Home

Kennisgeving aan gebruikers in de europese unie van gereguleerde stoffen die krachtens verordening (EG) NR. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen in 2006 voor essentiële toepassingen in de gemeenschap mogen worden gebruikt

Kennisgeving aan gebruikers in de europese unie van gereguleerde stoffen die krachtens verordening (EG) NR. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen in 2006 voor essentiële toepassingen in de gemeenschap mogen worden gebruikt

8.7.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 168/20


Kennisgeving aan gebruikers in de europese unie van gereguleerde stoffen die krachtens verordening (EG) NR. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen in 2006 voor essentiële toepassingen in de gemeenschap mogen worden gebruikt(1)

(2005/C 168/03)

Deze kennisgeving heeft betrekking op de volgende stoffen:

chloorfluorkoolstoffen (CFK's) 11, 12, 113, 114 en 115

andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen

tetrachloorkoolstof

halonen

1,1,1-trichloorethaan

broomfluorkoolwaterstoffen (HBFK's)

broomchloormethaan

Deze kennisgeving is bestemd voor gebruikers die voornemens zijn bovengenoemde stoffen:

1.

binnen de Gemeenschap te gebruiken voor de vervaardiging van dosis-inhalatoren;

2.

direct van de producent of via invoer in de Gemeenschap en niet via een distributeur van de stoffen in de Gemeenschap te betrekken met het oog op laboratoriumtoepassingen en analyses.

Gereguleerde stoffen voor essentiële toepassingen mogen worden verkregen door productie binnen de Gemeenschap of indien nodig van buiten de Gemeenschap worden ingevoerd.

In Besluit IV/25 van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, zijn criteria en een procedure vastgelegd om te bepalen voor welke „essentiële toepassingen” de productie en het verbruik ook na de geleidelijke eliminatie toegestaan blijven.

Krachtens artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2038/2000, moet worden vastgesteld welke hoeveelheden van bovengenoemde gereguleerde stoffen overeenkomstig Besluit IV/25 van de partijen bij het Protocol van Montreal in 2006 in de Gemeenschap voor essentiële toepassingen kunnen worden toegelaten.

De partijen bij het Protocol van Montreal kunnen in december 2005 een besluit nemen waarbij de toegestane maximale productie- en verbruiksniveaus worden vastgesteld die nodig zijn met het oog op essentiële toepassingen in 2006 van CFK's voor dosis-inhalatoren voor de behandeling van astma- en andere carapatiënten, als gespecificeerd in bijlage I, onder de voorwaarden die door de conferentie der partijen zijn vastgelegd in punt 2 van Besluit VII/28.

Overeenkomstig Besluit X/19 van de partijen bij het Protocol van Montreal moet de zuiverheid van gereguleerde stoffen voor laboratoriumtoepassingen ten minste 99,0 % bedragen voor 1,1,1-trichloorethaan en ten minste 99,5 % voor CFK's en tetrachloorkoolstof. Deze zeer zuivere stoffen en mengsels die gereguleerde stoffen bevatten, moeten worden geleverd in hersluitbare containers of hogedrukcilinders met een inhoud van minder dan drie liter of in glazen ampullen met een inhoud van ten hoogste 10 milliliter, waarop duidelijk moet zijn aangegeven dat zij uitsluitend voor laboratoriumtoepassingen en analyses bestemde, de ozonlaag afbrekende stoffen bevatten en dat gebruikte of overtollige stoffen zo mogelijk moeten worden ingezameld en gerecycleerd. Indien het materiaal niet kan worden gerecycleerd, dient het te worden vernietigd volgens de in artikel 16, lid 1, beschreven procedures.

Bij Besluit XV/8 van de partijen bij het Protocol van Montreal wordt toestemming verleend voor de productie en het verbruik die nodig zijn met het oog op essentiële toepassingen van de stoffen die vermeld staan in de bijlagen A, B en C (stoffen van de groepen II en III) bij het Protocol van Montreal, voor de laboratoriumtoepassingen en analyses als vermeld in bijlage IV bij het verslag van de zevende conferentie van de partijen, onder de voorwaarden van bijlage II bij het verslag van de zesde conferentie van de partijen.

