Home

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden /* COM/2008/0335 def. - CNS 2008/0111 */


NL

Brussel, 5.6.2008

COM(2008) 335 definitief

2008/0111 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De ICAO voert sinds 2002 veiligheidscontroles uit in alle ICAO-landen, inclusief de lidstaten van de EU, om toezicht te houden op de toepassing van bijlage 17 bij het Verdrag van Chicago. De Commissie voert sinds 2004 veiligheidscontroles uit op basis van Verordening (EG) nr. 2320/2002 om toezicht te houden op de toepassing van die verordening door de lidstaten. De normen van bijlage 17 bij het Verdrag van Chicago en Verordening (EG) nr. 2320/2002 zijn grotendeels vergelijkbaar. De lidstaten krijgen dus te maken met twee toezichtssystemen waarmee hetzelfde doel wordt beoogd en die – in grote lijnen - betrekking hebben op dezelfde punten. Zowel de lidstaten als de ICAO zouden hun beperkte middelen beter kunnen gebruiken als de ICAO-controles in de Gemeenschap aanzienlijk zouden worden beperkt.

Daartoe heeft de Raad op 30 november 2007 zijn goedkeuring gegeven aan de aanbeveling van de Commissie om haar te machtigen onderhandelingen aan te knopen betreffende een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO) inzake veiligheidscontroles/-inspecties in de luchtvaart en aanverwante aangelegenheden.

Deze overeenkomst heeft tot doel het aantal individuele controles die door de ICAO op het grondgebied van de Europese Gemeenschap worden uitgevoerd in het kader van het Universal Security Audit Programme (USAP) aanzienlijk te beperken door te erkennen dat de meeste normen van bijlage 17 bij het Verdrag van Chicago ook vervat zijn in de Gemeenschapswetgeving (Verordening (EG) nr. 2320/2002) en dat de Commissie inspecties moet uitvoeren om toezicht te houden op de toepassing van die verordening door de lidstaten.

De onderhandelingen over een overeenkomst zijn voorbereid in nauwe samenwerking met het bijzonder comité, dat door de Raad is opgericht toen hij het onderhandelingsmandaat van de Commissie heeft goedgekeurd. De onderhandelingen met de ICAO vonden plaats op 25 januari 2008 en zijn uitgemond in een ontwerpmemorandum van samenwerking tussen de ICAO en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden.

Het doel van deze voorstellen is dat de Raad een besluit zou aannemen betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing en betreffende de sluiting van het memorandum van samenwerking.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

De normen inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart in bijlage 17 bij het Verdrag van Chicago en Verordening (EG) nr. 2320/2002 hebben hetzelfde doel en ook grotendeels hetzelfde toepassingsgebied. Zowel de ICAO als de Commissie voeren in de EG-lidstaten controles/inspecties uit om de naleving van deze normen te controleren.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU

Overeenkomstig de doelstellingen van het burgerluchtvaartbeleid van de Gemeenschap zal het memorandum van samenwerking de betrekkingen tussen de Gemeenschap en de ICAO versterken en de lidstaten in staat stellen hun beperkte middelen voor de controle van de naleving beter te benutten.

2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Het ontwerpmemorandum van samenwerking is opgesteld in overleg met een bijzonder comité dat door de Raad is aangesteld. Dit bijzonder comité heeft vergaderd op 22 januari, 25 januari en 11 maart.

Aangezien dubbel werk bij het uitvoeren van de inspecties op luchthavens zal worden beperkt, zal de volledige luchtvaartsector, en met name de luchthavens en luchtvaartmaatschappijen in de Gemeenschap, baat hebben bij dit memorandum van samenwerking.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

De reacties van de lidstaten tijdens de vergaderingen van het bijzonder comité zijn in aanmerking genomen.

3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Overeenkomstig het mandaat dat de Commissie heeft gekregen om onderhandelingen met de ICAO aan te knopen, heeft het memorandum van samenwerking tot doel de individuele controles van de ICAO in de lidstaten aanzienlijk te beperken. Daartoe zal de ICAO het systeem van de Europese Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart evalueren, zoals de inspectieverslagen van de bevoegde nationale autoriteiten en de gegevens die door de betrokken lidstaat zijn verstrekt, de inspectiemethode en de follow-upcontroles.

Om te garanderen dat op passende wijze wordt omgesprongen met gerubriceerde EU-gegevens, moet de ICAO Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde naleven. De Commissie heeft het recht ter plaatse te controleren welke maatregelen de ICAO heeft genomen ter bescherming van deze gegevens.

