Home

Advies van het Comité van de Regio's over de Toepassing van de algehele aanpak op migratie aan de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie en aan de grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie

Advies van het Comité van de Regio's over de Toepassing van de algehele aanpak op migratie aan de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie en aan de grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie

15.12.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 305/43


Advies van het Comité van de Regio's over de „Toepassing van de algehele aanpak op migratie aan de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie en aan de grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie”

(2007/C 305/09)

Het Europees migratiebeleid en het beheer van de buitengrenzen van de EU zijn achtereenvolgens de verantwoordelijkheid van de Unie en de lidstaten, die daarbij met volledige inachtneming van de mensenrechten en de beginselen van dat beleid, evenwel solidair moeten optreden en in een sfeer van onderling vertrouwen dienen samen te werken.

Regionale en lokale overheden staan wat immigratiebeleid betreft in de frontlinie, of het nu gaat om de problemen die door illegale immigratie worden veroorzaakt (opvang- en beheersmaatregelen voor personen die de EU binnenkomen, illegale arbeid, criminaliteit en veiligheid in steden) of om de diensten (op het gebied van huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, enz.) die lokale overheden in het kader van hun bevoegdheden aan de mensen op hun grondgebied dienen te leveren.

Er zou onmiddellijk actie moeten worden ondernomen om wetgeving zodanig te harmoniseren dat een einde wordt gemaakt aan mensenhandel en de criminele organisaties die zich daarmee inlaten verdwijnen.

Lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van samenwerking en stedenbanden met hun evenknieën uit andere landen. Zij verrijken decentrale samenwerkingsprojecten met hun kennis en ervaring. Met dit alles moet bij de uitwerking van een Europees migratiebeleid systematisch rekening worden gehouden.

De Commissie zou actief mee moeten zoeken naar praktische oplossingen om de zuidelijke maritieme buitengrenzen beter te beheren, en zou de Gemeenschap, de lidstaten en de lokale en regionale overheden meer mogelijkheden moeten geven om adequaat te handelen in crisissituaties, zoals een massale toestroom van illegale immigranten.

Daarnaast moedigt het CvdR lokale en regionale betrokkenen aan om via projecten gebruik te maken van de beschikbare fondsen en benadrukt het dat deze fondsen zo snel mogelijk operationeel zouden moeten worden.

De lokale en regionale overheden en hun nationale verenigingen zouden met name in de kandidaat-lidstaten en partnerlanden meer moeten worden betrokken bij EU-bijdragen, zoals programma's voor opleiding en uitwisseling van handhavingsambtenaren, samenwerking met Frontex, sociale bescherming, opleiding van ambtenaren die bevoegd zijn voor arbeidsaangelegenheden, de herintegratie van slachtoffers van mensenhandel, gegevensverzameling en het volgen van migratiestromen.

Referentiedocumenten

Eén jaar algehele aanpak van migratie: naar een alomvattend Europees migratiebeleid

COM(2006) 735 final

Versterking van het beheer van de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie

COM(2006) 733 final

Toepassing van de algehele aanpak van migratie op de grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie

COM(2007) 247 final

Rapporteur

:

Ian MICALLEF (MT/EVP), lid van de gemeenteraad van Gzira

Beleidsaanbevelingen

Algemene aanbevelingen

1.

Het Europees migratiebeleid en het beheer van de buitengrenzen van de EU zijn achtereenvolgens de verantwoordelijkheid van de Unie en de lidstaten, die daarbij met volledige inachtneming van de mensenrechten en de beginselen van dat beleid, evenwel solidair moeten optreden en in een sfeer van onderling vertrouwen dienen samen te werken.

2.

Het Comité van de Regio's (CvdR) steunt de door de Europese Unie sinds 1999 geleverde inspanningen om een alomvattend Europees migratiebeleid van de grond te krijgen. Het moedigt de Europese Commissie aan op de ingeslagen weg verder te gaan, waarmee o.a. nauwere samenwerking en coördinatie tussen de EU en derde landen mogelijk wordt. Het CvdR is er bijzonder over te spreken dat het gemeenschappelijke streven naar een Europees migratiebeleid in de conclusies van de Europese Raad van 21 en 22 juni 2007 opnieuw is bevestigd.

