Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 /* COM/2006/0719 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 24.11.2006
COM(2006) 719 definitief
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Achtergrond van het voorstel
Motivering en doel van het voorstel
Met het oog op de verwachte toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moet het Gemeenschapsrecht inzake het cohesiebeleid – en met name Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999[1] – worden aangepast, zodat het ook voor Bulgarije en Roemenië geldt vanaf hun toetreding tot de Europese Unie.
In het voorstel voor een verordening wordt bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 over de maximale medefinancieringspercentages vervangen. In de gewijzigde bijlage III worden Bulgarije en Roemenië toegevoegd aan de lijst van landen in de eerste rij van de tabel, die in aanmerking komen voor het hoogste medefinancieringspercentage in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds.
Algemene context
Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie kunnen de instellingen van de Unie vóór de toetreding aanpassingen aanbrengen aan besluiten van de instellingen die wegens de toetreding moeten worden aangepast.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Het voorstel wijzigt Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999.
Samenhang met andere beleidsmaatregelen en doelstellingen van de Unie
Het voorstel brengt technische aanpassingen aan het Gemeenschapsrecht aan naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de EU.
2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling
Raadpleging van belanghebbende partijen
Het werd niet nodig geacht belanghebbende partijen te raadplegen.
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
Effectbeoordeling
Er werd geen effectbeoordeling uitgevoerd.
3. Juridische elementen van het voorstel
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
De voorgestelde verordening vervangt bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 over de maximale medefinancieringspercentages: Roemenië en Bulgarije worden opgenomen in de lijst van landen die voor medefinanciering in aanmerking komen in het kader van Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds.
Rechtsgrondslag
Het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië[2] – en met name artikel 4, lid 3 – dient als rechtsgrondslag. Ook de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië[3] – en met name artikel 56 – dient als rechtsgrondslag.
Subsidiariteitsbeginsel
Er is bij de oorspronkelijke Verordening (EG) nr. 1083/2006 al met het subsidiariteitsbeginsel rekening gehouden. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het subsidiariteitsbeginsel.
Evenredigheidsbeginsel
Er is bij de oorspronkelijke Verordening (EG) nr. 1083/2006 al met het evenredigheidsbeginsel rekening gehouden. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het evenredigheidsbeginsel.
Keuze van instrumenten
Voorgestelde instrumenten: het voorstel wijzigt een verordening en moet daarom ook de vorm van een verordening hebben.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting, aangezien de kredieten voor Roemenië en Bulgarije overeenkomstig de financiële vooruitzichten al zijn opgenomen in de jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten (zie bijlage I van Verordening (EG) nr. 1083/2006).
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië[4], en met name op artikel 4, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië[5], en met name op artikel 56,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Als besluiten die na 1 januari 2007 geldig blijven, wegens de toetreding moeten worden aangepast en de Toetredingsakte of de bijlagen ervan niet in de noodzakelijke aanpassingen voorzien, neemt de Raad overeenkomstig artikel 56 van de Toetredingsakte de nodige besluiten aan, tenzij de Commissie het oorspronkelijke besluit heeft aangenomen.
(2) Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad[6] stelt de algemene regels vast voor steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en hun doelstellingen. Overeenkomstig artikel 53 stelt bijlage III bij die verordening op basis van objectieve criteria de maximale medefinancieringspercentages in het kader van de operationele programma's per lidstaat en per doelstelling vast. Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 moet worden aangepast als gevolg van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.
(3) Technische aanpassingen van de wetgeving inzake de Structuurfondsen en het Cohesiefonds moeten zo snel mogelijk worden goedgekeurd, zodat Bulgarije en Roemenië vanaf hun toetreding tot de Europese Unie programmeringsdocumenten kunnen indienen.
(4) Verordening (EG) nr. 1083/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
.
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE
"BIJLAGE III
Voor de medefinancieringspercentages geldende maxima
(bedoeld in artikel 53)
Criteria | Lidstaten | EFRO en ESF Percentage van subsidiabele uitgaven | Cohesiefonds Percentage van subsidiabele uitgaven |
1. Lidstaten waarvan het bbp over de periode 2001-2003 lager was dan 85% van het gemiddelde van de EU25 over dezelfde periode | Bulgarije, Tsjechië, Estland, Griekenland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije | 85% voor de convergentiedoelstel-ling en voor de doelstelling "Regionaal concurrentie-vermogen en werkgelegenheid" | 85% |
2. Andere dan de onder punt 1 genoemde lidstaten die op 1 januari 2007 in aanmerking komen voor de overgangsregeling van het Cohesiefonds | Spanje | 80% voor regio's die onder de convergentie-doelstelling vallen alsmede voor infaseringsregio's in het kader van de doelstelling "Regionaal concurrentie-vermogen en werkgelegenheid" 50% voor de doelstelling "Regionaal concurrentie-vermogen en werkgelgenheid" buiten infaseringsregio's | 85% |
3. Andere dan de onder de punten 1 en 2 genoemde lidstaten | België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk | 75% voor de convergentie-doelstelling | - |
4. Andere dan de onder de punten 1 en 2 genoemde lidstaten | België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk | 50% voor de doelstelling "Regionaal concurrentie-vermogen en werkgelegenheid" | - |
5. Ultraperifere regio's als bedoeld in artikel 299, lid 2, van het Verdrag uit de aanvullende toewijzing voor de ultraperifere regio's als bedoeld in punt 20 van bijlage II | Spanje, Frankrijk en Portugal | 50% | - |
6. Ultraperifere regio's als bedoeld in artikel 299, lid 2, van het Verdrag | Spanje, Frankrijk en Portugal | 85 % in het kader van de convergentie-doelstelling en de doelstelling "Regionaal concurrentie-vermogen en werkgelegenheid" | - |
"[pic][pic][pic]
[1] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
[2] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 11.
[3] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203.
[4] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 11.
[5] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203.
[6] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.