Advies van het Comité van de Regio's over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
Advies van het Comité van de Regio's over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
9.10.2008 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 257/6 |
Advies van het Comité van de Regio's over het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
(2008/C 257/02)
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
— | herinnert er met klem aan dat deze bewustmaking m.b.t. de problematiek van armoede en sociale uitsluiting, om effect te sorteren, moet worden beschouwd als een inspanning van lange adem, waarbij er evenwel de nadruk op moet worden gelegd dat de acties die tijdens het jaar 2010 of daarvoor worden ondernomen, van duurzame aard moeten zijn; |
— | dringt erop aan gestructureerde acties op touw te zetten teneinde een doorslaggevende verandering teweeg te brengen in de strijd tegen armoede en alle vormen van sociale uitsluiting die zowel de individuele vrijheid beperken als de samenleving zelf schade toebrengen; denkt dat het van nut zou zijn de deelname aan het Europees Jaar niet alleen open te stellen voor lidstaten maar ook voor lokale en regionale overheden en hun verenigingen als aparte deelnemers; |
— | merkt op dat er bijzondere aandacht moet gaan naar de situatie van kinderen. Kinderen die opgroeien in armoede en uitsluiting worden immers meegesleurd in een spiraal die van generatie op generatie overgaat en op lange termijn ernstige gevolgen heeft waarbij zij verhinderd worden gebruik te maken van hun recht om hun mogelijkheden ten volle te ontplooien, en waarbij ook hun persoonlijke ontwikkeling, onderwijs en algemeen welzijn bedreigd worden; |
— | zou graag zien dat de communautaire instellingen voldoende aandacht schenken aan de complexe en veelgeschakeerde vormen van armoede en sociale uitsluiting, en dat zij coherente preventieve strategieën en acties uitstippelen die gericht zijn op vooruitgang op het gebied van sociaal empowerment. |
Rapporteur | : | Mevrouw SERRI (IT/PSE), lid van de gemeenteraad van Armungia (CA) |
Referentiedocumenten
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010)
COM(2007) 797
I. AANBEVELINGEN
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Algemene opmerkingen over de Mededeling van de Commissie
1. | kijkt met grote belangstelling uit naar het initiatief dat werd genomen om het jaar 2010 uit te roepen tot Europese Jaar van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; |
2. | deelt de ongerustheid die ten grondslag ligt van de keuze om 2010 uit te roepen tot Europese Jaar van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, daar armoede en uitsluiting van 78 miljoen Europese burgers in eerste instantie zwaar op de lokale en regionale zelfbesturen wegen; |
3. | herinnert er met klem aan dat deze bewustmaking m.b.t. de problematiek van armoede en sociale uitsluiting, om effect te sorteren, moet worden beschouwd als een inspanning van lange adem, waarbij er evenwel de nadruk op moet worden gelegd dat de acties die tijdens het jaar 2010 of daarvoor worden ondernomen, van duurzame aard moeten zijn; |
4. | bevestigt dat lokale en regionale overheden een bijzondere rol te spelen hebben in de erkenning en bevordering van effectieve toegangsvoorwaarden tot sociale, economische en culturele diensten voor personen die in armoede leven of onder sociale uitsluiting lijden. Lokale, regionale en nationale overheden zijn wezenlijk verantwoordelijk voor de uitstippeling, de financiering en het beheer van maatregelen die de integratie van uitgesloten personen moeten verzekeren; |
5. | is het ermee eens dat bij de tenuitvoerlegging van het sociale beleid lokale, regionale en nationale overheden wezenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitstippeling, de financiering en het beheer van maatregelen die de integratie van personen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, moeten verzekeren. Particuliere, publieke of gemengde dienstverstrekkers spelen een cruciale rol in de tenuitvoerlegging van deze maatregelen op lokaal niveau; |
