Home

Accountantsverslag over de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2007

Accountantsverslag over de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2007

12.12.2008

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 318/1


ACCOUNTANTSVERSLAG OVER DE REKENINGEN VAN DE REKENKAMER VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2007

(2008/C 318/01)

BERICHT AAN DE LEZER

Onverminderd de bepalingen van artikel 248 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap waarin de verantwoordelijkheid voor de controle van alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap bij de Rekenkamer wordt gelegd, en de bepalingen van artikel 276 van voornoemd Verdrag betreffende de kwijtingverlening, laat de Rekenkamer sinds de afsluiting van het begrotingsjaar 1987 jaarlijks de rekeningen betreffende haar intern administratief beheer door een externe accountant controleren.

De verslagen die de externe accountant van de Rekenkamer heeft opgesteld over de rekeningen van de Rekenkamer voor de begrotingsjaren 1987-1991 werden alleen ter kennis gebracht van de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement.

Overeenkomstig het besluit van het college van de Rekenkamer op haar vergadering van 8 juli 1993 worden de verslagen van de externe accountant sinds het begrotingsjaar 1992 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Voor de Rekenkamer

Michel HERVÉ

Secretaris-generaal van de Europese Rekenkamer


GECONTROLEERDE JAARREKENING OVER HET PER 31 DECEMBER 2007 AFGESLOTEN BEGROTINGSJAAR

INHOUD

Verslag van de onafhankelijke accountant

Balans

Economische resultatenrekening

Kasstroomoverzicht

Overzicht van de vermogensmutaties

Grondslagen voor financiële verslaglegging en toelichting bij de jaarrekening

1.

Regelgeving en presentatie van de rekeningen

2.

Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening

3.

Toelichting bij de balans

4.

Toelichting bij de economische resultatenrekening

5.

Posten buiten de balans

Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid

Verslag van de onafhankelijke accountant

Aan het management van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben bijgaande jaarrekening van de Europese Rekenkamer gecontroleerd, welke de balans per 31 december 2007, de economische resultatenrekening, het overzicht van de vermogensmutaties en het kasstroomoverzicht bevat voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar en een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en de overige toelichting.

Verantwoordelijkheid van het management voor de jaarrekening

Het management van de Europese Rekenkamer is verantwoordelijk voor de opstelling en getrouwe presentatie van deze jaarrekening, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer. Deze verantwoordelijkheid houdt in het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de interne controle met betrekking tot het opstellen en getrouw weergeven van de jaarrekening die geen significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat; het selecteren en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging, alsmede het maken van boekhoudkundige ramingen die in de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Het is onze verantwoordelijkheid om een oordeel over deze jaarrekening af te geven op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden, zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Op grond van deze standaarden dienen wij ons te houden aan de ethische vereisten en de controle te plannen en verrichten om een redelijke zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening geen significante onjuistheden bevat.

Een controle houdt in dat procedures ten uitvoer worden gelegd met het doel bewijsmiddelen te vergaren met betrekking tot de in de jaarrekening verstrekte bedragen en informatie. De keuze van de procedures wordt bepaald door de accountant, evenals de inschatting van het risico dat de jaarrekening significante onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevat. Bij deze risicobeoordelingen houdt de accountant rekening met de interne controle die relevant is voor de opstelling en getrouwe presentatie van de jaarrekening van de entiteit om — gelet op de omstandigheden — passende controleprocedures vast te stellen, en niet met het oogmerk een oordeel over de doeltreffendheid van de interne controle van de entiteit uit te spreken.

Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen door het management van de Europese Rekenkamer, evenals de beoordeling van de algehele presentatie van de jaarrekening.

Wij achten de verzamelde controle-informatie toereikend en deugdelijk ter onderbouwing van ons controle-oordeel.

Oordeel

De jaarrekening geeft naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer per 31 december 2007 en van haar financiële prestaties en haar kasstromen voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad, en de boekhoudkundige regels van de Europese Rekenkamer.

Luxemburg, 1 juli 2008.

PricewaterhouseCoopers S.à r.l.

