Home

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties /* COM/2006/0764 def. - ACC 2006/0255 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.11.2006

COM(2006) 764 definitief

2006/0255 (ACC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Het communautaire stelsel van algemene preferenties (SAP) voorziet in de gedeeltelijke of volledige intrekking van de preferentiële regelingen voor producten van oorsprong uit een begunstigd land onder bepaalde omstandigheden, onder meer wegens ernstige en systematische schendingen van de beginselen die zijn vastgesteld in de verdragen van de Verenigde Naties en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) betreffende fundamentele arbeids- en mensenrechten.

2. De Republiek Belarus is opgenomen in de lijst van begunstigde landen voor het SAP.

3. Eind 2003 heeft de Commissie, op aandrang van internationale vakbonden, haar besluit gepubliceerd om een onderzoek te openen naar vermeende schendingen van de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen in Belarus.

4. De Commissie onderzocht het institutionele kader, de belangrijkste instellingen, de structuur van het sociale partnerschap en de relevante Belarussische wetgeving, toetste ze aan de internationale normen, en maakte gebruik van de conclusies en aanbevelingen van het Comité voor vakbondsvrijheid en het Comité van deskundigen van de ILO, alsmede van VN-verslagen. De aanbevelingen van deze twee ILO-comités zijn de belangrijkste bron voor de interpretatie van het internationale arbeidsrecht en de regels betreffende de correlatie tussen nationale en internationale normen. De getuigenverklaringen van de belangrijkste nationale belanghebbenden en hun partnerorganisaties op internationaal niveau werden aangevuld met interviews met vertegenwoordigers van overheids- en werkgeversorganisaties, alsmede alle relevante internationale organen, ngo’s en personeel van de Europese Commissie.

5. Het onderzoek heeft uitgewezen dat Belarus belemmeringen opwerpt voor het recht om vrij vakbondsorganisaties op te richten, het recht om zich te organiseren, het recht om te kiezen tussen vakbondsorganisaties, en het recht van zulke organisaties op wettelijke erkenning en externe financiering. Belarus bevordert de discriminatie alsmede de opheffing of schorsing van vakbonden.

6. Tegelijk met het onderzoek van de Commissie heeft de ILO een onderzoekscommissie opgericht, die in haar verslag van juli 2004 twaalf aanbevelingen heeft geformuleerd waaraan de regering van Belarus vóór juni 2005 gevolg moest geven om een eind te maken aan de onbevredigende toepassing van ILO-Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht en ILO-Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen.

7. Overeenkomstig de in de SAP-verordening vastgestelde procedure heeft de Commissie besloten gedurende een periode van zes maanden toezicht te houden op de situatie in Belarus en deze te evalueren, waardoor aan Belarus meer tijd werd gegeven om zich ertoe te verbinden de nodige maatregelen te nemen om te voldoen aan de fundamentele beginselen en rechten op het werk, zoals deze zijn geformuleerd in de twaalf aanbevelingen in het verslag van juli 2004 van de ILO-onderzoekscommissie.

8. Belarus heeft de vereiste verbintenis niet aangegaan binnen de toezichts- en evaluatieperiode van zes maanden (tot maart 2006). Niettemin is de Commissie de situatie in Belarus blijven volgen, maar Belarus heeft, zoals in de overwegingen bij de ontwerpverordening wordt uitgelegd, vóór oktober 2006 geen bevredigende verbintenis aangegaan. De redenen voor een tijdelijke intrekking van de preferentiële regeling voor producten van oorsprong uit Belarus blijven dan ook bestaan en worden, gezien de aanhoudende schending van de bovengenoemde rechten, met de dag dringender.

9. Overeenkomstig de procedure van artikel 20, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005 moet de Raad binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit nemen over het voorstel van de Commissie. Wanneer de Raad tot tijdelijke intrekking besluit, treedt de verordening in werking zes maanden nadat het besluit is genomen, tenzij zich voordien een verandering in de situatie voordoet.

10. De situatie moet in het oog worden gehouden om het mogelijk te maken dat de preferentiële regeling voor producten van oorsprong uit Belarus opnieuw wordt ingesteld zodra de schendingen van de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen in Belarus ophouden te bestaan.

2006/0255 (ACC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties[1], en met name op artikel 20, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens Verordening (EG) nr. 980/2005 geniet de Republiek Belarus (hierna ‘Belarus’ genoemd) de voordelen van het communautaire schema van algemene tariefpreferenties.

(2) Op 29 januari 2003 hebben het Internationaal Verbond van vrije vakverenigingen (IVVV), het Europees Verbond van vakverenigingen (EVV) en het Wereldverbond van de arbeid (WVA) de Commissie gezamenlijk verzocht om een onderzoek op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 2501/2001 naar vermeende schendingen van de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen in Belarus.

(3) De Commissie heeft het verzoek in overleg met het Comité algemene preferenties onderzocht en bij Besluit van 29 december 2003[2] besloten een onderzoek te openen. Er werd een bericht[3] gepubliceerd waarmee de belanghebbenden werd verzocht informatie in te dienen.

(4) De Belarussische autoriteiten werden formeel in kennis gesteld van de opening van het onderzoek. Zij ontkenden schendingen van de Verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) nr. 87 (betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht) en nr. 98 (betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen).

