Home

Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen en tot intrekking van Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002

Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen en tot intrekking van Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002

Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen en tot intrekking van Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002 /* COM/2007/0318 def. - CNS 2007/0131 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 27.6.2007

COM(2007) 318 definitief

2007/0131 (CNS)

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen en tot intrekking van Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

- Motivering en doel van het voorstel

Het voortbestaan van de sector rietsuiker-suiker-rum is onmisbaar voor het economische en sociale evenwicht in de overzeese departementen. In de drie departementen waar het vooral om gaat, namelijk Réunion, Guadeloupe en Martinique, is de sector goed voor een jaarlijkse omzet van circa 250 miljoen euro en voor 40 000 banen, waarvan 22 000 rechtstreekse arbeidsplaatsen. De rietsuikerteelt is bij uitstek een voorbeeld van geïntegreerde bedrijvigheid in de overzeese departementen die niet alleen een directe exploitatie van de productie van de sector in de vorm van rum en suiker mogelijk maakt, maar ook een indirecte exploitatie in de vorm van de bijproducten zoals melasse of stro, die als energiebron, veevoeder of natuurlijke meststoffen worden gebruikt. Bovendien heeft de rietsuikerteelt dankzij de erosiewerende werking een positieve impact op het milieubehoud in de overzeese departementen, hetgeen een belangrijk voordeel is gezien het geaccidenteerde landschap en de harde regens. Daarnaast is het wortelstelsel van rietsuiker, doordat het relatief weinig bemesting nodig heeft, bevorderlijk voor een goede waterkwaliteit. Bovendien worden bij deze teelt maar weinig bestrijdingsmiddelen ingezet. Tot slot levert ampas, dat bij de industriële verwerking wordt geproduceerd, volgens de Franse autoriteiten een belangrijke bijdrage tot de elektriciteitsproductie, hetgeen betekent dat er minder CO2 door fossiele brandstoffen wordt uitgestoten. Op deze manier draagt de teelt bij tot het behalen van de milieudoelstellingen die op internationaal niveau in het Kyoto-protocol zijn afgesproken. Samen met de bananensector is deze sector de enige exportactiviteit van belang in regio's waar de dekkingsgraad van de handel niet boven de 7% uitkomt.

Het voorstel heeft tot doel Frankrijk te machtigen een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen (DOM) vervaardigde "traditionele" rum toe te passen voor een contingent van 108 000 hl zuivere alcohol (hza) van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012. Daarbij wordt de fiscale regeling die thans voor traditionele rum geldt in volume en duur uitgebreid, want de situatie is sinds 2001 nog verslechterd.

Gezien de krapte op de lokale markt kunnen de distilleerderijen van de overzeese departementen hun activiteiten alleen voortzetten als zij voldoende toegang hebben tot de markt van continentaal Frankrijk, die de belangrijkste afzetmarkt voor hun rumproductie is (goed voor ruim 50% van de totale productie).

De slechte concurrentiepositie van traditionele rum op de markt van de Gemeenschap heeft voornamelijk te maken met de hoge afzetprijzen, die op hun beurt het gevolg zijn van de hoge kostprijs van in de DOM geproduceerde rum.

De DOM hebben sinds 2001 met name een ongunstige loonontwikkeling doorgemaakt , waarbij het welvaartsvast minimumuurloon (SMIC) tussen 2001 en 2006 met 24% is gestegen.

Overigens hebben de DOM sinds 2001 aanzienlijke investeringen gedaan, en wel voor ruim 45,5 miljoen euro. De departementen moeten voldoen aan de emissie- en veiligheidsnormen van de EU, waarvoor aanzienlijke niet-productieve investeringen nodig zijn [1] . Weliswaar zijn de totale investeringen tussen 2001 en 2004 met een factor van 2,6 gestegen, maar 21,3 miljoen euro oftewel 47% daarvan was bestemd voor milieubehoud. Deze investeringen zijn wel voor een deel gefinancierd met behulp van de structuurfondsen[2], die bijdragen aan de initiële investering van de distilleerderijen. Deze steun bedraagt echter geen 100% van de vereiste investeringen en heeft bovendien geen betrekking op de hogere bedrijfskosten van de aanpassingen die nodig zijn om aan de normen te voldoen. Deze hogere bedrijfskosten leiden niet tot een hogere productiviteit, maar wel tot een hogere kostprijs per liter geproduceerde rum: volgens de distilleerderijen komt de kostprijs van rum door de onderhouds- en exploitatiekosten voor deze installaties zo'n 10 tot 15% hoger te liggen. Dit levert de distilleerderijen dus elk jaar een aanzienlijke financiële belasting op.

