Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot rectificatie van richtlijn 2002/2/EG tot wijziging van richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders
Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot rectificatie van richtlijn 2002/2/EG tot wijziging van richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders
Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot rectificatie van Richtlijn 2002/2/EG tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders /* COM/2006/0340 def. - COD 2006/0117 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 27.6.2006
COM(2006) 340 definitief
2006/0117 (COD)
Voorstel voor een
BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot rectificatie van Richtlijn 2002/2/EG tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Richtlijn 2002/2/EG
Richtlijn 2002/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002[1] wijzigt de bepalingen inzake etikettering van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders[2].
Met name wordt artikel 5 quater van Richtlijn 79/373/EEG vervangen door de bepaling in artikel 1, punt 4, van Richtlijn 2002/2/EG, die de verplichting invoert om de gewichtspercentages van voedermiddelen die in mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren voorkomen, in afnemende volgorde van belangrijkheid te vermelden, waarbij een marge van ±15% van de aangegeven waarde getolereerd wordt.
Verder wordt door artikel 1, punt 1, onder b), van Richtlijn 2002/2/EG een punt l) aan artikel 5, lid 1, van Richtlijn 79/373/EEG toegevoegd, dat bepaalt dat op verzoek van de klant het exacte gewichtspercentage van de voedermiddelen waaruit een mengvoeder is samengesteld, moet worden meegedeeld.
2. Arrest van het Hof van Justitie van 6 december 2005
Bij het Hof van Justitie zijn door rechters in het Verenigd Koninkrijk, Italië en Nederland verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 van het EG-Verdrag ingediend met betrekking tot de geldigheid van Richtlijn 2002/2/EG, en met name artikel 1, punt 1, onder b), en punt 4.
Die verzoeken werden gedaan in het kader van de behandeling van door mengvoederfabrikanten of vertegenwoordigers van die sector ingediende vorderingen tot nietigverklaring of opschorting van de voorschriften ter omzetting van de bestreden bepalingen van Richtlijn 2002/2/EG in intern recht.
In zijn arrest van 6 december 2005[3] verwierp het Hof van Justitie de argumenten waarmee de juistheid van de rechtsgrondslag van Richtlijn 2002/2/EG (artikel 152, lid 4, onder b), van het EG-Verdrag) werd betwist en bevestigde het Hof het standpunt van de instellingen.
Ook wees het Hof de argumenten van de hand dat de richtlijn in het licht van het beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie niet geldig zou zijn.
Bij bestudering van de argumenten betreffende de eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel heeft het Hof niets gevonden waardoor artikel 1, punt 4, van Richtlijn 2002/2/EG niet geldig zou zijn. Wel was het Hof van oordeel dat artikel 1, punt 1, onder b), van de richtlijn in het licht van het evenredigheidsbeginsel ongeldig is.
Het Hof was namelijk van oordeel dat de verplichting om klanten op hun verzoek de exacte kwantitatieve samenstelling van mengvoeders mee te delen, niet gerechtvaardigd kan worden door het beoogde doel van bescherming van de volksgezondheid en kennelijk verder gaat dan wat noodzakelijk is om dat doel te bereiken[4].
3. Voorstel
Overeenkomstig artikel 233 van het EG-Verdrag, dat bepaalt dat instellingen waarvan een handeling nietig is verklaard de nodige maatregelen moeten nemen om het arrest van het Hof van Justitie uit te voeren, wordt voorgesteld Richtlijn 2002/2/EG te rectificeren door de ongeldige bepaling, artikel 1, punt 1, onder b), door middel van een beschikking te schrappen.
Met het oog op de consistentie moeten ook eventuele verwijzingen naar de geschrapte bepaling verdwijnen, in dit geval dus verwijzingen naar artikel 5, lid 1, onder l), van Richtlijn 79/373/EEG, de bepaling die werd toegevoegd door artikel 1, punt 1, onder b), van Richtlijn 2002/2/EG. Een dergelijke verwijzing staat in artikel 1, punt 6, van Richtlijn 2002/2/EG, waarbij artikel 15 bis in Richtlijn 79/373/EEG werd ingevoegd. Die bepaling moet dus dienovereenkomstig worden aangepast.
Aangezien wijzigingsbesluiten zelf niet gewijzigd mogen worden maar wel gerectificeerd, heeft dit ontwerp-voorstel de vorm van een rectificatiebeschikking. Met het oog op transparantie en duidelijkheid van het Gemeenschaprecht wordt voorgesteld de richtlijn door middel van een beschikking te rectificeren, zodat de lidstaten niet rechtstreeks verplicht worden om hun nationale wetgeving te wijzigen; overeenkomstig artikel 10 van het EG-Verdrag moeten zij immers hoe dan ook alle maatregelen nemen om de nakoming van het arrest van het Hof te verzekeren.
2006/0117 (COD)
Voorstel voor een
BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot rectificatie van Richtlijn 2002/2/EG tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, lid 4, onder b),
Gezien het voorstel van de Commissie[5],
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],
Gezien het advies van het Comité van de Regio's[7],
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[8],
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In zijn arrest van 6 december 2005 in de gevoegde zaken C-453/03, C-11/04, C-12/04 en C-194/04[9] heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen artikel 1, punt 1, onder b), van Richtlijn 2002/2/EG van het Europees Parlement en de Raad[10], waarbij Richtlijn 79/373/EEG van de Raad[11] werd gewijzigd, gelet op het evenredigheidsbeginsel ongeldig verklaard. Met de genoemde bepaling werd een punt l) toegevoegd aan artikel 5, lid 1, van Richtlijn 79/373/EEG, waarin wordt bepaald dat mengvoederfabrikanten op verzoek van de klant de exacte samenstelling van een diervoeder moeten meedelen.
(2) Volgens artikel 233 van het Verdrag moeten instellingen waarvan een handeling nietig is verklaard de nodige maatregelen nemen om het arrest van het Hof van Justitie uit te voeren.
(3) Richtlijn 2002/2/EEG moet dus worden gerectificeerd,
HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Richtlijn 2002/2/EG wordt als volgt gerectificeerd:
(1) Artikel 1, punt 1, onder b), wordt geschrapt.
(2) In artikel 1, punt 6, worden de woorden "artikel 5, lid 1, punt j) en l)" in de tekst van artikel 15 bis van Richtlijn 79/373/EEG vervangen door "artikel 5, lid 1, onder j)".
Artikel 2
Deze beschikking treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
[1] PB L 63 van 6.3.2002, blz. 23.
[2] PB L 86 van 6.4.1979, blz. 30. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
[3] Gevoegde zaken C-453/03, C-11/04, C-12/04 en C-194-04 ABNA en anderen , nog niet in de Jurisprudentie van het Hof van Justitie en van het Gerecht van eerste aanleg verschenen.
[4] Zie met name de punten 79 tot en met 85 van het arrest.
[5] PB C […] van […], blz. […].
[6] PB C […] van […], blz. […].
[7] PB C […] van […], blz. […].
[8] PB C […] van […], blz. […].
[9] ABNA en anderen , nog niet in de Jurisprudentie van het Hof van Justitie en van het Gerecht van eerste aanleg verschenen.
[10] PB L 63 van 6.3.2002, blz. 23.
[11] PB L 86 van 6.4.1979, blz. 30. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).