Het Protocol van Montreal staat momenteel geen uitzonderingen toe voor het gebruik van methylbromide voor laboratoriumtoepassingen en analyses; bijgevolg vormt elke toepassing van methylbromide in de Europese Gemeenschap een inbreuk op de verordening. Potentiële gebruikers wordt gevraagd contact op te nemen met de Commissie op het onderstaande adres, of de ODS-website http://europa.eu.int/comm/environment/ods/home/home.cfm te raadplegen voor nadere informatie onder „Methyl bromide Laboratory and Analytical Uses”.

De procedure voor de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen voor bovengenoemde essentiële toepassingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 en Verordening (EG) nr. 2038/2000 is als volgt:

1.

Ondernemingen die in 2005 geen quotum hebben ontvangen en bij de Commissie een quotum voor essentiële toepassingen willen aanvragen voor de periode van 1.1.2006 tot en met 31.12.2006, dienen zich uiterlijk op 2 september 2005 bij de Commissie te melden:

Bescherming van de ozonlaag

Europese Commissie

Directoraat-generaal Milieu

Eenheid ENV.C.4 — Industriële emissies

BU9 6/137

B-1049 Brussel

Telefax: (32-2) 299 87 64

E-mail: env-ods@cec.eu.int

2.

Elke gebruiker van de aan het begin van deze kennisgeving genoemde stoffen kan een aanvraag voor essentiële toepassingen indienen. In het geval van CFK's voor gebruik in dosis-inhalatoren dient de aanvrager de gevraagde informatie te verstrekken via de spreadsheet die beschikbaar is op de ODS-website http://europa.eu.int/comm/environment/ods/home/home.cfm. Voor laboratoriumtoepassingen dient de gevraagde informatie via het formulier op de website te worden verstrekt.

Een kopie van de aanvraag moet ook aan de bevoegde instantie van de lidstaat (zie bijlage I voor het juiste adres) worden gezonden.

3.

Alleen aanvragen die uiterlijk op 2 september 2005 worden ontvangen, worden door de Commissie volgens de procedure van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 behandeld.

4.

De Commissie verstrekt deze gebruikers een quotum en deelt hun mee voor welke toepassing zij toestemming hebben, welke gereguleerde stoffen zij mogen gebruiken en hoeveel zij van deze stoffen mogen gebruiken.

5.

Na afloop van deze procedure stelt de Commissie de aanvragers via een beschikking in kennis van de hoeveelheden voor 2006 in de Gemeenschap toegelaten gereguleerde stoffen waarvan de productie en invoer worden toegestaan.

6.

Houders van een quotum voor een essentiële toepassing van een gereguleerde stof voor 2005 kunnen via de ODS-website een bestelling plaatsen bij een producent in de Gemeenschap of indien nodig bij de Commissie een aanvraag voor een invoervergunning voor een gereguleerde stof indienen, waarbij de hoeveelheid niet groter mag zijn dan hun quotum. De producent moet van de bevoegde instantie van de lidstaat waar de desbetreffende productie-installatie is gevestigd, toestemming krijgen voor de productie van de gereguleerde stof om het toegestane quotum te leveren. Wanneer de bevoegde instantie van de lidstaat deze toestemming geeft, stelt zij de Commissie daarvan ruim van tevoren in kennis.



BIJLAGE I

BELGIQUE/BELGÏE

Mr Alain Wilmart

Ministère Fédéral des Affaires Sociales de la Santé Publique et de l'Environnement

Place Victor Horta, 40 — Bte 10

B-1060 Bruxelles

ČESKÁ REPUBLIKA

Mr Jakub Achrer

Ministry of the Environment of the Czech Republik

Air Pollution Prevention Department

Vršovická 65

CZ-100 10 Praha 10

DANMARK

Mr Mikkel Aaman Sørensen

Miljøstyrelsen (EPA)

