Home

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, wat betreft de financiële middelen voor de periode 2007-2009 en de maximale bijdrage van de Gemeenschap voor Bulgarije en Roemenië

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, wat betreft de financiële middelen voor de periode 2007-2009 en de maximale bijdrage van de Gemeenschap voor Bulgarije en Roemenië

NL

Brussel, 28.6.2006

COM(2006)344 definitief

2006/0112(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, wat betreft de financiële middelen voor de periode 2007-2009 en de maximale bijdrage van de Gemeenschap voor Bulgarije en Roemenië

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie, moeten de lidstaten in 2007 een enquête naar de structuur van de landbouwbedrijven uitvoeren in het kader van een meerjarig enquêteprogramma voor de periode tot en met 2007. Ingevolge artikel 14 van die verordening ontvangen de lidstaten als bijdrage in de kosten van de uitvoering van de enquêtes een vergoeding van 20 ecu per geënquêteerd bedrijf, tot een maximumbedrag per enquête.

Bij de voorgestelde verordening worden de financiële middelen voor de resterende looptijd van het programma vastgesteld.

Voorts wordt een maximale bijdrage van de Gemeenschap vastgesteld voor de enquêtes in Bulgarije en Roemenië in 2007. Deze maximumbedragen zijn op basis van het aantal landbouwbedrijven en de oppervlakte van het land zo vastgesteld dat deze landen op dezelfde wijze worden behandeld als de huidige lidstaten.

2006/0112(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, wat betreft de financiële middelen voor de periode 2007-2009 en de maximale bijdrage van de Gemeenschap voor Bulgarije en Roemenië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gelet op de Akte van Toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 56,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [2],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad [3] ontvangen de lidstaten als bijdrage in de gemaakte kosten een vergoeding tot een maximumbedrag per enquête.

(2) Voor de uitvoering van de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven moeten de lidstaten en de Gemeenschap aanzienlijke financiële middelen uittrekken om in de informatiebehoefte van de Gemeenschapsinstellingen te voorzien.

(3) Door de toetreding van Bulgarije en Roemenië moet, met het oog op de uitvoering van de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven in deze nieuwe lidstaten in 2007, in een maximale bijdrage van de Gemeenschap per enquête worden voorzien; deze aanpassing is noodzakelijk ten gevolge van de toetreding en is niet bij de Toetredingsakte geregeld.

(4) Bij deze verordening worden voor de resterende looptijd van het programma financiële middelen vastgesteld die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure vormen in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [4],

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 571/88 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 14, lid 1, wordt aan de eerste alinea de volgende zin toegevoegd:

“– 2 000 000 EUR voor Bulgarije en Roemenië.”

2. Artikel 14, lid 1, derde alinea, wordt vervangen door:

“De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma, met inbegrip van de nodige kredieten voor het beheer van het Eurofarm-project, worden vastgesteld op 20,4 miljoen EUR voor de periode 2007-2009.

De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegewezen binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, lid 1, is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Dit financieel memorandum betreft zowel het voorstel als Verordening nr. 2467/96 van de Raad van 17 december 1996, waarbij het enquêteprogramma inzake de structuur van de landbouwbedrijven in de toenmalige EU-15 voor de periode 1998-2007 is vastgesteld.

Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure bevat het voorstel een bepaling inzake de financiële middelen voor de gehele resterende looptijd van het programma.

Om de bijdrage van de Gemeenschap te kunnen verlenen, moeten de totale kosten van de enquête over meerdere jaren worden verdeeld. Bijgevolg is de bijdrage van de Gemeenschap voor de enquête van 2007 verdeeld over de periode 2006-2009.

Verordening (EG) nr. 1435/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 2004 bepaalt het volgende:

“Het bedrag voor de periode 2007-2009 zal op voorstel van de Commissie door de begrotings- en wetgevingsautoriteit worden vastgesteld op basis van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007.”

Vanaf 2007 moeten de kredieten ook worden aangepast met het oog op de geplande toetreding van Bulgarije en Roemenië.

De voorgestelde middelen dekken een deel van de kosten van de enquête die in 2007 zal worden uitgevoerd in de EU-27 (in 2006 zijn enkele voorschotten betaald) en bepaalde uitgaven voor de enquête van 2005 in de EU-25.

