Advies van het Comité van de Regio's over Het integratiebeleid en de interculturele dialoog
Advies van het Comité van de Regio's over Het integratiebeleid en de interculturele dialoog
31.3.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 76/1 |
Advies van het Comité van de Regio's over Het integratiebeleid en de interculturele dialoog
(2009/C 76/01)
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
— | Het Comité van de Regio's is van mening dat het Europese integratieproces staat of valt met respect voor en bevordering van culturele verscheidenheid. |
— | De dialoog tussen vertegenwoordigers van verschillende religies en levensbeschouwingen is een van de belangrijkste instrumenten voor de ontwikkeling van een duurzame interculturele dialoog. |
— | Het Comité roept het Europees Parlement dan ook op om zich hard te maken voor een Europees Handvest voor de interculturele dialoog, en zou de Europese Commissie en de lidstaten willen voorstellen om een permanent Europees platform voor de interculturele dialoog op te richten. Dit laatste moet in samenwerking met lokale en regionale overheden een structurele dialoog in de Europese steden en regio's op gang brengen. |
— | Wat de bevordering van de interculturele dialoog betreft, beschikken de lokale en regionale overheden over uitgebreide bevoegdheden. |
— | Lokale overheden zouden na een open dialoog met individuele groepen (maatschappelijke geledingen) de onderlinge communicatie moeten bevorderen en ondersteunen, en ook bijeenkomsten moeten organiseren en voorlichting geven aan de burgers door middel van lezingen, festivals, tentoonstellingen en andere activiteiten. |
— | De lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol op het punt van integratie, aangezien zij in veel lidstaten verantwoordelijk zijn voor zowel de wetgeving als de tenuitvoerlegging van het beleid. |
— | De interculturele dialoog is van groot belang voor een succesvolle integratie. De lokale en regionale overheden staan het dichtst bij de burger en zijn daarom het beste in staat om het wederzijds begrip te bevorderen en de actieve betrokkenheid bij de interculturele dialoog te vergroten. |
Rapporteur | : | de heer BELICA (SK/EVP), voorzitter van het regiobestuur van de autonome regio Nitra |
Referentiedocument
Raadpleging van het Franse voorzitterschap over „Het integratiebeleid en de interculturele dialoog: de rol van de lokale en regionale overheden”
I. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Het principe van de interculturele dialoog
1. | Het Comité van de Regio's is van mening dat het Europese integratieproces staat of valt met respect voor en bevordering van culturele verscheidenheid. In de interculturele dialoog is dit respect een cruciaal instrument dat bijdraagt aan meer begrip voor culturele verscheidenheid en de verschillende volkeren verenigt in een sterk, meertalig en multicultureel Europa. |
2. | De interculturele dialoog kan in combinatie met sociale en territoriale cohesie de mensen waarden bijbrengen die van essentieel belang zijn voor hun privé-leven en hun relatie tot maatschappij en staat, zoals solidariteit, verantwoordelijkheid, tolerantie, respect voor tradities, het streven naar sociale vooruitgang en begrip voor sociale en culturele verscheidenheid. Ook kan de interculturele dialoog ervoor zorgen dat individuele burgers en groepen met een verschillende culturele achtergrond met elkaar in gesprek gaan en zich onderling solidair opstellen. |
3. | Gelijke toegang tot cultuur en vrijheid van culturele expressie maken deel uit van de Europese normen en waarden en zijn de grondvoorwaarden voor de interculturele dialoog en integratie. |
4. | De interculturele dialoog kan pas echt worden bevorderd als er op lokaal en regionaal niveau wordt samengewerkt tussen beleidsmakers, sociale partners, onderwijsinstellingen, opleidingscentra, ngo's, jeugdorganisaties, sportverenigingen, culturele organisaties, migrantenorganisaties en andere partijen die dicht bij de burgers staan. Religieuze en seculiere organisaties kunnen eveneens een belangrijke rol spelen in deze dialoog door de behoefte aan wederzijds begrip en tolerantie te helpen creëren. Voorwaarde is wel dat ze de noodzaak van dergelijke waarden daadwerkelijk overbrengen. |