Strandgade 29

DK-1401 København K

DEUTSCHLAND

Mr Rolf Engelhardt

Ministry for Environment

Dept. IG 11 5

P.O. Box 120629

DE-53048 Bonn

EESTI

Ms Valentina Laius

Ministry of the Environment of the Republic of Estonia

Environment Management and Technology Department

Narva mnt 7A

EE-15172 Tallin

ΕΛΛΑΣ

Mrs Elpida Politis

Ministry for the Environment, Physical Planning and Public Works

International Activities and EEC Department

17 Ameliedos Street

EL-115 23 Athens

ESPAŇA

Mr Alberto Moral Gonzalez

Ministerio de Medio Ambiente

Subdirección General de Calidad Ambiental

Pza San Juan de la Cruz s/n

ES-28071 Madrid

FRANCE

Mr Matthieu LASSUS

Ministère de l'Environnement

DRPR/BSPC

20, avenue de Ségur

F-75302 Paris 07 SP

IRELAND

Mr Patrick O'Sullivan

Inspector (Environment)

Dept of Environment Heritage and Local Government

Custom House

Dublin 1

Ireland

ITALIA

Mr Alessandro Giuliano Peru

Dept of Environment and Territory

DG per la ricerca Ambientale e lo Sviluppo

Via Cristoforo Colombo 44

IT-00147 Roma

ΚΥΠΡΟΣ

Dr. Charalambos Hajipakkos

Environment Service

Ministry of Agriculture, Natural Resources and Environment

CY-Nicosia

LATVIJA

Mr Armands Plate

Ministry of Environment

Environmental Protection Department

Peldu Iela 25

LV-1494 — Riga

LIETUVA

Ms Marija Teriosina

Ministry of Environment

Chemicals Management Division

Jaksto str. 4/9

LT-2600 Vilnius

LUXEMBOURG

Mr Pierre Dornseiffer

Administration de l'Environnement

Division Air/Brut

16, rue Eugène Ruppert

L-2453 Luxembourg

MAGYARORSZÁG

Mr Robert Toth

PO Box 351

Ministry of Environment and Water

Department for Air Pollution and Noise Control

HU-1394 Budapest

MALTA

Ms Charmaine Vassallo

Malta Environment and Planning Authority

Environment Protection Directorate

Pollution Control, Wastes and Minerals

C/o Quality Control Laboratory

Industrial Estate Kordin

MT-PAOLA

NEDERLAND

Mr M. Hildebrand

Ministry of Environment

Rijnstraat 8

2500 GX Den Haag

Nederland

ÖSTERREICH

Mr Paul Krajnik

Ministry of the Agriculture, Forestry, Environment and Water Management

Chemicals Department

Stubenbastei 5

AT-1010 Wien

POLSKA

Pan Janusz Kozakiewicz

Instytut Chemii Przemysłowej

Biuro Ochrony Warstwy Ozonowej

ul. Rydygiera 8

PL-01-793 Warszawa

PORTUGAL

Dra. Cristina Vaz Nunes

Ministério do Ambiente

Rua da Murgueira 9/9A –Zambujal Ap. 7585

PT-2611-865 Amadora

SLOVENIJA

Ms Irena Malešič

Ministry of the Environment and Spacial Planning

Environmental Agency of the Republic of Slovenia

Vojkova 1b

SL-1000 Ljubljana

SLOVENSKO

Mr Lubomir Ziak

Ministry of the Environment

Air Protection Department

Nam. L. Stura 1

SK-812 35 Bratislava

SUOMI/FINLAND

Mrs Eliisa Irpola

Finnish Environment Institute

Chemicals Division

Mechelininkatu 34a

FIN-00260 Helsinki

SVERIGE

Ms Maria Ujfalusi

Swedish Environmental Protection Agency

Naturvårdsverket

Blekholmsterassen 36

SE-106 48 Stockolm

UNITED KINGDOM

Mr Stephen Reeves

Global Atmosphere Division

UK Dept of Environment, Food and Rural Affairs

3rd floor — zone 3/A3

Ashdown House

123 Victoria Street

London SW1E 6DE

United Kingdom