Al deze kosten samen brengen bedrijven in de DOM vaak in financiële moeilijkheden, terwijl de regelgeving almaar strenger wordt. De enige oplossing voor distilleerderijen is deze lasten af te schrijven op grotere productievolumes en daarvoor moeten zij voldoende toegang tot de continentale markt krijgen: het totale exportvolume naar de EU is tussen 2002 en 2005 namelijk met 12% gedaald (van 176 791 tot 155 559 hza).

Daarom moeten de DOM in staat worden gesteld hun marktpositie op het continent te behouden door uitbreiding van hun huidige contingent. Terwijl de verkoop van rum voor de consumptie in Frankrijk tussen 2000 en 2005 met 20% is gestegen, is die van rum uit de DOM slechts met 16% toegenomen, hetgeen dus een relatieve verslechtering van het marktaandeel betekent, terwijl de productiekosten in dezelfde periode zijn gestegen. Sinds 2005 wordt het volledige contingent gebruikt. De belastingverlaging kan voor een deel de hoge kostprijs en het relatief hoge alcoholgehalte van rum uit de DOM compenseren, zodat de grote distributeurs deze blijven inkopen.

Om deze redenen wordt voorgesteld het huidige contingent met 18 000 hza te verhogen tot in totaal 108 000 hza, waarin de ontwikkeling van de consumptie in continentaal Frankrijk van de afgelopen zes jaar is verdisconteerd.

Gezien de noodzaak om een klimaat van rechtszekerheid voor de economische actoren in de sector rietsuiker-suiker-rum te creëren, de aflossingsduur van de installaties en gebouwen, en het streven naar samenhang met andere Gemeenschapsregelgeving, dient toestemming te worden verleend voor de handhaving van deze derogatie tot eind 2012.

- Algemene context

Frankrijk was bij een beschikking van de Raad van 30 oktober 1995 gemachtigd om een lager accijnstarief toe te passen op in de DOM vervaardigde traditionele rum dan het normale tarief voor ethylalcohol. Deze maatregel zou op 31 december 2002 aflopen, maar is bij een beschikking van de Raad van 18 februari 2002 verlengd, en wel voor een contingent van 90 000 hza. In deze beschikking was bepaald dat Frankrijk uiterlijk op 30 juni 2006 een rapport aan de Commissie moest voorleggen op basis waarvan deze kon nagaan of de omstandigheden die de toekenning van de accijnsverlaging rechtvaardigden, nog steeds golden. Frankrijk heeft op 27 december 2005 een tussentijdse evaluatie ingediend en verzocht om een aanvullend contingent voor traditionele rum. Het verzoek van de Franse autoriteiten is bestudeerd aan de hand van de eisen van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag.

- Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Krachtens artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag zijn de bepalingen van dit Verdrag van toepassing op de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden. Gezien de structurele economische en sociale situatie van de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden, die wordt bemoeilijkt door de grote afstand, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten, welke factoren door hun blijvende en cumulatieve karakter de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden, neemt de Raad evenwel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement specifieke maatregelen aan die er met name op gericht zijn de voorwaarden voor de toepassing van het EG-Verdrag, met inbegrip van gemeenschappelijk beleid, in deze gebieden vast te stellen.

Bij Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002, vastgesteld op grond van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag, wordt Frankrijk gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen. Dit verlaagde tarief is beperkt tot een jaarlijks contingent van 90 000 hza. In vergelijking met de belastingtarieven voor vergelijkbare producten die niet uit de Franse overzeese departementen komen, mag het verlaagde tarief lager zijn dan het in Richtlijn 92/84/EEG vastgestelde minimumtarief voor alcohol, maar mag het niet meer dan 50% lager zijn dan het normale nationale accijnstarief voor alcohol. De beschikking van de Raad is tot en met 31 december 2009 van kracht en uiterlijk in juni 2006 moet een tussentijdse evaluatie plaatsvinden. Dit voorstel heeft tot doel deze beschikking te vervangen.

- Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

In de specifieke maatregelen als bedoeld in artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag, moet rekening worden gehouden met de bijzondere kenmerken en beperkingen van de ultraperifere gebieden, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid. Met deze eis is rekening gehouden door middel van een zeer grondige bestudering van het verzoek van de Franse autoriteiten. Hoewel het oorspronkelijke verzoek van de Franse autoriteiten betrekking had op een verhoging van het contingent met 30 000 hza, is de Commissie derhalve van oordeel dat op grond van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag slechts een verhoging van 18 000 hza gerechtvaardigd is, want hierin is de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen in continentaal Frankrijk van de afgelopen zes jaar verdisconteerd.

In de analyse van het voorstel hebben de diensten van de Commissie ook rekening gehouden met andere maatregelen waarvan de sector rietsuiker-suiker-rum heeft geprofiteerd (de herziening van de gemeenschappelijke marktordening in de suikersector van februari 2006 draagt voor een deel bij aan het voortbestaan van de sector), en met name de steunmaatregelen in het kader van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie. Ook hebben zij gelet op de samenhang van deze wetgeving met dit voorstel.

De steun in het kader van de GMO suiker stelt de producenten van in suikerfabrieken vervaardigde rum en rum op basis van melasse in staat de aankoopprijs van de grondstof gelijk te houden ook als de suikerprijs daalt, maar verlaagt niet hun productiekosten.

2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

- Raadpleging van belanghebbende partijen

Het verzoek van de Franse autoriteiten is naar aanleiding van verzoeken uit de belanghebbende economische sectoren ingediend.

- Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

- Effectbeoordeling

Rum uit de DOM vertegenwoordigt thans circa 20% van de totale markt van de Gemeenschap.

Het huidige contingent is goed voor minder dan 8,68% van de markt van de Gemeenschap en de voorgestelde verhoging heeft betrekking op slechts ongeveer 1,5% van deze markt over een periode van zes jaar. Het gaat om een verhoging van 18 000 hza, waarin de ontwikkeling van de traditionele handelsstromen in continentaal Frankrijk tussen 1999 en 2005 is verdisconteerd.

Ontwikkeling van de consumptie

In de handel gebracht met "verlaagde accijns" | Buiten contingent | Derde landen | Totaal |

2005 | 90 000 | 35 500 | 5 500 | 131 000 |

2004 | 87 900 | 30 800 |

2003 | 86 400 | 26 200 |

2002 | 86 900 | 37 000 |

2001 | 86 200 | 26 500 |

2000 | 78 300 | 30 000 | 1 000 | 109 300 |

Variatie 2000- 2005 | 20 %, |

Verwachting | 18 000 hza |

De maatregel draagt bij tot de regionale ontwikkeling. Het belastingvoordeel komt verschillende actoren van de sector rietsuiker-suiker-rum ten goede:

– doordat het bij het in de handel brengen wordt toegepast, krijgt de consument op het continent de kans voor een redelijke prijs traditionele rum uit de DOM te kopen;

– het zorgt voor een afzetmarkt en een betere exploitatie van de productie van de distilleerderijen;

– het garandeert derhalve ook het voortbestaan van de rietsuikerteelt en van de werkgelegenheid in die sector en draagt bij tot de ruimtelijke ordening van de overzeese departementen.

De Franse autoriteiten schatten dat het verdwijnen van het belastingvoordeel een verlies van 50% van de afzetmarkt (met name in continentaal Frankrijk) met zich mee zou brengen en dat als gevolg daarvan 75% van de distilleerderijen zou moeten sluiten. Ook op het gebied van de winstgevendheid van de sector als geheel, de telers en de suikerfabrieken zouden de gevolgen merkbaar zijn. Naast het behoud van ongeveer 22 000 rechtstreekse arbeidsplaatsen in verband met de rumproductie draagt de regeling er indirect toe bij dat de productie van bijvoorbeeld melasse of stro die ook uit rietsuiker verkregen worden en als energiebron, veevoeder of natuurlijke meststoffen worden gebruikt, beter wordt geëxploiteerd. Dankzij de fiscale regeling konden daarentegen de elf distilleerderijen op Guadeloupe, de negen op Martinique, de drie op Réunion en de enige distilleerderij van Guyana blijven bestaan. Tussen 2002 en 2005 heeft slechts één distilleerderij alle activiteiten stopgezet.