5. | Het overleg tussen vertegenwoordigers van verschillende religies en levensbeschouwingen is een van de belangrijkste instrumenten voor de ontwikkeling van een duurzame interculturele dialoog. Organisaties van verschillende geloofsgemeenschappen spelen een essentiële rol in onze samenleving en kunnen samen met overheden op lokaal en regionaal niveau methoden ontwikkelen voor de bevordering van wederzijds begrip en daarmee ook van de interculturele dialoog. Door dergelijke methoden en activiteiten in de Europese steden en regio's te ondersteunen kan er eveneens worden bijgedragen aan meer wederzijds begrip. |
6. | Het Comité roept het Europees Parlement dan ook op om zich hard te maken voor een Europees Handvest voor de interculturele dialoog, en zou de Europese Commissie en de lidstaten willen voorstellen om een permanent Europees platform voor de interculturele dialoog op te richten. Dit laatste moet in samenwerking met lokale en regionale overheden een structurele dialoog in de Europese steden en regio's op gang brengen. |
Rol van de lokale en regionale overheden in de interculturele dialoog
7. | Wat de bevordering van de interculturele dialoog betreft, beschikken de lokale en regionale overheden over uitgebreide bevoegdheden. Zij zijn immers in grote mate verantwoordelijk voor de vorming en instandhouding van onze culturele verscheidenheid, en spelen bovendien een belangrijke rol bij de verspreiding en toepassing van goede praktijkvoorbeelden en de uitwisseling van ervaringen met de interculturele dialoog (met name via de coördinatie van multidimensionale lokale en regionale netwerken van alle betrokken partijen). |
8. | Lokale overheden zijn vanwege hun positie de aangewezen instantie om kennis bij te brengen over onze complexe moderne samenleving waarin verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen naast elkaar leven. Daarom is het belangrijk dat ze weten wat er in individuele groepen speelt, wat die zoal doen en hoe groot hun maatschappelijke invloed is. En daarvoor moeten de actoren in de interculturele dialoog uitgebreid in kaart worden gebracht en worden betrokken bij organen die nauw en intensief overleg voeren met de betreffende lokale of regionale overheden. |
9. | De verantwoordelijkheid voor interculturele initiatieven ligt vaak bij de lokale en/of regionale overheden. Door hun nauwe contact met de burgers bevinden die zich strategisch gezien in een uitstekende positie om, samen met andere lokale of regionale actoren, tegemoet te komen aan de specifieke noden en vragen van de verschillende culturele groepen in de steden en regio's en om de interculturele dialoog te bevorderen. |
10. | Lokale overheden zouden na een open dialoog met individuele groepen (maatschappelijke geledingen) de onderlinge communicatie moeten bevorderen en ondersteunen, en ook bijeenkomsten moeten organiseren en voorlichting geven aan de burgers door middel van lezingen, festivals, tentoonstellingen en andere activiteiten. In de open dialoog zouden de lokale en regionale overheden zich onpartijdig moeten kunnen opstellen en de vrijheden en rechten van individuele burgers en groepen moeten kunnen respecteren. Als bemiddelaars zouden ze vervolgens „adviserende diensten” (in de vorm van voorlichting of projecten) kunnen verlenen. |
11. | Migranten zouden hun stem moeten kunnen uitbrengen tijdens lokale, regionale en Europese verkiezingen. |
12. | De betrokken overheden en politieke partijen zouden dan ook de participatie van migranten moeten bevorderen, zodat die sneller integreren in de samenleving. |
Interculturele dialoog als essentiële voorwaarde voor een geslaagd integratiebeleid
13. | De interculturele dialoog is van groot belang voor een succesvolle integratie. De lokale en regionale overheden staan het dichtst bij de burger en zijn daarom het beste in staat om het wederzijds begrip te bevorderen en de actieve betrokkenheid bij de interculturele dialoog te vergroten. |