3.

Regionale en lokale overheden staan wat immigratiebeleid betreft in de frontlinie, of het nu gaat om de problemen die door illegale immigratie worden veroorzaakt (opvang- en beheersmaatregelen voor personen die de EU binnenkomen, illegale arbeid, criminaliteit en veiligheid in steden) of om de diensten (op het gebied van huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, enz.) die lokale overheden in het kader van hun bevoegdheden aan de mensen op hun grondgebied dienen te leveren.

4.

Voor lokale en regionale overheden is op het vlak van migratie een belangrijke rol weggelegd, omwille van hun ervaring op het gebied van contact met de landen van herkomst, en de maatregelen die ze doorvoeren ten behoeve van de integratie van immigranten, met name op het gebied van gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs en werkgelegenheid.

5.

De Commissie zou samen met de nationale, lokale en regionale overheden algemene bewustwordings- en informatiecampagnes moeten voeren over het beleid inzake legale immigratie en de positieve gevolgen daarvan, teneinde de ongerustheid bij de burgers weg te nemen. Tegelijkertijd zou de Commissie de landen van herkomst van migranten moeten steunen bij het voeren van algemene bewustwordings- en informatiecampagnes over de mogelijkheden voor legale immigratie en de gevaren van illegale immigratie.

6.

De Commissie zou mechanismen moeten uitwerken om te garanderen dat een toekomstig generaal pardon voor illegale immigranten gecoördineerd toegekend wordt, als onderdeel van een gemeenschappelijke immigratie- en asielregeling. Daarom moet het voornemen van de Commissie om in 2007 opdracht te geven tot een studie naar regularisering door de lidstaten en de gevolgen daarvan op nationaal, regionaal en lokaal niveau worden toegejuicht.

7.

Het CvdR staat achter het Commissievoorstel om de capaciteit van het toekomstige netwerk van kustpatrouilles op te voeren wanneer lidstaten in de regio geconfronteerd worden met een crisissituatie, zoals een massale toestroom van migranten.

8.

Verder is het ingenomen met het besluit van het Europees Parlement om de begroting van Frontex aanzienlijk te verhogen en in te stemmen met het budget voor de snelle grensinterventieteams. Deze teams zouden ook moeten worden belast met de coördinatie tussen lidstaten en andere betrokkenen, met inbegrip van de communicatie met de geplande regionale commandoposten aan de zuidelijke maritieme buitengrenzen(1) en met de regionale overheden die het meest met de toestroom van migranten te maken krijgen.

9.

Het CvdR is ook voorstander van het voorstel om een pool van deskundigen uit de overheden van de lidstaten op te richten. Deze deskundigen moeten op korte termijn kunnen worden ingezet in andere lidstaten die met bijzondere capaciteitsproblemen kampen. Die lidstaten kunnen aldus worden geholpen bij een snelle eerste beoordeling van individuele gevallen op de plaatsen van binnenkomst, met inbegrip van de identificatie van personen en de keuze welke personen naar hun land van herkomst of doorreis kunnen worden teruggestuurd. Op deze snelle eerste beoordeling moet een doeltreffende behandeling van de individuele gevallen volgen, waarbij de gezondheidstoestand van de immigranten en vluchtelingen wordt beoordeeld en tevens wordt gekeken naar de eventueel daarmee samenhangende epidemiologische situatie. In dit kader moet ook de specifieke situatie van alleenstaande minderjarigen en andere kwetsbare groepen worden aangepakt.

10.

Deze pool van deskundigen zou zodanig moeten worden samengesteld dat optimaal rekening wordt gehouden met de behoeften van de lokale en regionale overheden. Om die reden zouden, als daarom wordt verzocht, ook vertegenwoordigers van het regionale en lokale bestuur uit de desbetreffende gebieden of van nationale of regionale verenigingen van lokale overheden in die pool moeten zitten en zouden regionale en lokale overheden een beroep moeten kunnen doen op dit soort deskundigen om hen te komen helpen. De komst van illegale immigranten heeft in iedere lidstaat immers hoe dan ook onmiddellijk gevolgen voor de gemeente en regio waar zij aankomen.

