Home

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Verslag over het eerste jaar van de Zwarte zeesynergie

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Verslag over het eerste jaar van de Zwarte zeesynergie

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Verslag over het eerste jaar van de Zwarte zeesynergie /* COM/2008/0391 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 19.6.2008

COM(2008) 391 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

VERSLAG OVER HET EERSTE JAAR VAN DE ZWARTE ZEESYNERGIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

VERSLAG OVER HET EERSTE JAAR VAN DE ZWARTE ZEESYNERGIE

1. INLEIDING

In mei 2007 heeft de Raad conclusies aangenomen over de mededeling "Synergie voor het Zwarte Zeegebied - Een nieuw regionaal samenwerkingsinitiatief"[1]. De toekomstige voorzitterschappen en de Europese Commissie werden daarbij uitgenodigd verder te werken aan versterking en coherentie van de betrokkenheid van de EU bij het Zwarte Zeegebied[2]. Gezien het strategische belang van het Zwarte Zeegebied voor de EU heeft de Raad de Commissie uitgenodigd gedurende het eerste halfjaar van 2008 een evaluatie uit te voeren van de ontwikkelingen met betrekking tot het synergie-initiatief voor het Zwarte Zeegebied.

De Zwarte Zeesynergie is herhaaldelijk besproken in de desbetreffende werkgroep van de Raad, zowel onder het Portugese als onder het Sloveense voorzitterschap. De lidstaten en de Commissie hebben zo de ontwikkelingen uitgebreid kunnen analyseren.

Het Europees Parlement heeft een verslag over de Zwarte Zeesynergie goedgekeurd[3]. Hierin wordt benadrukt dat de EU zich moet concentreren op een beperkt aantal prioritaire doelstellingen om versnippering en dubbel werk te voorkomen. Het Europees Parlement is ook van mening dat het voor een coherente, effectieve en resultaatgerichte regionale beleidsaanpak nodig is dat de mededeling wordt gevolgd door verdere samenhangende Europese maatregelen om een werkelijke regionale dimensie te stimuleren die speciaal is afgestemd op dit gebied. Het Parlement is van mening dat Bulgarije, Griekenland en Roemenië als EU-lidstaten in het Zwarte Zeegebied een voortrekkersrol kunnen en moeten spelen bij het stimuleren van betere samenwerking met en binnen de regio.

Het Comité van de Regio's heeft een advies uitgebracht over de Zwarte Zeesynergie, dat door de plenaire vergadering van 6-7 februari 2008 is goedgekeurd[4].

Op verzoek van de Commissie bereidt het Europees Economisch en Sociaal Comité een verkennend advies voor over de mededeling inzake de Zwarte Zeesynergie van 2007.

In dit verslag over het eerste jaar van de Zwarte Zeesynergie worden de vorderingen beschreven die tot op heden zijn geboekt met de uitvoering van de in de mededeling van 2007 vastgestelde taken. Ook wordt verslag uitgebracht over contacten en vergaderingen met partners in het Zwarte Zeegebied. Deze hebben geleid tot de start en bekrachtiging van de synergie als gezamenlijke inspanning en tot een aantal veelbelovende voorstellen.

Het Zwarte Zeesynergie-initiatief vormt een aanvulling op het Europese nabuurschapsbeleid, het uitbreidingsbeleid voor Turkije en het strategische partnerschap met de Russische Federatie.

2. VOORTGANG MET BETREKKING TOT DE CONCRETE TAKEN

In de mededeling van de Commissie van 2007 zijn concrete doelstellingen en taken voor bepaalde sectoren of thematische gebieden geformuleerd. De Commissie is met de uitvoering van de meeste taken begonnen.

2.1. Milieu

De Commissie onderzoekt of de Europese Gemeenschap kan toetreden tot het verdrag van Boekarest inzake de bescherming van de Zwarte Zee tegen verontreiniging. De Commissie heeft studies gefinancierd naar de juridische wijzigingen die noodzakelijk zijn voor de toetreding. Dit vraagstuk zal waarschijnlijk worden behandeld tijdens de ministeriële vergadering van het verdrag, die in oktober 2008 in Kiev zal plaatsvinden. Volwaardig lidmaatschap van het Verdrag van Boekarest is met name relevant in verband met de recent goedgekeurde kaderrichtlijn mariene strategie, die vooral uitgaat van regionale samenwerking, waaronder regionale zeeverdragen.