14. | Wil het integratie- en immigratiebeleid vruchten afwerpen, dan moet de Europese Unie, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, een helder kader en duidelijke voorwaarden scheppen. Dit neemt overigens niet weg dat ook de lidstaten zelf een duit in het zakje moeten doen en dat het subsidiariteitsbeginsel moet worden nageleefd. |
15. | Het Comité pleit voor de oprichting en ondersteuning van beheersstructuren (in de vorm van één loket) waar migranten behalve voor de gebruikelijke bureaucratische problemen kunnen aankloppen voor praktische vragen en waar met name nieuwkomers wegwijs worden gemaakt. |
16. | De lokale en regionale overheden spelen een belangrijke rol op het punt van integratie, aangezien zij in veel lidstaten verantwoordelijk zijn voor zowel de wetgeving als de tenuitvoerlegging van het beleid. Bij de uitwerking van de in punt 14 voorgestelde gemeenschappelijke Europese kaderverdragen mag niet worden voorbijgegaan aan de verschillen tussen de nationale rechtsstelsels, de geografische ligging, de nog bestaande tradities en de historische en culturele bijzonderheden van de afzonderlijke lidstaten. Dit betekent ook dat de lokale en regionale overheden, afhankelijk van de situatie ter plekke, een op integratie gericht model zouden moeten toepassen. |
17. | De doelmatigheid van een aantal onderdelen van het integratiebeleid wordt vaak bepaald door de manier waarop dergelijke overheden hun verantwoordelijkheid daarbij waarmaken. |
18. | Het Comité pleit voor voldoende financiële onderbouwing van de lokale en regionale maatregelen op het gebied van integratie en voor evaluatie van de bestaande programma's. De lokale en regionale overheden zouden met voorlichting, financiering en de ontwikkeling van goede praktijkvoorbeelden moeten worden ondersteund bij de uitvoering van het integratiebeleid. Het zou dan ook een goede zaak zijn om (deel)regelingen te treffen voor de financiering van lokale en regionale projecten en maatregelen op het gebied van de integratie van migranten. |
19. | Gezien het grote aantal migranten in de Europese Unie dient er op cultureel vlak meer aandacht te worden besteed aan samenwerking en dialoog, zodat culturele verscheidenheid niet tot tweedracht leidt, maar juist een instrument wordt dat de ontwikkeling naar een hoger plan tilt, de tolerantie vergroot en de verschillende volkeren verenigt in een multicultureel en op onderling respect en solidariteit gebaseerd Europa. |
20. | Er zou harder moeten worden gewerkt aan een gemeenschappelijk Europees beleid inzake clandestiene immigratie. Veel juridische aspecten van clandestiene immigratie liggen buiten de bevoegdheden van de lokale overheden, maar het zijn wel de steden en regio's die het eerst en het meest worden geconfronteerd met de maatschappelijke gevolgen daarvan. Er moeten oplossingen worden gezocht en inspanningen worden geleverd om de regio's bij de uitwerking van gemeenschappelijke beleidsmaatregelen ter zake te raadplegen en om de specifieke problemen van clandestiene immigratie in het kader van de interculturele dialoog aan te pakken. |
21. | Wat het immigratiebeleid betreft, spelen de lokale en regionale overheden een speciale rol aangezien veel diensten op het gebied van onder meer huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, beroepsopleidingen en talencursussen die essentieel zijn voor een succesvolle integratie, door hen worden geleverd, met als gevolg dat zij ook degenen zijn die het eerst met de daarmee samenhangende problemen worden geconfronteerd. |
22. | Aangezien het vooral op lokaal niveau soms meerdere generaties duurt voordat het integratieproces is voltooid, is het van bijzonder groot belang dat lokale en regionale overheden (in structurele, sociale, economische en culturele zin) een uiterste inspanning leveren. Dit betekent dat ze ertoe moeten bijdragen dat nieuwkomers niet worden gediscrimineerd, dat hun rechten worden beschermd en dat ze dankzij toegang tot hulpprogramma's, werkgelegenheid en voorzieningen volledig kunnen meedoen aan de Europese samenleving. Het is cruciaal dat migranten aan het reguliere arbeidsproces kunnen deelnemen en het is aan de lidstaten om dat te regelen. |
