Home

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

12.5.2009

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 108/15


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2009/C 108/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006(1) van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006

„FORMAGGIO DI FOSSA DI SOGLIANO”

EG-nummer: IT-PDO-0005-0580-22.12.2006

BGA ( ) BOB ( X )

1. Naam:

„Formaggio di Fossa di Sogliano”

2. Lidstaat of Derde land:

Italië

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1. Productcategorie (Bijlage II):

Categorie 1.3:

Kaas

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Op het moment dat de kaas met de beschermde oorsprongsbenaming „Formaggio di Fossa di Sogliano” in de handel wordt gebracht, heeft hij de volgende kenmerken. De kleur van de buitenkant van het eindproduct varieert van ivoorwit tot ambergeel.

Na de rijpingsperiode van de „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB heeft elk eindproduct een gewicht variërend van 500 (vijfhonderd) tot 1 900 (negentienhonderd) gram. De kazen hebben een onregelmatige vorm door de combinatie van bolle en ingedrukte delen. Het oppervlak is veelal vet en vochtig. In enkele gevallen is de kaas bedekt met gecondenseerd vet en schimmels, die niettemin gemakkelijk van de kaas kunnen worden geschraapt. Kleine scheurtjes en eventuele lichte of donkere okergele vlekken op het oppervlak behoren tot de typische kenmerken van het product. De kaas heeft geen of een zeer dunne korst. De kaasmassa, met een amberwitte of een lichte strogele kleur, is halfhard en brokkelig. De karakteristieke en doordringende geur, die soms zeer sterk is, heeft een rijk aroma dat doet denken aan bosgrond met een bouquet van schimmel en truffel.

De smaak is afhankelijk van de samenstelling van de gerijpte kaas en heeft de volgende kenmerken:

kaas van schapenmelk heeft een aromatische en delicate smaak die aangenaam, licht pikant en min of meer intens is;

kaas van koemelk is mild en delicaat, matig gezouten, enigszins wrang met een licht bittere bijsmaak;

de smaak van kaas van gemengde melk is aangenaam, zowel pittig als vol, met een enigszins bittere bijsmaak.

Er is geen duidelijk verschil tussen de korst en de kaasmassa van de „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB; het is dus niet nodig de korst te verwijderen voordat de kaas gegeten kan worden. Eventuele vlekken of vetophopingen kunnen door licht schrapen van het kaasoppervlak worden verwijderd.

De hoeveelheid vet in de droge stof is meer dan 32 %.

3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

De grondstof voor de productie van „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB bestaat uit schapen- en koemelk, die afkomstig is van veehouderijen in het afgebakende geografische gebied. De koeienrassen die voor de melkproductie worden gebruikt zijn de Frisona Italiana, de Bruna Apina, de Pezzata Rossa en kruisingen daarvan. De schapenrassen zijn de Sarda, de Comisana, de Massese, de Vissana, de Cornella Bianca, de Fabrianese delle Langhe en de Pinzirita en kruisingen daarvan.

De als grondstof gebruikte melk wordt verkregen door twee melkwinningen per dag. De kaas mag uitsluitend worden bereid met de volgende soorten melk of mengsels daarvan:

volle schapenmelk: SCHAPENKAAS

volle koemelk: KOEMELKKAAS

een mengsel van volle schapenmelk (ten hoogste 80 %) en volle koemelk (ten minste 20 %): GEMENGDE KAAS.

De melk heeft de volgende kenmerken:

KOEMELK

Vet in gewichtspercenten ≥ 3,4

Eiwitten in gewichtspercenten ≥ 3,0

Bacterietelling in VE/ml ≤ 100 000

Somatische cellen/ml ≤ 350 000

Sporenvormende anaerobe bacteriën/liter geen

Schimmelwerende middelen geen

Cryoscopisch punt in °C ≤ 0,520

SCHAPENMELK

Vet in gewichtspercenten ≥ 6,0

Eiwitten in gewichtspercenten ≥ 5,4

Bacterietelling in VE/ml ≤ 1 400 000

Somatische cellen/ml ≤ 1 400 000

Schimmelwerende middelen geen

Er wordt rauwe melk gebruikt, maar ook het gebruik van gepasteuriseerde melk is toegestaan. Het gebruik van additieven is verboden.

