Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China
Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China
Brussel, 18.4.2005
COM(2005) 149 definitief
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot instelling van een definitief antidumpingrecht op magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |
Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel ziet op de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van 8 maart 2004 (hierna “de basisverordening” genoemd), in het kader van de procedure met betrekking tot de invoer van magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China. |
Algemene context Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd verricht in overeenstemming met de in de basisverordening vastgestelde materiële en procedurele vereisten. |
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Er zijn geen bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied. |
Samenhang met andere beleidslijnen en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |
Partijen die belang hebben bij de procedure, hebben al de gelegenheid gehad hun belangen te verdedigen in de loop van het onderzoek, overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening. |
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |
Het was niet noodzakelijk externe deskundigheid in te winnen. |
Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar omvat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |
JURIDISCHE ONDERDELEN VAN HET VOORSTEL |
Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Op 18 mei 2004 heeft de Commissie een onderzoek geopend naar aanleiding van het feit dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China zouden vervallen. Het onderzoek werd geopend op verzoek van de EG-producenten, die aanvoerden dat indien de maatregelen zouden vervallen, dit waarschijnlijk tot een voortzetting of herhaling van schadeveroorzakende dumping zou leiden. Uit het onderzoek is gebleken dat indien de betrokken antidumpingmaatregelen vervallen, de dumping zal worden voortgezet en dat deze waarschijnlijk opnieuw schade zal veroorzaken. Daarom wordt voorgesteld de bestaande maatregelen te handhaven. De lidstaten werden over dit onderzoek geraadpleegd. Twintig lidstaten waren voor en vijf tegen het voorstel. Er wordt voorgesteld dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan bijgaand voorstel voor een verordening, die op 18 mei 2005 in het Publicatieblad van de Europese Unie zou moeten worden bekendgemaakt. |
Rechtsgrond Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad van 8 maart 2004. |
Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |
Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |
De vorm van de maatregel is beschreven in vorengenoemde basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. |
Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, nationale regeringen, regionale en lokale autoriteiten, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. |
Keuze van het instrument |
Voorgesteld instrument: verordening. |
Een andere vorm zou niet geschikt zijn om de volgende reden(en): Vorengenoemde basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot instelling van een definitief antidumpingrecht op magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] (hierna “de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 11, lid 2,
Gelet op het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
A. GELDENDE MAATREGELEN
Na een onderzoek naar aanleiding van het feit dat de antidumpingmaatregelen binnenkort zouden vervallen, heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1334/1999[2] weer een definitief antidumpingrecht ingesteld op magnesiumoxide uit de Volksrepubliek China (hierna “China” genoemd) in de vorm van een minimuminvoerprijs. Na een tussentijdse herziening heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 985/2003[3] de vorm van het antidumpingrecht gewijzigd door de minimumprijs op bepaalde voorwaarden te handhaven en in alle overige gevallen een ad-valoremrecht van 27,1% in te stellen.
Op te merken valt dat het oorspronkelijke recht werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1473/93 van de Raad[4].
B. ONDERHAVIG ONDERZOEK
Na de bekendmaking van het bericht[5] dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van magnesiumoxide uit China binnenkort zouden vervallen, heeft de Commissie een verzoek ontvangen voor de opening van een onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Dit verzoek werd op 9 maart 2004 ingediend door Eurométaux namens producenten die goed zijn voor een groot deel, namelijk 96%, van de productie van magnesiumoxide in de EG. Volgens het verzoek zou het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk leiden tot een voortzetting dan wel herhaling van dumping en van schade voor de bedrijfstak van de EG.
Na overleg in het Raadgevend Comité heeft de Commissie vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen in te leiden op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Zij heeft dit bekendgemaakt[6] en is met een onderzoek begonnen.
De Commissie heeft de EG-producenten die het verzoek hebben ingediend, de andere EG-producent die de klacht steunde, de producenten/exporteurs in China, importeurs/handelaren, de haar bekende bedrijven die magnesiumoxide gebruiken en de vertegenwoordigers van de Chinese regering in kennis gesteld van de inleiding van de herzieningsprocedure. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn.