6. | beklemtoont dat het Jaar van de bestrijding van armoede de deelname van personen die met armoede of sociale uitsluiting te kampen hebben, alsook de organisaties waarvan zij lid zijn, moet versterken. Tijdens dit Jaar moet het beginsel van een op integratie gerichte samenleving worden bevestigd via de totstandbrenging van een publieke ruimte waarin uitgesloten personen bereikt kunnen worden en waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de cruciale bijdrage die wordt geleverd door de organisaties waarvan zij lid zijn; |
7. | pleit voor uitwisseling van ervaringen tussen lidstaten, lokale en regionale overheden en internationale organisaties die zich inzetten voor bestrijding van armoede in een wederzijds leerproces; |
Aanbevelingen
8. | onderschrijft het voorstel om het belang van collectieve verantwoordelijkheid te herbevestigen waarbij niet alleen de politieke besluitvormers op alle niveaus maar ook de actoren in de openbare en particuliere sector betrokken zijn; |
9. | merkt op dat de inspanningen om armoede en sociale uitsluiting op alle bestuursniveaus te bestrijden en met name het politieke voornemen om dergelijke situaties te voorkomen, moeten worden herhaald en voortgezet; |
10. | dringt erop aan gestructureerde acties op touw te zetten teneinde een doorslaggevende verandering teweeg te brengen in de strijd tegen armoede en alle vormen van sociale uitsluiting die zowel de individuele vrijheid beperken als de samenleving zelf schade toebrengen; |
11. | overweegt een kordatere aanpak bij het tot stand brengen van acties van complementariteit met andere communautaire instrumenten en acties die gericht zijn op sociale integratie, in het bijzonder met het Progress-programma, de structuurfondsen en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), acties op het gebied van de bestrijding van discriminatie en de bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen en van de grondrechten, op het gebied van onderwijs en scholing, cultuur en interculturele dialoog, jeugd, kinderopvang en ouderenzorg, burgerschap, immigratie en asiel, en onderzoek; |
12. | zou graag zien dat alle vormen van discriminatie die armoede en uitsluiting in de hand werken, worden aangepakt; |
13. | is van mening dat het zonder meer dienstig zou zijn de deelname aan het Europees Jaar niet alleen open te stellen voor lidstaten maar ook voor lokale en regionale overheden en hun verenigingen als aparte deelnemers; |
14. | pleit voor versterking van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming, sociale integratie en de Europese werkgelegenheidsstrategie, waarbij grotere betrokkenheid van het regionale en lokale niveau moet worden verzekerd. De doeltreffendheid ervan hangt grotendeels af van de mate waarin lokale en regionale zelfbesturen bij de opstelling van de regionale actieplannen voor bestrijding van armoede en sociale uitsluiting zich ervoor inzetten om een totaalaanpak te bevorderen die de drie hoofdonderdelen van actieve integratie omvat; |
15. | wijst er m.b.t. de verbetering van de toegang tot dienstverlening op dat in de meeste lidstaten de lokale en regionale overheden verstrekkers van sociale diensten zijn. Deze bestuursniveaus zijn dan ook het meest geschikt om nieuwe regelingen voor het beheer van de diensten uit te werken en toe te passen, teneinde de toegang ertoe te vergemakkelijken; |
16. | merkt op dat er bijzondere aandacht moet gaan naar de situatie van kinderen. Kinderen die opgroeien in armoede en uitsluiting worden immers meegesleurd in een spiraal die van generatie op generatie overgaat en op lange termijn ernstige gevolgen heeft waarbij zij verhinderd worden gebruik te maken van hun recht om hun mogelijkheden ten volle te ontplooien, en waarbij ook hun persoonlijke ontwikkeling, onderwijs en algemeen welzijn bedreigd worden. Er moet meer aandacht worden geschonken aan grote en jonge gezinnen en daarbij moet worden gekeken naar mogelijke risicofactoren voor sociale uitsluiting; |
17. | herinnert eraan dat volledige participatie van de jongere generaties eerst en vooral verzekerd wordt door toegang tot onderwijsdiensten. In de laatste PISA-studie van de OESO is een nauw verband tussen een laag vaardigheidsniveau en sociale uitsluiting tot uiting gekomen. De inzet en participatie van de EU-burgers is onontbeerlijk voor de sociale samenhang en de ontwikkeling van Europa; |
18. | zou graag zien dat de communautaire instellingen voldoende aandacht schenken aan de complexe en veelgeschakeerde vormen van armoede en sociale uitsluiting, en dat zij coherente preventieve strategieën en acties uitstippelen die gericht zijn op vooruitgang op het gebied van sociaal empowerment; |
