Home

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op polyethyleentereftalaat (PET) uit onder andere de Volksrepubliek China

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op polyethyleentereftalaat (PET) uit onder andere de Volksrepubliek China

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 14.12.2005

COM(2005) 664 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op polyethyleentereftalaat (PET) uit onder andere de Volksrepubliek China

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel heeft betrekking op de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad van 8 maart 2004 (hierna “de basisverordening” genoemd) in het kader van de procedure betreffende de invoer van polyethyleentereftalaat (PET) uit de Volksrepubliek China. |

Algemene context Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd uitgevoerd overeenkomstig de materiële en formele eisen van de basisverordening. |

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Dit voorstel voor een verordening strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op polyethyleentereftalaatfolie uit onder andere de Volksrepubliek China. |

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbenden |

Partijen die belang hebben bij de procedure werden in de loop van het onderzoek reeds in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar omvat wel een volledige lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

Samenvatting van de voorgestelde maatregel In april 2005 heeft de Commissie, bij Verordening (EG) nr. 523/2005, ten behoeve van een nieuwe exporteur een onderzoek geopend voor de eventuele wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op PET-folie uit onder andere de Volksrepubliek China. Bij deze verordening werd tevens het antidumpingrecht ten aanzien van Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd., de nieuwe exporteur die om de inleiding van de herzieningsprocedure had verzocht, ingetrokken en werd de douane de opdracht gegeven de invoer van PET afkomstig van deze onderneming te registreren. Volgens de bevindingen van het huidige onderzoek voldoet de aanvrager aan de criteria voor behandeling als marktgericht bedrijf en dient voor hem een individueel recht van € 45/ton te worden ingesteld. Er wordt derhalve voorgesteld dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan bijgaand voorstel voor een verordening, zodat deze uiterlijk op 31 december 2005 in het Publicatieblad van de Europese Unie kan verschijnen. |

Rechtsgrond Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad van 8 maart 2004. |

Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

De vorm van de maatregel is beschreven in bovengenoemde basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. |

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. |

Keuze van instrumenten |

Voorgesteld instrument: verordening. |

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: bovengenoemde basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

2. Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/2004 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op polyethyleentereftalaat (PET) uit onder andere de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (hierna “de basisverordening” genoemd)[1], en met name op artikel 11, lid 4,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. THANS GELDENDE MAATREGELEN

3. Momenteel zijn op polyethyleentereftalaat (hierna “PET” genoemd) uit de Volksrepubliek China (hierna “China” genoemd) definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad[2]. Bij diezelfde verordening werden ook antidumpingrechten ingesteld op PET uit Australië.

B. HUIDIG ONDERZOEK

1. Verzoek om herziening

4. Na de instelling van definitieve antidumpingrechten op PET uit China ontving de Commissie van Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd. (“de aanvrager”) het verzoek op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening een procedure in te leiden voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1467/2004 ten behoeve van een nieuwe exporteur. De aanvrager voerde aan dat hij geen banden had met producenten/exporteurs in China die zijn onderworpen aan de antidumpingmaatregelen ten aanzien van PET. Voorts zou hij tijdens het oorspronkelijke onderzoektijdvak (1 april 2002 tot en met 31 maart 2003) geen PET naar de EU hebben uitgevoerd, maar daarmee pas later zijn begonnen.

2. Opening van het onderzoek

5. De Commissie heeft het door de aanvrager ingediende bewijsmateriaal onderzocht en achtte dit toereikend om een onderzoek te openen overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening. Na overleg in het Raadgevend Comité en nadat de EU-producenten in de gelegenheid waren gesteld om opmerkingen te maken, heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 523/2005[3] een procedure ingeleid met het oog op een eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1467/2004 ten behoeve van de aanvrager en is zij met een onderzoek begonnen.

6. Bij de verordening van de Commissie tot inleiding van de herzieningsprocedure werd het antidumpingrecht van € 184/ton dat bij Verordening (EG) nr. 1467/2004 was ingesteld op PET voor de aanvrager ingetrokken. Tegelijkertijd werd de douane overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening opgedragen passende maatregelen te nemen om de invoer van PET afkomstig van de aanvrager te registreren.