De Commissie heeft alle haar bekende belanghebbenden een vragenlijst toegezonden, evenals de partijen die daarom binnen de in het bericht van inleiding vastgestelde termijn hadden verzocht.
Gezien het kennelijk grote aantal producenten/exporteurs in China alsook importeurs van het betrokken product werd in het bericht van inleiding vermeld dat de Commissie overwoog om overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruik te maken van een steekproef. Om te kunnen besluiten of het nodig was van een steekproef gebruik te maken en - indien dat het geval was - deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie iedere betrokken producent/exporteur en importeur een vragenlijst toegezonden waarin zij om gegevens over de gemiddelde omvang van de verkoop en prijzen verzocht. Van geen enkele producent/exporteur of importeur werd een antwoord ontvangen. Daarom werden geen steekproeven samengesteld.
Voorts werd ook een vragenlijst toegezonden aan alle bekende producenten in de Verenigde Staten van Amerika (hierna “de VS” genoemd), Australië en India (mogelijke referentielanden).
Van de vier EG-producenten die het verzoek hebben ingediend, en van één producent in het referentieland, namelijk de VS, werden antwoorden op de vragenlijst ontvangen.
De Commissie heeft alle gegevens verzameld en gecontroleerd die zij nodig had om vast te stellen of het waarschijnlijk was dat dumping en schade zouden worden voortgezet of zich opnieuw zouden voordoen en om het belang van de EG vast te stellen. Bij de volgende bedrijven werd ter plaatse een controle verricht:
EG-producenten
– Grecian Magnesite S.A., Athene, Griekenland
– Magnesitas Navarras, S.A., Pamplona, Spanje
– Magnesitas de Rubian, S.A., Sarria (Lugo), Spanje
– Styromag GmbH, St. Katharein an der Laming, Oostenrijk
Producent in het referentieland
– Premier Chemicals, LLC, King of Prussia, Pennsylvania, VS
Het onderzoek naar de mogelijke voortzetting of herhaling van dumping en schade had betrekking op de periode van 1 april 2003 tot en met 31 maart 2004 (hierna “het onderzoektijdvak” genoemd). Het onderzoek naar de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling of het waarschijnlijk is dat de schade zal voortduren of opnieuw zal optreden, had betrekking op de periode van 1 januari 2000 tot het einde van het onderzoektijdvak (hierna “de beoordelingsperiode” genoemd).
C. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT
De procedure heeft betrekking op hetzelfde product als de eerdere onderzoeken die tot de instelling van de geldende maatregelen hebben geleid, dat wil zeggen magnesiumoxide, meer bepaald natuurlijk caustisch gebrand magnesiet, dat onder GN-code ex 2519 90 90 (Taric-code 2519 90 90*10) is ingedeeld.
Magnesiumoxide wordt vervaardigd van op natuurlijke wijze voorkomend magnesiumcarbonaat of magnesiet. Voor de productie van magnesiumoxide wordt magnesiet gedolven, geplet, gesorteerd en vervolgens in een oven op temperaturen van 700 tot 1000° Celsius gebrand. Dit levert magnesiumoxide van verschillende magnesiumoxidegehaltes of –kwaliteiten op. De voornaamste onzuiverheden in magnesiumoxide zijn SiO2, Fe2O3, Al2O3, CaO en B2O3 (siliciumoxide, ijzeroxide, aluminiumoxide, calciumoxide en booroxide). Magnesiumoxide wordt hoofdzakelijk gebruikt in de landbouw voor diervoeding of als meststof en in de bouwnijverheid in de vorm van vloerplaten en isolatie, voorts bij de productie van pulp, papier, schuurmiddelen, brandvertragers, in de chemische en farmaceutische industrie en ten slotte ook voor milieubescherming.
Zoals in de vorige onderzoeken wordt ook in dit herzieningsonderzoek bevestigd dat magnesiumoxide uit China en magnesiumoxide dat door de EG-producenten wordt vervaardigd en op de EG-markt verkocht alsook magnesiumoxide dat door de producent in het referentieland wordt vervaardigd en op zijn binnenlandse markt verkocht, dezelfde fysische en chemische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde doeleinden worden gebruikt. Zij zijn daarom soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.
