Accountantsverslag over de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2007
Accountantsverslag over de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2007
12.12.2008 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 318/1 |
ACCOUNTANTSVERSLAG OVER DE REKENINGEN VAN DE REKENKAMER VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2007
(2008/C 318/01)
BERICHT AAN DE LEZER
Onverminderd de bepalingen van artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap waarin de verantwoordelijkheid voor de controle van alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap bij de Rekenkamer wordt gelegd, en de bepalingen van artikel 276 van voornoemd Verdrag betreffende de kwijtingverlening, laat de Rekenkamer sinds de afsluiting van het begrotingsjaar 1987 jaarlijks de rekeningen betreffende haar intern administratief beheer door een externe accountant controleren.
De verslagen die de externe accountant van de Rekenkamer heeft opgesteld over de rekeningen van de Rekenkamer voor de begrotingsjaren 1987-1991 werden alleen ter kennis gebracht van de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement.
Overeenkomstig het besluit van het college van de Rekenkamer op haar vergadering van 8 juli 1993 worden de verslagen van de externe accountant sinds het begrotingsjaar 1992 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Voor de Rekenkamer
Michel HERVÉ
Secretaris-generaal van de Europese Rekenkamer
GECONTROLEERDE JAARREKENING OVER HET PER 31 DECEMBER 2007 AFGESLOTEN BEGROTINGSJAAR
INHOUD
Verslag van de onafhankelijke accountant
Balans
Economische resultatenrekening
Kasstroomoverzicht
Overzicht van de vermogensmutaties
Grondslagen voor financiële verslaglegging en toelichting bij de jaarrekening
1. | Regelgeving en presentatie van de rekeningen |
2. | Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening |
3. | Toelichting bij de balans |
4. | Toelichting bij de economische resultatenrekening |
5. | Posten buiten de balans |
Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid
Verslag van de onafhankelijke accountant
Aan het management van de
Europese Rekenkamer
Wij hebben bijgaande jaarrekening van de Europese Rekenkamer gecontroleerd, welke de balans per 31 december 2007, de economische resultatenrekening, het overzicht van de vermogensmutaties en het kasstroomoverzicht bevat voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar en een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en de overige toelichting.
Verantwoordelijkheid van het management voor de jaarrekening
Het management van de Europese Rekenkamer is verantwoordelijk voor de opstelling en getrouwe presentatie van deze jaarrekening, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer. Deze verantwoordelijkheid houdt in het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de interne controle met betrekking tot het opstellen en getrouw weergeven van de jaarrekening die geen significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat; het selecteren en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging, alsmede het maken van boekhoudkundige ramingen die in de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Het is onze verantwoordelijkheid om een oordeel over deze jaarrekening af te geven op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden, zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Op grond van deze standaarden dienen wij ons te houden aan de ethische vereisten en de controle te plannen en verrichten om een redelijke zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening geen significante onjuistheden bevat.
Een controle houdt in dat procedures ten uitvoer worden gelegd met het doel bewijsmiddelen te vergaren met betrekking tot de in de jaarrekening verstrekte bedragen en informatie. De keuze van de procedures wordt bepaald door de accountant, evenals de inschatting van het risico dat de jaarrekening significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat. Bij deze risicobeoordelingen houdt de accountant rekening met de interne controle die relevant is voor de opstelling en getrouwe presentatie van de jaarrekening van de entiteit om — gelet op de omstandigheden — passende controleprocedures vast te stellen, en niet met het oogmerk een oordeel over de doeltreffendheid van de interne controle van de entiteit uit te spreken.
Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen door het management van de Europese Rekenkamer, evenals de beoordeling van de algehele presentatie van de jaarrekening.
Wij achten de verzamelde controle-informatie toereikend en deugdelijk ter onderbouwing van ons controle-oordeel.
Oordeel
De jaarrekening geeft naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer per 31 december 2007 en van haar financiële prestaties en haar kasstromen voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer.
Luxemburg, 1 juli 2008.
PricewaterhouseCoopers S.à r.l.
Réviseur d'entreprises
Vertegenwoordigd door
Marianne WEYDERT
Balans per 31 december 2007
De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.
