Home

Voorstel voor een richtlijn …/…/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (gecodificeerde versie)

Voorstel voor een richtlijn …/…/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (gecodificeerde versie)

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 20.12.2007

COM(2007) 840 definitief

2007/0284 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN …/…/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 79/532/EEG van de Raad van 17 mei 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen[3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Richtlijn 79/532/EEG en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de gecodificeerde richtlijn.

ê 79/532/EEG (aangepast)

2007/0284 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN …/…/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel Ö 95 Õ,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5],

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[6],

Overwegende hetgeen volgt:

ê

1. Richtlijn 79/532/EEG van de Raad van de Raad van 17 mei 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen[7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd[8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

2. Richtlijn 79/532/EEG is één van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 74/150/EEG van de Raad geregelde EG-typegoedkeuringssysteem, thans geregeld in Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad[9] en stelt de technische voorschriften vast betreffende het ontwerp en de constructie van landbouw- of bosbouwtrekkers met betrekking tot de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen. Deze technische voorschriften beogen de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2003/37/EG geregelde EG-goedkeuringsprocedure ten aanzien van elk type trekker mogelijk te maken. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2003/37/EG betreffende land- of bosbouwtrekkers, aanhangwagens en verwisselbare getrokken machines, alsmede de systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan op de onderhavige richtlijn van toepassing.

ê 79/532/EEG overweging 3 en 4 (aangepast)

3. De Raad heeft bij Richtlijn 78/933/EEG[10] de gemeenschappelijke voorschriften betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen vastgesteld. Die verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen vertonen dezelfde kenmerken als die van motorvoertuigen en derhalve kunnen de inrichtingen waarvoor een Ö EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk Õ is verleend overeenkomstig de reeds ter zake vastgestelde richtlijnen in het kader van de Ö EG-typegoedkeuringÕ van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, tevens voor trekkers worden gebruikt.

ê

4. Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

ê 79/532/EEG (aangepast)

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Ö Voor de toepassing van deze richtlijn wordt Õ onder trekker (landbouw- of bosbouwtrekker) verstaan ieder motorvoertuig op wielen of rupsbanden met ten minste twee assen, voornamelijk bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen, machines of aanhangwagens die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd. De trekker kan zijn ingericht voor het vervoer van een lading en van meerijders.

ê 82/890/EEG art. 1 (aangepast)

è1 97/54/EG art. 1

2. Deze richtlijn geldt slechts voor de in lid 1 omschreven trekkers, gemonteerd op luchtbanden en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid die ligt tussen 6 enè1 40 km/h ç.

ê 79/532/EEG (aangepast)

Artikel 2

De lidstaten mogen de Ö EG-typegoedkeuring Õ of de nationale Ö typegoedkeuring Õ van een trekker niet weigeren om redenen die verband houden met Ö de volgende lichten of reflectoren, indien deze het in bijlage I bedoelde EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 78/933/EEG zijn aangebracht Õ:

a) de koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten;

b) de markeringslichten;

c) de breedtelichten;

d) de achterlichten;

e) de stoplichten;

f) de richtingaanwijzers;

g) de retroflectoren;

h) de achterkentekenplaatverlichting;

i) de mistlichten vóór, alsmede de lampen daarvan;

j) de mistlichten achter;

k) de achteruitrijlichten.

l) de parkeerlichten.

Artikel 3

De lidstaten mogen de inschrijving niet weigeren of de verkoop, het in het verkeer brengen of het gebruik van een trekker niet verbieden om redenen die verband houden met Ö de volgende lichten of reflectoren, indien deze het in bijlage I bedoelde EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 78/933/EEG zijn aangebracht Õ :

a) de koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten;

b) de markeringslichten;

c) de breedtelichten;

d) de achterlichten;

e) de stoplichten;

f) de richtingaanwijzers;

g) de retroflectoren;

h) de achterkentekenplaatverlichting;

i) de mistlichten vóór, alsmede de lampen daarvan;

j) de mistlichten achter;

k) de achteruitrijlichten;

l) de parkeerlichten.

Artikel 4

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de voorschriften van bijlage Ö I Õ aan te passen aan de technische vooruitgang, worden vastgesteld overeenkomstig de Ö in Õ artikel Ö 20, lid 2, Õ van Richtlijn Ö 2003/37/EG bedoelde procedure Õ.

Artikel 5

Ö De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Õ

ê

Artikel 6

Richtlijn 79/532/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 7

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing met ingang van […].

ê 79/532/EEG

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, […]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[…] […]

ê 79/532/EEG (aangepast)

BIJLAGE Ö I Õ

1. Koplichten voor groot licht en/of dimlicht, alsmede elektrische gloeilampen voor deze koplichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn [76/761/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende koplichten van motorvoertuigen voor groot licht en/of dimlicht, alsmede betreffende lichtbronnen (gloeilampen en andere) voor gebruik in goedgekeurde verlichtingseenheden van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[11]].

