ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een besluit tot vaststelling van het programma “Europa voor burgers” (2007-2013) (COM(2005) 116 definitief)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een besluit tot vaststelling van het programma “Europa voor burgers” (2007-2013) (COM(2005) 116 definitief)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een besluit tot vaststelling van het programma “Europa voor burgers” (2007-2013) (COM(2005) 116 definitief)
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 15.11.2006
COM(2006) 707 definitief
2005/0041 (COD)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het
voorstel voor een besluit tot vaststelling van het programma “Europa voor burgers” (2007-2013) (COM(2005) 116 definitief)
HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag
2005/0041 (COD)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het
voorstel voor een besluit tot vaststelling van het programma “Europa voor burgers” (2007-2013) (COM(2005) 116 definitief)
1. INLEIDING
Volgens artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag brengt de Commissie advies uit over de in tweede lezing door het Europees Parlement voorgestelde amendementen. Het standpunt van de Commissie met betrekking tot de door het Europees Parlement voorgestelde amendementen wordt hieronder uiteengezet.
2 . PROCEDUREVERLOOP
Toezending van het voorstel aan het EP en de Raad (document COM(2005) 116 definitief – 2005/0041 COD): | 14 april 2005 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: | 26 oktober 2005 |
Advies van het Comité van de Regio’s: | 17 november 2005 |
Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: | 5 april 2006 |
Politiek akkoord in de Raad: | 18 mei 2006 |
Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: | 25 september 2006 |
Advies van het Europees Parlement in tweede lezing: | 25 oktober 2006 |
3 . DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE
Met dit voorstel voor een besluit wordt beoogd een programma vast te stellen ter bevordering van actief Europees burgerschap, “Europa voor burgers”, dat per 1 januari 2007 in de plaats moet komen van het huidige programma (2004-2006). Dit programma moet een bijdrage leveren aan de aanpak van een van de grootste uitdagingen van de Europese Unie, namelijk het overbruggen van de kloof tussen de burger en de Europese instellingen, door hem de mogelijkheid te bieden actief deel te nemen aan het Europese eenwordingsproces. Het is een voortzetting van het programma ter bevordering van actief Europees burgerschap dat binnenkort afloopt, en baant de weg voor nieuwe activiteiten, die burgers en maatschappelijke organisaties en groeperingen uit de verschillende deelnemende landen aansporen tot samenwerking.
Het programma omvat vier acties, die het vraagstuk van een actief Europees burgerschap vanuit verschillende, elkaar aanvullende invalshoeken benaderen: “Actieve burgers voor Europa” (I), “Een actieve civiele samenleving in Europa” (II), “Samen voor Europa” (III) en “Actief Europees gedenken” (IV).
4. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT
De Commissie aanvaardt de vier amendementen van het Europees Parlement. Deze zijn het resultaat van een algemeen compromis tussen het Europees Parlement en de Raad met het oog op de tweede lezing. Zij zijn in overeenstemming met de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie en met de mededeling van de Commissie over het gemeenschappelijk standpunt.
Bij het eerste amendement wordt de bevordering van verdraagzaamheid aan de doelstellingen van het programma toegevoegd.
Het tweede amendement is van technische aard en beoogt het aantal dagen tussen de bekendmaking van het besluit en de inwerkingtreding ervan van twintig terug te brengen tot één, zodat eerder met de tenuitvoerlegging van het programma kan worden begonnen.
Het derde en vierde amendement hebben betrekking op het percentage van de begroting dat aan de acties I en II zal worden besteed. Zo zal ten minste 45 % van de begroting aan actie I en ongeveer 31 % aan actie II worden besteed.
5. CONCLUSIE
Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van de EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven beschreven.
6. VERKLARING VAN DE COMMISSIE
De Commissie heeft bij de vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt een unilaterale verklaring afgelegd (zie bijlage).
BIJLAGE
Verklaring van de Commissie betreffende de begrotingsmiddelen
De Commissie wenst de aandacht van de wetgevingsautoriteit erop te vestigen dat de in het basisbesluit genoemde financiële toewijzing uiterlijk bij de definitieve bekendmaking in het PB in lopende prijzen moet worden uitgedrukt. Dit strookt met de gebruikelijke begrotingspraktijk en maakt het mogelijk de naleving van het besluit van de wetgevingsautoriteit in alle duidelijkheid te waarborgen. Voor het betreffende programma beloopt het bedrag in lopende prijzen 215 miljoen euro.