Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds
Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds
Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds /* COM/2007/0855 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 21.12.2007
COM(2007) 855 definitief
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. De samenwerkingsraad EU-Georgië heeft op zijn bijeenkomst van 14 november 2006 een aanbeveling over de tenuitvoerlegging van een actieplan voor het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) goedgekeurd. Zoals in deze aanbeveling is gesteld, omvat het actieplan concrete stappen aan de hand waarvan de partijen de verplichtingen kunnen nakomen die zijn vastgesteld in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst van 1999 tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Georgië anderzijds; het actieplan biedt ook een breder kader voor de bevordering van de sterkere economische en regelgevende integratie van Georgië met de EU over een periode van vijf jaar.
2. Het ENB-actieplan EU-Georgië omvat verschillende doelstellingen op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid, in het bijzonder in prioritaire sector nr. 4 en in punt 4.3 van de algemene doelstellingen en maatregelen. Bovendien voorziet het plan in een versterkte dialoog tussen de EU en Georgië over migratie, onder meer betreffende terugname en visa.
3. Met het oog op het creëren van een passend institutioneel kader voor de ontwikkeling van deze dialoog en de uitvoering van regelmatige controles van de implementatie van de doelstellingen inzake justitie, vrijheid en veiligheid, voorziet het ENB-actieplan EU-Georgië in hoofdstuk 4.3 in de oprichting van een nieuw subcomité justitie, vrijheid en veiligheid in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Georgië anderzijds.
4. Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van het besluit van de Raad en de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de sluiting van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst wordt de tekst van het voorstel voor een besluit van de Raad inzake het standpunt van de Gemeenschap in het samenwerkingscomité EU-Georgië met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid aan dit besluit gehecht.
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op artikel 2, lid 1, van het besluit van de Raad en de Commissie van 31 mei 1999[1] betreffende de sluiting van de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Georgië, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De samenwerkingsraad EU-Georgië heeft op 14 november 2006 een aanbeveling over de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Georgië goedgekeurd.
(2) Artikel 83 van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat de samenwerkingsraad bij de vervulling van zijn taken door een samenwerkingscomité wordt bijgestaan.
(3) De samenwerkingsraad EU-Georgië heeft op 12 oktober 1999 het reglement van orde van het samenwerkingscomité goedgekeurd[2], waarbij de bevoegdheid voor de oprichting en de verdere opdrachten van de subcomités aan het samenwerkingscomité EU-Georgië wordt gedelegeerd,
BESLUIT:
Enig artikel
Het standpunt dat de Gemeenschap met betrekking tot de oprichting van een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid zal innemen in het samenwerkingscomité opgericht bij artikel 83 van de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, stemt overeen met de bijlage bij dit besluit.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE
HET SAMENWERKINGSCOMITÉ,
Gelet op de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, (hierna "de overeenkomst" genoemd), en met name op artikel 83,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Overeenkomstig artikel 10 van het reglement van orde van het samenwerkingscomité[3] kan het samenwerkingscomité subcomités instellen en de opdrachten daarvoor omschrijven.
(2) Hoofdstuk 5 van het ENB-actieplan EU-Georgië bepaalt dat de gemengde organen die bij de overeenkomst zijn vastgesteld, de tenuitvoerlegging van het actieplan moeten bevorderen en controleren en dat de bij de overeenkomst vastgestelde structuren moeten worden getoetst om ervoor te zorgen dat alle prioriteiten van het Europees nabuurschapsbeleid terdege in aanmerking worden genomen.
(3) De gebieden justitie, vrijheid en veiligheid vertegenwoordigen essentiële prioriteiten van het ENB-actieplan EU-Georgië,
BESLUIT:
Enig artikel
Er wordt een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid opgericht. De taakomschrijving van het subcomité is aan dit besluit gehecht.
