Home

Resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie (2006/2115(INI))

Resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie (2006/2115(INI))

Resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie (2006/2115(INI))

Publicatieblad Nr. 316 E van 22/12/2006 blz. 0121 - 0124


P6_TA(2006)0512

Toetreding van Roemenië

Resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie (2006/2115(INI))

Het Europees Parlement,

- gezien het Toetredingsverdrag van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot Europese Unie ondertekend op 25 april 2005 [1],

- onder verwijzing naar al zijn vroegere resoluties en verslagen van het begin van het uitbreidingsproces tot op vandaag, in het bijzonder zijn jongste resolutie van 14 juni 2006 over de toetreding van Bulgarije en Roemenië [2],

- gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 15/ 16 juni 2006,

- gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 17 oktober 2006 over de uitbreiding,

- gezien het monitoringverslag van de Commissie van 26 september 2006 over Roemenië (COM(2006)0549) en de vorige monitoringverslagen,

- gezien de correspondentie tussen de Voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Commissie over het volledig betrekken van het Europees Parlement bij een eventuele inwerkingstelling van de vrijwaringsclausules uit het Toetredingsverdrag,

- gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en de adviezen van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0421/2006),

A. overwegende dat de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie een belangrijke historische ontwikkeling is, die gepaard gaat met diepgaande veranderingen in het economische, sociale en civiele landschap van het land en dat de toetreding een positieve impact zal hebben, zowel op de Roemeense bevolking als op de ontwikkeling en de cohesie in de Europese Unie,

B. overwegende dat de opneming van Roemenië in de Europese Unie zal bijdragen aan de stabiliteit en voorspoed van Zuidoost-Europa,

C. overwegende dat de opneming van Roemenië in de Europese Unie de politieke en culturele dimensie van het Europese integratieproces zal versterken,

D. overwegende dat de eerste fase van de vijfde uitbreiding in 2004 een heilzaam effect heeft gehad, zowel voor de "oude" als voor de nieuwe lidstaten, en dat het met de huidige uitbreiding, die de vijfde uitbreidingsgolf afsluit, zonder enige twijfel niet anders zal zijn,

E. overwegende dat sinds het verslag van de Commissie van mei 2006 opnieuw significante verbeteringen kunnen worden vastgesteld, zoals blijkt uit het jongste monitoringverslag van 26 september 2006,

F. overwegende dat Roemenië zijn inspanningen voortzet om de voorwaarden van het toetredingsverdrag te halen en per 1 januari 2007 tezamen met Bulgarije lid van de Unie te kunnen worden, en dat het Parlement zijn steun is blijven toezeggen aan de gelijktijdige toetreding van beide landen,

1. feliciteert de Europese Commissie met de ernst en de uiterste nauwkeurigheid die zij aan de dag heeft gelegd bij het monitoren van de hervormingen in Roemenië;

2. feliciteert Roemenië en verheugt zich over de toetreding op 1 januari 2007, ziet uit naar de komst te zijner tijd van de 35 leden van het Europees Parlement, alsmede van de Commissieleden en ambtenaren in de EU-instellingen en erkent de uitstekende bijdrage van de Roemeense waarnemers in het Europees Parlement sinds september 2005;

3. onderstreept dat deze uitbreiding van de Europese Unie, zoals alle voorgaande, de belichaming is van de idee van de Europese eenheid en solidariteit, die alle partijen ten goede komt en de waarden van democratie, gelijkheid, pluralisme en non discriminatie bevordert;

4. verheugt er zich over dat de Commissie in haar verslag van 26 september 2006 de gelijktijdige toetreding van Bulgarije en Roemenië heeft aanbevolen;

5. verheugt zich over de aanzienlijke voortgang die Roemenië heeft geboekt sinds het jongste verslag van mei 2006 en stemt bijgevolg in met de voorgestelde toetreding van Roemenië op 1 januari 2007, maar wijst de Roemeense autoriteiten erop dat zij na de toetreding de hervormingen in het hetzelfde tempo moeten voortzetten;