19. | dringt erop aan dat meer rekening wordt gehouden met de problemen inzake het binnenkomen van asielzoekers en illegale immigranten, waarmee lokale en regionale overheden met name in grensregio's die toegang geven tot de EU, geconfronteerd worden. |
II. WIJZIGINGSVOORSTELLEN
Wijziging 1
Artikel 2, b)
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
verantwoordelijkheid — Een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en acties op het gebied van de sociale integratie, met het accent op ieders verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en marginalisering. Het Europees Jaar stimuleert bewustmaking, participatie en betrokkenheid en biedt de gewone burgers nieuwe kansen om een bijdrage te leveren. | Verantwoordelijkheid — Een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid en acties op het gebied van de sociale integratie, met het accent op ieders verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en marginalisering. Het Europees Jaar stimuleertzal bewustmaking, participatie en betrokkenheid stimuleren en biedt de gewone burgers die in EU-landen verblijven, nieuwe kansen bieden om een bijdrage te leveren; |
Motivering
Het is van belang expliciet en met klem te herinneren aan de inzet van de Unie om een actiebereidheid tot stand te brengen en actief bij te dragen aan een verandering van de houding van de Europese burgers ten aanzien van armoede en sociale uitsluiting.
Wijziging 2
Artikel 2, c)
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand veroordeeld is om in de marge te leven. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen, ongeacht hun achtergrond, levenskwaliteit, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; | Cohesie — Bevordering van een op grotere cohesie gerichte samenleving door alle burgers warm te maken voor een samenleving van gelijkheid die aandacht schenkt aan rechten en kansen, waarin een betere publieke voorlichting over de voordelen die iedereen ten goede zouden komen als armoede is uitgebannen en niemand veroordeeld is om in de marge te leven. Het Europees Jaar bevordert een samenleving die voor allen, ongeacht hun achtergrond, levenskwaliteit, maatschappelijk welzijn en gelijke kansen ondersteunt en verbetert door duurzame ontwikkeling, solidariteit tussen en binnen de generaties en samenhang van het beleid met activiteiten van de EU op de gehele wereld te waarborgen; |
Motivering
Het is van cruciaal belang dat het sociale beleid van de Unie gericht is op alle burgers, dat voor iedereen het recht van volledig burgerschap op voet van gelijkheid wordt erkend, waardoor allen kunnen participeren en aan allen dezelfde kansen worden geboden in toepassing van artikel 5 bis van het Lissabonverdrag: „Bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden houdt de Unie rekening met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid”.
Wijziging 3
Artikel 2, d)
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel |
Inzet — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van deze inzet op alle bestuursniveaus. Door voort te bouwen op de resultaten en mogelijke tekortkomingen van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een impuls aan de verdere ontwikkeling van het optreden van de Europese Unie op dit gebied. | Inzet — Herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU en de lidstaten voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren van een kordaat optreden van de overheid om armoede te bestrijdendeze inzet op alle bestuursniveaus. Door voort te bouwen op de resultaten en mogelijke tekortkomingen van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en sociale integratie geeft het Europees Jaar meer gewicht aan politieke inzet voor de preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en geeft het een impuls aan de verdere ontwikkeling van het optreden van de Europese Unie en de lidstaten op dit gebied. |
Motivering
Als artikel 2 c) geconcentreerd is op gedeelde verantwoordelijkheid moet artikel 2 d) erop gericht zijn de aandacht te vestigen op de rol van de overheid en moet worden beklemtoond dat bestrijding van armoede een aanpak vergt op basis van politieke inzet in plaats van op acties die op individueel gedrag zijn toegespitst.