D. WAARSCHIJNLIJKHEID VAN EEN VOORTZETTING VAN DUMPING
Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening werd onderzocht of het waarschijnlijk was dat het vervallen van de maatregelen tot een voortzetting van de dumping zou leiden.
Voorafgaande opmerkingen
Aangezien geen enkele Chinese producent/exporteur noch enige importeur in de EG medewerking heeft verleend, moest het onderzoek worden gebaseerd op gegevens uit andere bronnen. Overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening werd gebruik gemaakt van de Eurostatgegevens over het betrokken product op het niveau van de achtcijferige GN-code en op het niveau van de tiencijferige Taric-code, die tegen andere bronnen werden gecontroleerd.
Opgemerkt wordt dat de Eurostatgegevens betreffende de achtcijferige GN-code ook andere producten dan het betrokken product omvatten, terwijl de gegevens betreffende de tiencijferige Taric-code voor de beoordelingsperiode niet de tien toetredingslanden omvatten.
Daarom werden de Eurostatgegevens betreffende de tiencijferige Taric-code gebruikt voor de vijftien lidstaten die de Europese Unie vormden vóór de uitbreiding, terwijl de Eurostatgegevens betreffende de achtcijferige GN-code werden gebruikt voor de tien nieuwe lidstaten. Voorts werden de voor de tien nieuwe lidstaten gebruikte Eurostatgegevens op het niveau van de achtcijferige GN-code gecorrigeerd voor het verschil met de tiencijferige Taric-code zoals aangegeven door de tien nieuwe lidstaten in de zes maanden na de uitbreiding, om andere producten dan het betrokken product uit te sluiten.
Uitgaande van de gecorrigeerde Taric-gegevens werd geconstateerd dat in het onderzoektijdvak 115 225 ton magnesiumoxide uit China was ingevoerd, wat overeenkomt met ongeveer 29% van het verbruik in de EG.
Tijdens het onderzoektijdvak van het vorige onderzoek bij het vervallen van de maatregelen bedroeg de invoer van magnesiumoxide uit China 110 592 ton, dat wil zeggen ongeveer 31% van het verbruik in de EG.
Gezien de uitbreiding van de EG tot 25 lidstaten kunnen exportvolumes en marktaandelen van het vorige en huidige onderzoek niet worden vergeleken.
Dumping in het onderzoektijdvak
Overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening heeft de Commissie van dezelfde werkwijze gebruik gemaakt als bij het oorspronkelijke onderzoek, waarbij een dumpingmarge van 27,1% werd vastgesteld.
Referentieland
Aangezien China een economie in een overgangsfase is, moest de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening gebaseerd worden op informatie verkregen in een derde land met markteconomie.
Aangezien bij de vorige herzieningsprocedure India als referentieland was gekozen voor de vaststelling van de normale waarde, werd een verzoek om medewerking aan Indiase producenten gezonden. Voorts werd ook een verzoek om medewerking gezonden aan alle bekende producenten in Australië en de VS, die in het verzoek om de herziening als mogelijke referentielanden waren voorgesteld.
Eén Indiase producent was tot medewerking bereid, maar beantwoordde de vragenlijst niet. Eén Australische producent reageerde wel, maar meende dat hij niet in de positie verkeerde om de Commissie met de gevraagde informatie te kunnen helpen. Slechts één Amerikaanse producent was bereid de gevraagde informatie te verstrekken.
Wat de VS betreft, werd geconstateerd dat de concurrentie op de Amerikaanse markt voldoende sterk is. Er gelden immers geen antidumpingrechten ten aanzien van de invoer van magnesiumoxide, er worden aanzienlijke hoeveelheden magnesiumoxide uit verschillende derde landen ingevoerd en er zijn twee binnenlandse producenten die met elkaar concurreren. Het productieproces van de medewerkende Amerikaanse producent is vergelijkbaar met dat van de Chinese producenten. De omvang van de verkoop van de Amerikaanse producent op de binnenlandse markt is groot genoeg: deze bedraagt namelijk ongeveer 83% van de omvang van de invoer in de EG vanuit China in het onderzoektijdvak.
De conclusie luidt derhalve dat de VS een geschikt referentieland zijn voor de vaststelling van de normale waarde.
