Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou /* COM/2006/0577 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 6.10.2006
COM(2006) 577 definitief
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
Gezien de herhaalde niet-naleving van de democratische beginselen en de mensenrechten in Togo was de Europese Commissie in 2004 van mening dat de politieke situatie een schending vormde van de essentiële elementen zoals beschreven in artikel 9 van de herziene Overeenkomst van Cotonou [1] en voerde zij overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van die overeenkomst.
In het kader van dit overleg is de Togolese regering 22 verbintenissen aangegaan op het gebied van het herstel van de democratie en de versterking van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, die vooral gericht zijn op:
- Terugkeer naar de democratie door hervatting van de nationale dialoog met de traditionele oppositie en het maatschappelijk middenveld en, in dezelfde context, totstandbrenging van een nieuw kader voor de verkiezingen. Op basis van dat nieuwe kader voor de verkiezingen zullen gemeentelijke en parlementsverkiezingen gehouden worden. De democratisering zal versterkt worden door middel van een decentralisatieproces.
- Versterking van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. De regering garandeert dat er geen sprake is van martelingen en andere onmenselijke en mensonterende behandelingen en garandeert vrijheid van meningsuiting en informatie, het recht om deel te nemen aan vergaderingen en manifestaties en vrij verkeer. Daarnaast zullen het statuut en het mandaat van de nationale mensenrechtencommissie en de hoge autoriteit op het gebied van audiovisuele media en communicatie herzien worden. Ook zullen politieke gevangenen vrijgelaten worden en worden de dossiers van mensen die in voorlopige hechtenis zitten versneld behandeld.
- De versterking van de rechtsstaat en met name het rechtsstelsel.
Tot eind 2004 zijn consequente inspanningen geleverd en geldt voor talloze verbintenissen dat ze zijn nagekomen of op het punt staan om te worden nagekomen.
De dood van president Eyadema op 5 februari 2005 heeft het land in een nieuwe politieke crisis gestort. De politiek is teruggekomen op vele verbintenissen en de mensenrechtensituatie is slechter dan ooit, met name in de periode rond de “constitutionele” staatsgreep op 6 februari 2005 en de omstreden presidentsverkiezingen van april 2005. Volgens bronnen zijn daarbij 150 tot 500 doden gevallen. Vanwege het geweld zijn 40 000 Togolezen gevlucht naar Benin en Ghana. Deze situatie is geconstateerd tijdens de eerste controlemissie in verband met het besluit van de Raad, die plaatshad in juli 2005.
Een fact-findingmissie van de Verenigde Naties had plaats in juni 2005 en het verslag over de mensenrechtenschendingen in Togo voor, tijdens en na de presidentsverkiezingen van april is gepubliceerd in september 2005. In dit verslag wordt met name het systeem van straffeloosheid aan de kaak gesteld waarvan de daders profiteren, maar ook de rol van het leger, dat door de regeringspartij wordt ingezet om de macht in handen te houden.
De oppositie bestrijdt de legitimiteit van de onlangs verkozen president Faure Gnassingbé. Het Europees Parlement heeft op 12 mei 2005 een resolutie aangenomen met dezelfde strekking.
Onder druk van de internationale gemeenschap is de nieuwe president een beleid van openheid gestart. Op 8 juni is een minister van de gematigde oppositie benoemd en op 20 juni 2005 is een regering gevormd waarin verschillende ministers van de gematigde oppositie zitting hebben. De justitieportefeuille is toevertrouwd aan een vertegenwoordiger van de oppositie. President Gnassingbé en de regering hebben de uitvoering van de 22 verbintenissen die ten overstaan van de Europese Unie zijn aangegaan een centrale plaats gegeven in het beleid.
Sindsdien is regelmatige en significante vooruitgang geboekt in de zin van de nakoming van de verbintenissen, zonder twee nieuwe vraagstukken te vergeten die zijn gerezen als gevolg van de gebeurtenissen in 2005, namelijk de rol van het leger en de vluchtelingen. Deze maatregelen zijn genomen in een moeilijke context, vanwege de conservatieve vleugel binnen de partij aan de macht en het leger.