(EUR) | |||
Activa | Toelichting | 31 december 2007 | 31 december 2006 |
Immateriële vaste activa | 209 449 | 591 516 | |
Materiële vaste activa | 3.1. | 33 283 667 | 35 620 496 |
Vorderingen op lange termijn | 550 | 74 | |
Totaal niet-vlottende activa | 33 493 666 | 36 212 086 | |
Vorderingen op korte termijn | 3.2. | 1 679 772 | 1 992 778 |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 3.3. | 2 012 791 | 1 807 092 |
Totaal vlottende activa | 3 692 563 | 3 799 870 | |
Totaal activa | 37 186 229 | 40 011 956 |
(EUR) | |||
Passiva | Toelichting | 31 december 2007 | 31 december 2006 |
Vermogen | –13 098 711 | –11 418 315 | |
Gecumuleerd tekort | –11 418 315 | –11 450 318 | |
Economisch resultaat van het begrotingsjaar — winst+/verlies– | –1 680 396 | 32 003 | |
Personeelsbeloningen | 3.4. | 41 867 460 | 44 146 971 |
Overige verplichtingen op lange termijn | 3.5. | 175 000 | 201 995 |
Totaal niet-vlottende passiva | 42 042 460 | 44 348 966 | |
Voorzieningen voor risico's en lasten | 3.6. | 1 927 531 | 2 008 320 |
Crediteuren | 3.7. | 6 314 949 | 5 072 985 |
Totaal vlottende passiva | 8 242 480 | 7 081 305 | |
Totaal passiva | 37 186 229 | 40 011 956 |
Economische resultatenrekening per 31 december 2007
(EUR) | |||
Toelichting | 2007 | 2006 | |
Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen | 4.1. | 90 474 401 | 82 296 774 |
Ontvangsten uit administratieve verrichtingen | 4.2. | 16 339 509 | 15 907 326 |
Overige beleidsontvangsten | 4.3. | 210 887 | 355 529 |
Totaal beleidsontvangsten | 107 024 797 | 98 559 628 | |
Administratieve uitgaven | – 109 022 598 | –99 847 625 | |
Personeelsuitgaven | 4.4. | –84 209 144 | –78 717 811 |
Uitgaven in verband met vaste activa | 3.1 & 4.5 | –3 426 683 | –3 637 514 |
Overige administratieve uitgaven | 4.6. | –21 386 771 | –17 492 300 |
Operationele uitgaven | –32 486 | –19 493 | |
Totaal beleidsuitgaven | – 109 055 084 | –99 867 118 | |
Overschot/(tekort) beleidsuitgaven | –2 030 287 | –1 307 490 | |
Financiële ontvangsten | 4.7. | 105 517 | 80 199 |
Financiële uitgaven | 4.8. | –15 096 | –15 025 |
Mutatie in pensioenen (– uitgave, + ontvangst) | 3.4. & 4.9. | 259 470 | 1 274 319 |
Overschot/(tekort) niet-beleidsuitgaven | 349 891 | 1 339 493 | |
Economisch resultaat begrotingsjaar | –1 680 396 | 32 003 | |
De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening. |
Kasstroomoverzicht over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar
(EUR) | ||
2007 | 2006 | |
Kasstromen uit de gewone activiteiten | ||
Overschot/(tekort) op de gewone activiteiten | –1 680 396 | 32 003 |
Beleidsactiviteiten — Aanpassingen | ||
Afschrijvingen (immateriële vaste activa) (+) | 55 323 | 268 240 |
Waardeverminderingen (materiële vaste activa) (+) | 3 321 950 | 2 440 049 |
Toename/(afname) voorzieningen voor risico's en lasten | –80 789 | –23 290 |
(Toename)/afname vorderingen op lange termijn | – 475 | — |
(Toename)/afname vorderingen op korte termijn | 309 862 | 769 309 |
(Toename)/afname vorderingen EG-entiteiten | 3 144 | 15 444 |
Toename/(afname) overige verplichtingen op lange termijn | –26 995 | 26 995 |
Toename/(afname) crediteuren | 1 192 756 | 378 360 |
Toename/(afname) verplichtingen in verband met geconsolideerde EG | 49 208 | –1 010 845 |
(Baten)/verliezen bij verkoop van gebouwen, installaties en uitrusting | 666 205 | — |
Nettokasstroom uit beleidsactiviteiten | 3 809 793 | 2 896 265 |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ||
Aankoop van materiële en immateriële vaste activa (–) | –1 362 613 | –1 314 108 |
Opbrengst van materiële en immateriële vaste activa (+) | 38 030 | 925 007 |
Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten | –1 324 583 | – 389 101 |
Toename/(afname) personeelsbeloningen | –2 279 511 | –3 546 954 |
Nettotoename/(-afname) van geldmiddelen en kasequivalenten | 205 699 | –1 039 790 |
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode | 1 807 092 | 2 846 882 |
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | 2 012 791 | 1 807 092 |
De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening. |
Overzicht van de vermogensmutaties over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar
(EUR) | |||
Vermogen | Gecumuleerd tekort | Economisch resultaat van het begrotingsjaar | Vermogen (totaal) |