3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

De dieren mogen zowel in stallen als op graasweiden worden gehouden. Het basisvoer van stalvee wordt gevormd door voedergewassen bestaande uit grassen en peulgewassen die zijn geoogst op in het onder 4 vermelde gebied gelegen weilanden met een enkele soort vegetatie, een beperkt gevarieerde vegetatie of een sterk gevarieerde vegetatie. Deze voedergewassen, die invloed ondervinden van het klimaat en de eigenschappen van de bodem, bepalen de kwaliteit van de melkproductie. Het graasvee voedt zich met dezelfde gewassen als die voor het gedroogde voer worden gebruikt, op graasweiden met een natuurlijke gevarieerde vegetatie en een rijke flora van grasachtige, struikachtige en boomachtige plantensoorten. De gedroogde of groene voedergewassen en het grasvoer mogen worden aangevuld met enkelvoudige diervoeders (slechts één graansoort) of mengvoeders (verschillende graansoorten) waaraan eventueel mineralen of vitaminesupplementen zijn toegevoegd. Het droogvoer dat als bijvoeding wordt gebruikt, mag niet meer dan 30 % van het dagelijkse voer bedragen. Het gebruik van kuilvoer is niet toegestaan.

3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De melkwinning, het kazen en het inkuilen ten behoeve van de productie van de „Formaggio di Fossa di Sogliano” moeten plaatsvinden in het onder punt 4 vermelde geografische gebied.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

Opdat de kenmerken van het product behouden blijven, wordt „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB verpakt in de handel gebracht en op onderstaande wijze voor verkoop aangeboden:

A.

in de rijpingszakken;

B.

als hele kazen of delen daarvan in vacuümverpakking;

C.

als hele kazen of delen daarvan in bakjes met krimpfolie;

D.

als hele kazen of delen daarvan, omwikkeld met papier voor levensmiddelen.

De aldus verpakte „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB mag in de handel worden gebracht in buitenverpakkingen van stof of papier, in houten kisten of in kartonnen dozen.

De kaas moet in het onder punt 4 vermelde afgebakende gebied in porties worden gesneden en verpakt omdat er na het inkuilen — ten gevolge van de anaerobe gisting die in deze fase van het bewerkingsproces optreedt — geen duidelijk onderscheid meer bestaat tussen de kaasmassa en de korst en de kazen dus vochtig en vet zijn en niet beschermd tegen uitdroging en verharding. Dientengevolge moet het product, voordat het in de handel wordt gebracht, van een verpakking worden voorzien, om te voorkomen dat er scheuren en barsten in de kaasmassa ontstaan en om de typische eigenschappen van het product te beschermen.

3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Behalve het logo van de oorsprongsbenaming, het communautaire grafische symbool met de bijbehorende vermeldingen (conform de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1898/2006 en latere wijzigingen) en de wettelijk voorgeschreven informatie, moeten op het etiket ook in goed leesbare letters de volgende aanduidingen voorkomen:

het soort melk dat gebruikt is (schapenmelk, koemelk, gemengde melk);

het opschrift „van rauwe melk” voor kazen die niet met gepasteuriseerde melk zijn bereid;

de naam, de handelsnaam of het gedeponeerde handelsmerk en de vestigingsplaats van de kaasmakerij of de inkuiler alsmede de plaats waar het verpakkingsbedrijf gevestigd is indien de kaas niet door een bedrijf uit de voornoemde categorieën is verpakt;

het goedkeuringsnummer van de inkuiler, en de vermelding PRM voor rijping in het voorjaar en EST voor rijping in de zomer.

Toevoegingen die niet uitdrukkelijk zijn toegestaan, zijn verboden. Het gebruik van aanduidingen die verwijzen naar eigen merknamen is toegestaan, mits deze niet in lovende bewoordingen zijn gesteld of in termen die de consument zouden kunnen misleiden.