Réviseur d'entreprises

Vertegenwoordigd door

Marianne WEYDERT

Balans per 31 december 2007

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.

(EUR)

Activa

Toelichting

31 december 2007

31 december 2006

Immateriële vaste activa

209 449

591 516

Materiële vaste activa

3.1.

33 283 667

35 620 496

Vorderingen op lange termijn

550

74

Totaal niet-vlottende activa

33 493 666

36 212 086

Vorderingen op korte termijn

3.2.

1 679 772

1 992 778

Geldmiddelen en kasequivalenten

3.3.

2 012 791

1 807 092

Totaal vlottende activa

3 692 563

3 799 870

Totaal activa

37 186 229

40 011 956


(EUR)

Passiva

Toelichting

31 december 2007

31 december 2006

Vermogen

–13 098 711

–11 418 315

Gecumuleerd tekort

–11 418 315

–11 450 318

Economisch resultaat van het begrotingsjaar — winst+/verlies–

–1 680 396

32 003

Personeelsbeloningen

3.4.

41 867 460

44 146 971

Overige verplichtingen op lange termijn

3.5.

175 000

201 995

Totaal niet-vlottende passiva

42 042 460

44 348 966

Voorzieningen voor risico's en lasten

3.6.

1 927 531

2 008 320

Crediteuren

3.7.

6 314 949

5 072 985

Totaal vlottende passiva

8 242 480

7 081 305

Totaal passiva

37 186 229

40 011 956

Economische resultatenrekening per 31 december 2007

(EUR)

Toelichting

2007

2006

Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen

4.1.

90 474 401

82 296 774

Ontvangsten uit administratieve verrichtingen

4.2.

16 339 509

15 907 326

Overige beleidsontvangsten

4.3.

210 887

355 529

Totaal beleidsontvangsten

107 024 797

98 559 628

Administratieve uitgaven

– 109 022 598

–99 847 625

Personeelsuitgaven

4.4.

–84 209 144

–78 717 811

Uitgaven in verband met vaste activa

3.1 & 4.5

–3 426 683

–3 637 514

Overige administratieve uitgaven

4.6.

–21 386 771

–17 492 300

Operationele uitgaven

–32 486

–19 493

Totaal beleidsuitgaven

– 109 055 084

–99 867 118

Overschot/(tekort) beleidsuitgaven

–2 030 287

–1 307 490

Financiële ontvangsten

4.7.

105 517

80 199

Financiële uitgaven

4.8.

–15 096

–15 025

Mutatie in pensioenen (– uitgave, + ontvangst)

3.4. & 4.9.

259 470

1 274 319

Overschot/(tekort) niet-beleidsuitgaven

349 891

1 339 493

Economisch resultaat begrotingsjaar

–1 680 396

32 003

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.


Kasstroomoverzicht over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar

(EUR)

2007

2006

Kasstromen uit de gewone activiteiten

Overschot/(tekort) op de gewone activiteiten

–1 680 396

32 003

Beleidsactiviteiten — Aanpassingen

Afschrijvingen (immateriële vaste activa) (+)

55 323

268 240

Waardeverminderingen (materiële vaste activa) (+)

3 321 950

2 440 049

Toename/(afname) voorzieningen voor risico's en lasten

–80 789

–23 290

(Toename)/afname vorderingen op lange termijn

– 475

(Toename)/afname vorderingen op korte termijn

309 862

769 309

(Toename)/afname vorderingen EG-entiteiten

3 144

15 444

Toename/(afname) overige verplichtingen op lange termijn

–26 995

26 995

Toename/(afname) crediteuren

1 192 756

378 360

Toename/(afname) verplichtingen in verband met geconsolideerde EG

49 208

–1 010 845

(Baten)/verliezen bij verkoop van gebouwen, installaties en uitrusting

666 205

Nettokasstroom uit beleidsactiviteiten

3 809 793

2 896 265

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Aankoop van materiële en immateriële vaste activa (–)

–1 362 613

–1 314 108

Opbrengst van materiële en immateriële vaste activa (+)

38 030

925 007

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten

–1 324 583

– 389 101

Toename/(afname) personeelsbeloningen

–2 279 511

–3 546 954

Nettotoename/(-afname) van geldmiddelen en kasequivalenten

205 699

–1 039 790

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode

1 807 092

2 846 882

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode

2 012 791

1 807 092

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.