23. | In elke lidstaat zou moeten worden onderzocht of er samenwerkingsverbanden van lokale organen kunnen worden opgericht om de toestroom van migranten in goede banen te leiden en om middels voorlichting en projecten van lokale en regionale overheden doelgericht te werken aan de integratie van nieuwkomers. |
24. | Het Comité wijst op het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog, dat via een beter begrip voor andere culturen een belangrijke impuls moet geven aan de integratie van mensen met een migrantachtergrond. De Commissie zou moeten nagaan in hoeverre een jaarlijkse „Europese dag van de integratie en interculturele tolerantie” het bewustzijn hieromtrent kan vergroten en duidelijk kan maken dat culturele diversiteit een verrijking is. |
Steun voor het huisvestingsbeleid in het kader van het integratieproces
25. | Het Comité pleit ervoor om de juiste voorwaarden te scheppen voor de integratie van migrantenfamilies temidden van de autochtone families en de autochtone gemeenschap. Daarvoor zou het een beroep moeten doen op geïntegreerde programma's die samen met migranten zijn opgesteld en moeten zorgen voor een verbetering van de woonomgeving, de stadsplanning en de kwaliteit van het milieu alsook voor meer voorzieningen en minder sociale uitsluiting. Ook moet er verder onderzoek worden verricht naar de ervaringen die de lidstaten de laatste jaren hebben opgedaan op het gebied van huisvesting voor migranten en meer in het bijzonder de tenuitvoerlegging van programma's voor de verbetering van migrantenwijken. |
26. | De lokale en regionale overheden zouden, op het punt van werkgelegenheid, sociale voorzieningen, gezondheidszorg en huisvesting, gebruik moeten maken van de bestaande mogelijkheden voor Europese financiële ondersteuning voor de begeleiding van migranten, asielzoekers en vluchtelingen. Zelf moeten ze, middels doeltreffende stadvernieuwingsprogramma's, ervoor zorgen dat openbare voorzieningen, maar ook onderwijs en lesprogramma's in kwalitatief en kwantitatief opzicht aan alle eisen voldoen, dat de stadsplanning op een efficiënte manier wordt aangepakt en dat er een goed huisvestingsbeleid wordt gevoerd, zodat het prettig is om in de steden te leven en er geen verpaupering ontstaat. |
Scholing en werkgelegenheid als middel tot integratie
27. | Indien het ontbreekt aan projecten voor opvang, integratie en vast werk, kunnen migranten terechtkomen in een spiraal van uitbuiting en criminaliteit, of ook zelf al dan niet vrijwillig overgaan tot misdrijven, met alle negatieve gevolgen van dien voor de veiligheid en sociale cohesie. |
28. | De lidstaten zouden, overeenkomstig de nationale bevoegdheden, samen met de lokale en regionale overheden en alle economische en sociale partners maatregelen moeten treffen om de toegang van migranten tot betaald werk te verbeteren en om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Ook zouden de lidstaten migranten moeten informeren over de verschillende mogelijkheden en hen moeten aanmoedigen om via (gerichte) programma's voor permanente educatie hun arbeidskansen te vergroten. |
Bevordering van de interculturele dialoog dankzij meertaligheid en vreemdetalenonderwijs
29. | Het gevoel dat burgers deel uitmaken van een gemeenschap, begint op school; programma's voor de opvang en integratie van migranten kunnen in de lidstaten volledig worden geïntegreerd in het voorschoolse, lager, middelbaar en hoger onderwijs. |
30. | De lokale en regionale overheden zouden de voortrekkersrol van het onderwijs bij de bewustmaking van diversiteit moeten onderstrepen. |
31. | Er zou meer rekening moeten worden gehouden met de culturele inbreng, de talenkennis en het kennispotentieel van migranten, die met het oog op de globalisering van grote waarde zijn voor de Europese Unie. |