De voornaamste genomen maatregelen, zoals gebleken uit de tweede controlemissie van maart 2006 en de laatste politieke ontwikkelingen tot augustus 2006, kunnen als volgt worden samengevat:
- op het gebied van de media kan worden gewezen op de toepassing van de nieuwe perswet van augustus 2004, die wordt beschouwd als een van de meest liberale van de subregio, de verbetering van de situatie in de officiële media doordat er een einde is gemaakt aan de persoonsverheerlijking en de verschillende partijen beter toegang hebben, en de verandering van de samenstelling van de hoge autoriteit op het gebied van audiovisuele media en communicatie;
- op het gebied van justitie heeft president Faure in een toespraak ongezouten kritiek geleverd op de traagheid en corruptie van het justitiestelsel. De politieke gevangenen die gearresteerd werden tijdens de gebeurtenissen in 2005, de gevangenen die ongewoon lang in voorlopige hechtenis hebben gezeten en 11 militairen die sinds 2001 in het geheim hebben vastgezeten, zijn allemaal vrijgelaten. De omstandigheden in de gevangenissen zijn verbeterd, en samen met het UNDP is een programma opgesteld voor de hervorming van justitie, waarvan de uitvoering onlangs is gestart;
- in de periode april-augustus 2006 is een daadwerkelijke intra-Togolese dialoog gevoerd met de traditionele oppositie, die is voortgekomen uit de kaderovereenkomst van Lomé, met een open agenda, waarop op verzoek van de oppositie, behalve het nieuwe kader voor de verkiezingen, thema’s zijn opgenomen als institutionele vraagstukken, hervorming van het leger, vluchtelingen en de geschillen als gevolg van de laatste presidentsverkiezingen. Deze dialoog is uitgemond in een algemeen politiek akkoord, dat op 20 augustus door alle deelnemers is ondertekend, en waarin alle genoemde thema’s aan bod komen.
- de Togolese autoriteiten hebben enkele maatregelen genomen met het oog op de hervorming van de strijdkrachten: de defensietaken zijn gescheiden van de binnenlandse veiligheid en de rol van het leger in de burgermaatschappij is kleiner geworden; er wordt gewerkt aan een nieuw statuut voor de strijdkrachten; in mei 2006 zijn de militairen op financiële beheersposten van overheidsbedrijven vervangen door burgers, met name bij de douane en de belastingdienst; de eerste maatregelen ter versterking van het personeel van politie en marechaussee waren niet geheel transparant, maar deze situatie lijkt zich te verbeteren.
- wat betreft de vluchtelingen is het voornaamste probleem het herstel van een klimaat van vertrouwen, zodat zij terug kunnen keren; de regering heeft een plan goedgekeurd voor de terugkeer van vluchtelingen en de vervolging geschorst van degenen die ervan verdacht worden schuldig te zijn aan misdrijven. In juli-augustus 2006 leidde het klimaat van politieke ontspanning tot de massale terugkeer van deze vluchtelingen.
Verbintenis 2.6, die betrekking heeft op de bestrijding van straffeloosheid, vormt nog steeds een probleem. Er zijn geen straffen opgelegd aan de daders van de gewelddadigheden. De opening in Lomé van een kantoor van de Hoge Commissaris voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties is evenwel een essentieel, positief en bemoedigend signaal in dit verband.
Op het gebied van het herstel van de democratie is in het kader van de intra-Togolese dialoog een politieke consensus bereikt. De ondertekende tekst legt het accent op de vaststelling van een nieuw kader voor de verkiezingen, op basis waarvan parlementsverkiezingen kunnen worden georganiseerd. De tekst gaat verder dan de verbintenissen die ten overstaan van de Europese Unie zijn aangegaan en behandelt andere fundamentele vragen, die bijdragen tot duurzame nationale verzoening, onder andere de hervorming van de grondwet en de strijdkrachten.
Wat betreft de parlementsverkiezingen, waarop de hervatting van de samenwerking met Togo zich in essentie concentreert, hebben de meeste gesprekspartners tijdens de controlemissies bevestigd dat er voldoende tijd uitgetrokken moet worden voor een zorgvuldige organisatie, met name voor de opstelling van een betrouwbaar kiezersregister. Streefdatum is november 2007, wanneer de zittingsperiode van het huidige parlement verstrijkt.