Onderzocht wordt of het haalbaar is om de aanpak van de DABLAS-taskforce[5] over te nemen voor andere regionale milieuvraagstukken, waarbij afvalbeheer waarschijnlijk de beste mogelijkheden biedt. Daarnaast heeft de Commissie een project gestart om het werk van de taskforce voort te zetten en te intensiveren. Het secretariaat van DABLAS zal daarom diensten verlenen aan de hele DABLAS-regio en rechtstreekse steun verlenen voor projecten op het gebied van stroomgebiedbeheer.

De Commissie zal spoedig een project lanceren voor technische bijstand op het gebied van klimaatverandering, dat ook het Zwarte Zeegebied zal omvatten. Dit project richt zich op de ontwikkeling van meer capaciteit voor de uitvoering van het Kyotoprotocol en op deelname aan de internationale onderhandelingen over een nieuw verdrag voor na 2012. Met onze partners wordt gediscussieerd over de inspanningen op regionaal niveau om de klimaatverandering aan te pakken.

2.2. Maritiem beleid en visserij

In het kader van het onlangs goedgekeurde geïntegreerde maritieme beleid voor de Europese Unie[6] streeft de Commissie naar betere samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor offshoreactiviteiten van de overheid, onder meer in het Zwarte Zeegebied, door de opzet van een geïntegreerd netwerk van systemen voor maritiem toezicht. In dit verband zal ook worden gekeken of een dergelijk netwerk kan worden uitgebreid naar andere landen aan de Zwarte Zee die geen lid zij van de EU.

De landen in het Zwarte Zeegebied hebben al exclusieve economische zones tot stand gebracht en bereiden momenteel een regionale strategie voor geïntegreerd kustbeheer voor. De Commissie zal voor eind 2008 een draaiboek opstellen om de ontwikkeling van maritieme ruimtelijke ordening te vergemakkelijken. De lidstaten in het Zwarte Zeegebied worden aangemoedigd zelf na te denken over maritieme ruimtelijke ordening en te leren van de ervaringen van andere lidstaten.

De Commissie is bezig met de opzet van een Europees marien observatie- en datanetwerk voor alle kustgebieden, waaronder het Zwarte Zeegebied.

De Europese maatregelen voor visserijbeheer zijn vastgesteld bij de verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften. De maatregelen hebben alleen betrekking op Bulgarije en Roemenië, maar alle landen rond de Zwarte Zee moeten worden betrokken bij het visserijbeheer en een goede aanpak van het ecosysteem. Daarom is de Commissie begonnen opties uit te werken voor de totstandbrenging van samenwerking op het gebied van het regionale visserijbeheer. De resultaten van deze analyse en de concrete voorstellen zullen worden besproken met de lidstaten en de landen in het Zwarte Zeegebied.

2.3. Energie

Het Zwarte Zeegebied heeft goede vorderingen gemaakt met het mobiliseren van bestaande instrumenten en middelen. Moldavië, Turkije en Oekraïne hebben bevestigd dat zij van plan zijn formele onderhandelingen te openen met het oog op toetreding tot het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, op grond waarvan het communautaire acquis ten uitvoer wordt gelegd in de elektriciteits- en gassector. Georgië is in december 2007 als waarnemer geaccepteerd.

Wat de energie-infrastructuur betreft, heeft de Commissie een haalbaarheidsstudie gefinancierd naar een energiecorridor door het Kaspische Zeegebied en het Zwarte Zeegebied (via een pijpleiding of een ander systeem).

2.4. Vervoer

De Commissie is begonnen met het stroomlijnen van de verschillende samenwerkingsinitiatieven op het gebied van vervoer. Met de landen van de regio zijn verkennende besprekingen gelanceerd over de uitbreiding van de trans-Europese vervoersnetwerken. In dit verband zouden eventueel de TRACECA-structuren[7] kunnen dienen als institutionele basis voor de zuidoostelijke as. Samen met de TRACECA-landen bereidt de Commissie voor eind 2008 een vergadering voor van de vervoersministers, waarop de relevante besluiten kunnen worden goedgekeurd.

Met een reeks onderling samenhangende projecten heeft de Commissie meer aandacht besteed aan maritieme veiligheid en beveiliging. Daarnaast is begonnen met de uitvoering van het concept "snelwegen op zee" in het Zwarte Zeegebied, in nauwe samenhang met het TRACECA-programma.