Overzicht van de vermogensmutaties over het per 31 december 2007 afgesloten begrotingsjaar

(EUR)

Vermogen

Gecumuleerd tekort

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

Vermogen (totaal)

Balans per 31 december 2006

–11 450 318

32 003

–11 418 315

Toewijzing economisch resultaat van het voorgaande begrotingsjaar

32 003

–32 003

Economisch resultaat van het begrotingsjaar

–1 680 396

–1 680 396

Balans per 31 december 2007

–11 418 315

–1 680 396

–13 098 711

De bijgevoegde toelichting vormt een integrerend deel van deze jaarrekening.

GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGLEGGING EN TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING

1. Regelgeving en presentatie van de rekeningen

De Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) werd opgericht bij het Verdrag van Brussel van 22 juli 1975, en begon haar werkzaamheden als orgaan voor de externe communautaire controle in oktober 1977; zij is gevestigd in Luxemburg.

De Rekenkamer is de bij het Verdrag opgerichte EU-instelling die de controle van de financiën van de EU verricht. Als extern controleur van de EU draagt zij bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en treedt zij op als onafhankelijke hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Europese Unie.

De Rekenkamer verleent diensten in de vorm van controles waarbij zij de inning en besteding van de middelen van de EU beoordeelt. De Rekenkamer onderzoekt of de financiële verrichtingen naar behoren zijn geboekt en vermeld, wettig en regelmatig zijn uitgevoerd en zodanig zijn beheerd dat de zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid zijn gewaarborgd. De Rekenkamer deelt de resultaten van haar controles mede in duidelijke, relevante en objectieve verslagen. Zij geeft tevens haar oordeel over kwesties op het gebied van financieel beheer.

De Rekenkamer draagt bij tot meer doorzichtigheid en verantwoording en staat het Europees Parlement en de Raad bij bij de controle op de uitvoering van de EU-begroting, met name tijdens de kwijtingsprocedure.

Het begrotingsjaar van de Rekenkamer loopt van 1 januari tot 31 december.

2. Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en presentatie van de jaarrekening

2.1. Basis van de toelichting

De jaarrekening van de Rekenkamer wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van voornoemde verordening van de Raad.

De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de boekhoudkundige regels van de Europese Gemeenschappen, die zijn overgenomen uit de internationale boekhoudnormen voor de overheidssector (Public Sector Accounting Standards, IPSAS). Deze boekhoudkundige regels zijn opgesteld door de rekenplichtige van de Commissie na raadpleging van de andere instellingen.

2.2. Waardering van saldi en verrichtingen in vreemde valuta

Monetaire posten uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden in euro omgerekend tegen de per de verslagleggingsdatum geldende wisselkoers.

Niet-monetaire posten geboekt tegen historische kostprijs die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoers die geldt op de aanschafdatum.

Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde die worden uitgedrukt in een andere valuta dan euro worden opgevoerd op basis van de wisselkoersen die golden ten tijde van de waardering.

2.3. Immateriële en materiële vaste activa

De immateriële en materiële vaste activa worden opgenomen tegen historische kostprijs, verminderd met de waardevermindering/afschrijving en afwaardering. Posten met een lage waarde van minder dan 420 EUR worden als tijdens het jaar van aanschaf gemaakte kosten geboekt. Tijdens het boekjaar geleverde, maar niet aan het einde van het jaar betaalde activa worden als „in aanbouw” geboekt.

Waardevermindering/afschrijving wordt berekend door middel van de lineaire methode, vanaf de maand van aanschaf en berekend over de geschatte gebruiksduur, als volgt:

Immaterieel (licenties voor computersoftware)

4 jaar

Gebouwen

25 jaar

Installaties, machines en uitrusting

4, 8 jaar

Meubilair en wagenpark

4, 8, 10 jaar

Computerapparatuur

4 jaar

Specifieke inrichting van de geleaste gebouwen

De duur van de lease

Andere installaties

6 jaar

2.4. Personeelsbeloning

De personeelsbeloningen omvatten de toekomstige pensioenrechten van de leden van de Rekenkamer. Krachtens artikel 19 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1) worden de uitkeringen waarin deze pensioenregeling voorziet, in de begroting van de Gemeenschappen opgenomen en waarborgen de lidstaten gezamenlijk de uitbetaling ervan.