11.

Het CvdR schaart zich achter het voorstel van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken om derde landen via samenwerkingsovereenkomsten inzake migratie en ontwikkeling te verplichten oog te hebben voor democratie, rechtsstaat en mensenrechten.

12.

Er zou onmiddellijk actie moeten worden ondernomen om wetgeving zodanig te harmoniseren dat een einde wordt gemaakt aan mensenhandel en de criminele organisaties die zich daarmee inlaten verdwijnen.

13.

Het CvdR kan zich vinden in het verzoek van de Commissie aan de lidstaten om zich harder in te zetten voor een snelle uitvoering van de reeds overeengekomen maatregelen en om Europees beleid met eigen initiatieven aan te vullen.

14.

Regionale en lokale overheden moeten worden beschouwd als stakeholders en dienen, in het bijzonder via het CvdR, te worden betrokken bij elk overleg ter zake, ook met landen van herkomst of doorreis.

15.

Het CvdR onderstreept het belang van conferenties als „Integrating cities: European policies, local practices” en kijkt ernaar uit om actief deel te nemen aan toekomstige edities daarvan. Genoemde conferentie werd in 2006 georganiseerd om regio's de kans te geven goede praktijkvoorbeelden uit te wisselen en hun onderlinge samenwerking te verstevigen. De EU zou verder het potentieel van de regio's langs haar zeegrenzen moeten benutten voor de ontwikkeling van betrekkingen met haar buurlanden waar zowel die landen als de EU zelf voordeel bij hebben.

16.

Lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van samenwerking en stedenbanden met hun evenknieën uit andere landen. Zij verrijken decentrale samenwerkingsprojecten met hun kennis en ervaring die zij hebben opgedaan met dienstverlening op het vlak van gezondheidszorg, onderwijs en stedelijke voorzieningen, met lokale en regionale economische ontwikkeling en democratie, en met het functioneren van democratische instellingen. Verder kunnen zij lokale beheersstructuren institutioneel ondersteunen. Met dit alles moet bij de uitwerking van een Europees migratiebeleid systematisch rekening worden gehouden.

17.

De Commissie zou actief mee moeten zoeken naar praktische oplossingen om de zuidelijke maritieme buitengrenzen beter te beheren, en zou de Gemeenschap, de lidstaten en de lokale en regionale overheden meer mogelijkheden moeten geven om adequaat te handelen in crisissituaties, zoals een massale toestroom van illegale immigranten.

18.

Het CvdR heeft er op 20 februari 2007 (CdR 258/2006)(2) unaniem toe opgeroepen om in Malta een speciaal agentschap op te richten voor illegale immigratie en asielverzoeken van onderdanen van derde landen

19.

Specifieke aandacht zou moeten uitgaan naar de EU-regio's in het Middellandse Zeegebied en in en langs de Atlantische Oceaan die te maken hebben met zeer grote aantallen illegale immigranten en kampen met een gebrek aan middelen om die toestroom in goede banen te leiden. Respect voor de menselijke waardigheid vereist immers onverwijld een resoluut optreden op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau, om verdere tragedies onder illegale immigranten te voorkomen, die in groten getale het leven laten bij hun pogingen de kusten van de EU te bereiken, en om de gevolgen van de komst van deze illegale migranten voor de veiligheid en de cohesie van de hele EU te beperken. Daarom is op korte termijn absoluut actie nodig, zodat de huidige problemen snel en adequaat kunnen worden aangepakt. Het CvdR dringt verder ten zeerste aan op een financieel instrument speciaal voor de regio's met de hoogste immigratie en voor de regio's die door illegale migranten massaal gebruikt worden als doorreisgebieden.

20.

De lidstaten zouden zich solidair moeten tonen met de landen en regio's die zich langs de EU-buitengrenzen, dus aan de frontlinie, bevinden en worden geconfronteerd met een constante stroom migranten. Dat zouden zij kunnen doen door concrete maatregelen te nemen om de druk op deze landen en regio's te verlichten en de betreffende migranten zelf op te vangen totdat een definitief besluit is genomen over hun verblijfsstatus.

21.

