Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 13.6.2006
COM(2006) 301 definitief
2004/0165 (COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het
gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds
2004/0165 (COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het
gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds
1. CHRONOLOGISCH OVERZICHT
Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad (document COM(2004) 493 definitief - 2004/0165(COD)): | 15.7.2004 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: | 9.3.2005 |
Advies van het Comité van de Regio's: | 23.2.2005 |
Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: | 6.7.2005 |
Gewijzigd voorstel van de Commissie (document COM(2005) 523 definitief - 2004/165 (COD)): | 17.10.2005 |
Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: | 12.6.2006 |
2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE
Het doel van het voorstel van de Commissie was de omschrijving van de taken van het Europees Sociaal Fonds en de reikwijdte van de bijstand in het kader van het Fonds ten aanzien van de doelstellingen "convergentie" en "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid".
Samen met de voorstellen voor verordeningen betreffende het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de Europese groepering voor territoriale samenwerking en de bepalingen die van toepassing zijn op alle Fondsen vormt het voorstel het communautaire wettelijke kader voor de uitvoering van het cohesiebeleid in de periode 2007-2013.
3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT
Het gemeenschappelijk standpunt is op 12 juni 2006 met gekwalificeerde meerderheid vastgesteld. De Commissie kan het standpunt onderschrijven omdat zij het als een passend compromis beschouwd dat beantwoordt aan de doelstellingen van het gewijzigde voorstel van de Commissie waarin een groot aantal amendementen van het Europees Parlement is overgenomen.
De Raad heeft om één wezenzijke wijziging in de tekst van het gewijzigde voorstel van de Commissie verzocht. De lidstaten hebben unaniem bezwaar gemaakt tegen de bepalingen van artikel 5, lid 3, die voorzien in de toewijzing van ten minste 2% van de ESF-middelen in het kader van de "convergentie"-doelstelling voor " capaciteitsopbouw en voor activiteiten die door de sociale partners gezamenlijk worden ondernomen". Na raadpleging van het Europees Parlement heeft het voorzitterschap voorgesteld dat de tekst als volgt wordt aangepast: ". wordt een passend bedrag van de middelen van het ESF uitgetrokken voor capaciteitsopbouw, waaronder opleidingsprojecten, netwerkvorming, intensivering van de sociale dialoog en voor activiteiten die door de sociale partners gezamenlijk worden ondernomen, .". De andere door de Raad gevraagde wijzigingen veranderen het voorstel van de Commissie niet wezenlijk.
4. CONCLUSIE
De Commissie is van mening dat het op 12 juni 2006 met gekwalificeerde meerderheid vastgestelde gemeenschappelijk standpunt evenwichtig is en kan het daarom steunen.