Balans per 31 december 2006 | –11 450 318 | 32 003 | –11 418 315 |
Toewijzing economisch resultaat van het voorgaande begrotingsjaar | 32 003 | –32 003 | — |
Economisch resultaat van het begrotingsjaar | — | –1 680 396 | –1 680 396 |
Balans per 31 december 2007 | –11 418 315 | –1 680 396 | –13 098 711 |
De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening. |
GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGLEGGING EN TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING
1. Regelgeving en presentatie van de rekeningen
De Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) werd opgericht bij het Verdrag van Brussel van 22 juli 1975, en begon haar werkzaamheden als orgaan voor de externe communautaire controle in oktober 1977; zij is gevestigd in Luxemburg.
De Rekenkamer is de bij het Verdrag opgerichte EU-instelling die de controle van de financiën van de EU verricht. Als extern controleur van de EU draagt zij bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en treedt zij op als onafhankelijke hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Europese Unie.
De Rekenkamer verleent diensten in de vorm van controles waarbij zij de inning en besteding van de middelen van de EU beoordeelt. De Rekenkamer onderzoekt of de financiële verrichtingen naar behoren zijn geboekt en vermeld, wettig en regelmatig zijn uitgevoerd en zodanig zijn beheerd dat de zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid zijn gewaarborgd. De Rekenkamer deelt de resultaten van haar controles mede in duidelijke, relevante en objectieve verslagen. Zij geeft tevens haar oordeel over kwesties op het gebied van financieel beheer.
De Rekenkamer draagt bij tot meer doorzichtigheid en verantwoording en staat het Europees Parlement en de Raad bij bij de controle op de uitvoering van de EU-begroting, met name tijdens de kwijtingsprocedure.
Het begrotingsjaar van de Rekenkamer loopt van 1 januari tot 31 december.
2. Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening
2.1. Basis van de toelichting
De jaarrekening van de Rekenkamer wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad.
De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de boekhoudkundige regels van de Europese Gemeenschappen, die zijn overgenomen uit de internationale boekhoudnormen voor de overheidssector (Public Sector Accounting Standards, IPSAS). Deze boekhoudkundige regels zijn opgesteld door de rekenplichtige van de Commissie na raadpleging van de andere instellingen.
2.2. Waardering van saldi en verrichtingen in vreemde valuta
Monetaire posten uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden in euro omgerekend tegen de per de verslagleggingsdatum geldende wisselkoers.
Niet-monetaire posten geboekt tegen historische kostprijs die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoers die geldt op de aanschafdatum.
Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoersen die golden ten tijde van de waardering.
2.3. Immateriële en materiële vaste activa
De immateriële en materiële vaste activa worden opgenomen tegen historische kostprijs, verminderd met de waardevermindering/afschrijving en afwaardering. Posten met een lage waarde van minder dan 420 EUR worden als tijdens het jaar van aanschaf gemaakte kosten geboekt. Tijdens het boekjaar geleverde, maar niet aan het einde van het jaar betaalde activa worden als „in aanbouw” geboekt.
Waardevermindering/afschrijving wordt berekend door middel van de lineaire methode, vanaf de maand van aanschaf en berekend over de geschatte gebruiksduur, als volgt:
Immaterieel (licenties voor computersoftware) | 4 jaar |
Gebouwen | 25 jaar |
Installaties, machines en uitrusting | 4, 8 jaar |
Meubilair en wagenpark | 4, 8, 10 jaar |
Computerapparatuur | 4 jaar |
Specifieke inrichting van de geleaste gebouwen | De duur van de lease |
Andere installaties | 6 jaar |
2.4. Personeelsbeloning
De personeelsbeloningen omvatten de toekomstige pensioenrechten van de leden van de Rekenkamer. Krachtens artikel 19 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1) worden de uitkeringen waarin deze pensioenregeling voorziet, in de begroting van de Gemeenschappen opgenomen en waarborgen de lidstaten gezamenlijk de uitbetaling ervan.