6. juicht de inspanningen van Roemenië toe om een groot aantal hervormingen door te voeren met het oog op zijn toetreding en feliciteert de Roemeense autoriteiten met de vooruitgang die zij in een korte tijdspanne op tal van terreinen heeft geboekt;

7. wijst er nogmaals op dat dit hervormingsproces heilzaam is voor Roemenië in de context van zijn toetreding tot de Europese Unie en bijdraagt aan de economische welvaart en de veiligheid van het land;

8. stelt vast dat substantiële voortgang is gemaakt op de gebieden waar de Commissie in haar verslag van mei 2006 bij had aangestipt dat onmiddellijke actie vereist was — hervorming van het rechtsstelsel, strijd tegen de corruptie, instelling van betaalagentschappen en van het geïntegreerde beheers- en controlestelsel, TSE, de interconnectie van de systemen voor belastinginning;

9. stelt met voldoening vast dat Roemenië een levensvatbare markteconomie bezit, met een groei van bijna 7% van het BBP en een werkloosheidspercentage van ongeveer 5,5 %;

10. moedigt de lidstaten aan hun arbeidsmarkten voor Roemeense werknemers vanaf 1 januari 2007 open te stellen, volledig in de geest van het door het Gemeenschapsrecht gewaarborgde vrij verkeer van werknemers;

11. benadrukt de noodzaak, met het oog op de financiële overmakingen door de EU en de noodzakelijke cofinanciering door Roemenië, dat de te verwachten begrotingswijzigingen niet uitsluitend ten koste mogen gaan van de sociale uitgaven en bijvoorbeeld niet tot kortingen op de sociale uitgaven mogen leiden;

12. spoort de Roemeense regering ertoe aan de hervormingen te consolideren en dringt er bij de Roemeense autoriteiten op aan hun inspanningen op te voeren, inzonderheid op het gebied van de kinderbescherming, de integratie van de minderheden, met name de Roma en de Hongaarse minderheid, alsook de verzorging van de mentaal gehandicapten; verzoekt Roemenië in dit verband onverwijld maatregelen te treffen om iets te doen aan de gebreken in de naleving van de vereisten van de alomvattende monitoringsverslagen van 2005 en 2006 en van de resoluties die het Parlement in 2004 en 2005 heeft aangenomen;

13. stelt vast dat er sinds het verslag van de Commissie van mei 2006 vooruitgang is geboekt op het gebied van de minderheden; wijst er andermaal op dat zijn standpunt ten aanzien van minderheden in Roemenië is gebaseerd op de beginselen van respect voor, erkenning van en steun aan minderheden, en de uitroeiing van alle soorten tegen hen gericht geweld en discriminatie; wenst dat de wet inzake de minderheden zo spoedig mogelijk wordt aangenomen en dat daarbij de politieke normen in acht worden genomen; stelt vast dat het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat de strijd tegen racisme en daarmee verband houdende discriminatie na de toetreding zal blijven volgen, zoals het in alle staten doet;

14. inzake de Roma-minderheid: spoort de Roemeense regering ertoe aan de hervormingen te consolideren, inzonderheid op het gebied van de bescherming tegen institutioneel geweld, verbetering van levensomstandigheden en huisvesting, en toegang tot arbeidsmarkt en gezondheidszorg via waarborging van adequate financiering;

15. inzake de Hongaarse minderheid: verzoekt de Roemeense instanties rekening te houden met de verwachtingen van de Hongaarse minderheid, overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en cultureel zelfbestuur, met name door adequate middelen ter beschikking te stellen voor verbetering van de onderwijsnormen;

16. stelt voor dat de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken een follow-up verzorgt van de hervormingen op het gebied van adoptie en kinderbescherming in Roemenië per 1 januari 2007;

17. stelt met bezorgdheid vast dat het geweld tegen vrouwen een ernstig probleem blijft, met aanzienlijke gevolgen voor de vrouwenhandel en de seksuele uitbuiting van vrouwen in het land en daarbuiten (jaarlijks 800000 slachtoffers) en huiselijk geweld, en roept de regering op doortastende maatregelen te nemen voor de preventie, bewustmaking en bestrijding van dit probleem in samenwerking met de maatschappij, de bevoegde NGO's en de justitiële en politiële autoriteiten op regionaal, nationaal en internationaal niveau;