Ook is begonnen met de uitbreiding van de gemeenschappelijke luchtvaartruimte tot de landen van het Zwarte Zeegebied, wat onder meer verbetering van het veiligheidstoezicht en versterking van de burgerluchtvaartautoriteiten vereist.

2.5. Beheersen van het personenverkeer en verbeteren van de veiligheid

In de conclusies van de Europese Raad van juni 2007 over de algehele aanpak van migratie werden een aantal prioritaire acties bevestigd, zoals de oprichting van een samenwerkingsplatform inzake migratie in het Zwarte Zeegebied. In april 2008 heeft de EU besloten dit platform op te richten, waarin de lidstaten, EU-agentschappen, landen die grenzen aan de Zwarte Zee en regionale organisaties worden samengebracht. Het platform streeft naar een gerichte intensievere dialoog over migratie en naar betere samenwerking in de praktijk tussen de lidstaten en de landen in de regio en tussen de landen in de regio onderling.

Er zijn vergevorderde plannen voor de verdere ontwikkeling van het coördinatiecentrum voor het Zwarte Zeegebied in Burgas[8]. Elk land in het Zwarte Zeegebied wordt geacht een nationaal centrum op te zetten om relevante informatie door te sturen aan en uit te wisselen met het coördinatiecentrum. De Commissie cofinanciert twee projecten met betrekking tot de bestrijding van mensenhandel via arbeidsmarkt- en beleidsmaatregelen.

2.6. Netwerken op het gebied van onderzoek, wetenschap en onderwijs

De Commissie ondersteunt de institutionele samenwerking en de structurele hervormingen in het hoger onderwijs via het Tempusprogramma. De regionale samenwerking binnen het Zwarte Zeegebied op het gebied van het hoger onderwijs zal profiteren van de nieuwe fase van het programma, die voorrang zal geven aan projecten waarbij meerdere landen betrokken zijn. Via het programma Erasmus Mundus wordt steun verleend voor de samenwerking in het hoger onderwijs en voor academische mobiliteit.

In het kader van het project voor de interconnectie van het Zwarte Zeegebied (waarvan de financiering in 2007 werd goedgekeurd) zal een regionaal onderzoeks- en onderwijsnetwerk worden opgezet dat wordt gekoppeld aan GÉANT2, het pan-Europese breedbandige onderzoeksnetwerk. Dit vlaggenschipproject is het grootste in zijn soort in de regio.

De Commissie ondersteunt ook regionale samenwerking op het gebied van de wetenschap, onder meer via het INCONet-EECA-project, dat in januari 2008 van start is gegaan.

2.7. Werkgelegenheid en sociale zaken

Onlangs zijn activiteiten op regionaal niveau van start gegaan waarmee de specifieke vraagstukken van het Zwarte Zeegebied worden aangepakt (zoals een conferentie over de sociale dialoog, die in 2008 zal plaatsvinden) of thematische onderwerpen in een bredere context (zoals de conferentie over gelijke kansen voor mannen en vrouwen, die in november 2007 heeft plaatsgevonden).

2.8. Handel

De EU is de liberalisering van de regionale handel in het Zwarte Zeegebied blijven aanmoedigen, met name de inspanningen van de partnerlanden om toe te treden tot de WTO.

2.9. Democratie, mensenrechten en goed bestuur

In mei 2008 vond in het kader van de Zwarte Zeesynergie in Moldavië de eerste van een serie conferenties van het maatschappelijk middenveld over mensenrechten plaats. Tijdens deze conferentie werden normen inzake de vrijheid van meningsuiting met betrekking tot het maatschappelijk middenveld gepresenteerd. Ambtenaren en leden van het maatschappelijk middenveld uit het Zwarte Zeegebied hebben hieraan deelgenomen. Er zijn aanbevelingen aan de regeringen geformuleerd met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting.

2.10. “Bevroren” conflicten

De Commissie pleit nog steeds voor een actieve rol van de EU bij de aanpak van de achterliggende oorzaken van deze conflicten, onder meer in het regionale samenwerkingskader van het Zwarte Zeegebied. Hierbij is aandacht besteed aan het stimuleren van vertrouwensopbouwende maatregelen in breder regionaal verband, zoals samenwerkingsprogramma’s die speciaal zijn opgezet om de anderszins verdeelde partijen nader tot elkaar te brengen.

3. GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING, SAMENWERKING MET HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD

De programma's voor grensoverschrijdende samenwerking uit hoofde van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) bevorderen de samenwerking tussen de lokale overheden van grensregio's die voor gemeenschappelijke uitdagingen staan. Ook wordt in het kader hiervan steun verleend voor interpersoonlijke contacten.

Het programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het Zwarte Zeegebied bevindt zich in de opstartfase. De partijen (die de nationale en regionale overheden van tien staten[9] vertegenwoordigen) hebben een gemeenschappelijk operationeel programma opgesteld. Voor het programma is 17,5 miljoen euro uitgetrokken[10]. De eerste oproep tot het indienen van voorstellen wordt naar verwachting voor het einde van 2008 gepubliceerd.

Het programma voor grensoverschrijdende samenwerking tussen Roemenië, Moldavië en Oekraïne, voor een bedrag van 126 miljoen euro, omvat de noordwestkust van de Zwarte Zee. De uitvoering zou in het najaar van 2008 moeten starten.

Het Zwarte Zeeforum[11] richt zich tegenwoordig sterker op het maatschappelijk middenveld. De eerste activiteiten op dat gebied hebben reeds plaatsgevonden.

De Zwarte Zeesynergie staat aanzienlijk in de belangstelling van ngo's. Op 7 februari 2008 kwam in Odessa een alliantie bijeen van 29 milieu-ngo's, die een standpuntnota hebben aangenomen over hoe de Zwarte Zeesynergie milieubewuster kan worden gemaakt.

4. STEUN

In 2007 werd in het kader van het ENPI en het IPA voor 837 miljoen euro aan communautaire steun verleend aan de zeven niet-EU-landen in het Zwarte Zeegebied (details in bijlage II).

Daarnaast biedt de nieuwe ENB-investeringsfaciliteit de mogelijkheid om subsidies van de Gemeenschap en de lidstaten samen te voegen. Deze middelen kunnen ook aanvullende leningen genereren van Europese openbare financiële instellingen voor investeringen in de buurlanden, waaronder in het Zwarte Zeegebied. De ENB-investeringsfaciliteit maakt het gemakkelijker aanvullende financiering te mobiliseren voor prioritaire projecten en kan daarom ook de regionale samenwerkingsinspanningen in het Zwarte Zeegebied ondersteunen.

5. OVERIGE SAMENWERKING MET PARTNERLANDEN, REGIONALE EN INTERNATIONALE ORGANISATIES

Alle landen in het Zwarte Zeegebied waren betrokken bij de besprekingen over de Zwarte Zeesynergie. De voorzitterschappen en de Commissie hebben op verschillende manieren met hen overlegd.

De betrekkingen tussen de Europese Unie en de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte Zeegebied (BSEC)[12] hebben zich de laatste tijd snel ontwikkeld. In juni 2007 kreeg de Commissie de status van waarnemer bij de BSEC. In februari 2008 hebben vertegenwoordigers van het huidige en het volgende voorzitterschap en de Commissie de ministers van Buitenlandse Zaken van de BSEC ontmoet voor een werkontbijt in Kiev. De uitgebreide BSEC-trojka kwam drie keer bijeen met de relevante werkgroep van de Raad. Alle vergaderingen op hoog niveau van de BSEC werden bijgewoond door vertegenwoordigers van de Commissie, die ook bijdroegen aan de activiteiten van de werkgroepen van de BSEC.

6. VERGADERING VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN IN KIEV (FEBRUARI 2008)

Op initiatief van de Europese Unie heeft een vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken plaatsgevonden met alle regionale partners, de EU-lidstaten en de EU-instellingen.

Tijdens deze vergadering werd de Zwarte Zeesynergie tot een gemeenschappelijke onderneming verklaard. De deelnemers hebben een gezamenlijke verklaring aangenomen[13]. Hierin wordt de Zwarte Zeesynergie verwelkomd en wordt gepleit voor grotere betrokkenheid van de Europese Unie om het potentieel van de regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied te vergroten. De Zwarte Zeesynergie zal profiteren van het Europese nabuurschapsbeleid en andere EU-beleidslijnen die van toepassing zijn op de betrekkingen met de landen in deze regio. De EU-steun voor de regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied is gericht op tastbare resultaten op een aantal prioritaire terreinen, met name energie, vervoer, communicatie, handel, milieu, maritiem beleid, visserij, migratie, wetshandhaving en bestrijding van de georganiseerde misdaad. Volgens de verklaring kan een grotere betrokkenheid van de EU ook voordelen opleveren op het gebied van handel, wetenschap, onderzoek, cultuur, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zaken.