32. | Het is belangrijk dat er steun komt voor onderwijs waarin wederzijds begrip centraal staat. Dit laatste vraagt om een aanpassing van lesprogramma's, zodat ze uitdrukking geven aan het multiculturele karakter van de Europese Unie en aan het principe van actieve steun aan de interculturele dialoog. |
33. | Het Comité acht het van groot belang dat kinderen al in de voorschoolse leeftijd de grondbeginselen van vreemde talen leren en meertalig worden opgevoed, en dat migranten een goede beheersing hebben van de taal van het gastland en van de streek waar ze wonen. Zowel binnen als buiten het onderwijs zouden er daarom voor migranten van verschillende leeftijdscategorieën passende ondersteunende maatregelen en scholingsmogelijkheden moeten worden ontwikkeld. |
34. | De dialoog tussen geloofsgemeenschappen, religieuze organisaties en andere culturele actoren moet eveneens worden gestimuleerd. EU-inwoners dienen meer kennis en inzicht te verwerven in onder meer de geschiedenis en cultuur van zowel EU- als niet-EU-landen. Door middel van voorlichting over gedeelde waarden, de gemeenschappelijke geschiedenis, de interactie tussen culturen en gelijke sociale en politieke rechten en plichten voor alle burgers moet migranten en autochtonen een positief beeld worden bijgebracht van Europa. |
35. | De lokale en regionale overheden zouden het interculturele bewustzijn van hun eigen medewerkers en die van andere openbare instellingen moeten vergroten en in hun personeelsbeleid moeten streven naar een evenredige vertegenwoordiging van nationale migranten/minderheden. |
36. | Voorts zouden ze een rol van betekenis kunnen spelen door een omgeving te creëren waarin buitenlandse studenten, zelfs voor korte tijd, in verbinding kunnen treden met hun eigen universiteitsstad. |
Meer samenwerking met de media
37. | Het Comité roept de lokale en regionale overheden op om in nauwe samenwerking met lokale media en culturele organisaties en verenigingen voorlichtingscampagnes op te zetten in de steden en regio's voor met name kansarme groepen, zodat die zo veel mogelijk profiteren van de geboden kansen. |
38. | De lokale media hebben de belangrijke taak om het publiek zo objectief mogelijk te informeren over de omstandigheden in en de werkelijkheid achter de multiculturele samenlevingen in Europa en dus om enerzijds (door vergroting van de interculturele kennis en inzicht en van de acceptatie van het verschijnsel migratie) meer aanpassingsvermogen te kweken bij de autochtone bevolking en anderzijds migranten aan te zetten tot integratie en tot respect voor de culturen, tradities, gewoonten en talen van het gastland en van de andere Europese lidstaten. |
39. | De stakeholders in de steden en regio's zouden kunnen worden bereikt door middel van decentrale evenementen en media-aandacht op lokaal en regionaal niveau. De lokale en regionale overheden zouden de voorwaarden moeten blijven scheppen voor ondersteuning van de interculturele dialoog en de media erop moeten wijzen dat ze een belangrijke rol spelen bij de bevordering van gelijkheid en wederzijds begrip. |
40. | Het creëren van nieuwe ruimtes (zoals verschillende digitale omgevingen en speciale cafés) en het organiseren van evenementen op het gebied van de interculturele dialoog (in parken en op pleinen) zouden moeten worden gestimuleerd en ook zou er steun moeten worden gegeven aan discussies en andere vormen van dialoog in de steden, aan taalonderwijs, inburgeringscursussen, werkgelegenheidsprojecten, emancipatietrajecten, anti-discriminatieprojecten, alsook aan de systematische uitwisseling en monitoring van ervaringen, nieuwe maatregelen, successen en mislukkingen op lokaal niveau. |
II. BIJLAGE
ad 6
Het programma „Interculturele steden” van de Raad en de Commissie betreft een netwerk van Europese steden op het gebied van de interculturele dialoog. Het doel hiervan is het uitwisselen van ervaringen en goede praktijkvoorbeelden inzake werkgelegenheid, taal, onderwijs, cultuur, media enz.
