Home

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van het antwoord van het Centrum

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van het antwoord van het Centrum

15.12.2009

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/148


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2008, vergezeld van het antwoord van het Centrum

2009/C 304/27

INHOUD

Paragraaf

Bladzijde

INLEIDING …

1-2

149

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING …

3-12

149

ANDERE KWESTIES …

13

150

Tabel …

151

Antwoord van het Centrum

153

INLEIDING

1.

Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (hierna „het Centrum” genoemd), gevestigd te Lissabon, werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad van 8 februari 1993(1). Zijn voornaamste taak is het verzamelen van informatie over het verschijnsel drugs en drugsverslaving met het oog op het uitwerken en verspreiden van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens in Europa. De informatie moet geschikt zijn om de vraag naar drugs, de wijze waarop die kan worden beperkt, alsmede met drugshandel verband houdende verschijnselen in het algemeen te analyseren(2).

2.

De begroting 2008 van het Centrum beliep 15,1 miljoen euro, tegen 14,4 miljoen euro het voorgaande jaar. Aan het eind van het jaar had het Centrum 104 personeelsleden in dienst, tegen 98 het voorgaande jaar.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 248 van het Verdrag controleerde de Rekenkamer de jaarrekening(3) van het Centrum, die bestaat uit de „financiële staten”(4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting”(5) betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

4.

Deze betrouwbaarheidsverklaring is krachtens artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad(6) aan het Europees Parlement en de Raad gericht.

De verantwoordelijkheid van de directeur

5.

Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Centrum, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten(7). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten(8) van de organisatorische structuur en van de systemen en procedures voor beheer en interne controle die van belang zijn om definitieve rekeningen(9) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn.

De verantwoordelijkheid van de Rekenkamer

6.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle een verklaring af te geven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Centrum en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

7.

De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en ISSAI(10). Volgens die standaarden moet de Rekenkamer voldoen aan ethische voorschriften en de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de rekeningen geen afwijkingen van materieel belang bevatten en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn.

8.

De controle van de Rekenkamer houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De keuze van de procedures is afhankelijk van haar controleoordeel, waaronder de beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang in de rekeningen of van onwettige of onregelmatige verrichtingen als gevolg van fraude of fouten. Bij deze risicobeoordelingen wordt gekeken naar de interne controle met betrekking tot de opstelling en presentatie van de rekeningen door de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. De controle van de Rekenkamer houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

9.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

10.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Centrum(11) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2008 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

11.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Centrum betreffende het per 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

12.

De hierna volgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

ANDERE KWESTIES

13.

Het werkprogramma 2008 van het Centrum vermeldt voor elke strategische prioriteit verscheidene operationele doelstellingen, acties en output. De doelstellingen zijn vaak niet duidelijk gekoppeld aan output en ook niet meetbaar, en indicatoren betreffende de uitkomsten ontbreken, zodat de vorderingen op het niveau van de activiteiten moeilijk te volgen zijn. Het werkprogramma geeft geen details over de personele en financiële middelen die naar schatting nodig zijn voor de uitvoering van de geplande acties. Teneinde een volledig activiteitengeoriënteerd beheer te verzekeren en een voortdurende verbetering van de krediettoewijzing en de prestatieanalyse mogelijk te maken, moet het Centrum meetbare doelstellingen met relevante indicatoren vaststellen, zijn middelen toewijzen op basis van de geschatte projectbehoeften en het bereiken van resultaten stimuleren.

Dit verslag werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 oktober 2009.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President

Tabel

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (Lissabon)

Communautaire bevoegdheden volgens het Verdrag

Bevoegdheden van het Centrum zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Parlement en de Raad van 12 december 2006

Organisatie

In 2008 (2007) ter beschikking van het Centrum gestelde middelen

In 2008 (2007) geleverde producten en diensten

De Gemeenschap vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie.

(Artikel 152 van het Verdrag)

Doelstellingen

De Gemeenschap en haar lidstaten voorzien van feitelijke, objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over het verschijnsel drugs en drugsverslaving en de gevolgen daarvan.

De prioritaire werkterreinen van het Waarnemingscentrum zijn:

1)

het volgen van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek, en het volgen van opkomende trends, in het bijzonder die waarbij sprake is van polydruggebruik;

2)

het volgen van de antwoorden en het verstrekken van informatie over de beste praktijken;

3)

het beoordelen van de risico's van nieuwe psychoactieve stoffen en het onderhouden van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing;

4)

de ontwikkeling van middelen en instrumenten aan de hand waarvan de lidstaten gemakkelijker op hun nationale beleid kunnen toezien en dit evalueren en aan de hand waarvan de Europese Commissie gemakkelijker op het beleid van de Europese Unie kan toezien en dit evalueren.