Daarnaast moedigt het CvdR lokale en regionale betrokkenen aan om via projecten gebruik te maken van de beschikbare fondsen, te weten het Buitengrenzenfonds, het Terugkeerfonds, het Europees Vluchtelingenfonds en het Integratiefonds, die zo snel mogelijk operationeel zouden moeten worden. Het spreekt in dit verband zijn bezorgdheid uit, omdat dat al in januari 2007 had moeten gebeuren, terwijl het Terugkeerfonds op zijn vroegst pas vanaf 2008 kan worden gebruikt.

22.

De lidstaten zouden op grond van het subsidiariteitsbeginsel hun lokale en regionale overheden moeten betrekken bij het vaststellen van migratiebeleid, nationale integratie- en werkgelegenheidsplannen en van het toegestane aantal buitenlandse werknemers. Tevens zou er aandacht moeten zijn voor de lokale en regionale dimensie in de analyses, statistieken en verslagen waarop het Europese immigratiebeleid wordt gebaseerd.

Betrekkingen met Afrika

23.

Het CvdR kan zich vinden in de aanpak om meer met Afrika te overleggen en samen te werken inzake het hele scala van migratievraagstukken: legale en illegale migratie, betere bescherming van vluchtelingen en betere onderlinge afstemming van het migratie- en het ontwikkelingsbeleid.

24.

Wat de Noord-Afrikaanse landen betreft, zal gestreefd worden naar verdere ontwikkelingen, o.a. via bevordering van bilaterale overeenkomsten op regionaal niveau in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake het grote nabuurschap tussen de ultraperifere regio's en hun buurlanden uit sub-Sahara Afrika, waarin ook plaats voor migratievraagstukken is ingebouwd. Tevens is het de bedoeling om de werkzaamheden in het kader van Euromed voort te zetten, de bilaterale samenwerking met de partners uit het Middellandse Zeegebied op te voeren en ook de lokale en regionale overheden daarbij te betrekken.

25.

Overigens is het in het kader van de bilaterale samenwerking van fundamenteel belang dat wordt geput uit de ervaring van gebieden als de ultraperifere regio's, die zich gezien hun specifieke geografische ligging en hun ervaring in een unieke positie bevinden om de samenwerking tussen de EU en haar buurlanden te versterken.

26.

Het CvdR staat achter de samenwerking tussen de EU en Afrika zoals die is gedefinieerd in de EU-strategie voor Afrika, waarvan het hoofddoel het bereiken van de millennium-ontwikkelingsdoelstellingen voor duurzame ontwikkeling, veiligheid en goed bestuur is via een permanente dialoog met de ACS-landen op basis van artikel 13 van het Verdrag van Cotonou.

27.

Dit artikel 13 bepaalt onder meer: „Iedere ACS-staat verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven op verzoek van die lidstaat zonder verdere formaliteiten over te nemen. Voor dergelijke doeleinden verstrekken […] de ACS-staten hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.”

28.

De EU moet hameren op de handhaving van dit artikel en zich aanzienlijk méér inspannen om herkomstlanden te verplichten immigranten terug te nemen die niet voor asiel in de EU in aanmerking komen, maar er desondanks voor kozen om op illegale wijze naar Europa te trekken.

29.

De Commissie stelt voor om samenwerkingsverbanden inzake migratie en ontwikkeling op te zetten, teneinde Afrikaanse landen, EU-lidstaten en internationale organisaties bijeen te brengen vanuit het streven om migratie doeltreffender te beheren in het belang van alle partijen. Het CvdR is van mening dat met name de rechtstreeks betrokken lokale en regionale overheden, indien mogelijk via hun nationale en regionale verenigingen, een rol moeten krijgen in deze samenwerkingsverbanden en in het overleg met de ACS-landen, aangezien hun deelname daaraan in ieders belang is.

30.

Het CvdR kan zich vinden in het initiatief van de Commissie om investeringen in arbeidsintensieve sectoren in regio's in Afrika met een hoge emigratiegraad aan te moedigen en de lidstaten te vragen daaraan ook een bijdrage te leveren. Er zij er overigens op gewezen dat een en ander pas kan worden verwezenlijkt als ook de privé-sector een behoorlijk gedeelte van die investeringen voor zijn rekening neemt. Voorwaarde daartoe is dat de nodige instrumenten worden ontwikkeld om bedoelde investeringen te vergemakkelijken.