De door de lidstaten gegarandeerde bedragen zijn enerzijds gebaseerd op boekhoudregel nr. 12 „Personeelsbeloningen”, vastgesteld bij besluit door de rekenplichtige van de Commissie overeenkomstig artikel 133 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en anderzijds op een door de deskundigen van de gespecialiseerde eenheid PMO van de Commissie verrichte actuariële beoordeling.
2.5. Voorzieningen voor verplichtingen en lasten
Voorzieningen voor verplichtingen en lasten zijn bedoeld om verliezen of schulden te dekken waarvan de aard duidelijk is omschreven en die per balansdatum waarschijnlijk zullen ontstaan of die zeker zullen ontstaan maar waarvan het bedrag en de ontstaansdatum onzeker zijn.
3. Toelichting bij de balans
3.1. Materiële vaste activa
De mutaties in de materiële vaste activa gedurende het begrotingsjaar 2007 waren:
(EUR) | ||||||
Bruto boekwaarde 1 januari 2007 | Toevoegingen | Vervreemding | Bruto boekwaarde 31 december 2007 | Gecumuleerde afschrijvingen 31 december 2007 | Nettoboekwaarde 31 december 2007 | |
Terreinen | 776 630 | — | — | 776 630 | — | 776 630 |
Gebouwen | 52 074 987 | — | — | 52 074 987 | –21 887 128 | 30 187 859 |
Installaties, machines en uitrusting | 1 198 673 | 126 083 | –68 534 | 1 256 222 | – 917 760 | 338 462 |
Computerapparatuur | 3 867 333 | 921 863 | – 426 784 | 4 362 412 | –3 268 464 | 1 093 948 |
Meubilair en wagenpark | 1 845 083 | 95 793 | – 225 307 | 1 715 569 | –1 179 800 | 535 769 |
Andere installaties | 1 043 800 | — | — | 1 043 800 | – 782 848 | 260 952 |
Activa in aanbouw | 199 254 | 90 047 | – 199 254 | 90 047 | — | 90 047 |
Totaal | 61 005 760 | 1 233 786 | – 919 879 | 61 319 667 | –28 036 000 | 33 283 667 |
3.2. Vorderingen op korte termijn
(EUR) | ||
31 december 2007 | 31 december 2006 | |
Lopende vorderingen in verband met de overdracht van nationale pensioenrechten door personeelsleden | 628 778 | 846 304 |
Uitgestelde lasten voor huur van gebouwen en IT-contracten | 560 782 | 296 449 |
Diverse vorderingen, met name in verband met voorschotten op salarissen en dienstreizen | 485 079 | 841 749 |
Vorderingen op EG-entiteiten (Publicatiebureau) | 5 133 | 8 276 |
Totaal | 1 679 772 | 1 992 778 |
3.3. Geldmiddelen en kasequivalenten
(EUR) | ||
31 december 2007 | 31 december 2006 | |
Voorschotkas | 1 000 | 1 000 |
Bank | 2 011 791 | 1 806 092 |
Totaal | 2 012 791 | 1 807 092 |
3.4. Personeelsbeloningen
Sinds 2006 wordt de berekening van toekomstige verplichtingen voor pensioenbetalingen berekend exclusief de geïnde belasting op toekomstige pensioenbetalingen. In de jaarrekening per 31 december 2006 hanteerden alle communautaire instellingen een belastingtarief van 12,4 %. Per 31 december 2007 kregen alle instellingen instructies om de berekening af te stemmen op hun eigen historische gegevens over de laatste drie jaar. Deze herziening van het belastingtarief voor de Rekenkamer leidt tot een gemiddeld belastingtarief van 17,7 %. Hoewel de algemene berekeningsmethode van de pensioenverplichtingen hetzelfde blijft, werkt het herziene belastingtarief door in de wijziging van de pensioenverplichtingen in 2007. Zoals in onderstaande tabel aangegeven, vertoont de pensioenvoorziening een daling met 2 279 511 EUR in plaats van de stijging met 416 693 EUR die zich had voorgedaan indien het belastingtarief ongewijzigd was gebleven.
