door uit een breed scala aan energiebronnen te putten. Gezien het broeikaseffect moet bijzondere aandacht worden besteed aan productiemethoden waarbij weinig of geen koolstofdioxide-emissie plaatsvindt en aan hernieuwbare energiebronnen. Dit is ook van belang voor de continuïteit van de energievoorziening.
In het voorjaar van 2006 zal de Commissie een groenboek over het Europese energiebeleid presenteren, met het oog op de ontwikkeling van een coherent EU-beleid waarin concurrentievermogen, duurzaamheid en continuïteit van de energievoorziening worden gecombineerd. Verschillende aspecten van de Europese energiemarkt zullen worden beoordeeld, bijvoorbeeld de mate van integratie van het Europese netwerk. Ook zullen de betrekkingen met externe leveranciers worden geëvalueerd. De Commissie is van plan in de eerste helft van 2006 andere energie-initiatieven te presenteren, bijvoorbeeld met betrekking tot biobrandstoffen en biomassa en het gebruik van schone steenkool. Dankzij een actieplan op basis van de richtlijn inzake energiezuinigheid zou de doelstelling van 20% energiebesparing voor 2020 werkelijkheid kunnen worden.
In het derde kwartaal zal een groenboek worden gepubliceerd over de aanpassing aan de klimaatverandering en een mededeling over de reductie van CO2-emissies uit voertuigen. Sommige van de problemen op lange termijn op dit gebied zullen ook aan bod komen bij de aanstaande herziening van de Europese strategie inzake duurzame ontwikkeling.
6. Migratie
Legale migratie kan een positieve bijdrage leveren aan de Europese economie en aan het kennisniveau. Een actief beleid inzake legale migratie en integratie zal worden gecombineerd met een krachtdadige aanpak van illegale migratie. De Europese Unie zal haar brede dialoog met derde landen voortzetten teneinde het migratiebeheer te verbeteren, de kernoorzaken van illegale migratie aan te pakken, legale migratiemogelijkheden te bevorderen en illegale migratie en mensenhandel te bestrijden.
Op 30 november 2005 heeft de Commissie al een mededeling goedgekeurd over “Prioritaire maatregelen op het gebied van migratie: eerste follow-up van Hampton Court” en de Europese Raad zal naar verwachting concrete maatregelen vaststellen voor Afrika en het Middellandse-Zeegebied. In de eerste helft van 2006 zal een mededeling over illegale migratie worden gepresenteerd.
De Commissie zal binnenkort ook een actieplan inzake legale migratie publiceren. Dit plan zal een serie wetgevende en niet-wetgevende maatregelen omvatten die de Commissie in de periode 2006-2009 wil treffen. Het actieplan zal zich met name richten op de positieve economische gevolgen van legale migratie, het vergroten van de kennisopbouw en integratiemaatregelen voor economische migranten.
7. Veiligheid
De veiligheid van de Europese burger is een belangrijk thema, vooral gezien de recente terroristische aanslagen. Het voorkomen van radicalisering en het beschermen van onze belangrijkste infrastructuur staan centraal. Op het terrein van justitie en binnenlandse zaken moeten we ook effectiever samenwerken met landen buiten de grenzen van de Europese Unie. Bij deze samenwerking zou gebruik moeten worden gemaakt van de beschikbare mechanismen om terrorisme, mensenhandel en drugssmokkel te bestrijden.
Het Britse voorzitterschap en de EU-coördinator voor terrorismebestrijding hebben een voorstel voor een strategie met betrekking tot terrorismebestrijding opgesteld. Op de Europese Raad in december 2005 zal deze strategie worden besproken. In verband met terrorismebestrijding voldoet de Commissie aan haar verplichtingen in het kader van het actieplan dat werd goedgekeurd na de aanslagen in Madrid en aan het Haags Programma. Er wordt rekening gehouden met het nieuwe tijdschema dat werd vastgesteld na de bomaanslagen in Londen.
Volgend jaar zal een cruciaal jaar zijn voor de uitvoering van de beleidslijnen en de wetgevingsvoorstellen die de Commissie in 2005 heeft ingediend, bijvoorbeeld met betrekking tot de uitwisseling van informatie (beschikbaarheidsbeginsel), waaronder gegevensbescherming en toegang tot het visuminformatiesysteem, radicalisering en ronseling, bescherming van belangrijke infrastructuur, financiering van terrorisme en explosieven.