Rechtsgrondslag

Artikel 80, lid 2, en artikel 300, lid 1, van het EG-Verdrag

Subsidiariteitsbeginsel

Dubbel werk bij het uitvoeren van veiligheidscontroles/inspecties op het niveau van de lidstaten kan alleen worden vermeden door een overeenkomst tussen de Gemeenschap en de ICAO.

Evenredigheidsbeginsel

Het ontwerpmemorandum van samenwerking bevat alleen die normen van bijlage 17 welke ook in Verordening (EG) nr. 2320/2002 aan bod komen. In principe sluit het ontwerpmemorandum van samenwerking de mogelijkheid niet uit dat de ICAO in de lidstaten controles uitvoert met betrekking tot de delen van bijlage 17 die niet in de Gemeenschapswetgeving aan bod komen; de ICAO heeft echter aangegeven dat het dergelijke controles niet als een prioriteit beschouwt aangezien het memorandum van samenwerking betrekking heeft op de meeste normen van bijlage 17. Desondanks zal de ICAO rechtstreekse betrekkingen met de lidstaten blijven onderhouden.

Keuze van instrumenten

Aangezien het memorandum van samenwerking voor beide partijen bindende elementen bevat, moet het voldoen aan artikel 300 van het EG-Verdrag.

4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

Dubbel werk vermijden

Het voorstel heeft tot doel het aantal individuele controles in de lidstaten aanzienlijk te beperken, zowel op nationaal niveau als op het niveau van de luchthavens. Door dubbel werk te vermijden, kunnen de beperkte middelen beter worden gebruikt. Zowel de lidstaten als de luchtvaartsector in de Gemeenschap, en met name de luchthavens en luchtvaartmaatschappijen, zullen baat hebben bij dit memorandum van samenwerking.

Nadere uitleg van het voorstel

Overeenkomstig de standaardprocedure voor de ondertekening en sluiting van internationale overeenkomsten wordt de Raad verzocht zijn goedkeuring te hechten aan de besluiten over enerzijds de ondertekening en voorlopige toepassing en anderzijds de sluiting van het ontwerpmemorandum van samenwerking tussen de ICAO en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden, en om de personen aan te duiden die gemachtigd zijn om het memorandum van samenwerking namens de Gemeenschap te ondertekenen.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft de Commissie op 30 november 2007 gemachtigd om onderhandelingen aan te knopen over een overeenkomst inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden tussen de Europese Gemeenschap en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO).

(2) De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandeld over een memorandum van samenwerking met de ICAO inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden, overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I en de ad-hocprocedure in bijlage II bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen aan te knopen.

(3) Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient het memorandum van samenwerking waarover de Commissie heeft onderhandeld voorlopig te worden toegepast,

BESLUIT:

Enig artikel

1. De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of personen aan te duiden die namens de Gemeenschap gemachtigd is (zijn) om het memorandum van samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO) en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/inspecties en aanverwante aangelegenheden te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip.

2. In afwachting van de inwerkingtreding van het memorandum van samenwerking wordt het voorlopig toegepast vanaf de datum waarop het is ondertekend.

3. De tekst van het memorandum van samenwerking wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

2008/0111 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement [1],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft de Commissie op 30 november 2007 gemachtigd om onderhandelingen aan te knopen over een overeenkomst tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO) en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden.

(2) De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandeld over een memorandum van samenwerking met de ICAO inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden, overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I en de ad-hocprocedure in bijlage II bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen aan te knopen.

(3) Het memorandum van samenwerking is op … namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van sluiting op een latere datum, overeenkomstig Besluit …/…/EG van de Raad [2].

(4) Het memorandum van samenwerking dient te worden goedgekeurd.

(5) In punt 6.3 van het memorandum van samenwerking is bepaald dat het in werking treedt op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de laatste van de twee kennisgevingen waarmee de partijen elkaar meedelen dat zij hun respectieve interne procedures hebben stopgezet. De voorzitter van de Raad moet worden gemachtigd om de vereiste kennisgeving te doen namens de Gemeenschap,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Het memorandum van samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden wordt hierbij goedgekeurd namens de Gemeenschap.

