Home

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan (herschikking)

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan (herschikking)

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan (herschikking) /* COM/2008/0154 def. - COD 2008/0060 */


NL

Brussel, 27.3.2008

COM(2008) 154 definitief

2008/0060 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan

(herschikking)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

2. De Commissie heeft een aanvang gemaakt met de codificatie van Richtlijn 88/344/EEG van de Raad van 13 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan [2] en daartoe een voorstel bij de wetgever ingediend [3]. De nieuwe richtlijn moest de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4] vervangen.

3. Inmiddels is Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegheden [5] gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, dat de regelgevingsprocedure met toetsing heeft ingevoerd voor maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen besluit, ook wanneer de wijziging behelst dat sommige van deze niet-essentiële onderdelen worden geschrapt of dat het besluit wordt aangevuld met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

4. Overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie [6] betreffende Besluit 2006/512/EG, vergt de toepassing van deze nieuwe procedure op reeds geldende, volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen besluiten, dat deze besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast.

5. De codificatie van Richtlijn 88/344/EEG moet daarom worden omgezet in een herschikking, teneinde de voor de aanpassing aan de regelgevingsprocedure met toetsing noodzakelijke wijzigingen in dit voorstel te kunnen opnemen.

88/344/EEG (aangepast)

2008/0060 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN …/…/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van […]

betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95 ,

Gezien het voorstel van de Commissie [7],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [8],

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [9] ,

Overwegende hetgeen volgt:

nieuw

(1) Richtlijn 88/344/EEG van de Raad van 13 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan [10] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd [11]. Aangezien nieuwe wijzigingen noodzakelijk zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

88/344/EEG Overweging (1) (aangepast)

(2) Verschillen tussen de nationale wetgevingen ten aanzien van extractiemiddelen belemmeren het vrije verkeer van levensmiddelen en kunnen aanleiding geven tot ongelijke concurrentievoorwaarden en aldus rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt.

88/344/EEG Overweging (2)

(3) Een onderlinge aanpassing van die wetgevingen is dus nodig om het vrije verkeer van levensmiddelen te bewerkstelligen.

88/344/EEG Overweging (3)

(4) Wettelijke regelingen betreffende het gebruik van extractiemiddelen in levensmiddelen moeten in de eerste plaats de volksgezondheid dienen maar moeten daarnaast, binnen de door de bescherming van de gezondheid gestelde grenzen, aan economische en technische behoeften tegemoet komen.

88/344/EEG Overweging (4)

(5) Ten behoeve van een dergelijke aanpassing moet één lijst worden opgesteld van extractiemiddelen voor de bereiding van levensmiddelen of andere voedingsbestanddelen. Er moeten tevens algemene zuiverheidseisen worden geformuleerd.

88/344/EEG Overweging (5)

(6) Bij een goed productieprocédé moet het gebruik van een extractiemiddel inhouden dat oplosmiddelrestanten volledig of grotendeels uit de levensmiddelen of bestanddelen daarvan worden verwijderd.

88/344/EEG Overweging (6)

(7) Zelfs dan bestaat de kans op de onbedoelde, maar technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen of derivaten in de uiteindelijke levensmiddelen of bestanddelen.

88/344/EEG Overweging (7) (aangepast)

(8) Een specifieke beperking, hoewel over het algemeen nuttig, is niet nodig voor de in deel I van bijlage I genoemde stoffen die uit het oogpunt van veiligheid voor de consument aanvaardbaar worden geacht indien zij bij een verantwoord productieprocédé worden gebruikt.

88/344/EEG Overweging (8) (aangepast)

(9) Ter wille van de bescherming van de volksgezondheid moeten de gebruiksvoorwaarden voor andere, in deel II en deel III van bijlage I genoemde extractiemiddelen en van de in levensmiddelen en bestanddelen daarvan toegestane restgehalten worden vastgesteld.

88/344/EEG Overweging (11)

(10) Er dienen specifieke zuiverheidseisen voor extractiemiddelen alsmede analysemethoden en regels voor de monsterneming van extractiemiddelen in en op levensmiddelen te worden vastgesteld.