18. merkt op dat Roemenië de klachtenprocedures met betrekking tot de restitutie van door het communistische regime geconfisqueerd eigendom moet bespoedigen, met name waar het eigendom van de kerk en van de gemeenschap betreft, zodat een en ander niet wordt geblokkeerd op het niveau van de wet; benadrukt dat het daarom noodzakelijk is een functioneel Onroerendgoedfonds op te richten;

19. verzoekt de Roemeense autoriteiten meer te doen voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving betreffende de milieubescherming en wenst dat de buurlanden worden geraadpleegd en de normen strikt worden toegepast in de geest van de EU-wetgeving op dit terrein (b.v. Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën [3]), met speciale aandacht voor grootschalige mijnbouwprojecten die grote gevolgen hebben voor het milieu, zoals in het geval van Rosia Montana;

20. constateert dat de Commissie drie gebieden heeft genoemd waarop sinds haar verslag van mei 2006 substantiële maar dat nog steeds meer inzet nodig is:

- de hervorming van het rechtsstelsel en de strijd tegen de corruptie,

- de absorptie en het beheer van de communautaire subsidies in de landbouw en van de structuurfondsen,

- de toepassing van het acquis communautaire in bepaalde deelgebieden van de voedselveiligheid;

21. wijst erop dat het eerstgenoemde gebied, met name de afronding van de hervorming van het rechtsstelsel en de strijd tegen de corruptie van essentieel belang zijn en bijgevolg de bijzondere aandacht van de Roemeense autoriteiten moeten krijgen;

22. steunt de inspanningen van de Commissie om mechanismen in het leven te roepen om de voortgang op deze gebieden te controleren en te begeleiden, onder meer door specifieke criteria vast te stellen, en spoort de Roemeense regering ertoe aan al het nodige te doen om de verwachtingen in te lossen, zodat de inwerkingstelling van vrijwaringsclausules kan worden vermeden;

23. wijst erop dat weliswaar tijdelijke maatregelen kunnen worden genomen gedurende de eerste drie jaar na de toetreding maar dat vergelijkbare maatregelen al zijn genomen tijdens het laatste uitbreidingsproces en dat alle betrokken partijen daarvan hebben kunnen profiteren; spreekt de wens uit dat deze mechanismen slechts worden toegepast op zeer specifieke terreinen die door de Commissie zijn vastgesteld en bovendien slechts voor een beperkte duur; wijst erop dat passende maatregelen om het goed functioneren van het EUbeleid te waarborgen alleen kunnen worden opgeheven als volledig wordt voldaan aan de door de Commissie vastgestelde criteria;

24. ziet uit naar het voor juni 2007 aangekondigde verslag van de Commissie over de voortgang die Roemenië heeft geboekt bij de hervorming van het rechtsstelsel en de strijd tegen de corruptie; roept het land ertoe op al het mogelijke te doen om de vereiste maatregelen te nemen;

25. verzoekt de Commissie met klem het Parlement stelselmatig verslag te doen over de voortgang die Roemenië de komende maanden maakt en het Parlement (nauw) te betrekken bij het monitoringmechanisme dat door de Commissie is voorgesteld voor de periode na de toetreding;

26. onderstreept dat de Roemeense regering zich moet realiseren dat zij de resterende tijd optimaal moet benutten om haar inspanningen voor het verduurzamen van de bereikte resultaten voort te zetten;

27. dringt aan op spoedige ratificatie van het toetredingsverdrag door de twee resterende lidstaten die dat nog niet hebben gedaan;

28. verzoekt de Commissie passende middelen uit te trekken voor voorlichtingscampagnes om de publieke opinie beter bekend te maken met de toetreding van Roemenië (en Bulgarije);

29. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten en Roemenië.

[1] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 11.

[2] Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0262.

[3] PB L 102 van 11.4.2006, blz. 15.

--------------------------------------------------