Voornemen om zaak 2007/2001 te sluiten
Voornemen om zaak 2007/2001 te sluiten
Voornemen om zaak 2007/2001 te sluiten
(2008/C 314/06)
Bij de Europese Commissie zijn verschillende klachten binnengekomen over een discriminerende belasting die in Roemenië wordt geheven op de eerste registratie van een motorvoertuig op zijn grondgebied. Het secretariaat-generaal van de Europese Commissie heeft een groot aantal klachten en brieven daarover geregistreerd. De klachten met de referentienummers 2007/4078, 2007/4079 en 2007/4151 en de overige briefwisseling van de betrokken burgers van de EU werden in het hoofddossier met referentienummer 2007/2001 behandeld.
De bevoegde dienst van de Commissie heeft zijn onderzoek van bovengenoemde zaak afgerond. Om niet alleen de klagers te informeren, doch ook alle andere betrokken personen, heeft de Commissie besloten dit bericht te publiceren, waarin zij haar voornemen om dit dossier te sluiten, bekendmaakt.
Het is duidelijk dat de belastingen op personenauto's niet op communautair niveau geharmoniseerd zijn en bijgevolg mogen de lidstaten dergelijke belastingen opleggen en bepalen hoe hoog deze zijn en hoe deze worden toegepast. Die beoordelingsbevoegdheid wordt echter beperkt door de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 90 daarvan dat de heffing van discriminerende belastingen op producten uit andere lidstaten verbiedt.
De Roemeense bepalingen inzake de autoregistratiebelasting leken niet aan artikel 90 van het EG-Verdrag te voldoen. Bijgevolg is de Commissie op 23 maart 2007 een inbreukprocedure gestart met de toezending van een formele ingebrekestelling (IP/07/372) aan Roemenië. Daarin verwees de Commissie naar de vaste rechtspraak van het Europees Hof van Justitie, dat wanneer de belasting slechts eenmaal op nieuwe en gebruikte motorvoertuigen wordt geheven, het bedrag van de belasting die verschuldigd is op een gebruikt motorvoertuig dat uit een andere lidstaat komt, nooit hoger mag zijn dan de belasting die nog rust op de marktwaarde van een vergelijkbare gebruikte auto die reeds in de betrokken lidstaat werd geregistreerd toen hij nog nieuw was. Te dien einde moeten de lidstaten rekening houden met de waardevermindering van ingevoerde gebruikte motorvoertuigen.
Roemenië heeft de ontvangst van de formele ingebrekestelling bevestigd en heeft algemene richtsnoeren vastgelegd. Op basis daarvan werden de nodige wijzigingen opgesteld, samen met een formule voor de berekening van het bedrag van de autoregistratiebelasting en de daarvoor te gebruiken waarden, waaronder een vaste waardeverminderingstabel. De nodige wijzigingen werden echter niet tijdig goedgekeurd.
Op 28 november 2007 heeft de Commissie aan Roemenië een met redenen omkleed advies toegezonden waarin zij de lidstaat verzocht het Gemeenschapsrecht zoals uitgelegd door het Hof na te leven (IP/07/1799). Na dit advies vonden verschillende technische bijeenkomsten en besprekingen plaats over versies van ontwerpwetgeving en uiteindelijk werd op 21 april 2008 Spoedordonnantie nr. 50/2008 goedgekeurd (bekendgemaakt in het Roemeense Staatsblad van 25 april 2008), waarbij de betwiste wetgeving werd gewijzigd. Voorts keurde de Roemeense regering de methodologische normen voor de toepassing van Spoedordonnantie nr. 50/2008 goed, met name door in de verbeterde vaste waardeverminderingstabel in bijlage 4 bij de spoedordonnantie een titel V (Bepaling van de werkelijke waardevermindering van een gebruikt motorvoertuig) op te nemen. Daardoor wordt gegarandeerd dat er bij de berekening van het bedrag van de verschuldigde autoregistratiebelasting rekening wordt gehouden met de werkelijke waardevermindering van het gebruikte motorvoertuig.
Voorts is door bovengenoemde Roemeense wetgeving een discriminerende correlatiecoëfficiënt afgeschaft, is het begrip "nieuw motorvoertuig" nauwkeurig gedefinieerd en is aan de belastingbetaler thans het recht toegekend om zijn motorvoertuig te laten keuren teneinde de werkelijke waardevermindering te bepalen. Ten slotte zijn in de goedgekeurde wetgeving de criteria vastgesteld op basis waarvan de waardevermindering van gebruikte motorvoertuigen wordt bepaald.
Gelet op bovenstaande informatie stelt de bevoegde dienst van de Commissie zich op het standpunt dat de Roemeense autoriteiten de nodige maatregelen hebben genomen om het Gemeenschapsrecht na te leven, zodat de Roemeense wetgeving inzake de autoregistratiebelasting thans aan artikel 90 van het EG-Verdrag lijkt te voldoen.
Om deze reden zal de bevoegde dienst de Commissie voorstellen de betrokken zaak te sluiten.
--------------------------------------------------