2. De tekst van het memorandum van samenwerking is als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die gemachtigd is om de in punt 6.3 van het memorandum van samenwerking vermelde kennisgeving te doen.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

MEMORANDUM VAN SAMENWERKING

TUSSEN DE INTERNATIONALE BURGERLUCHTVAARTORGANISATIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP INZAKE VEILIGHEIDSCONTROLES/-INSPECTIES EN AANVERWANTE AANGELEGENHEDEN

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (''de ICAO'') en

De Europese Gemeenschap (''EG'');

Hierna ''de partijen'' genoemd;

Herinnerende aan het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, dat op 7 december 1944 te Chicago is ondertekend, hierna "het Verdrag van Chicago" genoemd, en met name aan bijlage 17 daarvan, hierna "bijlage 17" genoemd;

Rekening houdende met Resolutie A35-9 van de Algemene Vergadering van de ICAO, waarbij de secretaris-generaal de opdracht kreeg om het ICAO Universal Security Audit Programme (USAP), dat regelmatige, verplichte, systematische en geharmoniseerde veiligheidsaudits omvat van alle landen die partij zijn bij het Verdrag van Chicago (hierna de "verdragsluitende landen" genoemd), voort te zetten;

Herinnerende aan Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart [3], hierna "Verordening 2320/2002" genoemd, en Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 [4], hierna ''Verordening 300/2008'' genoemd, die Verordening 2320/2002 vervangt zodra de nodige uitvoeringsmaatregelen zijn vastgesteld;

Wijzende op Verordening (EG) nr. 1486/2003 van de Commissie van 22 augustus 2003 tot vaststelling van procedures voor de inspecties van de Commissie op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart [5], en met name op artikel 16, waarin is bepaald dat de Europese Commissie rekening moet houden met de voorgenomen of recent verrichte beveiligingscontroles van intergouvernementele organisaties, teneinde de algehele doeltreffendheid van de onderscheiden beveiligingsinspecties en controleactiviteiten te verzekeren;

Rekening houdende met de toepassing van relevante Gemeenschapswetgeving, met name Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie [6] en Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde, hierna "Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom" genoemd, en met name met delen 10 en 26, en met de wijzigingen daarvan [7].

Rekening houdende met het feit dat de meeste normen van bijlage 17 ook vervat zijn in Verordening 2320/2002 en dat de Europese Commissie in de lidstaten van de Europese Unie (hierna de "EU" genoemd) inspecties uitvoert om toezicht te houden op de toepassing van deze verordening;

Overwegende dat het auditprogramma van de ICAO en het inspectieprogramma van de Europese Commissie in de eerste plaats tot doel hebben de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door toezicht te houden op de naleving van de toepasselijke normen, door eventuele tekortkomingen op te sporen en door te garanderen dat deze worden verholpen, voor zover nodig;

Overwegende dat het wenselijk is op zodanige wijze wederzijdse samenwerking tot stand te brengen op het gebied van controles/inspecties van de luchtvaartveiligheid en aanverwante aangelegenheden dat beter gebruik wordt gemaakt van de beperkte middelen, dubbel werk wordt vermeden en het universele karakter en de integriteit van het USAP-programma van de ICAO worden behouden;

Overwegende dat de Europese Commissie de bevoegdheid heeft om de naleving van de communautaire wetgeving inzake veiligheid van de luchtvaart af te dwingen;

Overwegende dat de ICAO-raad tijdens zijn 176ste zitting heeft vastgesteld dat de ICAO-controles van de luchtvaartveiligheid, voor zover mogelijk, in de eerste plaats aandacht moeten besteden aan het vermogen van een land om passend nationaal toezicht te houden, en dat de raad de secretaris-generaal heeft verzocht om samenwerkingsmogelijkheden te onderzoeken en na te gaan hoe de beschikbare middelen op de meest efficiënte wijze kunnen worden gebruikt in gebieden waar verplichte regionale auditprogramma’s van de overheid bestaan;

1. Algemene bepalingen

1.1. De normen van bijlage 17 die niet in de EG-wetgeving zijn vervat, vallen buiten het toepassingsgebied van dit memorandum van samenwerking.

1.2. Met betrekking tot de normen van bijlage 17 die wel in de EG-wetgeving zijn vervat, beoordeelt de ICAO de door de Europese Commissie uitgevoerde inspecties van de bevoegde nationale autoriteiten van de EU-lidstaten teneinde na te gaan of de verdragsluitende landen waarop de communautaire wetgeving inzake veiligheid van de burgerluchtvaart van toepassing is, deze normen naleven overeenkomstig punt 3 van dit memorandum van overeenstemming.

1.3. De uitvoering van ICAO-evaluaties in de Europese Gemeenschap wordt besproken op verzoek van een van de partijen, en minstens een keer per jaar.

1.4. ICAO-auditors mogen de inspecties van de Europese Commissie op EU-luchthavens occasioneel als waarnemer bijwonen, nadat de Europese Commissie daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gekregen van de betrokken EU-lidstaat.