Normale waarde
Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de basisverordening werd nagegaan of de binnenlandse verkoop van de producent in de VS, gelet op de prijzen, als verkoop in het kader van normale handelstransacties kon worden beschouwd. Hiertoe werden de productiekosten per eenheid in het onderzoektijdvak vergeleken met de gemiddelde verkoopprijs per eenheid in dezelfde periode. De verkoop bleek in alle gevallen winstgevend te zijn. Ook bleek de medewerkende producent in de VS steeds aan onafhankelijke afnemers te verkopen. Daarom werd voor de vaststelling van de normale waarde, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de basisverordening, gebruik gemaakt van de op de Amerikaanse binnenlandse markt in het kader van normale handelstransacties door onafhankelijke afnemers betaalde of te betalen prijzen.
Exportprijs
Zoals reeds vermeld is de exportprijs wegens het ontbreken van andere, meer betrouwbare informatie gebaseerd op de Eurostatgegevens. Er werd vastgesteld dat de prijsgegevens van Eurostat waren geregistreerd op basis van een cif-prijs grens EG. Deze prijzen werden tot fob-basis teruggebracht door aftrek van de kosten van zeevervoer en verzekering. De voor de vaststelling van deze kosten noodzakelijke gegevens werden door de bedrijfstak van de EG verstrekt en bij gebrek aan andere, meer betrouwbare informatie bij de berekeningen gebruikt.
Vergelijking
Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de exportprijs ‘af fabriek’, werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast voor verschillen waarvan werd aangetoond dat zij van invloed waren op de vergelijkbaarheid van de prijzen. In dit verband werden correcties toegepast voor de kosten van vervoer.
Dumpingmarge
Overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening werd de dumpingmarge vastgesteld door vergelijking van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde exportprijs, bepaald zoals hierboven omschreven. Uit deze vergelijking bleek dat er sprake was van dumping. De dumpingmarge was 100,73% van de cif-prijs grens EG, vóór inklaring, en was dus duidelijk hoger dan de dumpingmarge die bij het vorige onderzoek was vastgesteld (41,9%).
Waarschijnlijkheid van een voortzetting van dumping
Uitgaande van de analyse waaruit bleek dat er in het onderzoektijdvak sprake was van dumping, werd ook nagegaan hoe waarschijnlijk het was dat de dumping zou worden voortgezet. Bij gebrek aan medewerking van de Chinese producenten/exporteurs en gelet op het feit dat er nauwelijks publieke informatie over de Chinese magnesiumoxidebranche beschikbaar is, berusten de onderstaande conclusies hoofdzakelijk op beschikbare informatie, namelijk marktonderzoekgegevens op basis van Japanse handelsstatistieken, cijfers van het Amerikaanse Telbureau en Chinese douanegegevens, verstrekt door de indiener van het verzoek.
Productiecapaciteit in China
Volgens het verzoek om herziening zou de reserveproductiecapaciteit bij de Chinese producenten aanzienlijk zijn, daar zij over de grootste magnesietvoorraden ter wereld beschikken, die op 1 300 000 ton worden geraamd. De totale Chinese productiecapaciteit voor het betrokken product wordt geraamd op 800 000 tot 1 000 000 ton per jaar, het Chinese binnenlandse verbruik op circa 250 000 ton en de uitvoer op circa 550 000 ton per jaar. De Chinese productie zou dus snel kunnen worden verhoogd indien de marktomstandigheden dit toelaten.
Uitvoer naar derde landen
Uitgaande van dezelfde bron werd vastgesteld dat de totale wereldwijde uitvoer van Chinees magnesiumoxide met 17% is gestegen, namelijk van 465 900 ton in 1999 tot 545 600 ton in 2003. De prijzen bij uitvoer naar andere landen, zoals Japan of de VS zijn circa 38% lager dan bij uitvoer naar de EG; de exporteurs zouden dus worden gestimuleerd om meer uit te voeren naar de EG dan naar andere landen indien de bestaande maatregelen vervallen.