Wijziging 4
Artikel 6,1
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. De nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen worden vastgesteld. | Elke lidstaat wijst een nationaal uitvoeringorgaan aan, dat belast is met de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar en met de coördinatie op nationaal niveau. Dit nationaal uitvoeringsorgaan is verantwoordelijk voor het vaststellen van de prioriteiten en het programma van het Europees Jaar op nationaal niveauhet nationaal programma en de prioriteiten voor het Europees Jaar, alsook voor de selectie van individuele acties waarvoor communautaire financiering zal worden aangevraagd. Daarbij moet nauw overleg met het regionale en lokale niveau worden gepleegd. De nationale prioriteiten en strategiestrategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zullen overeenkomstig de in artikel 2 vermelde doelstellingen worden vastgesteld. |
Motivering
Het is van belang dat in de nationale programma's eerst de nationale prioriteiten worden vastgesteld op basis van de specifieke kenmerken van de armoede in elk land; bij de uitstippeling van de strategie is alleen grondige kennis van de problematiek vereist, daar bestrijding van armoede een zaak is die vele sectoren bestrijkt en een gerichte aanpak en dit optreden vergt.
Wijziging 5
Artikel 13
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De Commissie kan voor het Europees Jaar samenwerken met de daartoe in aanmerking komende internationale organisaties, met name de Raad van Europa, de Internationale Arbeidsorganisatie en de Verenigde Naties. | De Commissie kan voor het Europees Jaar samenwerken met de daartoe in aanmerking komende internationale organisaties, met name de Raad van Europa, de Internationale Arbeidsorganisatie en de Verenigde Naties, de Wereldgezondheidsorganisatie en de Wereldbank. |
Motivering
Armoede heeft ernstige gevolgen op lange termijn: ze verhindert dat mensen al hun mogelijkheden ontplooien, bedreigt de gezondheid, de persoonlijke ontwikkeling, het algemeen welzijn. Vanuit haar ervaring kan de Wereldgezondheidsorganisatie de kennis en verspreiding van goede praktijken bevorderen. Ook de ervaring van de Wereldbank is belangrijk daar de daar gehanteerde aanpak meer en meer gebaseerd is op empowerment.
Wijziging 6
Bijlage
I. ACTIES OP EG-NIVEAU
1. Bijeenkomsten en evenementen
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar en aan armoede en sociale uitsluiting en om een forum voor de uitwisseling van ideeën te bieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland en een goede gelegenheid vormen om tekortkomingen van het beleid en alledaagse problemen te bespreken. | De organisatie van bijeenkomsten en evenementen op communautair niveau, die bedoeld zijn om de burgers van de EU-landen bewust te maken van bekendheid te geven aan de thema's van het Europees Jaar van bestrijding van en aan armoede en sociale uitsluiting en om de ontwikkeling van een forum voor de uitwisseling van ideeën te bevorderenbieden. Deze bijeenkomsten van de daartoe in aanmerking komende belanghebbende partijen zullen samen met mensen die in armoede leven en de hen vertegenwoordigende maatschappelijke organisaties worden gepland en een goede gelegenheid vormen om tekortkomingen van het beleid en alledaagse problemen te bespreken. Doel is te zorgen voor actieve participatie van de sociale actoren door acties en praktijken van sociaal empowerment te ontwikkelen. |
Motivering
Bestrijding van armoede moet gericht zijn op de burgers van de EU-landen teneinde hun verantwoordelijkheidszin te ontwikkelen en te vergroten. Doel van het Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is de voorwaarden te scheppen om te voorkomen dat nog verdere sociale ongelijkheid wordt gecreëerd; desbetreffende acties en praktijken moeten dan ook gericht zijn op sociaal empowerment.
Wijziging 7
Bijlage
2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:
Derde streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
een voorlichtingscampagne op communautair niveau en de lokalisering van die campagne op nationaal niveau via zowel traditionele als nieuwe communicatiekanalen en nieuwe technologieën. | een voorlichtingscampagne op communautair niveau en de lokalisering van die campagne op lokaal, regionaal en nationaal niveau via zowel traditionele als nieuwe communicatiekanalen en nieuwe technologieën, die moeten zorgen voor een ruimere verspreiding en een grotere belangstelling van het publiek. |
Motivering
Het lokale actieniveau is belangrijk daar lokale en regionale overheden een bijzondere rol te spelen hebben in de erkenning en bevordering van effectieve toegangsvoorwaarden tot sociale, economische en culturele diensten voor personen die in armoede leven of onder sociale uitsluiting lijden. Lokale, regionale en nationale overheden zijn wezenlijk verantwoordelijk voor de uitstippeling, de financiering en het beheer van maatregelen die de integratie van uitgesloten personen moeten verzekeren.