De maatregelen die de Togolese autoriteiten vastbesloten nemen gaan in de goede richting. Door de politieke crisis in het eerste halfjaar van 2005 is het oorspronkelijk beoogde tijdschema voor de 22 verbintenissen in het gedrang gekomen, maar dankzij de dynamiek die nu is ingezet kunnen de verbintenissen binnen een termijn van 12 tot 24 maanden worden nagekomen.
In het licht van het bovenstaande en overeenkomstig de artikelen 9 en 96 van de Overeenkomst van Cotonou, stelt de Commissie de Raad voor de geldigheidsperiode van het besluit van de Raad van 15 november 2004 met 24 maanden te verlengen, de passende maatregelen overeenkomstig de beschikbare resterende middelen van eerdere EOF’s beperkt aan te passen en bijgevolg het aangehechte besluit goed te keuren.
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000[2] en herzien in Luxemburg op 25 juni 2005[3], en met name op artikel 96,
Gelet op het Intern akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst[4], en met name op artikel 3,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Besluit 2004/793/EG van de Raad van 15 november 2004[5] houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou, voorziet in een geldigheidsperiode van 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van goedkeuring voor de controle op de passende maatregelen.
(2) De politieke crisis van 2005, die volgde op de dood van president Eyadema, was een onvoorziene gebeurtenis waardoor het oorspronkelijke tijdschema voor de nakoming van de verbintenissen door de Togolese regering in het gedrang kwam en de beoogde doelstellingen niet binnen de vereiste termijn werden gehaald.
(3) Aan het eind van deze controleperiode is gebleken dat talloze verbintenissen zijn nagekomen en dat de belangrijkste resterende verbintenissen tot concrete initiatieven hebben geleid. Enkele belangrijke maatregelen met betrekking tot de essentiële elementen van de Overeenkomst van Cotonou moeten echter nog worden genomen,
BESLUIT:
Artikel 1
De geldigheidstermijn van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou wordt met 24 maanden verlengd tot 15 november 2008 en elk halfjaar getoetst.
Artikel 2
De maatregelen die bij Besluit 2004/793/EG zijn genomen uit hoofde van de passende maatregelen, zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de Overeenkomst van Cotonou, blijven onveranderd, afgezien van de aanpassingen die worden genoemd in de ontwerpbrief die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
BIJLAGE
Aan de minister-president, regeringsleider van de Republiek Togo
Excellentie,
De Europese Unie hecht groot belang aan de bepalingen van artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou. Eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het ACS-EU-partnerschap is gebaseerd, zijn essentiële elementen van deze overeenkomst en vormen derhalve de grondslag van onze betrekkingen.
De Europese Unie heeft in 2004 vastgesteld dat de politieke situatie in Togo van dien aard was dat deze essentiële elementen worden geschonden en in april 2004 overleg geopend uit hoofde van artikel 96 van de overeenkomst. In het kader van dat overleg is de regering 22 verbintenissen aangegaan. Het overleg heeft geleid tot conclusies die ter kennis zijn gebracht van de regeringsleider bij brief van 15 november 2004.
De passende maatregelen voorzien in een controleperiode van 24 maanden die op 14 november 2006 verstrijkt. Tijdens deze periode heeft een versterkte politieke dialoog plaatsgevonden, zoals onder andere blijkt uit de gezamenlijke controlemissies van de Raad en de Commissie in juli 2005 en maart 2006.
Uit de controle op de verbintenissen is gebleken dat de situatie eind 2004 aanzienlijk was verbeterd, maar daarna in 2005 opnieuw is verslechterd tijdens de gebeurtenissen na de dood van president Eyadema. Sinds juni 2005 wordt een beleid van openheid gevoerd en momenteel is een aanzienlijke en geleidelijke verbetering zichtbaar, zoals blijkt uit het recente algemene politiek akkoord, waarmee de Europese Unie de autoriteiten en alle Togolese betrokkenen dan ook feliciteert.