Bovendien zijn de prijzen bij uitvoer uit China naar Japan in 2003 ongeveer 13% gedaald, dat wil zeggen van 109,4 US dollar per ton in 2000 tot 95 US dollar per ton in 2003. Ook de prijzen bij uitvoer uit China naar de VS zijn in die periode met ongeveer 8% gedaald, dat wil zeggen van 133 US dollar per ton in 2000 tot 122 US dollar per ton in 2003.
Dit toont duidelijk aan dat, indien de maatregelen vervallen, de Chinese exporteurs worden gestimuleerd om zich op de EG-markt te richten gezien hun aanzienlijke reserveproductiecapaciteit en het hogere prijspeil in de EG.
Prijzen bij uitvoer naar de EG
Ook het prijspeil van magnesiumoxide op de EG-markt maakt die markt zeer aantrekkelijk. Dit is een extra prikkel om de productie en de uitvoer naar de EG te verhogen. Er werd reeds vermeld dat de prijzen bij uitvoer naar derde landen lager waren dan bij uitvoer naar de EG. Het is evenwel niet waarschijnlijk dat de aantrekkelijke en relatief hoge prijzen op de EG-markt op lange termijn zullen worden gehandhaafd. Indien de antidumpingmaatregelen vervallen, zouden de talrijke Chinese exporteurs zich specifiek op de EG-markt richten om hun marktaandeel te vergroten. Een dergelijke toegenomen concurrentie zou de prijzen echter kunnen doen dalen. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat alle aanbieders op de EG-markt hun prijzen zouden moeten verlagen.
Conclusie
Het onderzoek heeft aangetoond dat China zijn dumpingpraktijken in het onderzoektijdvak in veel sterkere mate dan voordien heeft voortgezet. Aangezien China over een aanzienlijke reserveproductiecapaciteit beschikt en bij uitvoer naar derde landen nog lagere prijzen hanteert dan bij uitvoer naar de EG, is het zeer waarschijnlijk dat veel meer magnesiumoxide uit China met dumping in de EG zal worden ingevoerd indien de thans geldende antidumpingmaatregelen vervallen.
E. DEFINITIE VAN DE BEDRIJFSTAK VAN DE EG
De vier EG-producenten die het verzoek hebben ingediend, hebben de vragenlijst beantwoord en aan het onderzoek meegewerkt. Zij waren in het onderzoektijdvak goed voor 96% van de productie in de EG.
Op deze basis worden de vier EG-producenten die het verzoek hebben ingediend, geacht de bedrijfstak van de EG te vormen in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening.
F. SITUATIE OP DE EG-MARKT
Verbruik in de EG
De cijfers over het verbruik in de EG zijn gebaseerd op de cijfers over de verkoop van de bedrijfstak van de EG in de EG, de invoer uit China en de invoer uit andere derde landen.
Tabel 1 Verbruik in de EG (op basis van de verkoop)
Turkije | 2 704 | 3 116 | 7 010 | 2 105 | 1 373 |
VS | 849 | 1 518 | 326 | 704 | 897 |
Israël | 2 417 | 2 558 | 2 714 | 3 156 | 2 725 |
Mexico | 703 | 781 | 627 | 856 | 755 |
Japan | 1 949 | 1 658 | 2 081 | 627 | 455 |
Australië | 1 115 | 749 | 42 | 341 | 301 |
Noorwegen | 459 | 198 | 72 | 117 | 149 |
Andere derde landen | 56 | 1 462 | 679 | 109 | 516 |
Totaal | 10 252 | 12 041 | 13 550 | 8 016 | 7 172 |
Bron: Eurostat.
Tabel 21 Invoer uit andere derde landen (gemiddelde prijs)
in euro’s | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | Ond.tijdv. |
Turkije | 128 | 147 | 154 | 169 | 195 |
VS | 1 475 | 509 | 1 431 | 796 | 795 |
Israël | 964 | 712 | 607 | 611 | 667 |
Mexico | 458 | 718 | 870 | 591 | 617 |
Japan | 1 164 | 1 173 | 1 044 | 713 | 458 |
Australië | 609 | 495 | 466 | 407 | 431 |
Noorwegen | 284 | 0 | 495 | 295 | 270 |
Andere derde landen | 0 | 528 | 740 | 200 | 191 |
Bron: Eurostat.