2. Informatie die aan de ICAO moet worden verstrekt over inspecties van de Europese Commissie in de Europese Gemeenschap

2.1. Overeenkomstig Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom, mag de volgende gerubriceerde informatie van niveau 'RESTREINT UE' aan gemachtigd personeel van de ICAO worden verstrekt:

A. Gemeenschappelijke regels en normen op het gebied van luchtvaartveiligheid, die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening 2320/2002 of artikel 4 van Verordening 300/2008; en

B. Met betrekking tot de inspecties van bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten, die door de Europese Commissie zijn uitgevoerd:

(a) algemene informatie over de planning van inspecties van de Europese Commissie, inclusief de planning van de inspecties van bevoegde nationale autoriteiten, en alle wijzigingen daarvan, zodra deze beschikbaar zijn;

(b) de status van de inspectieactiviteiten van bevoegde nationale autoriteiten en luchthavens, de datums waarop de definitieve inspectieverslagen zijn gepubliceerd en de datums waarop de actieplannen van het betrokken land zijn ontvangen;

(c) de inspectiemethode van de Europese Commissie;

(d) het verslag van de inspectie van de bevoegde nationale autoriteiten, samen met het van het betrokken land ontvangen actieplan inzake de inspectie van de bevoegde nationale autoriteit, waarin acties en termijnen voor het verhelpen van vastgestelde tekortkomingen zijn gespecificeerd; en

(e) follow-upacties van de Europese Commissie met betrekking tot de inspectie van de bevoegde nationale autoriteit.

2.2. De toegang tot gerubriceerde informatie van de EU die door de Europese Commissie in het kader van deze samenwerking aan gemachtigd personeel is verstrekt, wordt op "need to know"-basis door de ICAO beperkt. Het gemachtigd personeel mag deze informatie niet doorgeven aan derde partijen. De ICAO past alle nodige juridische en interne mechanismen toe om de vertrouwelijkheid van de door de Europese Commissie verstrekte informatie te beschermen.

2.3. De Europese Commissie en de ICAO moeten overeenstemming bereiken over verdere procedures voor de bescherming van gerubriceerde informatie die in het kader van dit memorandum van samenwerking door de Europese Commissie is verstrekt. Deze procedures moeten de Europese Commissie ook de mogelijkheid bieden om na te gaan welke beschermingsmaatregelen de ICAO heeft genomen.

3. Door de ICAO uitgevoerde evaluaties van het systeem van de Europese Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart

3.1. Door de ICAO uitgevoerde evaluaties van het systeem van de Europese Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart bestaan uit een analyse van de eisen van de Europese Commissie en de krachtens punt 2 verstrekte informatie. Voor zover nodig zal de ICAO een bezoek brengen aan de kantoren van het directoraat-generaal Energie en vervoer van de Europese Commissie in Brussel (België).

3.2. Over specifieke voorwaarden en praktische regelingen van de ICAO-evaluaties van het systeem van de Europese Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart wordt overeenstemming bereikt via briefwisseling tussen de ICAO en de Europese Commissie.

4. Geschillenbeslechting

4.1. Meningsverschillen of geschillen over de interpretatie of de toepasselijkheid van dit memorandum van samenwerking worden beslecht op basis van onderhandelingen tussen de partijen.

4.2. Niets wat vermeld staat in of verband houdt met dit memorandum van samenwerking mag worden beschouwd als een verklaring van afstand van de voorrechten en immuniteiten van de partijen.

5. Overige overeenkomsten

5.1. Dit memorandum van samenwerking heeft geen voorrang op en loopt niet vooruit op andere vormen van samenwerking tussen de partijen.

6. Herziening – Inwerkingtreding

6.1. De partijen zullen de toepassing van dit memorandum van samenwerking opnieuw bekijken aan het einde van de huidige fase van het USAP-programma of eerder, indien een van beide partijen dit nodig acht.

6.2. In afwachting van de inwerkingtreding van dit memorandum van samenwerking wordt het voorlopig toegepast vanaf de datum waarop het is ondertekend.

6.3. Dit memorandum van samenwerking treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de laatste van de twee kennisgevingen waarmee de partijen elkaar meedelen dat zij hun respectieve interne procedures hebben stopgezet.

In tweevoud, in het Engels.

Voor de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie

Datum:

Plaats:

Voor de Europese Gemeenschap

Datum:

Plaats:

[1] PB C van , blz. .

[2] PB C van , blz. .

[3] PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1.

[4] PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

[5] PB L 213 van 23.8.2003, blz. 3.

[6] PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

[7] Besluit van de Commissie van 3 februari 2005 (2005/94/EG, Euratom), Besluit van de Commissie van 31 januari 2006 (2006/70/EG, Euratom) en Besluit van de Commissie van 2 augustus 2006 (2006/548/EG, Euratom).

--------------------------------------------------