Home

Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline /* COM/2006/0448 def. - CNS 2006/0151 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 09.08.2006

COM(2006) 448 definitief

2006/0151 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij het op 17 mei 2006 goedgekeurde Interinstitutioneel Akkoord (IIA) betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] wordt het meerjarig financieel kader van de Europese Unie voor de periode 2007-2013 vastgelegd. De in Verordening nr. 2040/2000 vervatte bepalingen inzake de begrotingsdiscipline zijn overbodig geworden en komen soms niet overeen met de bepalingen van het IIA.

Bepalingen op landbouwgebied

Uit de praktijk van de financiële vooruitzichten 2000-2006 blijkt dat het bij Verordening nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline voorziene landbouwrichtsnoer niet langer noodzakelijk is, aangezien voor de landbouwuitgaven tot 2013 al plafonds gelden. De overige bepalingen betreffende de begrotingsdiscipline op landbouwgebied zijn overgenomen en aangescherpt in Verordening nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[2] (artikelen 18-20).

Bepalingen betreffende de reserves

De reserve voor leninggaranties is wat de periode 2007-2013 betreft vervangen door een begrotingsonderdeel onder rubriek 4 "De EU als mondiale partner". Voorts heeft de Commissie een nieuwe regeling voorgesteld, stoelend op een nieuwe rechtsgrondslag[3], voor de financiering van het Garantiefonds voor externe acties. De nieuwe regeling berust op een middelentoewijzing achteraf, die afhankelijk is van het uitstaande bedrag van de verstrekte en gegarandeerde leningen. Hierdoor kunnen uit de gewone begroting middelen worden toegewezen die als verplichte uitgaven gelden, en is er geen ad-hocreserve meer nodig.

De reserve voor spoedhulp aan derde landen wordt met name genoemd in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[4]; het bedrag ervan en de voorwaarden waaronder de reserve kan worden aangesproken, worden vastgesteld in het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer.

De voorgestelde, in dat Interinstitutioneel Akkoord vastgelegde nieuwe regeling voor de middelentoewijzing aan het Garantiefonds en de regels voor het aanspreken van de reserve voor spoedhulp brengen tot slot mee dat de uitgaven in verband daarmee zoals alle in de begroting opgevoerde uitgaven uit eigen middelen worden gefinancierd, zodat er geen specifieke voorzieningen meer vereist zijn.

De Commissie is derhalve van mening dat Verordening nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline moet worden ingetrokken.

2006/0151 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 37, 279 en 308,

Gezien het voorstel van de Commissie[5],

Gezien het advies van het Europees Parlement[6],

Gezien het advies van de Rekenkamer[7],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Bij Verordening (EG) nr. 2040/2000 van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline[8] zijn voorschriften vastgesteld voor een goed beheer van de Gemeenschapsuitgaven, zowel wat het EOGFL-Garantie als de reserves voor externe acties betreft, in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure[9].

2. Wat deel I betreft van Verordening (EG) nr. 2040/2000, betreffende de landbouwuitgaven, is er als gevolg van de maxima die zijn vastgesteld in het meerjarig financieel kader 2007-2013 dat in bijlage I bij het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006[10] is opgenomen, niet langer behoefte aan het landbouwrichtsnoer waarin de verordening voorziet.

3. De overige bepalingen betreffende de begrotingsdiscipline voor landbouw in deel I van Verordening (EG) nr. 2040/2000 zijn verouderd als gevolg van de artikelen 18 tot en met 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[11].

4. Wat deel II betreft van Verordening (EG) nr. 2040/2000, betreffende de reserves voor externe acties, is er niet langer behoefte aan specifieke voorzieningen en maatregelen, die bij financiering uit de eigen middelen uitzonderlijk zijn, om het Garantiefonds en de reserve voor spoedhulp te financieren. De reserve voor leninggaranties is wat de periode 2007-2013 betreft vervangen door een begrotingsonderdeel onder rubriek 4 "De EU als mondiale partner". De belangrijkste beginselen wat de reserve voor spoedhulp betreft, zijn vastgelegd in Verordening (EG,Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[12] en het bedrag van de reserve en de voorwaarden voor het aanspreken ervan betreft zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006[13]. Aangezien er geen belangen van derden rechtstreeks in het geding zijn, dienen deze laatste niet in een verordening te worden vervat.

5. Alle bepalingen van Verordening (EG) nr. 2040/2000 zijn bijgevolg verouderd.

6. Verordening (EG) nr. 2040/2000 moet derhalve worden ingetrokken.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2040/2000 wordt met ingang van 1 januari 2007 ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

[pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

[2] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

[3] COM(2005) 130 definitief van 5.4.2005.

[4] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[5] PB C […], […], blz. […].

[6] PB C […], […], blz. […].

[7] PB C […], […], blz. […].

[8] PB L 244 van 29.9.2000, blz. 27.

[9] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

[10] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

[11] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L nr. 58 van 28.2.2006, blz. 42).

[12] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij […]

[13] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.