Tabel 22 Marktaandeel van magnesiumoxide uit andere derde landen
Marktaandeel van magnesiumoxide uit andere derde landen |2000 |2001 |2002 |2003 |Ond.tijdv. |Ond.tijdv./2000 | |Aandeel in % |2 |2 |3 |2 |1 |-1 | |Index |100 |117 |129 |80 |73 | | |Bron: Eurostat.
De totale invoer van magnesiumoxide uit andere landen dan China daalde in de beoordelingsperiode van 10 252 ton in 2000 tot 7 172 ton in het onderzoektijdvak. Bij de berekening van het marktaandeel van magnesiumoxide uit andere derde landen werd een kleine correctie toegepast: er werd namelijk geen rekening gehouden met magnesiumoxide dat door een EG-producent was aangekocht bij een dochteronderneming in Turkije en door hem op de EG-markt verkocht. Het marktaandeel van magnesiumoxide uit andere derde landen daalde over deze periode van circa 2% tot 1%. De belangrijkste exporteurs naar de EG waren Turkije, Israël, Australië en de VS.
De gemiddelde prijzen bij invoer uit andere derde landen waren in het onderzoektijdvak beduidend hoger dan die van de bedrijfstak van de EG. Er zij evenwel opgemerkt dat de Eurostatgegevens op het niveau van de tiencijferige Taric-code ook betrekking hebben op synthetisch magnesiumoxide dat veel zuiverder is dan het product waarop deze procedure betrekking heeft en daarom ook duurder. Er zijn geen nauwkeurige gegevens beschikbaar over de verhouding tussen beide onder dezelfde tiencijferige Taric-code ingedeelde producten, maar redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het algemene prijspeil van magnesiumoxide uit derde landen in het onderzoektijdvak hoger was dan dat van de bedrijfstak van de EG.
Conclusie
Zoals hierboven vermeld, kende het verbruik van magnesiumoxide in de beoordelingsperiode een lichte daling. Evenals in het vorige herzieningsonderzoek wordt het verbruik in de EG evenwel niet geacht een grote invloed te hebben gehad op de situatie van de bedrijfstak van de EG in de beoordelingsperiode, zoals in overweging 42 over het verbruik in de EG wordt uitgelegd.
De geldende maatregelen hebben gezorgd voor een gedeeltelijk herstel van de bedrijfstak van de EG sinds 2000. Economische indicatoren zoals marktaandeel, winstgevendheid, rendement van investeringen, kasstroom, productiviteit en eindvoorraden toonden een positieve ontwikkeling. De verkoop van de bedrijfstak van de EG was winstgevend van 2001 (0,9%) tot het onderzoektijdvak (1,6%). Als gevolg van de druk door de invoer uit China waren de winsten van de bedrijfstak van de EG evenwel onvoldoende om zijn voortbestaan zeker te stellen. De neerwaartse trend in de productie (-5%), de bezettingsgraad (-5%) en de verkoop op de EG-markt (-3%) was min of meer in overeenstemming met de daling van het verbruik. Dit is evenwel ten koste van de werkgelegenheid (-20%) en de investeringen (-19%) gegaan. Opgemerkt wordt dat de verkoop van één EG-producent aan verbonden afnemers de situatie van de bedrijfstak van de EG in het algemeen niet wijzigde. Er kan daarom worden geconcludeerd dat de situatie van die bedrijfstak, ondanks een verbetering, kwetsbaar blijft, onder meer als gevolg van de voortdurende invoer met dumping uit China. De bedrijfstak van de EG is er dus niet ten volle in geslaagd om zijn concurrentiepositie te verbeteren.
Anderzijds wordt ook opgemerkt dat de omvang van de invoer uit China en het marktaandeel van het betrokken product uit China in de beoordelingsperiode zijn afgenomen. Voorts werd geconstateerd dat de prijzen van magnesiumoxide uit China niet lager waren dan die van de bedrijfstak van de EG. In deze omstandigheden en met name gelet op de beperkte verbetering in de situatie van de bedrijfstak van de EG, de daling van de invoer uit China en van het marktaandeel van het Chinese product, en het feit dat er geen prijsonderbieding is, kon niet worden vastgesteld of nog steeds schade wordt geleden door invoer met dumping. Daarom werd onderzocht of het waarschijnlijk was dat er opnieuw schade zou optreden indien de maatregelen kwamen te vervallen.
