Home

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië /* COM/2006/0271 def. - CNS 2006/0091 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 06.06.2006

COM(2006) 271 definitief

2006/0091 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De komende uitbreiding van de Europese Unie met Bulgarije en Roemenië plaatst de instellingen voor tal van uitdagingen, niet het minst op het gebied van het beheer van de personele middelen. Het bijgaande voorstel voor een verordening heeft betrekking op het aanwervingsaspect van deze uitbreiding.

Bij eerdere uitbreidingen zijn specifieke maatregelen vastgesteld voor de aanwerving van onderdanen van de landen die tot de Unie toetraden. Daartoe was een verordening van de Raad nodig waarbij tijdelijk werd afgeweken van de in het ambtenarenstatuut opgenomen bepalingen inzake aanwerving[1]

Het huidige uitbreidingsproces volgt op de omvangrijkste uitbreiding waarmee de Unie ooit te maken heeft gehad, namelijk die waarbij op 1 mei 2004 tien nieuwe lidstaten tot de Unie zijn toegetreden.

De belangrijkste kenmerken van het voorstel zijn:

1. de afwijking van het ambtenarenstatuut zal duren tot en met 31 december 2011;

2. de verordening voorziet in de organisatie van vergelijkende onderzoeken voor de selectie op nationale basis van ambtenaren uit Bulgarije en Roemenië;

3. nog voordat Bulgarije en Roemenië daadwerkelijk tot de Unie zijn toegetreden, kunnen voor hun onderdanen bestemde vergelijkende onderzoeken worden gehouden en op basis daarvan lijsten van geschikte kandidaten worden opgesteld. Pas nadat een nieuwe lidstaat tot de Unie is toegetreden, kunnen zijn onderdanen als ambtenaar in een ambt bij de instellingen worden aangesteld;

4. de instellingen kunnen afwijken van het voorschrift dat vacatures binnen de instellingen moeten worden bekendgemaakt. Desgewenst kunnen zij echter ook bekendheid aan vacatures geven.

Elke instelling zal bepalen hoeveel ambtenaren uit de kandidaat-lidstaten op grond van de afwijkende bepalingen van deze verordening in dienst moeten worden genomen.

2006/0091 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 283,

Gezien het voorstel van de Commissie[2],

Gezien het advies van het Europees Parlement[3],

Gezien het advies van het Hof van Justitie[4],

Gezien het advies van de Rekenkamer[5],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Naar aanleiding van de komende toetreding van Bulgarije en Roemenië dienen tijdelijke bijzondere maatregelen te worden vastgesteld die afwijken van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (het statuut).

(2) Voorts moeten, gezien de relatieve omvang van de toetredende landen en het aantal personen waarom het kan gaan, deze maatregelen, hoewel zij tijdelijk zijn, worden toegepast gedurende een lange periode. Een periode die op 31 december 2011 verstrijkt, lijkt daartoe het meest gepast.

(3) Aangezien de voorgenomen aanwervingen zo spoedig mogelijk na de toetreding moeten kunnen plaatsvinden, dient deze verordening vóór de feitelijke toetredingsdatum te worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Tot en met 31 december 2011 kan, in afwijking van artikel 4, tweede en derde alinea, artikel 7, lid 1, artikel 27, tweede alinea, en artikel 29, lid 1, onder a) en b), van het statuut, na de feitelijke toetredingsdatum van Bulgarije en Roemenië in vacatures worden voorzien door de aanstelling, binnen het daartoe aangewezen aantal ambten, van Bulgaarse en Roemeense onderdanen, in voorkomend geval met inachtneming van de beraadslagingen over de begroting.

2. Tot aanstelling in de ambten wordt overgegaan:

1. voor alle rangen, na de feitelijke toetredingsdatum van de betrokken landen;

2. behalve voor hogere ambtenaren (directeuren-generaal of een equivalente functie in de rangen AD 16 of AD 15 en directeuren of een equivalente functie in de rangen AD 15 of AD 14), na vergelijkende onderzoeken aan de hand van schriftelijke bewijsstukken en tests die worden georganiseerd overeenkomstig bijlage III bij het statuut.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op […]

Voor de Raad

De Voorzitter

[1] Voor de verordening betreffende de uitbreiding met de tien nieuwe lidstaten (EU-10), zie PB L 67 van 5.3.2004, blz. 1.

[2] PB C […], […], blz. […].

[3] PB C […], […], blz. […].

[4] PB C […], […], blz. […].

[5] PB C […], […], blz. […].