ad 23
In de lidstaten waar al met een dergelijk netwerk van diensten is geëxperimenteerd, kon via het werk van territoriale commissies de behandeling van asielaanvragen worden versneld en konden de levensomstandigheden van de aanvragers worden verbeterd. De opvang en integratie in lokale gemeenschappen heeft flinke voordelen opgeleverd op het gebied van veiligheid en levenskwaliteit.
Arco Latino stelt voor om op Europees niveau netwerken en verenigingen op te zetten die aandacht vragen voor de positieve sfeer van interregionale samenwerking en die activiteiten coördineren in lidstaten met dezelfde immigratieproblemen. Alleen door middel van dit soort samenwerking kan een stimulans worden gegeven aan gemeenschappelijke co-ontwikkelingsactiviteiten met herkomstlanden.
ad 28
Het Europees netwerk van steden en regio's voor de sociale economie (REVES) betrekt sinds kort ook migranten bij zijn werkzaamheden, en deze samenwerking levert bijzonder positieve resultaten op. De leden van REVES houden zich bezig met een aantal initiatieven op het gebied van de interculturele dialoog en participatieve integratie. Onderdanen van derde landen en andere migranten zijn tot op zekere hoogte betrokken bij zowel de tenuitvoerlegging als de ontwikkeling van deze initiatieven (die nog steeds gaande zijn). Ook wordt er geëxperimenteerd met nieuwe ruimtes en activiteiten op het gebied van participatie en de interculturele dialoog. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan: a) een café annex ontmoetingsplek voor oudere migranten, b) een openbaar park waar activiteiten plaatsvinden in het kader van de interculturele dialoog (bijvoorbeeld voor verschillende groepen jongeren die hun vrije tijd in het park doorbrengen), c) activiteiten ter verbetering van de competenties en vaardigheden van migranten (waarbij wordt voortgeborduurd op het project „Extracompetenze”), d) de organisatie van activiteiten in scholen waarbij ouders van verschillende nationaliteiten bij elkaar komen, en e) de oprichting van bedrijven in de sociale economie (bijvoorbeeld coöperaties) door migranten en autochtonen.
ad 30
Het project „Dvojičky” (Tweelingen) van radio Regina, waarbij journalisten op zoek gaan naar parallellen tussen historische figuren en tradities in Slowakije en in andere lidstaten.
ad 32
Pan-Europese culturele tradities zoals „Burendag” en de „Europese Dag van de muziek” beginnen geleidelijk aan wortel te schieten in Slowakije.
Ook zij gewezen op het initiatief van DG DEV om Europese ambtenaren op 9 mei („Schumandag”) als ambassadeurs „weer naar school te sturen”.
ad 33
Kinderen en jongeren moeten vreemde talen met de paplepel krijgen ingegoten, aangezien dit op jonge leeftijd veel sneller en beter gaat. De vooruitgang in het vreemdetalenonderwijs op lagere en middelbare scholen moet worden vergroot en het onderwijsprogramma moet zodanig worden aangepast, dat leerlingen op de basisschool vaker de gelegenheid krijgen om gesprekken in een vreemde taal te voeren, en leerlingen op de middelbare school vertrouwd raken met een derde taal. De mogelijkheden voor universiteitsstudenten om hun talenkennis te verbeteren dienen te worden vergroot door uitbreiding van het programma Levenslang Leren.
Brussel, 26 november 2008.
De voorzitter
van het Comité van de Regio's
L. VAN DEN BRANDE