88/344/EEG Overweging (12)

(11) Indien uit nieuwe gegevens blijkt dat het gebruik van een in deze richtlijn genoemd extractiemiddel gevaar oplevert voor de gezondheid, moeten de lidstaten in staat zijn dit gebruik op te schorten of te beperken of de gestelde grenzen te verlagen, zulks in afwachting van een besluit op Gemeenschapsniveau.

88/344/EEG Overweging (13) (aangepast)

(12) De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [12].

nieuw

(13) De Commissie moet in het bijzonder de bevoegdheid worden verleend om over te gaan tot wijziging van de lijst van extractiemiddelen die mogen worden gebruikt bij de bewerking van grondstoffen, levensmiddelen of componenten van levensmiddelen, of bestanddelen daarvan, alsook de gebruiksvoorwaarden en maximale restgehalten, en tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor extractiemiddelen en de analysemethoden die nodig zijn voor de controle op de naleving van de algemene en specifieke zuiverheidseisen, alsmede de methoden voor analyse en monsterneming van extractiemiddelen in en op levensmiddelen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn en ter aanvulling van deze richtlijn met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG vervatte regelgevingsprocedure met toetsing worden vastgesteld.

(14) Om redenen van doeltreffendheid moeten de normaal voor de regelgevingsprocedure met toetsing toepasselijke termijnen worden ingekort voor de aanneming van wijzigingen van de lijst van extractiemiddelen die mogen worden gebruikt bij de bewerking van grondstoffen, levensmiddelen of componenten van levensmiddelen, of bestanddelen daarvan, alsook van de gebruiksvoorwaarden en maximale restgehalten, en voor de vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor extractiemiddelen.

(15) Wanneer om dwingende urgente redenen de normaal voor de regelgevingsprocedure met toetsing toepasselijke termijnen niet kunnen worden nageleefd, moet de Commissie voor de aanneming van wijzigingen van de lijst van extractiemiddelen die mogen worden gebruikt bij de bewerking van grondstoffen, levensmiddelen of componenten van levensmiddelen, of bestanddelen daarvan, alsook van de gebruiksvoorwaarden en maximale restgehalten, en voor de vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor extractiemiddelen, alsmede voor de aanneming van wijzigingen van deze richtlijn wanneer wordt aangenomen dat het gebruik in levensmiddelen van een of meer van de in bijlage I genoemde stoffen of de aanwezigheid in deze stoffen van een of meer van de in artikel 3 genoemde componenten gevaar voor de gezondheid kan opleveren hoewel aan de eisen van deze richtlijn is voldaan, de in artikel 5 bis, lid 6, van Besluit 1999/468/EG vervatte urgentieprocedure kunnen toepassen.

(16) Daar de nieuwe onderdelen van deze richtlijn slechts de comitéprocedure betreffen, is omzetting door de lidstaten niet nodig.

(17) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

88/344/EEG

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Deze richtlijn is van toepassing op extractiemiddelen die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt bij de productie van levensmiddelen of bestanddelen daarvan.

88/344/EEG (aangepast)

Deze richtlijn is niet van toepassing op extractiemiddelen die worden gebruikt voor de productie van levensmiddelenadditieven, vitaminen en andere voedingsadditieven, behalve indien deze levensmiddelenadditieven, vitaminen en andere voedingsadditieven voorkomen op een van de lijsten in bijlage I .

De lidstaten zien er evenwel op toe dat het gebruik van levensmiddelenadditieven, vitaminen en andere voedingsadditieven niet leidt tot de aanwezigheid in de levensmiddelen van residuen van extractiemiddelen waarvan het gehalte gevaarlijk is voor de gezondheid van de mens.

92/115/EEG art. 1, punt 1

Deze richtlijn is van toepassing onverminderd de bepalingen in meer specifieke communautaire regelingen.