3. Betrokken product

7. Deze herzieningsprocedure heeft betrekking op hetzelfde product als het onderzoek dat tot de instelling van de thans geldende maatregelen ten aanzien van PET uit China heeft geleid (“het oorspronkelijke onderzoek”), namelijk PET met een viscositeitscoëfficiënt van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, ingedeeld onder GN-code 3907 60 20.

4. Belanghebbenden

8. De Commissie heeft de aanvrager en de vertegenwoordigers van China van de opening van het onderzoek in kennis gesteld. Alle belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en te verzoeken om te worden gehoord.

9. De Commissie zond de aanvrager ook een aanvraagformulier voor behandeling als marktgericht bedrijf en een vragenlijst toe, en ontving antwoord binnen de daarvoor gestelde termijn. De Commissie heeft alle gegevens die zij nodig had voor de vaststelling van dumping en voor het onderzoek van de aanvraag om behandeling als marktgericht bedrijf ingewonnen en gecontroleerd en heeft bij de aanvrager een controle verricht.

5. Onderzoektijdvak

10. Het onderzoek naar dumping had betrekking op de periode van 1 oktober 2003 tot en met 31 december 2004 (“het onderzoektijdvak”).

C. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

1. Nieuwe exporteur

11. Gebleken is dat de aanvrager het betrokken product tijdens het oorspronkelijke onderzoektijdvak niet heeft uitgevoerd en pas later met de uitvoer naar de EU is begonnen.

12. Bovendien kon de aanvrager aantonen dat hij geen banden had met producenten/exporteurs in China die zijn onderworpen aan de thans geldende antidumpingmaatregelen ten aanzien van PET uit China.

13. Er wordt derhalve bevestigd dat de aanvrager moet worden beschouwd als een nieuwe exporteur in de zin van artikel 11, lid 4, van de basisverordening.

2. Behandeling als marktgerichte onderneming

14. Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening wordt de normale waarde bij antidumpingonderzoeken inzake invoer uit de Volksrepubliek China bepaald volgens de leden 1 tot en met 6 van dat artikel voor producenten/exporteurs die voldoen aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening, namelijk dat zij het betrokken product op marktvoorwaarden vervaardigen en verkopen. Deze criteria kunnen als volgt worden samengevat:

15. zakelijke besluiten en kosten worden vastgesteld in reactie op signalen van de markt, zonder staatsinmenging van betekenis;

16. bedrijven beschikken over één duidelijke basisboekhouding die gecontroleerd wordt door een onafhankelijke accountant in overeenstemming met de hiervoor internationaal geldende normen (IAS) en die alle terreinen bestrijkt;

17. er zijn geen verstoringen van betekenis die voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie;

18. de betrokken bedrijven zijn onderworpen aan faillissements- en eigendomswetten die rechtszekerheid en stabiliteit verschaffen;

19. omrekening van munteenheden geschiedt tegen de marktkoers.

20. De Commissie heeft alle informatie die zij nodig had verzameld en ter plaatse alle gegevens gecontroleerd die de onderneming in haar aanvraag om behandeling als marktgericht bedrijf had verstrekt.

21. Uit het onderzoek bleek dat de aanvrager aan de vijf de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening voldeed. Derhalve werd hem de status van marktgericht bedrijf toegekend.

3. Dumping

Vaststelling van de normale waarde

22. Om de normale waarde te bepalen, is de Commissie eerst nagegaan of de totale binnenlandse verkoop van het betrokken product van de aanvrager representatief was ten opzichte van zijn totale export naar de EU. Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening wordt de verkoop op de binnenlandse markt geacht representatief te zijn wanneer de totale omvang ervan tenminste 5% bedraagt van de totale omvang van de uitvoer naar de EU. De Commissie stelde vast dat de omvang van de binnenlandse verkoop van PET door de aanvrager genomen representatief was.

23. Voor het betrokken product was geen onderscheid naar soort gemaakt. Er moest dus geen bijkomend onderzoek worden verricht om na te gaan of de binnenlandse verkoop per soort voldoende representatief was overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening.