8. Externe dimensie
Omdat de mondialisering verstrekkende gevolgen heeft, is het noodzakelijk dat de Europese Unie zich op sterke en coherente wijze presenteert. De rol die Europa in de wereld speelt, wordt bepaald door het interne en externe beleid van de EU. De Europese burgers verwachten dat de EU zich consequent en resoluut opstelt tegenover de buitenwereld. Daarom moet de Europese Unie de samenhang, effectiviteit en zichtbaarheid van haar buitenlandse beleid vergroten.
De Commissie werkt aan een ontwerpdocument waarin de externe dimensie van de EU wordt onderzocht. Dit document beoogt de interne en externe beleidslijnen en de instrumenten die de rol van de EU in de wereld bepalen, te evalueren. In het document zal ook worden ingegaan op de middelen en mogelijkheden die de EU heeft en er zullen een aanpak en een pakket praktische maatregelen worden ontwikkeld waarmee de EU het hoofd kan bieden aan de huidige uitdagingen. Er wordt gestreefd naar meer samenhang tussen het GBVB en de communautaire instrumenten en tussen het beleid van de EU en dat van de lidstaten. Dit zou ook moeten leiden tot meer zichtbaarheid en erkenning voor de resultaten en de voortgang die de EU boekt in haar externe optreden en tot meer samenhang tussen het interne en het externe beleid van de EU, waarbij de verantwoordingsplicht aan zowel de Europese instellingen als aan het brede publiek wordt gewaarborgd.
De afgelopen drie jaar heeft het EVDB zich aanzienlijk uitgebreid. Zowel de Raad als de Commissie hebben waardevolle ervaring opgedaan wat betreft het beoordelen van hun respectievelijke capaciteiten en de aanpak van de soms moeilijke vraagstukken in verband met de samenwerking op alle niveaus tussen communautaire en GBVB-structuren. Na de bijeenkomst in Hampton Court werd de secretaris-generaal en hoge vertegenwoordiger Javier Solana gevraagd verder te werken aan de defensiecapaciteit van de EU, de structuren voor crisisbeheersing, de financiering van het GBVB en de rol van de EU in Kosovo, in samenwerking met het voorzitterschap en de Commissie. De Commissie verheugt zich over de mogelijkheid om de resultaten van de EU op deze terreinen uit te bouwen, met name door verdere ontwikkeling van het toepassingsgebied en het effect van de communautaire beleidslijnen op het gebied van crisisbeheer en ter ondersteuning van het GBVB/EVDB. Hierbij zou ook aandacht moeten worden besteed aan de noodzaak tot een soepele overgang tussen crisisbeheersing en wederopbouw en ontwikkeling op lange termijn. De Commissie verheugt zich verder over de doelstelling om de financiering van het GBVB te versnellen en daarmee de reactiesnelheid te vergroten, met name in het kader van de volgende financiële vooruitzichten.
Annex
Hampton Court follow-up: authoritative figures to be consulted
The following authoritative figures have been identified as external experts to be consulted by the Commission in the implementation of the follow-up to Hampton Court. Other experts could be associated in different forms to the work to be carried out.
RESEARCH AND DEVELOPMENT
- AHO, Esko
- CONSEMÜLLER, Knut
- CORNU, Jo
- GEORGHIOU, Luke
- SUBIRÀ, Antoni
UNIVERSITIES
- BLANCHARD, Olivier
- CREWE, Ivor
- MAYOR, Frederico
- MONTI, Mario
- NIELSEN, Linda
- SOKOL, Jan
- WINCKLER, Georg
MEETING THE DEMOGRAPHIC CHALLENGE
- BÖRSCH-SUPAN, Axel
- DON, Henk
- GODET, Michel
- KALACHE, Alexandre
- RYCHTARIKOVA, Jitka
ENERGY[1]
- BORGES, Antonio
- HAIDER, Hans
- LARSSON, Allan
- SUTHERLAND, Peter
[1] There may be recourse to a wider group of experts if necessary in the context of the preparation of the Green Paper.