(EUR) | |||
Pensioenverplichting en effect van het herziene belastingtarief | |||
Jaarrekening 31.12.2006 (12,4 %) | p.m. 31.12.2007 (12,4 %) | Jaarrekening 31.12.2007 (17,7 %) | |
Brutobedrag | 50 396 086 | 50 871 762 | 50 871 762 |
Belastingtarief (%) | 12,40 % | 12,40 % | 17,70 % |
Belastingen | 6 249 115 | 6 308 098 | 9 004 302 |
Nettobedrag | 44 146 971 | 44 563 664 | 41 867 460 |
Verandering in 2007 van de nettopensioenverplichting | – 416 693 | 2 279 511 |
3.5. Verplichtingen op lange termijn
Het bedrag van 175 000 EUR is contractueel verschuldigd bij de beëindiging van de huur van het K9-gebouw.
3.6. Voorzieningen voor risico's en lasten
Het bedrag komt overeen met de waarde, exclusief belastingen, van aan personeelsleden verschuldigde niet-opgenomen vakantiedagen per 31 december 2007.
3.7. Crediteuren
(EUR) | ||
31 december 2007 | 31 december 2006 | |
Toegerekende lasten bestaan uit gedane, maar nog niet gefactureerde uitgaven, waarvan 1 100 000 EUR is geboekt in 2007 ter dekking van de uitgaven voor de voorbereiding van het K3-gebouw | 5 250 342 | 3 706 745 |
Diverse schulden aan personeelsleden (statutaire rechten, ziektekostenverzekering personeel) | 522 592 | 557 087 |
Lopende schulden aan leveranciers | 484 724 | 801 070 |
Aan geconsolideerde EG-entiteiten te betalen posten, met name aan het Europees Parlement en het Vertaalbureau | 57 291 | 8 083 |
Totaal | 6 314 949 | 5 072 985 |
4. Toelichting bij de economische resultatenrekening
4.1. Dit komt overeen met de door de Rekenkamer aan de Commissie gerichte maandelijkse verzoeken tot storting om haar bankrekening aan te vullen.
4.2. Voor het grootste gedeelte bestaat deze rubriek uit inhoudingen op salarissen van leden en personeel in verband met belasting en sociale bijdragen.
4.3. „Overige beleidsontvangsten” ontstaan onder meer uit de verkoop van publicaties door het Publicatiebureau.
4.4. De salarissen van leden en personeel vertegenwoordigen 96 % van dit bedrag. Het resterende gedeelte omvat de salarissen van arbeidscontractanten en tijdelijk personeel.
4.5. De uitgaven in verband met de vaste activa bestaan uit de waardevermindering/afschrijving van de materiële en immateriële activa.
4.6. De voornaamste posten van deze rubriek zijn:
— | huur van gebouwen en aanverwante kosten, met inbegrip van de kosten voor K3; |
— | informatica en telecommunicatie; |
— | kosten van dienstreizen; |
— | schoonmaak- en beveiligingsdiensten. |
4.7. Op de lopende rekening van de Rekenkamer ontvangen bankrente.
4.8. Op de lopende rekening van de Rekenkamer geheven bankkosten.
4.9. Dit bedrag omvat:
(EUR) | |
Pensioenbetalingen over het jaar | –2 020 041 |
Verandering in nettopensioenverplichting met betrekking tot de leden | 2 279 511 |
Totaal | 259 470 |
5. Posten buiten de balans
5.1. Voorwaardelijke activa
De volgende bankgaranties zijn ingevolge contractuele verplichtingen door dienstverleners verstrekt:
(EUR) | |||
2007 | |||
| 50 000 | ||
| 75 000 | ||
| 1 361 | ||
Totaal | 126 361 |
5.2. Vastleggingen voor toekomstige financiering
Met betrekking tot de lopende contracten voor de huur van kantoorruimte bedragen de nog af te wikkelen huurverplichtingen 6 347 948 EUR, als volgt gespecificeerd:
(EUR) | |||
2007 | |||
| 3 243 684 | ||
| 2 894 873 | ||
| 61 833 | ||
| 147 558 | ||
Subtotaal | 6 347 948 | ||
Operationele lease voor auto's en fotokopieerapparaten | 1 174 806 | ||
Vastleggingen met betrekking tot nog niet gebruikte kredieten — „RAL” —, na aftrek van te betalen kosten voor 2007 | 2 859 584 | ||
Totaal | 10 382 338 |
5.3. Bouwprojecten van de Rekenkamer
Wat haar voornaamste bouwprojecten betreft, sloot de Rekenkamer op 15 december 1999 met de Luxemburgse staat een kaderovereenkomst voor de bouw van een of meer uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer, en een eerste uitbreiding is gerealiseerd (het K2-gebouw).