88/344/EEG (aangepast)

2. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) «oplosmiddel»: elke stof die een levensmiddel of enige component van een levensmiddel kan oplossen, met inbegrip van elke contaminant die in of op dat levensmiddel aanwezig is;

b) «extractiemiddel»: een oplosmiddel dat tijdens de bewerking van grondstoffen, levensmiddelen, componenten of bestanddelen daarvan wordt gebruikt voor extracties en vervolgens wordt verwijderd, maar dat de onbedoelde, doch technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen of derivaten in het levensmiddel of bestanddeel tot gevolg kan hebben.

Artikel 2

1. De lidstaten geven toestemming voor het gebruik van de in bijlage I genoemde stoffen als extractiemiddel bij de productie van levensmiddelen of bestanddelen daarvan onder de daarin aangegeven gebruiksvoorwaarden en met inachtneming van de eventueel daarin genoemde maximale restgehalten.

De lidstaten mogen het in de handel brengen van levensmiddelen en bestanddelen daarvan niet verbieden, beperken of belemmeren op grond van de gebruikte extractiemiddelen of van de residuen daarvan als deze voldoen aan de bepalingen van deze richtlijn.

2. De lidstaten verbieden het gebruik van andere dan de in bijlage I genoemde stoffen als extractiemiddel; zij staan ook geen ruimere gebruiksvoorwaarden of hogere maximale restgehalten toe dan in de bijlage zijn aangegeven.

88/344/EEG

3. Water, waaraan stoffen ter regeling van de aciditeit of de alkaliciteit kunnen zijn toegevoegd, en andere voedingsstoffen die als oplosmiddel kunnen dienen, zijn toegestaan als extractiemiddel bij de productie van levensmiddelen of bestanddelen daarvan.

88/344/EEG (aangepast)

Artikel 3

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de in bijlage I als extractiemiddelen genoemde stoffen aan de volgende zuiverheidseisen voldoen:

a) zij mogen geen toxicologisch gevaarlijke hoeveelheden van elementen of stoffen bevatten;

b) zij mogen, afgezien van eventuele uitzonderingsgevallen op grond van de specifieke zuiverheidseisen onder c), niet meer dan 1 mg arseen of 1 mg lood per kg bevatten;

c) zij moeten voldoen aan de specifieke overeenkomstig artikel 4 , onder d), vastgestelde zuiverheidseisen.

88/344/EEG (aangepast)

nieuw

Artikel 4

De Commissie stelt het volgende vast Overeenkomstig de in artikel 6 , lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld:

97/60/EG art. 1, punt 1 (aangepast)

a) de wijzigingen van bijlage I die nodig zijn in verband met de vooruitgang van wetenschap en techniek op het gebied van het gebruik van extractiemiddelen, de gebruiksvoorwaarden daarvoor en de maximale restgehalten;

88/344/EEG (aangepast)

1 97/60/EG art. 1, punt 1

1 b) de analysemethoden die nodig zijn voor de controle op de naleving van de in artikel 3 bedoelde algemene en specifieke zuiverheidseisen;

1 c) de bij de monsterneming te volgen procedure en de methoden voor kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de in bijlage I genoemde extractiemiddelen, welke in levensmiddelen en bestanddelen daarvan zijn gebruikt;

1 d) indien nodig, de specifieke zuiverheidseisen voor de in bijlage I genoemde extractiemiddelen, met name grenswaarden voor kwik en cadmium in oplosmiddelen[; deze eisen worden vastgesteld binnen drie jaar na de aanneming van de richtlijn].

nieuw

De onder b) en c) bedoelde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing

De onder a) en d) bedoelde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing

Indien nodig, worden de onder a) en d) bedoelde maatregelen vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing

88/344/EEG (aangepast)

nieuw

Artikel 5

1. Indien een lidstaat, naar aanleiding van nieuwe gegevens of van een na aanneming van deze richtlijn verkregen nieuwe visie op bestaande gegevens, gegronde redenen heeft om aan te nemen dat het gebruik in levensmiddelen van een of meer van de in bijlage I genoemde stoffen of de aanwezigheid in deze stoffen van een of meer van de in artikel 3 genoemde componenten gevaar voor de gezondheid kan opleveren hoewel voldaan is aan de eisen van deze richtlijn, kan die lidstaat de toepassing van de betrokken bepalingen op zijn grondgebied tijdelijk schorsen of beperken. Hij stelt de andere lidstaten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis, onder opgave van de redenen die tot het besluit hebben geleid.