Gedaan te
Voor het samenwerkingscomité EU-Georgië Voor Georgië
Voor de Europese Gemeenschap
Taakomschrijving van het subcomité justitie, vrijheid en veiligheid dat is opgericht bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds
HET SAMENWERKINGSCOMITÉ,
Gelet op de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds,
Gelet op het reglement van orde van het samenwerkingscomité, dat de samenwerkingsraad op 12 oktober 1999 als bijlage bij zijn eigen reglement van orde heeft vastgesteld, en met name op artikel 10,
Heeft een subcomité justitie, vrijheid en veiligheid met de volgende taakomschrijving opgericht:
Artikel 1
Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en het daarmee verband houdende ENB-actieplan op de volgende gebieden:
- grensbeheer;
- beheer van legale en illegale migratie (met inbegrip van terugname, visa, beveiliging van reisdocumenten en asiel);
- ontheemden;
- bestrijding van georganiseerde misdaad (met inbegrip van mensensmokkel en mensenhandel, drugs, witwassen van geld, computercriminaliteit, corruptie en andere vormen van illegale activiteit);
- terrorismebestrijding (met inbegrip van de bestrijding van terrorismefinanciering);
- wetshandhaving en justitiële samenwerking;
- rechtsstaat en hervorming van justitie;
- bescherming van persoonsgegevens;
- ontwikkeling van grensoverschrijdende en regionale samenwerking op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid.
Bovenstaande lijst is niet limitatief en kan door het samenwerkingscomité worden uitgebreid.
Artikel 2
Het subcomité werkt onder het gezag van het samenwerkingscomité. Na iedere vergadering brengt het subcomité verslag uit bij en zendt het zijn conclusies aan het samenwerkingscomité.
Artikel 3
Het subcomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen.
Met de instemming van beide partijen kunnen deskundigen waar nodig worden gehoord in verband met specifieke agendapunten van de vergaderingen van het subcomité.
Artikel 4
Het subcomité wordt om beurten door de partijen voorgezeten overeenkomstig de regels inzake alternerend voorzitterschap van het samenwerkingscomité[4].
Artikel 5
Een ambtenaar van de Europese Commissie en een ambtenaar van de regering van Georgië treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité. Alle mededelingen betreffende het subcomité worden gezonden naar de permanente secretaris van het subcomité.
Artikel 6
Het subcomité komt op schriftelijk verzoek van een partij na instemming van de partijen bijeen wanneer de omstandigheden dat vereisen en in ieder geval minstens één keer per jaar. Plaats en tijd van de bijeenkomsten worden door beide partijen vastgesteld.
Na ontvangst van een verzoek om een bijeenkomst van het subcomité antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen.
In bijzonder dringende gevallen kunnen de bijeenkomsten van het subcomité op kortere termijn worden bijeengeroepen, op voorwaarde dat beide partijen hun instemming verlenen.
De voorzitter wordt voor iedere bijeenkomst in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.
De bijeenkomsten van het subcomité worden gezamenlijk bijeengeroepen door de twee permanente secretarissen, die optreden in overleg met de secretarissen van het samenwerkingscomité.
Artikel 7
Agendapunten worden minstens vijftien werkdagen voor de betrokken bijeenkomst van het subcomité bij de permanente secretarissen ingediend. Bijbehorende stukken worden minstens tien werkdagen van tevoren aan de permanente secretarissen voorgelegd.
Op basis van de agendapunten wordt uiterlijk vijf werkdagen voor de bijeenkomst van het subcomité een voorlopige agenda opgesteld en met de bijbehorende stukken aan de secretarissen van het samenwerkingscomité en de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten gezonden. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen agendapunten met de schriftelijke instemming van beide permanente secretarissen op kortere termijn aan de agenda worden toegevoegd.
Artikel 8
Het subcomité kan op zijn bijeenkomsten sommige of alle van de in artikel 1 genoemde terreinen behandelen.
Artikel 9
Tenzij anders wordt beslist, zijn de bijeenkomsten van het subcomité niet openbaar.
Artikel 10
Van elke bijeenkomst worden notulen opgesteld. Een kopie van de notulen en de conclusies van iedere bijeenkomst van het subcomité wordt naar de secretarissen van het samenwerkingscomité gezonden. Er worden ook kopieën naar de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten gezonden.
[1] PB L 205 van 4.8.1999, blz. 1.
[2] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.
[3] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.
[4] PB L 297 van 18.11.1999, blz. 38.