De Luxemburgse staat stemde ermee in, het gebruiksrecht van de voor de bouw van de eerste uitbreiding beschikbaar gestelde grond af te staan voor een periode van 49 jaar tegen de prijs van 1 EUR.
Eventueel opstalrecht op andere terreinen die nodig zijn voor de andere uitbreidingen mag niet worden verleend tot een datum vallend na het verstrijken van het opstalrecht dat is verleend voor de eerste uitbreiding.
Bovendien verbond de Luxemburgse staat zich ertoe de terreinen op eender welk ogenblik tegen een marktprijs te verkopen die na contradictoir deskundigenonderzoek is vastgesteld.
De Rekenkamer van haar kant verbond zich ertoe alles in het werk te stellen om de terreinen van de Luxemburgse staat te kopen. Daartoe zou zij de begrotingsautoriteit om de nodige middelen verzoeken.
De Rekenkamer heeft besloten over te gaan tot de bouw van een tweede uitbreiding (het K3-gebouw) en vanwege verschillende regelingen voor de uitvoering van het project hebben de Luxemburgse staat en de Rekenkamer op 22 februari 2008 een nieuwe kaderovereenkomst gesloten. Door ondertekening hiervan verbond de Rekenkamer zich tot terugbetaling van een bedrag van 1 058 560 EUR aan de Luxemburgse staat dat namens de Rekenkamer was vastgelegd voor de studies door de architect en ingenieurs. Terugbetaling geschiedt op basis van de door de staat betaalde bedragen waarvoor bewijsstukken worden voorgelegd. In de rekeningen is een bedrag van 1 100 000 EUR voor te betalen kosten opgenomen ter dekking van deze verplichting.
De beide terreinen voor de bovengenoemde twee uitbreidingen zal de staat verkopen aan de Rekenkamer voor het symbolische bedrag van 1 EUR. Mocht de Rekenkamer harerzijds ooit overwegen een van de gebouwen aan een andere partij dan een communautair orgaan of instelling af te staan, dan zal zij de staat het terrein in eigendom teruggeven voor het symbolische bedrag van 1 EUR; deze laatste beschikt tevens over een optie het gebouw voor een door een onafhankelijk deskundige vast te stellen bedrag te kopen. Ingeval de staat besluit van deze optie geen gebruik te maken, zal zij het recht om het terrein te gebruiken aan de kopers van het gebouw overdragen.
5.4. Potentiële aansprakelijkheid bij geschillen
Geen.
Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid
Aan de leden van de
Europese Rekenkamer
Wij hebben onderzocht of de aan de Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) toegewezen financiële middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt en of de door de ordonnateurs ingestelde controleprocedures de nodige waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving voor de financiële middelen die ter beschikking werden gesteld en werden gebruikt voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007.
Het voeren van de boekhouding en de administratie en het vaststellen en in stand houden van passende controles valt onder de verantwoordelijkheid van de leiding van de Rekenkamer. Onze verantwoordelijkheid bestaat in het geven van een oordeel op basis van ons onderzoek.
