Home

Advies nr. 8/2006 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 betreffende de begrotingsdiscipline

Advies nr. 8/2006 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 betreffende de begrotingsdiscipline

12.1.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 8/3


ADVIES Nr. 8/2006

over een voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 betreffende de begrotingsdiscipline

(uitgebracht krachtens artikel 248, lid 4, tweede alinea, van het EG-Verdrag)

(2007/C 8/02)

DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 37, 248, 279 en 308,

Gezien het voorstel voor een verordening van de Raad(1) tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad(2) betreffende de begrotingsdiscipline,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

1.

Bij Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline zijn voorschriften vastgesteld voor een goed beheer van de Gemeenschapsuitgaven in de periode 2000-2006.

2.

Voor de periode 2007-2013 is het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(3) van toepassing. De Rekenkamer vestigt de aandacht op het feit dat zij niet in de gelegenheid is, opmerkingen te maken over kwesties inzake begrotingsdiscipline en goed financieel beheer als deze niet worden geregeld in verordeningen van de Raad maar in interinstitutionele akkoorden.

3.

De Rekenkamer erkent dat de oude Verordening (EG) nr. 2040/2000 door het nieuwe interinstitutionele akkoord vanaf 1 januari 2007 achterhaald zal zijn en dient te worden ingetrokken zodat het nieuwe interinstitutionele akkoord vanaf die datum ten volle kan worden toegepast.

4.

In het voorstel tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 verklaart de Commissie echter dat er geen specifieke voorzieningen meer vereist zijn. In dit verband merkt de Rekenkamer op dat de voorgestelde regeling voor de middelentoewijzing aan het Garantiefonds voor externe acties(4) nog niet stoelt op een nieuwe rechtsgrondslag.

Dit advies werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 6 december 2006.

Voor de Rekenkamer

De president

Hubert WEBER