Taken

Verzamelen en analyseren van gegevens,

verbetering van de methoden voor gegevensvergelijking,

verspreiding van de gegevens,

samenwerking met Europese en internationale instanties en organisaties alsmede met derde landen,

signaleren van nieuwe ontwikkelingen en wijzigende trends.

1.Raad van bestuur

Bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie en twee onafhankelijke deskundigen die door het Europees Parlement zijn aangewezen.

De raad van bestuur stelt het werkprogramma, het algemeen activiteitenverslag en de begroting vast.

2.Directeur

Benoemd door de raad van bestuur op voordracht van de Commissie.

3.Wetenschappelijk comité

Brengt advies uit. Het wetenschappelijk comité bestaat uit maximaal 15 bekende wetenschappers die, na de publicatie van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, op grond van hun deskundigheid van hoog niveau door de raad van bestuur worden benoemd. De raad van bestuur kan ook een panel van deskundigen voor het uitgebreide wetenschappelijk comité benoemen ter beoordeling van het risico van nieuwe psychoactieve stoffen.

4.Externe controle

Rekenkamer

5.Kwijtingverlenende autoriteit

Parlement, op aanbeveling van de Raad

Begroting

15,1 (14,4) miljoen euro waarvan 93 % (93 %) communautaire subsidie.

Totaal personeelsbestand per 31 december 2008

82 (82) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten,

waarvan 78 (73) bezet,

+ 26 (25) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten en uitzendkrachten).

Totaal aantal personeelsleden: 104 (98),

waarvan er

62 (60) uitvoerende taken,

32 (29) ondersteunende taken in administratie en informatica, en

10 (9) gemengde taken vervullen.

Netwerk

Het Centrum beheert een geïnformatiseerd netwerk voor het verzamelen en uitwisselen van gegevens, het Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox); dit netwerk verbindt de nationale netwerken voor informatie over drugs, de gespecialiseerde centra in de lidstaten en de informatiesystemen van de internationale organisaties die met het Waarnemingscentrum samenwerken.

Publicaties

Jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek in Europa: 23 (23) taalversies, publicatie en interactieve website;

Capita selecta (3 (3) afleveringen, publicatie, meertalige samenvattingen, EN);

Statistisch bulletin en interactieve website met ruim 350 (350) tabellen, 100 (100) grafieken;

Algemeen activiteitenverslag: jaarlijks, EN;

Nieuwsbrief „Drugnet Europe”: 4 afleveringen, EN (4);

Drugs in beeld (beleidsrapporten): 1 (3) aflevering, 25 taalversies;

EMCDDA Wetenschappelijke monografie: 1 (0), twee delen, EN;

EMCDDA „Insights”: 3 (0), EN;

EMCDDA technische gegevensbladen: 3 (0;)

Drugsprofielen: 5 nieuwe en 6 bijgewerkt (6), DE, EN, FR;

Technische en wetenschappelijke studies, waaronder artikelen en wetenschappelijke samenvattingen: 53 (57);

Systeem voor het verzamelen, valideren, opslaan en oproepen van gegevens (Fonte).

Andere websites

Opzetten/bijwerken/ontwikkelen van de inhoud van de openbare EMCDDA-website:

Samenvattingen van situatie in de landen;

„Drug treatment overviews”;

Europese juridische database over drugs;

Evaluation Instruments Bank (database voor evaluatie-instrumenten);

Portal met beste praktijken (uitwisseling over de vermindering van de vraag naar drugs).

Kennismakingsbrochures: 6 (3) teksten

Media-artikelen: 177 (174) uiteenlopende producten

Deelname aan internationale conferenties/vergaderingen: 203 (230)

Organisatie van technische en wetenschappelijke vergaderingen: 35 (41)

Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.

ANTWOORD VAN HET CENTRUM

13.

In overeenstemming met de aanbevelingen van de Rekenkamer is in het werkprogramma 2009 van het EWDD gezorgd voor een betere koppeling tussen prioriteiten, doelstellingen en door te voeren activiteiten. Ook zijn financiële en personele middelen aan de verschillende prioriteiten en activiteiten toegewezen op basis van de geraamde uitvoeringskosten. Er werd een tussentijds voortgangsverslag opgesteld om de uitvoering van het programma te volgen. Bovendien werd de activiteitengeoriënteerde managementaanpak voor de planningscyclus 2010-2012 verbeterd door een bevordering van resultatengeoriënteerde processen, vastlegging van beter meetbare doelstellingen en ontwikkeling van passende prestatie-indicatoren.