Wij verrichtten ons onderzoek overeenkomstig de internationale standaard inzake controleopdrachten „controleopdrachten buiten controles of beoordelingen van historische financiële informatie” (ISAE 3 000), zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Deze standaard schrijft voor dat wij ons onderzoek zodanig programmeren en verrichten dat een redelijke zekerheid bestaat dat misbruik van de middelen dat van materieel belang is voor de boekhouding van de Rekenkamer, wordt ontdekt. Ons werk bestond hoofdzakelijk in het toetsings- en steekproefsgewijs onderzoeken van bewijsstukken die dienen ter onderbouwing van het feit dat:
— | de aan de Rekenkamer toegewezen middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt; |
— | de ingestelde controleprocedures de noodzakelijke waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving. |
Als criteria hebben wij voor ons onderzoek de volgende voorschriften en regelgeving gehanteerd:
— | Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting (hierna „de begroting” genoemd) van de Europese Gemeenschappen (hierna „het Financieel Reglement” genoemd); |
— | Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „de uitvoeringsvoorschriften” genoemd); |
— | Besluit nr. 36/2007 van de Europese Rekenkamer betreffende de Interne regels van de Europese Rekenkamer voor de uitvoering van de algemene begroting, vastgesteld op 12 en 19 juli 2007. Deze bepalingen maken deel uit van de in de Verdragen vastgelegde procedures of de op grond daarvan gesloten overeenkomsten, welke betrekking hebben op de operationele procedure in verband met de begrotingsuitvoering. |
Met name de volgende interne regels zijn als criteria gehanteerd:
— | Artikel 7 — Ondertekening — „Elk van de partijen die zijn betrokken bij het voorbereiden, controleren en registreren van verrichtingen ter vaststelling en invordering van ontvangsten, of ter vastlegging van bedragen en ter verrichting van betalingen, tekent voor deze betrokkenheid met vermelding van de datum”; |
— | Artikel 9 — Bouwprojecten — „Voordat de Rekenkamer haar goedkeuring verleent aan enige contractuele verbintenis inzake een dergelijk project, dient de verantwoordelijke dienst een verklarend document in waarin de verenigbaarheid van het project met de financiële regelgeving wordt toegelicht”; |
— | Artikel 16 — Verrichting van betalingen — „De ordonnateur verricht de in artikel 80 van het Financieel Reglement omschreven betalingsopdrachten nadat hij de in de artikelen 103, lid 1, en 104 van de uitvoeringsvoorschriften omschreven verplichte gegevens heeft gecontroleerd”; |
— | Artikel 23, lid 1 — Kredietoverschrijvingen — „Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de kredieten gespecificeerd per titel en hoofdstuk; de hoofdstukken worden onderverdeeld in artikelen en posten”; |
— | Artikel 23, lid 2 — Kredietoverschrijvingen — „In alle verzoeken om overschrijvingen wordt toegelicht waarom de kredieten ontoereikend zijn. Het verzoek om een overschrijving wordt ondertekend door de ter zake verantwoordelijke directeur”; |
— | Artikel 24 — Kredietoverdrachten — „De ter zake verantwoordelijke ordonnateur verzorgt een uitdraai waarop het beschikbare saldo van de betalingsverplichtingen wordt weergegeven; dit saldo wordt in de begrotingsrekeningen aangepast door rekening te houden met de te annuleren kredieten, en toont de over te dragen kredieten”; |
— | Artikel 26 — Inventaris van de vaste activa — „De inventaris van de materiële vaste activa wordt bijgehouden in een database”; |
— | Artikel 27 — Minimale beheers- en internecontroleprocedures — „De beheers- en internecontroleprocedures worden opgesteld door de ordonnateurs overeenkomstig de door de Rekenkamer vastgestelde minimale internecontrolestandaarden. Elke begrotingsverrichting wordt uitgevoerd (…) door degene die verantwoordelijk is voor de verificatie ex-ante. (…) Wanneer de voor verificatie ex-ante verantwoordelijke persoon vaststelt dat de betrokken verrichting voldoet aan de vereisten van artikel 47, lid 3, van de uitvoeringsvoorschriften, valideert hij deze en documenteert hij deze validering”. |
Wij zijn van mening dat met ons onderzoek een redelijke grondslag is gelegd ter onderbouwing van ons oordeel.
Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hierboven vermelde criteria, het volgende doet aannemen:
a) | dat de aan de Rekenkamer toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt, |
b) | dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving. |
Ons verslag heeft slechts het in de eerste alinea gestelde doel en dient uitsluitend te uwer informatie, en mag voor geen enkel ander doel worden gebruikt, noch worden verspreid onder derden.
Luxemburg, 1 juli 2008.
PricewaterhouseCoopers S.à r.l.
Réviseur d'entreprises
Vertegenwoordigd door
Marianne WEYDERT