Het bepaalde in Richtlijn [76/761/EEG] geldt ook voor de goedkeuring van speciale koplichten voor landbouw- en bosbouwtrekkers die bestemd zijn voor het verkrijgen van zowel een ongedimde als een gedimde lichtbundel en die een diameter (D) hebben van minder dan 160 mm, met de volgende wijzigingen:

a) de in punt 6.3 van [bijlage I Ö bij Richtlijn 76/761/EEG Õ] vastgestelde minima voor de verlichtingssterkte worden verlaagd volgens de verhouding

((D − 45)/(160 − 45))2

maar mogen niet minder bedragen dan de volgende absolute minima:

- 3 lux, in punt 75 R, of in punt 75 L;

- 5 lux, in punt 50 R, of in punt 50 L;

- 1,5 lux, in zone IV.

Noot: Is het zichtbare vlak van het koplicht niet rond, dan is de diameter gelijk aan de diameter van de cirkel die een zelfde oppervlakte beslaat als het nuttige zichtbare vlak van het koplicht;

b) in plaats van het symbool CR van [punt 4.3.5 van bijlage VI Ö bij Richtlijn 76/761/EEG Õ] wordt op het koplicht het symbool M aangebracht in een driehoek met een naar beneden gerichte hoek;

c) in het goedkeuringsformulier ([bijlage II Ö bij Richtlijn 76/761/EEG Õ]) luidt rubriek 1: „Koplicht voor landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen”.

2. Markeringslichten, breedtelichten, achterlichten en stoplichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 76/758/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende markeringslichten, breedtelichten, achterlichten, stoplichten, dagrijlichten en zijmarkeringslichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[12]].

3. Richtingaanwijzers:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 76/759/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende richtingaanwijzers van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[13]].

4. Retroflectoren:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 76/757/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende retroflectoren voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[14]].

5. Achterkentekenplaatverlichting:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 76/760/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[15]].

6. Voorm istlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 76/762/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende voormistlichten voor motorvoertuigen[16]].

7. Mistlichten achter:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 77/538/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[17]].

8. Achteruitrijlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 77/539/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende acheruitrijlichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan[18]].

9. Parkeerlichten:

EG-goedkeuringsmerk bedoeld in [Richtlijn 77/540/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende parkeerlichten van motorvoertuigen[19]].

_____________

é

BIJLAGE II

Deel A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan (bedoeld in artikel 6)

Richtlijn 79/532/EEG van de Raad (PB L 145 van 13.6.1979, blz. 16) |

Richtlijn 82/890/EEG van de Raad (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 45) | uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 79/532/EEG in artikel 1, lid 1, betreft. |

Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24) | uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 79/532/EEG in artikel 1, eerste streepje, betreft. |

Deel B

Termijnen voo r omzetting in nationaal recht en toepassing (bedoeld in artikel 6)

Richtlijn | Omzettingstermijn | Toepassingsdatum |

79/532/EEG | 21 november 1980 |

82/890/EEG | 21 juni 1984 |

97/54/EG | 22 september 1998 | 23 september 1998 |

_____________

BIJLAGE III

Concordantietabel

Richtlijn 79/532/EEG | De onderhavige richtlijn |

Artikel 1 | Artikel 1 |

Artikel 2, aanhef en slotwoorden | Artikel 2, aanhef |

Artikel 2, streepjes | Artikel 2, punten (a) tot en met (l) |

Artikel 3, aanhef en slotwoorden | Artikel 3, aanhef |

Artikel 3, streepjes | Artikel 3, punten (a) tot en met (l) |

Artikel 4 | Artikel 4 |

Artikel 5, lid 1 | - |

Artikel 5, lid 2 | Artikel 5 |

- | Artikel 6 |

- | Artikel 7 |

Artikel 6 | Artikel 8 |

Bijlage | Bijlage I |

- | Bijlage II |

- | Bijlage III |

_____________

[1] COM(87) 868 PV.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def.

[4] Zie bijlage II, deel A, bij dit voorstel.

[5] PB C […] van […], blz. […].

[6] PB C […] van […], blz. […].

[7] PB L 145 van 13.6.1979, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24).

[8] Zie bijlage II, deel A.

[9] PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81).

[10] PB L 325 van 20.11.1978, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/26/EG van de Commissie (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 22).

[11] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 96.]

[12] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 54.]

[13] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 71.]

[14] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 32.]

[15] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 85.]

[16] [PB L 262 van 27.9.1976, blz. 122.]

[17] [PB L 220 van 29.8.1977, blz. 60.]

[18] [PB L 220 van 29.8.1977, blz. 72.]

[19] [PB L 220 van 29.8.1977, blz. 83.]