De door de lidstaten gegarandeerde bedragen zijn enerzijds gebaseerd op boekhoudregel nr. 12 „Personeelsbeloningen”, vastgesteld bij besluit door de rekenplichtige van de Commissie overeenkomstig artikel 133 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en anderzijds op een door de deskundigen van de gespecialiseerde eenheid PMO van de Commissie verrichte actuariële beoordeling.

2.5. Voorzieningen voor verplichtingen en lasten

Voorzieningen voor verplichtingen en lasten zijn bedoeld om verliezen of schulden te dekken waarvan de aard duidelijk is omschreven en die per balansdatum waarschijnlijk zullen ontstaan of die zeker zullen ontstaan maar waarvan het bedrag en de ontstaansdatum onzeker zijn.

3. Toelichting bij de balans

3.1. Materiële vaste activa

De mutaties in de materiële vaste activa gedurende het begrotingsjaar 2007 waren:

(EUR)

Bruto boekwaarde

1 januari 2007

Toevoegingen

Vervreemding

Bruto boekwaarde

31 december 2007

Gecumuleerde afschrijvingen

31 december 2007

Nettoboekwaarde

31 december 2007

Terreinen

776 630

776 630

776 630

Gebouwen

52 074 987

52 074 987

–21 887 128

30 187 859

Installaties, machines en uitrusting

1 198 673

126 083

–68 534

1 256 222

– 917 760

338 462

Computerapparatuur

3 867 333

921 863

– 426 784

4 362 412

–3 268 464

1 093 948

Meubilair en wagenpark

1 845 083

95 793

– 225 307

1 715 569

–1 179 800

535 769

Andere installaties

1 043 800

1 043 800

– 782 848

260 952

Activa in aanbouw

199 254

90 047

– 199 254

90 047

90 047

Totaal

61 005 760

1 233 786

– 919 879

61 319 667

–28 036 000

33 283 667

3.2. Vorderingen op korte termijn

(EUR)

31 december 2007

31 december 2006

Lopende vorderingen in verband met de overdracht van nationale pensioenrechten door personeelsleden

628 778

846 304

Uitgestelde lasten voor huur van gebouwen en IT-contracten

560 782

296 449

Diverse vorderingen, met name in verband met voorschotten op salarissen en dienstreizen

485 079

841 749

Vorderingen op EG-entiteiten (Publicatiebureau)

5 133

8 276

Totaal

1 679 772

1 992 778

3.3. Geldmiddelen en kasequivalenten

(EUR)

31 december 2007

31 december 2006

Voorschotkas

1 000

1 000

Bank

2 011 791

1 806 092

Totaal

2 012 791

1 807 092

3.4. Personeelsbeloningen

Sinds 2006 wordt de berekening van toekomstige verplichtingen voor pensioenbetalingen berekend exclusief de geïnde belasting op toekomstige pensioenbetalingen. In de jaarrekening per 31 december 2006 hanteerden alle communautaire instellingen een belastingtarief van 12,4 %. Per 31 december 2007 kregen alle instellingen instructies om de berekening af te stemmen op hun eigen historische gegevens over de laatste drie jaar. Deze herziening van het belastingtarief voor de Rekenkamer leidt tot een gemiddeld belastingtarief van 17,7 %. Hoewel de algemene berekeningsmethode van de pensioenverplichtingen hetzelfde blijft, werkt het herziene belastingtarief door in de wijziging van de pensioenverplichtingen in 2007. Zoals in onderstaande tabel aangegeven, vertoont de pensioenvoorziening een daling met 2 279 511 EUR in plaats van de stijging met 416 693 EUR die zich had voorgedaan indien het belastingtarief ongewijzigd was gebleven.