2. De Commissie onderzoekt ten spoedigste de door de betrokken lidstaat opgegeven redenen en raadpleegt het in artikel 6, lid 1, bedoelde comité , waarna zij onmiddellijk advies uitbrengt en passende maatregelen neemt, die de in lid 1 bedoelde maatregelen kunnen vervangen.

3. Indien de Commissie van oordeel is dat deze richtlijn dient te worden gewijzigd teneinde de in lid 1 bedoelde moeilijkheden op te lossen en de volksgezondheid te beschermen, stelt zij deze wijzigingen vast .

Die maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

De lidstaat die beschermende maatregelen heeft genomen, mag deze in dat geval handhaven tot de wijzigingen op zijn grondgebied in werking treden.

1882/2003 Bijlage III, punt 9 (aangepast)

Artikel 6

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad [13] ingestelde Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, hierna “het comité” te noemen.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

nieuw

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en lid 5, onder b), en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG genoemde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk twee maanden, een maand en twee maanden.

4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1, 2, 4 en 6, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

1882/2003 Bijlage III, punt 9 (aangepast)

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

88/344/EEG (aangepast)

Artikel 7

1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen teneinde te waarborgen dat de in bijlage I genoemde stoffen die als extractiemiddel zijn bestemd voor gebruik in levensmiddelen, alleen in de handel kunnen worden gebracht als op de verpakkingen, recipiënten of etiketten gemakkelijk zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

a) de verkoopbenaming overeenkomstig bijlage I ;

88/344/EEG

b) een duidelijke vermelding dat de kwaliteit van de stof het gebruik ervan als extractiemiddel in levensmiddelen of bestanddelen daarvan toelaat;

c) een vermelding aan de hand waarvan de partij kan worden herkend;

d) de naam of firmanaam en het adres van de fabrikant of van de verpakker of van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper;

e) de nominale nettohoeveelheid, uitgedrukt in volume-eenheden;

f) zo nodig, aanwijzingen voor de bewaring of voor het gebruik.

2. In afwijking van lid 1 is het ook toegestaan dat de in lid 1, onder c) tot en met f), genoemde vermeldingen alleen voorkomen in de bij de partij behorende handelsdocumenten die bij of vóór de levering worden overgelegd.

3. De bepalingen van dit artikel laten nadere uitgebreidere communautaire bepalingen inzake maten en gewichten en bepalingen inzake de indeling, verpakking en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten onverlet.

4. Ten aanzien van de wijze waarop de voorgeschreven vermeldingen moeten worden aangeduid, onthouden de lidstaten zich van het stellen van eisen die verder gaan dan hetgeen in dit artikel is bepaald.

De lidstaten dragen er echter zorg voor dat de verkoop van extractiemiddelen op hun grondgebied wordt verboden indien de in dit artikel genoemde vermeldingen niet zijn aangebracht in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal, tenzij maatregelen zijn getroffen om ervoor te zorgen dat de koper op andere wijze wordt ingelicht. Deze bepaling vormt geen beletsel voor het vermelden van deze bijzonderheden in meerdere talen.

Artikel 8

1. Deze richtlijn is eveneens van toepassing op in de Gemeenschap ingevoerde extractiemiddelen die zijn gebruikt of zijn bestemd voor gebruik bij de productie van levensmiddelen of bestanddelen daarvan.

2. Deze richtlijn is niet van toepassing op extractiemiddelen of levensmiddelen die zijn bestemd voor uitvoer uit de Gemeenschap.