31.

Het is het ook eens met de voorstellen van de Commissie om een migratieprofiel op te stellen voor elk van de betrokken ontwikkelingslanden en om migratieondersteuningsteams op te richten, bestaande uit deskundigen van EU-lidstaten, die Afrikaanse landen desgewenst de nodige bijstand kunnen verstrekken. Het zal daarnaast initiatieven van de Commissie steunen die de oprichting van een pan-Afrikaans netwerk van waarnemingscentra voor migratie en/of onderzoeksinstellingen op het gebied van migratie aanmoedigen. De lokale en regionale overheden moet bij dit alles echter de noodzakelijke knowhow worden bijgebracht. Deskundigen uit regio's en steden zouden bovendien zeker van toegevoegde waarde zijn voor genoemde migratieondersteuningsteams.

32.

Lokale en regionale overheden kunnen informatie helpen verzamelen voor de portaalsite over immigratie, de Europese portaalsite over arbeidsmobiliteit, het Eures-netwerk en de Europese portaalsite over mobiliteit van onderzoekers. Afrikaanse landen kunnen hiermee informatie krijgen over legale mogelijkheden om in Europa te werken, onder meer via specifieke informatiecampagnes. Ook kunnen lokale en regionale overheden ertoe bijdragen om het beheer van seizoenarbeiders, de uitwisseling van studenten en onderzoekers en andere vormen van legaal verkeer van personen te vergemakkelijken.

Illegale immigratie bestrijden en de integratiemaatregelen intensiveren

33.

Het CvdR staat achter het voorstel voor nieuwe wetgeving om sancties op te leggen aan werkgevers die illegale immigranten in dienst nemen, alsook achter initiatieven waarbij Europol aandacht besteedt aan het bestrijden van hulpverlening bij illegale immigratie en mensenhandel.

34.

Evenzeer moet worden getracht alle maatregelen erdoor te krijgen die nodig zijn om een eind te maken aan mensenhandel, de personen en/of criminele organisaties die zich daarmee inlaten te stoppen en de zwarte economie die aan mensenhandel ten grondslag ligt te bestrijden.

35.

Het CvdR steunt de Commissie bij haar inspanningen nog meer werk te maken van integratiemaatregelen en instrumenten te ontwikkelen waardoor de verschillende belanghebbenden, onder wie migranten zelf, in ruimere mate kunnen participeren, wat moet bijdragen tot het bevorderen van een doeltreffende integratiestrategie. Regionale en lokale overheden zouden moeten worden beschouwd als belanghebbenden en zouden altijd bij dit soort participatie-initiatieven moeten worden betrokken.

36.

Het gaat hierbij onder meer om a) de oprichting van een integratieforum waarin betrokkenen op gezette tijden van gedachten kunnen wisselen, b) de consolidatie van de rol van plaatselijke autoriteiten, en c) de oprichting van een website over integratie en het uitgeven van nieuwe versies van het integratiehandboek en het jaarverslag inzake migratie en integratie.

Frontex

37.

Het CvdR beveelt aan om artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2007/2004 tot oprichting van Frontex toe te passen, aangezien hiermee een belangrijke maatregel voor solidariteit tussen de lidstaten wordt geactiveerd. Deze bepaling voorziet namelijk in vrijwillige bundeling van technische middelen onder het beheer van Frontex, waarbij deze middelen op verzoek van de lidstaten en na een behoeften- en risico-evaluatie die door het agentschap wordt uitgevoerd, ter beschikking van andere lidstaten kunnen worden gesteld.

38.

Om crisissituaties te kunnen voorkomen en beheren, moet Frontex zowel gerichte als algemene risicoanalyses maken. Daartoe dient het toegang te hebben tot de informatie die in het kader van de netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen van de lidstaten wordt verzameld.

39.

Het CvdR kan zich vinden in het voorstel van de Commissie om Verordening (EG) nr. 377/2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen zodanig te wijzigen dat Frontex toegang krijgt tot informatie en kan deelnemen aan vergaderingen die in het kader van dat netwerk worden georganiseerd, aangezien de desbetreffende informatie een nuttig hulpmiddel is en dus toegankelijk moet zijn.