Waarschijnlijkheid van het weer optreden van schade
Om de waarschijnlijke gevolgen voor de bedrijfstak van de EG te kunnen beoordelen indien de geldende maatregelen vervallen, werd een reeks factoren bekeken in overeenstemming met de elementen die in bovenstaande overwegingen werden samengevat.
Zoals reeds vermeld, is het zeer waarschijnlijk dat, indien de antidumpingmaatregelen vervallen, de invoer met dumping van magnesiumoxide uit China aanzienlijk zal toenemen gezien de grote reserveproductiecapaciteit waarover het land beschikt doordat het de grootste magnesietvoorraden ter wereld heeft.
De prijzen van magnesiumoxide uit China en uit andere derde landen lopen sterk uiteen. De prijzen van magnesiumoxide uit andere derde landen waren in de beoordelingsperiode hoog, terwijl het Chinese magnesiumoxide werd verkocht tegen voortdurend dalende dumpingprijzen. Ook het feit dat de prijzen van het Chinese magnesiumoxide bij uitvoer naar andere belangrijke markten 38% lager waren dan bij uitvoer naar de EG, toont duidelijk aan dat de bedrijfstak van de EG onder sterkere druk zou komen te staan door een nog grotere invoer met dumping uit China, rekening houdende met het feit dat deze al een neerwaartse druk op de EG-prijzen heeft uitgeoefend in de beoordelingsperiode.
Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het vervallen van de maatregelen naar alle waarschijnlijkheid tot gevolg zal hebben dat de bedrijfstak van de EG opnieuw schade zal lijden.
G. BELANG VAN DE EG
Opmerking vooraf
Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening werd onderzocht of de handhaving van de bestaande antidumpingmaatregelen in strijd is met het algemene belang van de EG. Het belang van de EG werd beoordeeld aan de hand van een afweging van de belangen van alle betrokkenen, dat wil zeggen de bedrijfstak van de EG, de importeurs/handelaren en de gebruikers en toeleveranciers van het betrokken product.
Er wordt aan herinnerd dat het bij het vorige onderzoek niet in strijd met het belang van de EG werd geacht om de antidumpingmaatregelen te handhaven. Aangezien dit onderzoek ook een herzieningsonderzoek is, is het mogelijk na te gaan of de thans geldende antidumpingmaatregelen nadelige gevolgen hebben gehad.
Onderzocht werd of er, ondanks de conclusie inzake de waarschijnlijkheid van een voortzetting van schadeveroorzakende dumping, dwingende redenen waren die tot de conclusie leiden dat het in dit bijzondere geval niet in het belang van de EG is de maatregelen te handhaven.
Belang van de bedrijfstak van de EG
Zoals eerder vermeld, is vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping van het betrokken product uit China zal worden voortgezet en dat het risico bestaat dat de bedrijfstak van de EG hierdoor weer schade zal ondervinden. Er werd ook vastgesteld dat de bedrijfstak van de EG nog altijd in een kwetsbare situatie verkeert. Een verlenging van de maatregelen zou hem moeten helpen zich geheel te herstellen en verdere schade te voorkomen. Het is derhalve in het belang van de bedrijfstak van de EG om de maatregelen tegen invoer met dumping uit China te handhaven.
Belangen van niet-verbonden importeurs/handelaren
De Commissie heeft aan 23 in de klacht genoemde importeurs/handelaren een vragenlijst toegezonden. Daarop werd geen enkel antwoord ontvangen.
Daarom werd geconcludeerd dat de geldende maatregelen geen ernstige gevolgen hebben gehad voor de importeurs/handelaren en dat de verlenging van de maatregelen dus ook geen ernstige gevolgen voor hen zal hebben. Dit stemt overeen met de bevindingen van eerdere onderzoeken.
Belangen van de gebruikers
De Commissie heeft aan vier gebruikers (bedrijven die het betrokken product verwerken) een vragenlijst toegezonden. Daarop werd geen enkel antwoord ontvangen.