Artikel 9

Richtlijn 88/344/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 10

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

88/344/EEG

Artikel 11

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, […]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitster De Voorzitter

[…] […]

88/344/EEG

BIJLAGE I

EXTRACTIEMIDDELEN DIE MOGEN WORDEN GEBRUIKT BIJ DE BEWERKING VAN GRONDSTOFFEN, LEVENSMIDDELEN OF COMPONENTEN VAN LEVENSMIDDELEN, OF BESTANDDELEN DAARVAN

DEEL I

Extractiemiddelen die met inachtneming van goede productieprocédés voor alle doeleinden mogen worden gebruikt [14]

Benaming:

Propaan

Butaan

88/344/EEG (aangepast)

1 92/115/EEG art. 1, punt 3

2 97/60/EG art. 1, punt 2

3 94/52/EG art. 1

Ethylacetaat

Ethanol

Kooldioxyde

Aceton1 [15]

Distikstofoxide

DEEL II

Extractiemiddelen waarvoor gebruiksvoorwaarden zijn gespecificeerd

Benaming | Gebruiksvoorwaarden(korte beschrijving van de extractie) | Maximale restgehalten in de geëxtraheerde levensmiddelen of bestanddelen |

2 Hexaan [16] | 2 Productie of fractionering van vetten en oliën en productie van cacaoboter | 2 1 mg/kg vet, olie of cacaoboter |

| 2 Bereiding van producten op basis van ontvette eiwitten en ontvet meel | 2 10 mg/kg levensmiddel dat het product op basis van ontvet eiwit en ontvet meel bevat |

| | 2 30 mg/kg ontvet sojaproduct zoals dit aan de eindverbruiker wordt verkocht |

| 2 Bereiding van ontvette graankiemen | 2 5 mg/kg ontvette graankiemen |

Methylacetaat | Verwijdering van cafeïne of van prikkelende en bittere stoffen uit koffie en thee | 20 mg/kg koffie of thee |

| Productie van suiker uit melasse | 1 mg/kg suiker |

Ethylmethylketon2 [17] | Fractionering van vetten en oliën | 5 mg/kg vet of olie |

| Verwijdering van cafeïne of van prikkelende en bittere stoffen uit koffie en thee | 20 mg/kg koffie of thee |

Dichloormethaan | Verwijdering van cafeïne of van prikkelende en bittere stoffen uit koffie en thee | 1 2 mg/kg gebrande koffie of 5 mg/kg thee |

1 Methanol | 1 Voor alle gebruik | 1 10 mg/kg |

1 2-Propanol | 1 Voor alle gebruik | 1 10 mg/kg |

DEEL III

Extractiemiddelen waarvoor gebruiksvoorwaarden zijn gespecificeerd

Benaming | Maximale restgehalten in levensmiddelen ten gevolge van het gebuik van extractiemiddelen bij de bereiding van aroma's uit natuurlijke aromatische stoffen |

Diëthylether | 2 mg/kg |

Hexaan1 [18] | 1 mg/kg |

3 Cyclohexaan | 3 1 mg/kg |

Methylacetaat | 1 mg/kg |

1-Butanol | 1 mg/kg |

2-Butanol | 1 mg/kg |

Ethylmethylketon 1 5 | 1 mg/kg |

Dichloormethaan | 1 0,02 mg/kg |

1 1-Propanol | 1 1 mg/kg |

2 1,1,1,2-tetrafluorethaan | 2 0,02 mg/kg |

___________

BIJLAGE II

Deel A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

(bedoeld in artikel 9)

Richtlijn 88/344/EEG van de Raad (PB L 157 van 24.6.1988, blz. 28) | |

Richtlijn 92/115/EEG van de Raad (PB L 409 van 31.12.1992, blz. 31) | |

Richtlijn 94/52/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 331 van 21.12.1994, blz. 10) | |

Richtlijn 97/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 331 van 3.12.1997, blz. 7) | |

Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1) | uitsluitend punt 9 van bijlage III |

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht

(bedoeld in artikel 9)