40.

De Commissie moet ervoor zorgen dat de door Frontex gecoördineerde kustpatrouilles, die met name rond de Canarische eilanden en in de Middellandse Zee actief zijn, permanent plaatsvinden bij kalme zee en in het bijzonder van halverwege het voorjaar tot het begin van het najaar, om te voorkomen dat de lidstaten opnieuw worden overspoeld door stromen immigranten.

41.

Het CvdR roept de Commissie op met voorstellen te komen om de Noord-Afrikaanse landen te stimuleren tot samenwerking om mensenhandel aan de Middellandse Zeekusten te voorkomen. Op lange termijn evenwel is de beste aanpak de tenuitvoerlegging van een ontwikkelingsbeleid in de landen van herkomst.

De grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie

42.

Een belangrijke doelstelling bij de toepassing van de algehele aanpak van migratie op de grensregio's ten oosten en zuidoosten van de Europese Unie is een samenhangend beleid te verzekeren en ervoor te zorgen dat dit beleid aansluit bij de bestaande dialoog en initiatieven voor samenwerking inzake migratie en aanverwante vraagstukken in de algemene context van het buitenlandse beleid van de EU.

43.

Het CvdR kan zich vinden in de volgende uitspraken van de Commissie: „De dialoog met de autoriteiten van de kandidaat-lidstaten en de partnerlanden moet ook een discussie omvatten over de vraag hoe de invloed van migratie op de ontwikkeling de stabiliteit kan versterken en de groei in de regio kan stimuleren. Er dient een beleid te worden ontwikkeld om hersenvlucht tegen te gaan, onder meer door te investeren in opleiding en capaciteitsopbouw voor betere arbeidsvoorwaarden en meer arbeidskansen.” (COM(2007) 247 final).

44.

Het CvdR zou wat betreft de betrekkingen met de landen van de Raad van Europa nauwer moeten samenwerken met het Congres van lokale en regionale overheden van de Raad van Europa om de opvangcapaciteiten van de partnerlanden te verbeteren, zodat illegale immigranten volgens de internationale normen worden behandeld en rekening wordt gehouden met de behoeften van de slachtoffers van mensenhandel en van andere kwetsbare personen.

45.

De lokale en regionale overheden en hun nationale verenigingen zouden met name in de kandidaat-lidstaten en partnerlanden meer moeten worden betrokken bij EU-bijdragen, zoals programma's voor opleiding en uitwisseling van handhavingsambtenaren, samenwerking met Frontex, sociale bescherming, opleiding van ambtenaren die bevoegd zijn voor arbeidsaangelegenheden, de herintegratie van slachtoffers van mensenhandel, gegevensverzameling en het volgen van migratiestromen.

46.

Het CvdR is ingenomen met het voorstel om Frontex een prominentere rol te laten spelen bij onder meer de uitbouw van de samenwerking met Rusland, Oekraïne, Moldavië, Georgië, de Westelijke-Balkanlanden en enkele Aziatische staten. Dit agentschap zou echter eerst het nodige moeten verbeteren wat betreft de eigen operaties en risicoanalyses, aangezien die laat in het jaar van start gingen en in de zomer werden opgeschort, terwijl juist in die periode in Zuid-Europa extreem veel illegale immigranten aankomen.

47.

Het CvdR is voorstander van een intensieve en alomvattende dialoog met Rusland over alle vraagstukken die samenhangen met migratie, zoals asiel, bescherming van intern ontheemden volgens internationale normen, bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel, arbeidsmigratie en alle relevante sociale aspecten van migratie.

48.

De lidstaten die twijfelen aan de doeltreffendheid van gezamenlijke kustpatrouilles, zouden zich meer bereid moeten tonen om middelen aan Frontex te verstrekken, niet alleen omdat alle lasten gelijkelijk moeten worden verdeeld, maar ook uit eigen belang, aangezien illegale immigratie een pan-Europees probleem is en niet alleen de landen rond het Middellandse Zeegebied aangaat.

Brussel, 11 oktober 2007.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

M. DELEBARRE