Aangezien de vragenlijsten onbeantwoord bleven en er geen controleerbare gegevens zijn die pleiten voor het laten vervallen van de geldende maatregelen, net zoals in het vorige herzieningsonderzoek, luidt de conclusie dat de verlenging van de maatregelen geen beduidende gevolgen voor de gebruikers zal hebben.
H. CONCLUSIE
Uit het onderzoek is gebleken dat de Chinese exporteurs hun dumpingpraktijken in het onderzoektijdvak hebben voortgezet. Ook is gebleken dat de EG-markt een interessante markt is voor de Chinese exporteurs, gelet op de prijzen die zij op andere exportmarkten aanrekenen en rekening houdend met de aanzienlijke reservecapaciteit in China. Indien de maatregelen vervallen, is het waarschijnlijk dat grote hoeveelheden van het betrokken product met dumping in de EG zullen worden ingevoerd.
De situatie van de bedrijfstak van de EG, die in de beoordelingsperiode tot uiting kwam in gedaalde productie-, verkoop- en werkgelegenheidscijfers alsook het te lage winstniveau, zal, indien de maatregelen vervallen, waarschijnlijk verslechteren, indien nog grotere hoeveelheden magnesiumoxide uit China op de EG-markt zullen worden gedumpt.
Wat het belang van de EG betreft, wordt geconcludeerd dat er geen dwingende redenen zijn om geen antidumpingmaatregelen in te stellen ten aanzien van de invoer van magnesiumoxide uit China.
Het wordt derhalve passend geacht de huidige antidumpingmaatregelen ten aanzien van magnesiumoxide uit China te handhaven.
Alle partijen werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens is de aanbeveling te doen de thans geldende maatregelen te handhaven. Zij konden hierover binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken. Er zijn geen opmerkingen ontvangen naar aanleiding waarvan de bovengenoemde conclusies moesten worden gewijzigd.
Uit het bovenstaande vloeit voort dat de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 1334/1999 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 985/2003, werden ingesteld ten aanzien van magnesiumoxide uit China, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening moeten worden gehandhaafd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op magnesiumoxide, ingedeeld onder GN-code ex 2519 90 90 (Taric-code 2519 90 90*10), van oorsprong uit de Volksrepubliek China.
2. Het bedrag van het antidumpingrecht is:
a) gelijk aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs van € 112 per ton en de nettoprijs, franco grens EG, vóór inklaring, wanneer laatstgenoemde prijs:
- lager is dan de minimuminvoerprijs en
- vastgesteld is aan de hand van een door een exporteur in de Volksrepubliek China opgestelde factuur die rechtstreeks is gericht aan een niet-verbonden onderneming in de EG (aanvullende Taric-code A420);
b) nihil, indien de nettoprijs, franco grens EG, vóór inklaring, vastgesteld aan de hand van een door een exporteur in de Volksrepubliek China opgestelde factuur die rechtstreeks is gericht aan een niet-verbonden partij in de EG, gelijk is aan of hoger dan de minimuminvoerprijs van € 112 per ton (aanvullende Taric-code A420);
c) gelijk aan een ad-valoremrecht van 27,1% in alle andere gevallen dan die welke onder a) en b) zijn beschreven (aanvullende Taric-code A999).
Wanneer het antidumpingrecht wordt vastgesteld overeenkomstig lid 2, onder a), en de goederen, voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht, zijn beschadigd waardoor de werkelijk betaalde of te betalen prijs verhoudingsgewijs is aangepast voor de vaststelling van de douanewaarde overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie, wordt bovengenoemde minimuminvoerprijs verminderd met het percentage dat overeenstemt met de aanpassing van de werkelijk betaalde of te betalen prijs. Het verschuldigde recht is dan gelijk aan het verschil tussen de verminderde minimuminvoerprijs en de verminderde nettoprijs, franco grens EG, vóór inklaring.
3. Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
[1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).
[2] PB L 159 van 25.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 985/2003 van de Raad (PB L 143 van 11.6.2003, blz. 1).
[3] PB L 143 van 11.6.2003, blz. 1.
[4] PB L 145 van 17.6.1993, blz. 1.
[5] PB C 230 van 26.9.2003, blz. 2.
[6] PB C 138 van 18.5.2004, blz. 2.