Hierbij moet worden opgemerkt dat de invoer van rum uit andere gebieden naar continentaal Frankrijk in de periode 2000-2005 met meer dan 500% is toegenomen. Het bestaan van een specifieke fiscale regeling verhindert dus niet dat concurrerende rummerken steeds meer terrein winnen op de Franse markt. Bovendien wordt de integriteit van de interne markt gerespecteerd: de specifieke fiscale regeling die sinds 1995 voor de DOM geldt, heeft geen invloed gehad op de ontwikkeling van het marktaandeel van rum uit andere gebieden. Dit geldt zowel voor de interne markt (in vergelijking met 1995 is het marktaandeel van de DOM in de interne markt van de Europese Unie, Frankrijk uitgezonderd, met meer dan 50% gedaald, terwijl het marktaandeel van de invoer uit de ACS- en derde landen met meer dan 20% is gestegen: in 2005 bedroeg het rond de 80% van de afgezette hoeveelheden) als voor de Franse markt.

De voorgestelde verhoging van het contingent voor het verlaagde accijnstarief in continentaal Frankrijk is derhalve niet van dien aard dat de interne markt of het gemeenschappelijk belastingbeleid wordt verstoord.

3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

- Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Het voorstel machtigt Frankrijk van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012 een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen voor een contingent van 108 000 hza.

- Rechtsgrondslag

Artikel 299, lid 2, van het Verdrag.

- Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

- Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om tegemoet te komen in de hoge kosten van de producenten van traditionele rum.

De Franse autoriteiten wijzen er tevens op dat het verlaagde accijnstarief voor traditionele rum uit de DOM er niet toe heeft geleid dat producenten van grote internationale rummerken zich op de DOM hebben gevestigd om daar hun eigen productie te ontwikkelen en zo van het belastingvoordeel voor de sector te profiteren. Voorts heeft de laatste internationale onderneming Martinique in 2004 verlaten maar is deze deel blijven uitmaken van de sector in de ACS-landen.

Op basis van al deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de steunregeling ten opzichte van het doel ervan, namelijk het verbeteren van de concurrentiepositie van de sector rietsuiker-suiker-rum, evenredig is en de ontwikkeling van het marktaandeel van rum uit andere gebieden in de interne markt niet heeft beïnvloed.

- Keuze van instrumenten

Volgens artikel 299, lid 2, van het Verdrag moeten specifieke maatregelen ten behoeve van de ultraperifere gebieden door de Raad worden aangenomen.

4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

2007/0131 (CNS)

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum toe te passen en tot intrekking van Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 299, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Gezien het advies van het Europees Parlement[4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag zijn de bepalingen van dit Verdrag van toepassing op de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden. Gezien de structurele economische en sociale situatie van de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden, die wordt bemoeilijkt door de grote afstand, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten, welke factoren door hun blijvende en cumulatieve karakter de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden, neemt de Raad evenwel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement specifieke maatregelen aan die er met name op gericht zijn de voorwaarden voor de toepassing van het EG-Verdrag, met inbegrip van gemeenschappelijk beleid, in deze gebieden vast te stellen. De Raad houdt bij het aannemen van deze maatregelen rekening met verschillende beleidsterreinen, met name het belastingbeleid. Bij het aannemen van die maatregelen houdt hij rekening met de bijzondere kenmerken en beperkingen van de ultraperifere gebieden, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid.

(2) Op grond van deze bepaling van het EG-Verdrag heeft de Raad met betrekking tot de Franse overzeese departementen zijn goedkeuring gehecht aan Beschikking 2002/166/EG van de Raad van 18 februari 2002 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd de toepassing van een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum te verlengen. In vergelijking met de belastingtarieven die gelden voor vergelijkbare producten die niet uit de Franse overzeese departementen komen, mag het verlaagde tarief lager zijn dan het in Richtlijn 92/84/EEG vastgestelde minimumtarief voor alcohol, maar mag het niet meer dan 50% lager zijn dan het normale nationale accijnstarief voor alcohol. De beschikking van de Raad is tot en met 31 december 2009 van kracht en uiterlijk in juni 2006 moet een tussentijdse evaluatie plaatsvinden.