Informatiecampagnes kunnen het grootste aantal burgers bereiken door een beroep te doen op de deelname van overheidsinstanties op alle niveaus en door voor de communicatie een taal te gebruiken die afgestemd is op de doelgroep.
Wijziging 8
Bijlage
2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:
Vierde streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
productie van in de hele Gemeenschap verkrijgbare communicatie- en mediamiddelen om de belangstelling van het publiek te wekken; | productie van in de hele Gemeenschap verkrijgbare communicatie- en mediamiddelen om de belangstelling van het publiek te wekken; |
Motivering
De tekst is onder het derde streepje opgenomen.
Wijziging 9
Bijlage
2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:
Vijfde streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
adequate maatregelen en initiatieven om bekendheid te geven aan de resultaten en een betere profilering van de communautaire programma's en acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar bijdragen; | adequate maatregelen en initiatieven om de zichtbaarheid van de programma's te verhogen, bekendheid te geven aan de acties, de communautaire initiatieven en de resultaten en een betere profilering van de communautaire programma's en acties en initiatievendie tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar bijdragen; |
Motivering
Spreekt voor zich.
Wijziging 10
Bijlage
2. Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaande uit:
Zesde streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
geschikte initiatieven van onderwijsinstellingen tot verspreiding van informatie over het Europees Jaar; | geschikte initiatieven van onderwijsinstellingen om de jongere generaties bewust te maken en de beginselen van armoedebestrijding te verspreiden; tot verspreiding van informatie over het Europees Jaar |
Motivering
De gedeelde verantwoordelijkheid wordt versterkt door een actie die gericht is op een grotere deelname van alle groepen van de samenleving en met name de jongere generaties, teneinde de toepassing kracht bij te zetten van het Lissabonverdrag dat er in artikel 149 op gericht is „de deelneming van jongeren aan het democratisch leven van Europa aan te moedigen”.
Wijziging 11
Bijlage
3. Overige activiteiten
Eerste streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
de gehele Gemeenschap omvattende enquêtes en studies voor de beoordeling van en de rapportage over de voorbereiding, doeltreffendheid, reikwijdte en follow-up van het Europees Jaar op de lange termijn. Met het oog op het bereiken van een nieuwe consensus over politieke oplossingen zal een van deze enquêtes een reeks vragen bevatten om de publieke opinie te peilen ten aanzien van beleid tot preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, zoals bijvoorbeeld socialebeschermingsstelsels, alsook ten aanzien van de mogelijke rol van de Europese Unie bij de bestrijding van armoede en uitsluiting. Deze enquête zal in 2009 worden uitgevoerd, zodat de resultaten ervan tijdens de openingsconferentie van het Europees Jaar bekend kunnen worden gemaakt; | de gehele Gemeenschap omvattende enquêtes en studies voor de beoordeling van en de rapportage over de voorbereiding, doeltreffendheid, reikwijdte en follow-up van het Europees Jaar op de lange termijn. Met het oog op een grotere basis voor het bereiken van een nieuwe consensus over politieke oplossingen zal een van deze enquêtes een reeks vragen bevatten om de publieke opinie te peilen ten aanzien van beleid tot preventie en bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, zoals bijvoorbeeld socialebeschermingsstelsels, alsook ten aanzien van de mogelijke rol die van de Europese Unie voornemens is te spelen bij de bestrijding van armoede en uitsluiting. Deze enquête zal in 2009 worden uitgevoerd, zodat de resultaten ervan tijdens de openingsconferentie van het Europees Jaar bekend kunnen worden gemaakt; |
Motivering
Het is van belang expliciet en met klem te herinneren aan de inzet van de Unie om een actiebereidheid tot stand te brengen en actief bij te dragen aan een verandering van de houding van de Europese burgers ten aanzien van armoede en sociale uitsluiting.