7. DE KOERS VOOR DE TOEKOMST

Uit de ervaringen van het eerste jaar blijkt de validiteit van de beginselen van de mededeling uit 2007. Het belangrijkste doel van het initiatief blijft het instigeren van regionale activiteiten ter bevordering van de stabiliteit en de welvaart in het Zwarte Zeegebied. Het is een flexibel, inclusief en transparant kader, gebaseerd op de gedeelde belangen van de EU en alle landen in het Zwarte Zeegebied.

De Commissie verheugt zich over het feit dat de deelnemers aan de Zwarte Zeesynergie van plan zijn de huidige pragmatische en projectgerichte aanpak voort te zetten. Er moet daarom verder worden gegaan met de uitvoering van de taken zoals beschreven in de mededeling van 2007 en de gemeenschappelijke verklaring van Kiev. De interactie met de BSEC en andere regionale organen met een toegevoegde waarde moet worden voortgezet.

Tijdens de vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken in Kiev en de maanden daarna hebben de EU-lidstaten en de partnerlanden van de Zwarte Zeesynergie voorstellen gedaan om het samenwerkingsproces te verankeren als een inspanning gedurende langere tijd. Deze voorstellen kunnen een nieuwe impuls geven aan de regionale samenwerking met onze partners ten oosten van de Europese Unie. De Commissie is van plan deze voorstellen te onderzoeken en actief uit te voeren om doeltreffend en ambitieus op te treden op de volgende terreinen:

- Op het gebied van vervoer, milieu, energie en maritiem beleid zouden meetbare langetermijndoelstellingen moeten worden vastgesteld om gecoördineerd optreden te bevorderen. Hiervoor is steun van alle deelnemers van de Zwarte Zeesynergie noodzakelijk. Voor elk onderdeel zou een land en/of organisatie moeten worden aangewezen om een leidende rol op zich te nemen, teneinde de activiteiten op nationaal of regionaal niveau te coördineren.

- Om de uitvoering van projecten te vergemakkelijken, kunnen sectorale partnerschappen worden opgezet om een kader te bieden voor cofinanciering (onder meer via de ENB-investeringsfaciliteit) en voor de participatie van internationale financiële instellingen. Via deze partnerschappen kunnen sommige of alle deelnemers van de Zwarte Zeesynergie samen deelnemen aan een serie projecten. Het succes van de "Noordelijke dimensie"[14] is een goed voorbeeld van hoe dit in zijn werk kan gaan.

- De frequentie van de ministeriële vergaderingen moet afhangen van de reële behoeften. In sommige gevallen kunnen deze plaatsvinden binnen de bestaande sectorale kaders (zoals TRACECA of het Initiatief van Bakoe) of volgens het model van Kiev (parallel met BSEC-vergaderingen, met volledige EU-deelname of een open trojka). De ministers van Buitenlandse Zaken kunnen bij elkaar komen om belangrijke mijlpalen in het proces te markeren.

Er zijn ook een aantal andere voorstellen die nader bestudeerd moeten worden:

- betrokkenheid van Belarus bij sommige sectorale activiteiten in verband met de Zwarte Zeesynergie;

- opzet van een maatschappelijk forum voor het Zwarte Zeegebied;

- versterking van netwerken tussen universiteiten en studenten;

- opzet van een instituut voor Europese studie in het Zwarte Zeegebied.

De Commissie is bereid met de lidstaten en alle betrokkenen samen te werken aan deze en andere nieuwe ideeën waarmee de regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied wordt versterkt en

- die een aanvulling vormen op de bilaterale, op het partnerland afgestemde samenwerking met de landen waarop het ENB van toepassing is en in het kader van andere beleidslijnen die van toepassing zijn op de regio;

- waarbij alle lidstaten en landen in het Zwarte Zeegebied zijn betrokken;

- die een toegevoegde waarde hebben.