(3) De Franse autoriteiten hebben op 27 december 2005 een tussentijdse evaluatie ingediend, waarin zij erop wezen dat de fiscale regeling voor in continentaal Frankrijk op de markt gebrachte traditionele rum, moet worden gehandhaafd. Daarnaast heeft Frankrijk, gezien de ontwikkeling van de communautaire markt voor rum – die wordt gedomineerd door producten uit derde landen – en rekening houdend met het economische en sociale belang van de sector en het structurele karakter van de productieomstandigheden die de productiviteit van de sector in de overzeese departementen (DOM) negatief beïnvloeden en het moeilijk maken de productie op de communautaire markt in stand te houden, gevraagd de fiscale regeling die van toepassing is op in continentaal Frankrijk op de markt gebrachte " traditionele" rum in volume en duur uit te breiden.

(4) Het voortbestaan van de sector rietsuiker-suiker-rum is onmisbaar voor het economische en sociale evenwicht in de overzeese departementen. In de drie departementen waar het vooral om gaat, namelijk Réunion, Guadeloupe en Martinique, is de sector goed voor een jaarlijkse omzet van circa 250 miljoen euro en voor 40 000 banen, waarvan 22 000 rechtstreekse arbeidsplaatsen. Hierbij moet ook worden gewezen op het positieve effect dat de rietsuikerteelt in de DOM op het milieu heeft. Samen met de bananensector is deze sector de enige exportactiviteit van belang in regio's waar de dekkingsgraad van de handel niet boven de 7% uitkomt. Derhalve is het noodzakelijk en gerechtvaardigd dat Frankrijk, in afwijking van artikel 90 van het Verdrag, een verlaagd accijnstarief voor in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum blijft hanteren om de ontwikkeling van deze departementen niet in gevaar te brengen.

(5) De herziening van de gemeenschappelijke marktordening in de suikersector van februari 2006 draagt voor een deel bij aan het voortbestaan van de sector. Deze omvat onder andere steunmaatregelen voor de sector in het kader van de POSEI-programma's (Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie), uit hoofde van zowel EU- als nationale steunmaatregelen om het concurrentievermogen van de sector rietsuiker-suiker-rum in de DOM te verbeteren. Deze maatregelen zijn echter onvoldoende om de geleidelijke opheffing van de douanebescherming te compenseren en het marktaandeel van rum uit de DOM veilig te stellen.

(6) Vanwege de krapte op de lokale markt kunnen de distilleerderijen in de DOM hun activiteiten alleen voortzetten als zij voldoende toegang hebben tot de markt van continentaal Frankrijk, de belangrijkste afzetmarkt voor hun rumproductie (goed voor ruim 50% van de totale productie).

(7) De slechte concurrentiepositie op de markt van de EU, die vooral te maken heeft met de hoge marktprijzen, is het gevolg van de ontwikkeling van de kostprijs, die sinds 2001 nog verder verslechterd is. Sinds dat jaar zijn zowel de productie- als de loonkosten in de DOM sterk gestegen. Bovendien moet rum uit de DOM voldoen aan de wettelijke normen van de EU, waarvoor aanzienlijke niet-productieve investeringen nodig zijn. Sinds 2001 is voor meer dan 45,5 miljoen euro in de DOM geïnvesteerd, waarvan 47% alleen al voor milieubehoud. Weliswaar zijn deze investeringen deels gefinancierd door de structuurfondsen, maar deze financiering geldt niet voor de exploitatiekosten die zij met zich meebrengen, waardoor volgens de distilleerderijen de kostprijs van rum zo'n 10 tot 15% hoger komt te liggen.

(8) Al deze kosten die sinds 2001 sterk gestegen zijn, brengen bedrijven in de DOM in financiële moeilijkheden. De enige oplossing om het voortbestaan van de sector zeker te stellen, is deze lasten af te schrijven op grotere productievolumes.