24. Er werd ook nagegaan of de representatieve binnenlandse verkoop van PET had plaatsgevonden in het kader van normale handelstransacties door het aandeel van de winstgevende verkoop aan onafhankelijke afnemers vast te stellen. Aangezien de winstgevende verkoop meer dan 80% van de totale binnenlandse verkoop bedroeg, werd de normale waarde gebaseerd op de werkelijke binnenlandse prijs, dat wil zeggen de gewogen gemiddelde prijs van alle binnenlandse transacties in het onderzoektijdvak, ongeacht of deze winstgevend waren geweest.

25. Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de basisverordening is de normale waarde dus vastgesteld op basis van de betaalde of te betalen prijzen op de binnenlandse markt van China.

Exportprijs

26. Het betrokken product werd rechtstreeks uitgevoerd naar onafhankelijke afnemers in de EU. De exportprijs werd derhalve vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening aan de hand van de werkelijk betaalde of te betalen exportprijzen.

Vergelijking

27. De normale waarde en de exportprijzen werden vergeleken af fabriek. Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de exportprijs, werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast voor verschillen die van invloed waren op de vergelijkbaarheid van de prijzen. Correcties werden toegestaan in alle gevallen waarin deze redelijk en juist werden bevonden en de verzoeken daartoe met bewijsmateriaal waren gestaafd.

Dumpingmarge

28. Overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening werd de gewogen gemiddelde normale waarde van het betrokken product vergeleken met de gewogen gemiddelde exportprijs.

29. Uit deze vergelijking bleek dat er sprake was van dumping. De dumpingmarge, in procenten van de nettoprijs, franco grens EU, vóór inklaring, bedroeg voor Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd. 5,6%.

D. WIJZIGING VAN DE MAATREGELEN

30. Gelet op de uitkomst van het onderzoek moet ten aanzien van de aanvrager een definitief antidumpingrecht worden ingesteld ter hoogte van de vastgestelde dumpingmarge.

31. Dit gewijzigde antidumpingrecht moet dezelfde vorm krijgen als de rechten die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1467/2004. Aangezien de prijzen van PET de prijsschommelingen van ruwe olie volgen, werd het passend geacht een recht in te stellen in de vorm van een bepaald bedrag per ton. Het antidumpingrecht op PET afkomstig van Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd., berekend op basis van de in procenten uitgedrukte dumpingmarge, bedraagt bijgevolg € 45 per ton.

32. De voor het onderzoektijdvak vastgestelde dumpingmarge van 5,6% is lager dan de schademarge van 27,3% die bij het oorspronkelijke onderzoek voor geheel China werd vastgesteld. Daarom wordt voorgesteld een recht van € 45 per ton, dat is gebaseerd op de dumpingmarge van 5,6%, in te stellen en Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad dienovereenkomstig te wijzigen.

E. HEFFING VAN HET ANTIDUMPINGRECHT MET TERUGWERKENDE KRACHT

33. Gezien bovenstaande bevindingen dient het op de aanvrager van toepassing zijnde antidumpingrecht met terugwerkende kracht te worden geheven PET waarvan de invoer is geregistreerd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 523/2005 van de Commissie.

F. MEDEDELING

34. De belanghebbenden werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan werd overwogen een gewijzigd definitief antidumpingrecht in te stellen op door de aanvrager vervaardigd PET en dit met terugwerkende kracht te heffen van PET waarvan de invoer werd geregistreerd. De ontvangen opmerkingen werden overwogen en waar van toepassing in aanmerking genomen.

35. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening is deze herziening niet van invloed op de datum waarop de bij Verordening (EG) nr. 1467/2004 van de Raad ingestelde maatregelen verstrijken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De tabel in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/2004 wordt gewijzigd door toevoeging van het volgende:

Land | Onderneming | Recht | Aanvullende TARIC-code |

Volksrepubliek China | Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd. | € 45/t | A510 |

2. Het hierbij ingestelde recht wordt met terugwerkende kracht geheven van het betrokken product waarvan de invoer is geregistreerd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 523/2005 van de Commissie.

De douane wordt opgedragen de registratie te beëindigen van de invoer van het betrokken product uit de Volksrepubliek China, vervaardigd door Jiangyin Chengsheng New Packing Material Co., Ltd.

3. Tenzij anders bepaald, is de regelgeving inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

[2] PB L 271 van 19.8.2004, blz. 1.

[3] PB L 84 van 2.4.2005, blz. 9.