8. CONCLUSIE

Uit de eerste resultaten van de Zwarte Zeesynergie zijn het praktische nut en het potentieel van deze nieuwe regionale EU-beleidsaanpak gebleken. De opstartfase van de synergie is voltooid en de uitvoering is begonnen. De deelnemers staan achter de totstandbrenging van langetermijnsamenwerking in het Zwarte Zeegebied en hebben parallelle ideeën geformuleerd over de inhoud en regelingen.

De ervaring van het eerste jaar toont ook aan dat het proces van de door de EU ondersteunde regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied zich in een complexe omgeving ontwikkelt. Voor verdere vooruitgang is consistente, actieve betrokkenheid vereist van een steeds groter aantal actoren, waaronder zowel de lidstaten als de partnerlanden in het Zwarte Zeegebied. De Commissie is ook na dit eerste jaar bereid om een bijdrage te leveren aan dit belangrijke werk.

BIJLAGE I

Kaart van het Zwarte Zeegebied

BIJLAGE II

EU-steun voor de Zwarte Zeesynergie (vastleggingen in miljoen euro)

2000-2006 uit hoofde van Tacis en instrumenten voor Turkije | 2007 uit hoofde van ENPI/IPA | 2007 uit hoofde van het instrument voor humanitaire hulp |

Bilaterale samenwerking |

Armenië | 44,8 | 24 |

Azerbeidzjan | 72,6 | 22 | 1,35 |

Georgië | 65 | 28,8 | 2 |

Moldavië | 86,5 | 45,7 | 3 |

Russische Federatie | 559 | 13 | 19,45 |

Turkije | 1040 | 497,2 |

Oekraïne | 501,5 | 144 |

Totale bilaterale samenwerking | 2369,4 | 774,7 |

Regionale samenwerking | 962,2 | 62 |

Totaal | 3331,6 | 836,7 | 25,8 |

[1] COM 2007 (160) definitief, goedgekeurd op 11 april 2007.

[2] Het Zwarte Zeegebied (zie kaart in de bijlage) omvat Griekenland, Bulgarije, Roemenië en Moldavië in het westen, Oekraïne en Rusland in het noorden, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan in het oosten en Turkije in het zuiden. Hoewel Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië en Griekenland niet rechtstreeks aan de Zwarte Zee liggen, zijn zij vanwege hun geografische nabijheid en nauwe banden natuurlijke regionale partners.

[3] Verslag over een regionale beleidsaanpak voor het Zwarte Zeegebied (2007/2101 (INI)).

[4] RELEX-IV-008 COR

[5] De taskforce voor de Donau- en Zwarte Zeeregio werd opgezet door de landen rond de Donau en de Zwarte Zee om strategische zwaartepunten te ontwikkelen voor investeringen met betrekking tot water.

[6] COM (2007) 575 definitief - Een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie.

[7] Het TRACECA-programma (Transportcorridor Europa-Caucasus-Centraal-Azië) biedt steun voor weg-, spoorweg-, lucht- en zeeverbindingen.

[8] Grenscoördinatie- en Informatiecentrum voor het Zwarte Zeegebied, gevestigd in Burgas (Bulgarije).

[9] Armenië, Azerbeidzjan, Bulgarije, Georgië, Griekenland, Moldavië, Oekraïne, Roemenië, Russische Federatie, Turkije.

[10] De bijdrage van Turkije aan het programma wordt aanvullend gefinancierd uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

[11] Een initiatief van Roemenië.

[12] De BSEC werd in 1992 opgericht. Aanvankelijk lag het accent op economische samenwerking, maar geleidelijk is de werkingssfeer verbreed. Leden zijn alle in voetnoot 2 genoemde Zwarte Zeelanden plus Albanië en Servië.

[13] De Russische Federatie nam geen deel aan de besprekingen over de gemeenschappelijke verklaring, omdat zij de voorkeur gaf aan een verklaring van de EU en de BSEC. De Russische Federatie benadrukte echter dat zij voorstander is van een grotere rol voor de EU, zoals beschreven in de gemeenschappelijke verklaring, en was derhalve niet tegen de goedkeuring van het document.

[14] In het kader van de partnerschappen van de Noordelijke dimensie worden projecten geselecteerd en gefinancierd waarmee overeengekomen doelstellingen worden verwezenlijkt en waarvoor aparte middelen worden gereserveerd.