Wijziging 12
Bijlage
3. Overige activiteiten
Tweede streepje
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
samenwerking met de particuliere sector, omroeporganisaties en andere media als partners bij de verspreiding van informatie over het Europees Jaar en bij activiteiten die gericht zijn op een dialoog op de lange termijn over sociale kwesties; | samenwerking met de particuliere sector, omroeporganisaties en andere media als partners bij de verspreiding van informatie over het Europees Jaar en bij activiteiten die gericht zijn op ontwikkeling van een dialoog op de lange termijn over sociale kwesties; |
Motivering
Spreekt voor zich.
Wijziging 13
Bijlage
II. MEDEFINANCIERING VAN ACTIES OP NATIONAAL NIVEAU
Punt 7 f)
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
scholingsmogelijkheden voor ambtenaren, de sociale partners, de media, vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties en andere actoren om hun kennis te verdiepen van verschijnselen van armoede en sociale uitsluiting, van Europees en nationaal op sociale integratie gericht beleid en van de diverse beschikbare beleidsinstrumenten, zodat zij beter kunnen inspelen op armoedegerelateerde kwesties en zij worden aangemoedigd om een actieve rol te spelen bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; | scholingsmogelijkheden voor ambtenaren op nationaal, regionaal en lokaal niveau, de sociale partners, de media, vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties en andere actoren om hun kennis te verdiepen van verschijnselen van armoede en sociale uitsluiting, van Europees en nationaal op sociale integratie gericht beleid en van de diverse beschikbare beleidsinstrumenten, zodat zij beter kunnen inspelen op armoedegerelateerde kwesties en zij worden aangemoedigd om een actieve rol te spelen bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; |
Motivering
Lokale, regionale en nationale overheden zijn wezenlijk verantwoordelijk voor de uitstippeling, de financiering en het beheer van maatregelen die de integratie van uitgesloten personen moeten verzekeren; het is dan ook van belang dat de betrokken ambtenaren op deze taken worden voorbereid.
Wijziging 14
Bijlage
IV. PRIORITEITEN IN HET KADER VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET EUROPEES JAAR
Tweede alinea
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||||||||||||||||||||||||||||||
In overeenstemming met de uitgevoerde analyse en de in het Gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie in kaart gebrachte prioriteiten moeten tijdens het Europees Jaar de volgende thema's centraal staan:
| In overeenstemming met de uitgevoerde analyse en de in het Gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie in kaart gebrachte prioriteiten moeten tijdens het Europees Jaar de volgende thema's centraal staan:
|
Motivering
Vooral ouderen, vluchtelingen en religieuze minderheden worden door armoede getroffen. Om gelijke kansen voor deelname aan het politieke en sociale leven te garanderen moeten daarom acties worden bevorderd die specifiek op integratie van die groepen zijn gericht.
Wijziging 15
Bijlage
5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN
5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Het Europees Jaar dient een debat op gang te brengen en oplossingen aan te reiken om een zinvolle participatie van mensen die gebukt gaan onder armoede en sociale uitsluiting, mogelijk te maken, om meer gewicht te geven aan de organisaties waarvan zij deel uitmaken en hen te betrekken bij activiteiten die bedoeld zijn om een beslissende rol te spelen bij de uitbanning van de armoede. Het Europees Jaar zal bijdragen tot een groter effect van de open coördinatiemethode in de praktijk. | Het Europees Jaar dient een debat op gang te brengen en oplossingen aan te reiken om integratie en een zinvolle participatie van mensen die gebukt gaan onder armoede en sociale uitsluiting, mogelijk te maken, om meer gewicht te geven aan de organisaties waarvan zij deel uitmaken, en voorwaarden te scheppen ter bevordering van doeltreffende empowerment-acties die erop gericht zijn en hen te betrekken bij activiteiten die bedoeld zijn om een beslissende rol te spelen bij de uitbanning van de armoede. Het Europees Jaar zal bijdragen tot een groter effect van de open coördinatiemethode in de praktijk. |
Motivering
Spreekt voor zich.
Brussel, 18 juni 2008
De voorzitter
van het Comité van de Regio's
L. VAN DEN BRANDE