Home

Aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

Aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

Aanbeveling voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid /* COM/2007/0214 def. - CNS 2007/0075 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.4.2007

COM(2007) 214 definitief

2007/0075 (CNS)

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij de Akte van Toetreding van Bulgarije en Roemenië[1] van 2005 is een vereenvoudigde regeling ingevoerd voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot verdragen, overeenkomsten (en protocollen) die door de lidstaten zijn gesloten op grond van artikel 34 VEU (voorheen artikel K.3 VEU) of artikel 293 VEG. Het is voortaan niet meer nodig te onderhandelen over en over te gaan tot de sluiting van specifieke protocollen (die anders door 27 staten zouden moeten worden geratificeerd) betreffende de toetreding tot deze verdragen: in artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte wordt alleen bepaald dat Bulgarije en Roemenië krachtens de Toetredingsakte toetreden tot deze verdragen, overeenkomsten en protocollen.

Overeenkomstig artikel 3, leden 3 en 4, van de Toetredingsakte stelt de Raad daartoe besluiten vast waarin wordt bepaald op welke data deze verdragen in werking treden ten aanzien van Bulgarije en Roemenië en waarin de als gevolg van de toetreding van deze twee nieuwe lidstaten vereiste aanpassingen in deze verdragen worden aangebracht (dat omvat in elk geval de vaststelling van deze verdragen in de Bulgaarse en de Roemeense taal, zodat deze versies "gelijkelijk authentiek" zijn). Deze besluiten van de Raad worden aangenomen op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

In bijlage I bij de Toetredingsakte zijn op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zeven verdragen, overeenkomsten en bijbehorende protocollen opgenomen.

De lijst bevat onder andere de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid.

Deze aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad heeft ten doel overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte de vereiste aanpassingen aan te brengen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de bovenvermelde overeenkomst.

2007/0075 (CNS)

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte van Toetreding van Bulgarije en Roemenië (hierna de "Toetredingsakte" genoemd), en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie[2],

Gezien het advies van het Europees Parlement[3],

Overwegende hetgeen volgt:

1. De Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid[4] (hierna "de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid" genoemd) is op 17 juni 1998 te Luxemburg ondertekend en is nog niet in werking getreden.

2. In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen tussen de lidstaten, waaronder de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid. Deze verdragen, overeenkomsten en protocollen moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data.

3. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte moet de Raad de als gevolg van de toetreding vereiste aanpassingen in deze verdragen, overeenkomsten en protocollen aanbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid treedt ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking op de dag waarop zij in werking treedt ten aanzien van de oorspronkelijke ondertekenende lidstaten.

Artikel 2

De Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid zijn aan dit besluit gehecht en zijn op gelijke wijze authentiek als de overige teksten van die overeenkomst.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE De Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst van 17 juni 1998, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

.

[1] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203.

[2] PB C […] van […], blz. […].

[3] PB C […] van […], blz. […].

[4] PC C 216 van 10.7.1998, blz. 1.