(9) Sinds 2002 is het totale exportvolume naar de EU met 12% gedaald (van 176 791 tot 155 559 hza). Het was dus alleen dankzij de continentale markt, waar rum uit de DOM profiteert van een specifieke fiscale regeling, dat de rumsector in de DOM de hoge kostprijs deels wist te compenseren en kon blijven voortbestaan. Aangezien de concurrentiepositie van traditionele rum uit de DOM op de markt van continentaal Frankrijk moet worden ondersteund om de bedrijvigheid van de sector rietsuiker-suiker-rum in deze departementen in stand te houden, is het tijd voor een herziening van de hoeveelheden traditionele rum uit de DOM die tegen een verlaagd accijnstarief in de handel mogen worden gebracht.

(10) Het bij deze beschikking toegestane fiscale voordeel gaat niet verder dan nodig is om tegemoet te komen in de hoge productiekosten van producenten van traditionele rum.

(11) Om te garanderen dat deze beschikking de integriteit van de interne markt niet schaadt, mogen de hoeveelheden rum uit de DOM waarop deze maatregel betrekking heeft, zoals voorheen niet hoger zijn dan de handelsstromen van de laatste jaren, naar gelang de leveranciers van de markt.

(12) Gezien de noodzaak om een klimaat van rechtszekerheid voor de economische actoren in de sector rietsuiker-suiker-rum te creëren, de aflossingsduur van de installaties en gebouwen, en het streven naar samenhang met andere communautaire kaderregelingen voor de sector, dient toestemming te worden verleend voor de handhaving van deze derogatie tot eind 2012.

(13) Aan een machtiging voor een dergelijke periode moet evenwel de voorwaarde worden verbonden dat een tussentijds rapport wordt opgesteld op basis waarvan de Commissie kan nagaan of de omstandigheden die de toekenning van de accijnsverlaging rechtvaardigden, nog steeds gelden en eventueel te beoordelen of de duur of de hoeveelheden naar aanleiding van de ontwikkeling van de communautaire markt voor rum moeten worden aangepast.

(14) Beschikking 2002/166/EG van de Raad dient te worden vervangen.

(15) Deze beschikking is van toepassing zonder afbreuk te doen aan de eventuele toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 90 van het Verdrag wordt Frankrijk gemachtigd in continentaal Frankrijk op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum een accijnstarief te blijven toepassen dat lager is dan het normale accijnstarief voor alcohol, als vastgesteld in artikel 3 van Richtlijn 92/84/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde derogatie geldt uitsluitend voor rum, als omschreven in artikel 1, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken, en vervaardigd in de Franse overzeese departementen van suikerriet dat is geoogst op de plaats van vervaardiging, met een gehalte aan andere vluchtige stoffen dan ethyl- en methylalcohol van ten minste 225 gram per hectoliter zuivere alcohol en met een effectief alcoholvolumegehalte van ten minste 40% vol.

Artikel 3

1. Het verlaagde accijnstarief dat van toepassing is op het in artikel 2 bedoelde product, is beperkt tot een jaarlijks contingent van 108 000 hl zuivere alcohol.

2. Het verlaagde tarief kan lager zijn dan het in Richtlijn 92/84/EEG vastgestelde minimumaccijnstarief voor alcohol, maar mag niet meer dan 50% lager zijn dan het normale nationale accijnstarief voor alcohol.

Artikel 4

Uiterlijk op 30 juni 2010 legt Frankrijk een rapport voor aan de Commissie op basis waarvan deze kan nagaan of de omstandigheden die goedkeuring van het verlaagde tarief rechtvaardigden, nog steeds aanwezig zijn en of het contingent naar aanleiding van marktontwikkelingen eventueel moet worden aangepast.

Artikel 5

Deze beschikking is van toepassing van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012.

Artikel 6

1. Beschikking 2002/166/EG van 18 februari 2002 wordt ingetrokken.

2. Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar deze beschikking.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Frankrijk.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] Ter illustratie: de productiekosten van cachaça zijn voor de DOM even hoog als de kosten van de maatregelen om te voldoen aan de milieunormen.

[2] NB: Steun bij de modernisering die in aanmerking komt voor medefinanciering, is niet bedoeld voor capaciteitsverhogende maatregelen.

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].