Tot de voornaamste initiatieven die zijn genomen, behoren met name:
- de vorming van een regering van openheid, waarin leden van de oppositie zitting hebben;
- de tenuitvoerlegging van de nieuwe perswet, inspanningen op het niveau van de officiële media met het oog op een evenwichtigere verslaggeving over de actualiteit en een eerste verandering van de samenstelling van de hoge autoriteit op het gebied van audiovisuele media en communicatie;
- de goedkeuring van een programma voor de hervorming van het justitiestelsel, de vrijlating van de politieke gevangenen die gearresteerd zijn tijdens de gebeurtenissen in 2005 en de verbetering van de omstandigheden in gevangenissen;
- de instelling van een daadwerkelijke intra-Togolese politieke dialoog, op basis waarvan alle partijen geschillen aan de orde konden stellen in het kader van een open agenda. Deze dialoog heeft geleid tot de ondertekening van een politiek akkoord door alle deelnemers op 20 augustus. De ondertekende tekst heeft tot doel de grondslagen te leggen voor een duurzame nationale verzoening en gaat verder dan de verbintenissen die ten overstaan van de Europese Unie zijn aangegaan. Behalve vraagstukken in verband met het nieuwe kader voor de verkiezingen en in verband met de straffeloosheid, komen daarin ook zaken aan bod als het voortzetten van de constitutionele hervormingen en de hervorming van het leger;
- de ondertekening - op 10 juli 2006 - van een overeenkomst met de Hoge Commissaris voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties inzake de opening van een kantoor in Lomé, voor de verlening van bijstand aan de regering en om toezicht uit te oefenen op de mensenrechten in Togo.
Wij stellen eveneens vast dat inmiddels voorzichtig is begonnen met de uitvoering van maatregelen die strikt genomen niet onder de 22 verbintenissen vallen, maar daarmee wel verband houden. Het betreft de hervorming van het leger, waarbij de defensietaken gescheiden worden van de binnenlandse veiligheid, alsmede het vluchtelingenvraagstuk, waarbij het in de eerste plaats van belang is het vertrouwen te herstellen.
Het lijdt geen twijfel dat alle maatregelen bijdragen tot het herstel van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten en tot de nakoming van de verbintenissen.
In dit verband herinnert de Europese Unie aan de gebieden waarop zij bijzondere verwachtingen koestert, namelijk:
- de consolidering van de geboekte vorderingen, die bekrachtigd moeten worden bij de volgende verkiezingen;
- de totstandbrenging van een nieuw kader voor de verkiezingen, dat door alle partijen aanvaard wordt en is vastgelegd in het algemeen politiek akkoord en op basis waarvan kan worden toegewerkt naar vrije en transparante verkiezingen;
- de definitie van een juridisch kader voor de financiering van politieke partijen;
- de voortzetting van het proces van decentralisatie;
- de behandeling van de kwestie van de bestrijding van straffeloosheid, zoals bedoeld in verbintenis 2.6 en opgenomen in de bijlage bij de brief van 15 november 2004, en de garanties voor de eerbiediging van de mensenrechten, zoals deze voortvloeien uit verbintenis 2.1;
- de herziening van de statuten van de nationale mensenrechtencommissie en haar samenstelling.
Gezien de positieve dynamiek die zich in Togo heeft ontwikkeld en de weg die nog moet worden afgelegd, heeft de Europese Unie besloten de in het besluit van 15 november 2004 genoemde periode te verlengen tot 48 maanden, teneinde de Togolese autoriteiten in de gelegenheid te stellen al hun verbintenissen na te komen.
De passende maatregelen, zoals medegedeeld bij brief van 15 november 2004, blijven derhalve van toepassing.
Overeenkomstig de met de passende maatregelen beoogde doelstellingen, worden de resterende middelen van het zesde en het zevende EOF ter beschikking gesteld om de organisatie van parlementsverkiezingen te steunen, een faciliteit voor technische samenwerking te financieren die onder meer dient als steun bij de nakoming van de 22 verbintenissen, een programma voor de hervorming van het justitiestelsel en de bewustwording van de mensenrechten te steunen, en een sociaal programma voor arbeidsintensieve maatregelen te financieren.
Met bijzondere hoogachting,
Gedaan te Brussel,
Voor de Commissie | Voor de Raad |
[1] PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.
[2] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
[3] PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.
[4] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 376.
[5] PB L 349 van 25.11.2004, blz. 17.