(EUR)

Pensioenverplichting en effect van het herziene belastingtarief

Jaarrekening

31.12.2006 (12,4 %)

p.m.

31.12.2007 (12,4 %)

Jaarrekening

31.12.2007 (17,7 %)

Brutobedrag

50 396 086

50 871 762

50 871 762

Belastingtarief (%)

12,40 %

12,40 %

17,70 %

Belastingen

6 249 115

6 308 098

9 004 302

Nettobedrag

44 146 971

44 563 664

41 867 460

Verandering in 2007 van de nettopensioenverplichting

– 416 693

2 279 511

3.5. Verplichtingen op lange termijn

Het bedrag van 175 000 EUR is contractueel verschuldigd bij de beëindiging van de huur van het K9-gebouw.

3.6. Voorzieningen voor risico's en lasten

Het bedrag komt overeen met de waarde, exclusief belastingen, van aan personeelsleden verschuldigde niet-opgenomen vakantiedagen per 31 december 2007.

3.7. Crediteuren

(EUR)

31 december 2007

31 december 2006

Toegerekende lasten bestaan uit gedane, maar nog niet gefactureerde uitgaven, waarvan 1 100 000 EUR is geboekt in 2007 ter dekking van de uitgaven voor de voorbereiding van het K3-gebouw

5 250 342

3 706 745

Diverse schulden aan personeelsleden (statutaire rechten, ziektekostenverzekering personeel)

522 592

557 087

Lopende schulden aan leveranciers

484 724

801 070

Aan geconsolideerde EG-entiteiten te betalen posten, met name aan het Europees Parlement en het Vertaalbureau

57 291

8 083

Totaal

6 314 949

5 072 985

4. Toelichting bij de economische resultatenrekening

4.1. Dit komt overeen met de door de Rekenkamer aan de Commissie gerichte maandelijkse verzoeken tot storting om haar bankrekening aan te vullen.

4.2. Voor het grootste gedeelte bestaat deze rubriek uit inhoudingen op salarissen van leden en personeel in verband met belasting en sociale bijdragen.

4.3. „Overige beleidsontvangsten” ontstaan onder meer uit de verkoop van publicaties door het Publicatiebureau.

4.4. De salarissen van leden en personeel vertegenwoordigen 96 % van dit bedrag. Het resterende gedeelte omvat de salarissen van arbeidscontractanten en tijdelijk personeel.

4.5. De uitgaven in verband met de vaste activa bestaan uit de waardevermindering/afschrijving van de materiële en immateriële activa.

4.6. De voornaamste posten van deze rubriek zijn:

huur van gebouwen en aanverwante kosten, met inbegrip van de kosten voor K3;

informatica en telecommunicatie;

kosten van dienstreizen;

schoonmaak- en beveiligingsdiensten.

4.7. Op de lopende rekening van de Rekenkamer ontvangen bankrente.

4.8. Op de lopende rekening van de Rekenkamer geheven bankkosten.

4.9. Dit bedrag omvat:

(EUR)

Pensioenbetalingen over het jaar

–2 020 041

Verandering in nettopensioenverplichting met betrekking tot de leden

2 279 511

Totaal

259 470

5. Posten buiten de balans

5.1. Voorwaardelijke activa

De volgende bankgaranties zijn ingevolge contractuele verplichtingen door dienstverleners verstrekt:

(EUR)

2007

Reisbureau

50 000

Lease wagenpark

75 000

Verzekeringsmaatschappij

1 361

Totaal

126 361

5.2. Vastleggingen voor toekomstige financiering

Met betrekking tot de lopende contracten voor de huur van kantoorruimte bedragen de nog af te wikkelen huurverplichtingen 6 347 948 EUR, als volgt gespecificeerd:

(EUR)

2007

K8-gebouw

3 243 684

K9-gebouw

2 894 873

„Antenne” Brussel

61 833

Overige (Cetrel, parking, Maison de l'Europe)

147 558

Subtotaal

6 347 948

Operationele lease voor auto's en fotokopieerapparaten

1 174 806

Vastleggingen met betrekking tot nog niet gebruikte kredieten — „RAL” —, na aftrek van te betalen kosten voor 2007

2 859 584

Totaal

10 382 338

5.3. Bouwprojecten van de Rekenkamer

Wat haar voornaamste bouwprojecten betreft, sloot de Rekenkamer op 15 december 1999 met de Luxemburgse staat een kaderovereenkomst voor de bouw van een of meer uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer, en een eerste uitbreiding is gerealiseerd (het K2-gebouw).