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, wat betreft de financiële middelen voor de periode 2007-2009 en de maximale bijdrage van de Gemeenschap voor Bulgarije en Roemenië

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

Beleidsstrategie en -coördinatie van het beleidsterrein Landbouw en plattelandsontwikkeling

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

05.0802: Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

2007-2009

3.3. Begrotingskenmerken :

Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

05.0802 | Verplicht | GK | NEE | NEE | NEE | nr. […] |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | | Vóór 2007 vastgelegde kredieten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |

| | | | | | | Excl. vóór 2007 vastgelegde kredieten | Incl. vóór 2007 vastgelegde kredieten |

Beleidsuitgaven [5]

VK | EU-25 | 15,400 | 15,000 | 0,850 | 0,550 | | 16,400 | 31,800 |

| BG & RO | 0 | 4,000 | | | | 4,000 | 4,000 |

| EU-27 | 15,400 | 19,000 | 0,850 | 0,550 | | 20,400 | 35,800 |

BK | EU-25 | 9,200 | 14,300 | 6,380 | 1,570 | 0,350 | 22,600 | 31,800 |

| BG & RO | 0 | 2,400 | 1,600 | | | 4,000 | 4,000 |

| EU-27 | 9,200 | 16,700 | 7,980 | 1,570 | 0,350 | 26,600 | 35,800 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag [6] | | | | |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | | | | | | | |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG

VK | EU-25 | 15,400 | 15,000 | 0,850 | 0,550 | | 16,400 | 31,800 |

| BG & RO | 0 | 4,000 | | | | 4,000 | 4,000 |

| EU-27 | 15,400 | 19,000 | 0,850 | 0,550 | | 20,400 | 35,800 |

BK | EU-25 | 9,200 | 14,300 | 6,380 | 1,570 | 0,350 | 22,600 | 31,800 |

| BG & RO | 0 | 2,400 | 1,600 | | | 4,000 | 4,000 |

| EU-27 | 9,200 | 16,700 | 7,980 | 1,570 | 0,350 | 26,600 | 35,800 |

Medefinanciering

Bij artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad van 29 februari 1988 zijn het maximale bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap per lidstaat en de totale financiële toewijzing voor het programma vastgesteld. Overeenkomstig hetzelfde artikel ontvangen de lidstaten voor de uitvoering van de enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven een vergoeding van 20 euro per bedrijf, tot een maximumbedrag per enquête.

De bijdrage van de Gemeenschap dekt slechts een deel van de totale kosten van de enquêtes, dat voor steekproefenquêtes op ongeveer 25% wordt geschat. Deze bijdrage is noodzakelijk als gedeeltelijke tegemoetkoming in de extra kosten die de lidstaten moeten maken om in de specifieke statistische behoeften van de Commissie te voorzien, en voor een betere harmonisatie op communautair niveau van de verzamelmethoden, de kenmerken voor de enquêtes en de enquêtedata.

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | | Vóór 2007 vastgelegde kredieten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |

Nationale bureaus voor de statistiek | EU-25 | | | | | | | |

| BG & RO | | | | | | | |

| EU-27 | | | | | | | |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | EU-25 | 15,400 | 15,000 | 0,850 | 0,550 | | 16,400 | 31,800 |

| BG & RO | 0 | 4,000 | | | | 4,000 | 4,000 |

| EU-27 | 15,400 | 19,000 | 0,850 | 0,550 | | 20,400 | 35,800 |

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord [7] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

in miljoen euro (tot op een decimaal)

| | Vóór de actie [Jaar n-1] | | Situatie na de actie |

Begrotingsonderdeel | Ontvangsten | | | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] | [n+4] | [n+5] [8] |

| a) Ontvangsten in absolute bedragen | | | | | | | | |

| b) Verschil in ontvangsten | | | | | | | | |

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 e.v. |

Totale personele middelen in VTE | | | | | | |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Deze maatregel beoogt de medefinanciering van de statistische enquêtes die nodig zijn voor het toezicht op de structuur van de landbouwbedrijven in de Europese Unie.