(5) De informatie die de Commissie heeft verzameld tijdens het onderzoek dat zij in overleg met het Comité algemene preferenties heeft verricht, bevestigde echter het bestaan van ernstige en systematische schendingen van de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen overeenkomstig de ILO-Verdragen nr. 87 en nr. 98. De Commissie heeft onder meer vernomen dat de ILO in november 2003 zelf een onderzoek heeft geopend naar de situatie in Belarus met betrekking tot de twee verdragen. Het daaruit resulterende verslag van de ILO-onderzoekscommissie van juli 2004 bevatte twaalf aanbevelingen voor specifieke maatregelen ter verbetering van de situatie in Belarus. Belarus werd dringend verzocht deze aanbevelingen uiterlijk op 1 juni 2005 ten uitvoer te leggen, wat niet is gebeurd. Op grond van deze informatie en van haar eigen onderzoek oordeelde de Commissie dat een tijdelijke intrekking van de preferentiële regeling gerechtvaardigd was.

(6) Op 17 augustus 2005 heeft de Commissie besloten toezicht te houden op de arbeidsrechtensituatie in Belarus en deze te evalueren[4]. De aankondiging van de instelling van een toezichts- en evaluatieperiode van zes maanden[5] bevatte een verklaring betreffende het voornemen van de Commissie om de Raad voor te stellen de handelspreferenties tijdelijk in te trekken, tenzij Belarus zich er vóór afloop van deze periode toe zou hebben verbonden de nodige maatregelen te nemen om te voldoen aan de beginselen van de ILO-verklaring van 1998 inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk, als geformuleerd in de twaalf aanbevelingen in het verslag van de ILO-onderzoekscommissie van juli 2004. De Belarussische autoriteiten werden officieel in kennis gesteld van het besluit en de aankondiging.

(7) Belarus heeft de vereiste verbintenis niet binnen de toezichts- en evaluatieperiode van zes maanden aangegaan en evenmin tijdens de daaropvolgende maanden, zoals hierna wordt beschreven. In plaats daarvan hebben de Belarussische autoriteiten op 30 maart 2006 een document over de situatie inzake de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen in Belarus bij de Commissie ingediend. De Commissie heeft dat document geanalyseerd, maar kwam tot de conclusie dat het niet voldoende bewijzen bevatte dat de verbintenis werd aangegaan.

(8) Inmiddels heeft de raad van bestuur van de ILO in maart 2006 zijn goedkeuring gehecht aan het vervolgverslag van het Comité voor vakbondsvrijheid, waarin wordt gewezen op de daadwerkelijke verslechtering van de situatie inzake vakbondsrechten in Belarus en de Belarussische autoriteiten dringend wordt verzocht onmiddellijk concrete maatregelen te nemen.

(9) Voorts heeft de Commissie van de Belarussische autoriteiten een mededeling van 16 mei 2006 ontvangen over de situatie inzake de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen in Belarus. Zoals bij het op 30 maart 2006 ingediende document is de Commissie na een zorgvuldige analyse tot de conclusie gekomen dat dit document geen enkele verbintenis inhield en dat het geen enkele overtuigende aanwijzing bevatte dat de situatie verbeterde. Deze beoordeling van de situatie in Belarus was ook terug te vinden in het verslag van juni 2006 van het ILO-comité inzake de toepassing van normen van de Internationale Arbeidsconferentie, waarin werd betreurd dat de Belarussische regering bleef nalaten de aanbevelingen ten uitvoer te leggen, en werd benadrukt dat snel maatregelen moeten worden genomen om te komen tot echte en tastbare vooruitgang. Ook de Internationale Arbeidsconferentie van juni 2006, die onder auspiciën van de ILO werd georganiseerd, kwalificeerde het feit dat de twaalf aanbevelingen, die Belarus al sinds juli 2004 negeerde, niet werden uitgevoerd als een geval van voortdurende nalatigheid. Deze uitzonderlijke kwalificatie wordt alleen gebruikt voor zeer ernstige en systematische gevallen van niet-naleving van een geratificeerd verdrag.

(10) De Commissie heeft de jongste ontwikkelingen in Belarus zorgvuldig geanalyseerd, met inbegrip van een brief van Belarus van 14 oktober 2006, die op 17 oktober 2006 door de Commissie is ontvangen. In deze brief is geen sprake van een daadwerkelijke verbintenis of van duidelijke bewijzen dat de situatie verbeterd is, maar worden eens te meer eventuele voornemens geformuleerd, terwijl de brief geen enkele aanwijzing bevat dat de beginselen van de ILO-Verdragen nr. 87 en nr. 98 daadwerkelijk worden toegepast. De schendingen van in de ILO-Verdragen nr. 87 en nr. 98 vastgelegde beginselen blijven voortduren.

(11) In het licht van het voorgaande moet de preferentiële regeling voor producten van oorsprong uit Belarus tijdelijk worden ingetrokken totdat wordt besloten dat de redenen ter rechtvaardiging van de tijdelijke intrekking niet langer gelden.

(12) Deze verordening moet in werking treden zes maanden nadat zij is vastgesteld, tenzij voordien wordt besloten dat de redenen ter rechtvaardiging ervan niet langer gelden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De preferentiële regeling voor producten van oorsprong uit Belarus waarin Verordening (EG) nr. 980/2005 voorziet, wordt tijdelijk ingetrokken.

Artikel 2

De Raad stelt, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en op voorstel van de Commissie, de preferentiële regeling voor producten van oorsprong uit Belarus opnieuw in als de schendingen van de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en het recht om collectief te onderhandelen in Belarus niet langer bestaan.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking zes maanden na de datum waarop zij is vastgesteld.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

[pic]

[1] PB L 169 van 30.06.2005, blz. 1.

[2] PB L 5 van 09.01.2004, blz. 90.

[3] PB C 40 van 14.02.2004, blz. 4.

[4] PB L 213 van 18.8.2005, blz. 16.

[5] PB C 240 van 30.9.2005, blz. 41.