De Luxemburgse staat stemde ermee in, het gebruiksrecht van de voor de bouw van de eerste uitbreiding beschikbaar gestelde grond af te staan voor een periode van 49 jaar tegen de prijs van 1 EUR.

Eventueel opstalrecht op andere terreinen die nodig zijn voor de andere uitbreidingen mag niet worden verleend tot een datum vallend na het verstrijken van het opstalrecht dat is verleend voor de eerste uitbreiding.

Bovendien verbond de Luxemburgse staat zich ertoe de terreinen op eender welk ogenblik tegen een marktprijs te verkopen die na contradictoir deskundigenonderzoek is vastgesteld.

De Rekenkamer van haar kant verbond zich ertoe alles in het werk te stellen om de terreinen van de Luxemburgse staat te kopen. Daartoe zou zij de begrotingsautoriteit om de nodige middelen verzoeken.

De Rekenkamer heeft besloten over te gaan tot de bouw van een tweede uitbreiding (het K3-gebouw) en vanwege verschillende regelingen voor de uitvoering van het project hebben de Luxemburgse staat en de Rekenkamer op 22 februari 2008 een nieuwe kaderovereenkomst gesloten. Door ondertekening hiervan verbond de Rekenkamer zich tot terugbetaling van een bedrag van 1 058 560 EUR aan de Luxemburgse staat dat namens de Rekenkamer was vastgelegd voor de studies door de architect en ingenieurs. Terugbetaling geschiedt op basis van de door de staat betaalde bedragen waarvoor bewijsstukken worden voorgelegd. In de rekeningen is een bedrag van 1 100 000 EUR voor te betalen kosten opgenomen ter dekking van deze verplichting.

De beide terreinen voor de bovengenoemde twee uitbreidingen zal de staat verkopen aan de Rekenkamer voor het symbolische bedrag van 1 EUR. Mocht de Rekenkamer harerzijds ooit overwegen een van de gebouwen aan een andere partij dan een communautair orgaan of instelling af te staan, dan zal zij de staat het terrein in eigendom teruggeven voor het symbolische bedrag van 1 EUR; deze laatste beschikt tevens over een optie het gebouw voor een door een onafhankelijk deskundige vast te stellen bedrag te kopen. Ingeval de staat besluit van deze optie geen gebruik te maken, zal zij het recht om het terrein te gebruiken aan de kopers van het gebouw overdragen.

5.4. Potentiële aansprakelijkheid bij geschillen

Geen.

Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid

Aan de leden van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben onderzocht of de aan de Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer” genoemd) toegewezen financiële middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt en of de door de ordonnateurs ingestelde controleprocedures de nodige waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving voor de financiële middelen die ter beschikking werden gesteld en werden gebruikt voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007.

Het voeren van de boekhouding en de administratie en het vaststellen en in stand houden van passende controles valt onder de verantwoordelijkheid van de leiding van de Rekenkamer. Onze verantwoordelijkheid bestaat in het geven van een oordeel op basis van ons onderzoek.

Wij verrichtten ons onderzoek overeenkomstig de internationale standaard inzake controleopdrachten „controleopdrachten buiten controles of beoordelingen van historische financiële informatie” (ISAE 3 000), zoals vastgesteld door het instituut van accountants. Deze standaard schrijft voor dat wij ons onderzoek zodanig programmeren en verrichten dat een redelijke zekerheid bestaat dat misbruik van de middelen dat van materieel belang is voor de boekhouding van de Rekenkamer, wordt ontdekt. Ons werk bestond hoofdzakelijk in het toetsings- en steekproefsgewijs onderzoeken van bewijsstukken die dienen ter onderbouwing van het feit dat:

de aan de Rekenkamer toegewezen middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt;

de ingestelde controleprocedures de noodzakelijke waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Als criteria hebben wij voor ons onderzoek de volgende voorschriften en regelgeving gehanteerd:

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting (hierna „de begroting” genoemd) van de Europese Gemeenschappen (hierna „het Financieel Reglement” genoemd);

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „de uitvoeringsvoorschriften” genoemd);

Besluit nr. 36/2007 van de Europese Rekenkamer betreffende de Interne regels van de Europese Rekenkamer voor de uitvoering van de algemene begroting, vastgesteld op 12 en 19 juli 2007. Deze bepalingen maken deel uit van de in de Verdragen vastgelegde procedures of de op grond daarvan gesloten overeenkomsten, welke betrekking hebben op de operationele procedure in verband met de begrotingsuitvoering.

Met name de volgende interne regels zijn als criteria gehanteerd:

Artikel 7 — Ondertekening — „Elk van de partijen die zijn betrokken bij het voorbereiden, controleren en registreren van verrichtingen ter vaststelling en invordering van ontvangsten, of ter vastlegging van bedragen en ter verrichting van betalingen, tekent voor deze betrokkenheid met vermelding van de datum”;

Artikel 9 — Bouwprojecten — „Voordat de Rekenkamer haar goedkeuring verleent aan enige contractuele verbintenis inzake een dergelijk project, dient de verantwoordelijke dienst een verklarend document in waarin de verenigbaarheid van het project met de financiële regelgeving wordt toegelicht”;

Artikel 16 — Verrichting van betalingen — „De ordonnateur verricht de in artikel 80 van het Financieel Reglement omschreven betalingsopdrachten nadat hij de in de artikelen 103, lid 1, en 104 van de uitvoeringsvoorschriften omschreven verplichte gegevens heeft gecontroleerd”;

Artikel 23, lid 1 — Kredietoverschrijvingen — „Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de kredieten gespecificeerd per titel en hoofdstuk; de hoofdstukken worden onderverdeeld in artikelen en posten”;

Artikel 23, lid 2 — Kredietoverschrijvingen — „In alle verzoeken om overschrijvingen wordt toegelicht waarom de kredieten ontoereikend zijn. Het verzoek om een overschrijving wordt ondertekend door de ter zake verantwoordelijke directeur”;

Artikel 24 — Kredietoverdrachten — „De ter zake verantwoordelijke ordonnateur verzorgt een uitdraai waarop het beschikbare saldo van de betalingsverplichtingen wordt weergegeven; dit saldo wordt in de begrotingsrekeningen aangepast door rekening te houden met de te annuleren kredieten, en toont de over te dragen kredieten”;

Artikel 26 — Inventaris van de vaste activa — „De inventaris van de materiële vaste activa wordt bijgehouden in een database”;

Artikel 27 — Minimale beheers- en internecontroleprocedures — „De beheers- en internecontroleprocedures worden opgesteld door de ordonnateurs overeenkomstig de door de Rekenkamer vastgestelde minimale internecontrolestandaarden. Elke begrotingsverrichting wordt uitgevoerd (…) door degene die verantwoordelijk is voor de verificatie ex-ante. (…) Wanneer de voor verificatie ex-ante verantwoordelijke persoon vaststelt dat de betrokken verrichting voldoet aan de vereisten van artikel 47, lid 3, van de uitvoeringsvoorschriften, valideert hij deze en documenteert hij deze validering”.

Wij zijn van mening dat met ons onderzoek een redelijke grondslag is gelegd ter onderbouwing van ons oordeel.

Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hierboven vermelde criteria, het volgende doet aannemen:

a)

dat de aan de Rekenkamer toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt,

b)

dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Ons verslag heeft slechts het in de eerste alinea gestelde doel en dient uitsluitend te uwer informatie, en mag voor geen enkel ander doel worden gebruikt, noch worden verspreid onder derden.

Luxemburg, 1 juli 2008.

PricewaterhouseCoopers S.à r.l.

Réviseur d'entreprises

Vertegenwoordigd door

Marianne WEYDERT