De resultaten van de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven worden gecontroleerd, opgeslagen, geanalyseerd en verspreid met behulp van Eurofarm.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Tot 1990 werden de resultaten van de communautaire enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven (die om de twee à drie jaar worden verricht) door Eurostat opgeslagen als door de lidstaten ingediende standaardtabellen. Sinds 1990 dienen de lidstaten niet langer standaardtabellen, maar gegevens per landbouwbedrijf in, die in de Eurofarm-databank worden opgeslagen. Dit wordt beschouwd als de meest efficiënte wijze om gedetailleerde en geharmoniseerde gegevens zeer snel beschikbaar te maken met het oog op de nodige ad-hocanalyses voor het beheer, de evaluatie en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

De enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven spelen een centrale rol in de landbouwstatistieken. Ze verstrekken namelijk regelmatig (gewoonlijk om de twee à drie jaar) een grote hoeveelheid statistieken over de voornaamste sociaal-structurele kenmerken van de EU-landbouw (grootte van de bedrijven, bodemgebruik, arbeidskrachten, technische en economische ontwikkeling, andere beroepswerkzaamheden, exploitatievorm enz.). De enquêtes zijn niet alleen van nut voor de beleidsvorming inzake plattelandsontwikkeling, maar ook voor het beheer van de landbouwmarkten en andere beleidsgebieden (met name het regionaal, sociaal en milieubeleid).

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

X Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

gedelegeerd aan:

uitvoerende agentschappen

door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

met lidstaten

met derde landen

Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

De te verzamelen gegevens worden omschreven in een lijst van kenmerken die na raadpleging van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek wordt goedgekeurd bij besluit van de Commissie.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

Overeenkomstig deze verordening moeten de lidstaten de resultaten van de enquêtes binnen vooraf vastgestelde termijnen en volgens een vooraf vastgestelde procedure meedelen. Voorts moeten zij een technisch verslag indienen met een beschrijving van de organisatie en de methoden van de enquête. Bovendien kunnen de Commissie of de lidstaten zo nodig kwesties voorleggen aan het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek.

Ten slotte moet de Commissie om de drie jaar aan de Raad verslag uitbrengen over de genomen maatregelen, en met name over het beheer van Eurofarm.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

(1) De contracten en overeenkomsten worden slechts betaald op grond van de geleverde resultaten.

(2) In de overeenkomsten met de lidstaten wordt vermeld dat zij een auditverslag moeten indienen aan de hand waarvan het aandeel van de bijdrage van de Commissie in de totale kosten van de enquête kan worden geschat.

(3) Statistische informatie wordt beschouwd als een objectief instrument ter ondersteuning van de evaluatie en monitoring van de communautaire actieplannen. Deze informatie helpt dus het fraudebestrijdingssysteem te verbeteren.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

| Soort output | Gem. kosten | 2007 | 2008 | 2009 | TOTAAL |

| | | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten |

ENQUÊTE 2007 | | | | | | | | | | |

EU-25 | Statistische gegevens over afzonderlijke bedrijven | 20 € | rest | 14,700 | | 0,300 | | | | 15,000 |

BG & RO | Statistische gegevens over afzonderlijke bedrijven | 20 € | 200 000 | 4,000 | | | | | | 4,000 |

EUROFARM | Onderhoud van de databank en de validatie-, raadplegings- en verspreidingsinstrumenten | | 1 | 0,300 | 1 | 0,550 | 1 | 0,550 | | 1,400 |

TOTALE KOSTEN | | | | 19,000 | | 0,850 | | 0,550 | | 20,400 |

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden

Soort post | | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) |

| | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel [9] (XX 01 01) | A*/AD | | | | | | |

| B*, C*/AST | | | | | | |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel [10] | | | | | | |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel [11] | | | | | | |

TOTAAL | | | | | | |

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

1 Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) | | | | | | | |

Uitvoerende agentschappen [12] | | | | | | | |

Andere technische en administratieve bijstand | | | | | | | |

- intern | | | | | | | |

- extern | | | | | | | |

Totaal Technische en administratieve bijstand | | | | | | | |

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5e.v. |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | | | | | | |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis enz.)(vermeld begrotingsonderdeel) | | | | | | |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | | | | | | |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepenin miljoen euro (tot op 3 decimalen) |

| Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5e.v. | TOTAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen | | | | | | | |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | | | | | | | |

XX 01 02 11 03 – Comités [13] | | | | | | | |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen | | | | | | | |

XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen | | | | | | | |

2 Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) | | | | | | | |

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) | | | | | | | |

Totale andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | | | | | | | |

Berekening – Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

[1] PB C […] van […], blz. […].

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB L 56 van 2.3.1988, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie (PB L 34 van 7.2.2006, blz. 3).

[4] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

[5] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[6] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[7] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[8] Voeg zo nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).

[9] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[10] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[11] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[12] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[13] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

--------------------------------------------------