Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag
Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag
Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag /* COM/2009/0086 def. - COD 2007/0013 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 18.2.2009
COM(2009) 86 definitief
2007/0013 (COD)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE LUCHTHAVENGELDEN
HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag
2007/0013 (COD)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over het voorstel voor een
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE LUCHTHAVENGELDEN
1. INLEIDING
ARTI kel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag bepaalt dat de Commissie advies uitbrengt over de amendementen die door het Europees Parlement in tweede lezing worden voorgesteld. Hieronder geeft de Commissie haar advies over de 31 door het Parlement voorgestelde amendementen.
2. ACHTERGROND
Indiening van het voorstel bij het EP en de Raad (document COM(2006)820 definitief – 2007/0013COD): | 29 januari 2007 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: | 26 september 2007 |
Advies van het Comité van de Regio’s: | 10 oktober 2007 |
Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: | 15 januari 2008 |
Politiek akkoord van de Raad: | 7 april 2008 |
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad: | 23 juni 2008 |
Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing: | 23 oktober 2008 |
3. DOELSTELLING VAN HET VOORSEL
Met haar op 24 januari 2007 goedgekeurde voorstel beoogt de Commissie de besprekingen over luchthavengelden tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen vlotter te laten verlopen. Met dit voorstel worden enkele basisregels ingevoerd met betrekking tot de procedures voor het opleggen van luchthavengelden Deze regels zijn gebaseerd op algemeen aanvaarde beginselen die al door de lidstaten zijn goedgekeurd in de raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Het eerste beginsel heeft tot doel geregeld overleg over luchthavengelden tot stand te brengen tussen luchthavens en luchtvaartmaatschappijen, waarbij beide partijen hun standpunten kunnen toelichten en ontwikkelen. Luchthavens moeten dus de luchtvaartmaatschappijen raadplegen en informeren alvorens beslissingen over luchthavengelden te nemen. Het tweede beginsel heeft betrekking op de transparantie van de elementen die aan de basis van de luchthavengelden liggen. Deze informatie moet worden besproken in het geregelde overleg. Het derde beginsel houdt in dat geen onderscheid mag worden gemaakt tussen luchtvaartmaatschappijen.
In het voorstel wordt ook gesuggereerd om in elke lidstaat een onafhankelijke regelgevende instantie op te richten, die toezicht houdt op de heffing van luchthavengelden en ervoor zorgt dat de relevante bepalingen van de richtlijn worden nageleefd. Deze instantie zou dan ook klachten van de partijen over luchthavengelden behandelen.
4. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT
4.1. Door de Commissie aangenomen amendementen
- De amendementen 1, 4, 14, 8, 9, 10, 18 en 27 van het Europees Parlement betekenen een aanzienlijke verduidelijking van de tekst vergeleken met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.
- De amendementen 5, 6, 11, 12, 13, 16, 17, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 28, 29, 30 en 31 benaderen op verschillende punten dicht het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Het betreft hier met name benamingen en termijnen.
- Het Europees Parlement nam tevens twee amendementen aan die bepaalde aspecten van de financiering verduidelijken. Amendement 7 bevat een overweging die preciseert dat de voorfinanciering van luchthaveninfrastructuur gepaard moet gaan met waarborgen. Amendement 15 verplicht luchthavens ertoe informatie te verschaffen over iedere financiering van overheidswege.
- Amendement 19 versterkt nog het beginsel van niet-discriminatie.
- Amendement 23 preciseert dat de functies van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit kunnen worden gedelegeerd.
- De amendementen 2 en 3 verklaren waarom de grootste luchthaven van iedere lidstaat in het toepassingsgebied van de richtlijn wordt opgenomen.
- De Commissie kan dan ook alle amendementen aanvaarden.
- Voorts bevestigen de amendementen de overeenstemming tussen de instellingen. De Raad heeft het Parlement reeds een brief toegezonden waarin hij verklaart de amendementen van het Parlement te onderschrijven.
5. CONCLUSIE
Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven aangegeven.