Richtlijn | Omzettingstermijn |

88/344/EEG | 13 juni 1991 |

92/115/EEG | a. 1 juli 1993 |

| b. 1 januari 1994 [19] |

94/52/EG | 7 december 1995 |

97/60/EG | a. 27 oktober 1998 |

| b. 27 april 1999 [20] |

___________

BIJLAGE III

Concordantietabel

Richtlijn 88/344/EEG | De onderhavige richtlijn |

Artikel 1, lid 1 | Artikel 1, lid 1 |

Artikel 1, lid 3 | Artikel 1, lid 2 |

Artikel 2, lid 1 | Artikel 2, lid 1 |

Artikel 2, lid 2 | Artikel 2, lid 2 |

Artikel 2, lid 3 | __ |

Artikel 2, lid 4 | Artikel 2, lid 3 |

Artikel 3 | Artikel 3 |

Artikel 4 | Artikel 4 |

Artikel 5 | Artikel 5 |

Artikel 6, lid 1 | Artikel 6, lid 1 |

Artikel 6, lid 2 | __ |

Artikel 6, lid 3 | __ |

__ | Artikel 6, lid 2 |

__ | Artikel 6, lid 3 |

__ | Artikel 6, lid 4 |

Artikel 7 | Artikel 7 |

Artikel 8 | Artikel 8 |

Artikel 9 | __ |

__ | Artikel 9 |

__ | Artikel 10 |

Artikel 10 | Artikel 11 |

Bijlage | Bijlage I |

__ | Bijlage II |

__ | Bijlage III |

_____________

[1] COM(87) 868 PV.

[2] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 definitief.

[3] COM(2003) 467 definitief.

[4] Zie bijlage II, deel A, bij dit voorstel.

[5] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

[6] PB C 255 van 21.10.2006, blz. 1.

[7] PB L […] van […], blz. […].

[8] PB L […] van […], blz. […].

[9] PB L […] van […], blz. […].

[10] PB L 157 van 24.6.1988, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

[11] Zie bijlage II, deel A.

[12] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

[13] PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

[14] Een extractiemiddel wordt geacht te zijn gebruikt met inachtneming van goede productieprocédés, indien het gebruik ervan slechts leidt tot aanwezigheid van residuen of derivaten in technisch onvermijdelijke hoeveelheden die geen gevaar voor de gezondheid van de mens opleveren.

[15] Het gebruik van aceton bij de raffinage van olijfolie is verboden.

[16] Onder hexaan wordt verstaan een commercieel product dat hoofdzakelijk bestaat uit acyclische verzadigde koolwaterstoffen met zes koolstofatomen en dat tussen 64°C en 70°C destilleert. 1 Gecombineerd gebruik van hexaan en ethylmethylketon is verboden.

[17] 2 De aanwezigheid van n-hexaan in deze stof mag niet meer dan 50 mg/kg bedragen. Gecombineerd gebruik van hexaan en ethylmethylketon is verboden.

[18] 1 Gecombineerd gebruik van hexaan en ethylmethylketon is verboden.

[19] In overeenstemming met artikel 2, lid 1, van Richtlijn 92/115/EEG:

- “1. De lidstaten wijzigen hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in dier voege dat:

- – uiterlijk op 1 juli 1993 de handel in producten die aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen is toegestaan;

- – op 1 januari 1994 de handel in producten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen is verboden.”

[20] In overeenstemming met artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/60/EG:

- “1. De lidstaten wijzigen hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen zodanig dat:

- – de handel in producten die voldoen aan Richtlijn 88/344/EEG, zoals gewijzigd bij onderhavige richtlijn, uiterlijk op 27 oktober 1998 wordt toegestaan;

- – de handel in producten die niet voldoen aan Richtlijn 88/344/EEG, zoals gewijzigd bij onderhavige richtlijn met ingang van 27 april 1999 wordt verboden. Producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd en die niet aan Richtlijn 88/344/EEG, zoals gewijzigd bij onderhavige richtlijn, voldoen, mogen evenwel worden verkocht totdat de voorraden uitgeput zijn.”

--------------------------------------------------