Voorstel voor een verordening van de Raad tot machtiging van de Commissie om wijzigingen goed te keuren in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten tussen de Europese Gemeenschap en derde landen
Voorstel voor een verordening van de Raad tot machtiging van de Commissie om wijzigingen goed te keuren in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten tussen de Europese Gemeenschap en derde landen
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 15.10.2007
COM(2007) 595 definitief
2007/0222 (CNS)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot machtiging van de Commissie om wijzigingen goed te keuren in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten tussen de Europese Gemeenschap en derde landen
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Achtergrond van het voorstel
- Motivering en doel van het voorstel
Deze verordening heeft als hoofddoel ervoor te zorgen dat de Commissie, als de vangstmogelijkheden die in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij tussen de Gemeenschap en derde landen zijn vastgesteld, worden aangepast, deze aanpassingen kan uitvoeren, zonder te raken aan de verdeelsleutels die zijn vastgesteld in de verordeningen van de Raad tot sluiting van die protocollen. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de visserij en de aquacultuur.
Deze verordening heeft betrekking op partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten vóór de datum waarop dit voorstel voor een verordening van de Raad in werking treedt.
In het kader van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij worden besluiten tot wijziging van de door een derde land aan de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden en van de financiële bijdrage waarin het protocol voorziet, in onderling overleg door beide partijen genomen in het kader van de betrokken gemengde commissie. Als beide partijen tot dergelijke aanpassingen besluiten, mag de nieuwe financiële bijdrage niet hoger zijn dan het dubbele van het oorspronkelijke bedrag. Die aanpassingen moeten worden vastgesteld volgens de in dit voorstel omschreven procedures.
De Commissie stelt de Raad derhalve voor deze verordening goed te keuren om het besluitvormingsproces met betrekking tot het beheer van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij te stroomlijnen.
- Algemene context (voorgeschiedenis)
Overeenkomstig de Mededeling van de Commissie over een geïntegreerd kader voor partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied met derde landen van december 2002 en de latere Conclusies van de Raad over partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied van juli 2004 heeft de Commissie de vroegere bilaterale visserijovereenkomsten met financiële bijdrage één na één vervangen door partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die niet alleen in vangstmogelijkheden voorzien, maar ook in steun voor het visserijbeleid van het derde land, met de bijbehorende financiële bijdrage.
Zoals bepaald in elke partnerschapsovereenkomst inzake visserij kunnen de vangstmogelijkheden worden aangepast in het licht van de recentste wetenschappelijke adviezen of van de benuttingsgraad. Hierdoor kan het ook nodig zijn de financiële bijdrage dienovereenkomstig aan te passen.
- Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Geen.
- Gelijkenissen of verschillen met bestaande bepalingen of besluiten
Geen.
- Samenhang met andere beleidsgebieden
Niet van toepassing.
2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING
- Raadplegingen
Niet van toepassing. Alle belanghebbenden zijn evenwel geraadpleegd in de aanloop naar een vergadering van een gemengde commissie of naar onderhandelingen die konden resulteren in een wijziging van de vangstmogelijkheden of de financiële bijdrage.
- Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Niet van toepassing.
- Effectbeoordeling
Aangezien dit voorstel geen rechtstreekse gevolgen zal hebben voor de sociale, economische of ecologische aspecten van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij, is geen effectbeoordeling vereist.
Dit voorstel vereenvoudigt de regelgevingsprocedure voor de uitvoering van de wijzigingen die met betrekking tot de vangstmogelijkheden worden aangebracht in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
- Rechtsgrondslag
Artikel 37 en artikel 300, lid 4, van het Verdrag.
- Subsidiariteits- en evenredigheidsbeginselen
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel stelt de Commissie een rechtsinstrument voor dat afgestemd is op de bepalingen van de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij. Dit strookt volledig met de beheersverantwoordelijkheid van de Commissie in het kader waarvan zij onderhandelt over overeenkomsten en de bijbehorende protocollen, deze uitvoert en er toezicht op houdt.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Dit voorstel heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting.
Wel zal elke verordening van de Commissie die op grond van deze verordening van de Raad wordt opgesteld, vergezeld gaan van een financieel memorandum waarin in voorkomend geval de financiële gevolgen van de gewijzigde vangstmogelijkheden voor het bedrag van de financiële bijdrage worden toegelicht. Hierbij moet worden opgemerkt dat, overeenkomstig de bepalingen van elk protocol bij een partnerschapsovereenkomst inzake visserij, de nieuwe financiële bijdrage niet meer mag bedragen dan het dubbele van het oorspronkelijke bedrag.
5. AANVULLENDE INFORMATIE
- Vereenvoudiging
Een van de doelstellingen van dit voorstel is de hele uitvoering van het beleid van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij, die een taak is van de Commissie, duidelijker en coherenter te maken en het besluitvormingsproces te stroomlijnen.
- Nadere uitleg
Zie boven.
2007/0222 (CNS)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot machtiging van de Commissie om wijzigingen goed te keuren in de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten tussen de Europese Gemeenschap en derde landen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 4,
Gezien het voorstel van de Commissie[1],
Gezien het advies van het Europees Parlement[2],
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In de protocollen bij de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die zijn gesloten tussen de Gemeenschap en derde landen, zijn de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van die derde landen vastgesteld, alsmede de overeenkomstige financiële bijdrage.
(2) Zoals bepaald in de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij en de daarbij horende protocollen kunnen de gemengde commissies die zijn opgericht om toezicht op deze overeenkomsten te houden, deze protocollen wijzigen.
(3) Om ervoor te zorgen dat deze wijzigingen met bekwame spoed in werking treden, moet de Commissie worden gemachtigd om ze goed te keuren.
(4) Voorts moet de Commissie in deze omstandigheden worden gemachtigd om de aan de lidstaten toegewezen vangstmogelijkheden aan te passen volgens de bestaande verdeelsleutels.
(5) Er moet worden bepaald dat de genoemde maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[3],
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bij deze verordening worden de bepalingen vastgesteld inzake de goedkeuring van de wijzigingen die in de protocollen tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële bijdragen worden aangebracht door de gemengde commissies die zijn opgericht om toezicht te houden op de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij.
Artikel 2
1. Als een gemengde commissie die is opgericht om toezicht te houden op een partnerschapsovereenkomst inzake visserij, wijzigingen in het bij die overeenkomst horende protocol vaststelt met betrekking tot de vangstmogelijkheden en de financiële bijdrage waarin een dergelijk protocol (hierna “het protocol” genoemd), voorziet, wordt de Commissie gemachtigd om die wijzigingen goed te keuren volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde procedure.
2. De aan de lidstaten toegewezen vangstmogelijkheden worden aan het gewijzigde protocol aangepast volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde procedure. Deze aanpassing laat de verdeelsleutel die in de verordening van de Raad tot vaststelling van het protocol bij de betrokken overeenkomst is vastgesteld, ongewijzigd.
Artikel 3
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de visserij en de aquacultuur.
2. De artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG zijn van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 10 werkdagen.
Artikel 4
Deze verordening is van toepassing op partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die de Gemeenschap heeft gesloten vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
[1] PB C van , blz. .
[2] PB C van , blz. .
[3] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.