Het logo van „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB bestaat uit een gestileerde kuil (fossa) waarvan de buitencontouren — met de vorm van een gelijkbenig trapezium — de zandstenen voorstellen terwijl de binnencontouren de kaasvormen voorstellen die uit de kleine open basis van het gelijkbenige trapezium komen. In het midden van de kuil is een olifantje afgebeeld, het wapensymbool van de Signoria Malatesta. De tekeningen zijn uitgevoerd in rood op een strogele achtergrond. Onder de halve cirkel die de grote basis van het trapezium begrenst, staat op de eerste regel het opschrift FORMAGGIO DI FOSSA en op de tweede regel DI SOGLIANO D.O.P. In een halve cirkel rondom de zij- en bovenkant van de gestileerde kuil staat de vermelding „Sogliano al Rubicone, Talamello e Terre Malatestiane”, waarmee het verband met het geografische gebied en de streektraditie wordt aangegeven.

De oppervlakte van het hierboven omschreven logo mag niet minder zijn dan 25 % van de totale oppervlakte van het etiket.

Image

4. Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het productiegebied van „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB omvat het hele grondgebied van de provincies Forlì-Cesena, Rimini, Ravenna, Pesaro-Urbino, Ancona, Macerata, Ascoli Piceno alsmede een deel van het grondgebied van de provincie Bologna ofwel de gemeenten: Borgo Tossignano, Casalfiumanese, Castel San Pietro Terme, Castel del Rio, Dozza, Fontanelice, Imola, Loiano, Monghidoro, Monterenzio en Pianoro.

5. Verband met het geografische gebied:

5.1. Specificiteit van het geografische gebied:

Het productiegebied van „Formaggio di Fossa di Sogliano” BOB strekt zich uit langs de hoge en lage heuvelkam van de in de regio’s Romagna en Marche gelegen Apennijnse bergrug. De geomorfologie van het gebied wordt gekenmerkt door kleiafzettingen, zandafzettingen of afwisselend klei- en zandafzettingen, die deel uitmaken van laat-pliocene en quartaire formaties. De kuilen zijn gegraven in een formatie bestaande uit reeksen geelbruin of vaalgeel zandsteen dat veldspaat, glimmer en in het algemeen weinig bindmiddel bevat, in lagen van 30/40 cm tot ongeveer 1 m, afgewisseld met dunne lagen grijze en grijsblauwe mergelklei.

5.2. Specificiteit van het product:

„Formaggio di Fossa di Sogliano” onderscheidt zich van andere producten van dezelfde handelscategorie door de karakteristieke, doordringende en soms sterke geur met een rijk aroma dat doet denken aan bosgrond met een bouquet van schimmel en truffel. Deze kenmerken zijn nauw verbonden met de bereidingsmethode, waarvan de rijpingsfase in kuilen ongetwijfeld een specifiek element is. Voordat de kaas wordt ingekuild, worden de kuilen op de volgende wijze ingericht en klaargemaakt: tijdens de rustperiode wordt de kuil afgesloten met een houten vlonder en zand of stenen. Voordat de kuil weer wordt gebruikt, wordt deze geopend en gelucht en vervolgens door verbranding van geringe hoeveelheden graanstro met vuur en rook gezuiverd. Na het uitbranden van het stro wordt de kuil gereinigd door de asresten te verwijderen. De bodem van de kuil wordt voorzien van een opgehoogde vloer van onbehandelde houten latten, waar het vloeibare vet dat tijdens de gisting van de kaas vrijkomt, doorheen kan druppelen. De wanden worden bekleed met een laag graanstro van ten minste 10 cm dik, die met een verticale structuur van rietstengels wordt vastgezet. De kuil wordt gevuld door de kaaszakken op te stapelen. Na een rustperiode van niet meer dan 10 dagen worden de vrijgekomen ruimten in de kuil verder opgevuld met zakken. Wanneer de kuil vol is, wordt de opening afgedekt met doek die geschikt is voor levensmiddelentoepassingen en die geen kleurstof bevat, en/of met stro. Op deze manier wordt zweten voorkomen. De kuil wordt vervolgens gesloten met een houten deksel dat luchtdicht is gemaakt met kalk of kalkhoudend zandsteenmortel. Het is tevens toegestaan het houten deksel verder af te dekken met stenen, verpulverd zandsteen, zand en/of houten planken. Op dit moment begint de rijpingsfase. De kuil moet tijdens de hele rijpingsperiode gesloten blijven. Het inkuilen duurt ten minste 80 en ten hoogste 100 dagen.

5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De registratie van „Formaggio di Fossa di Sogliano” wordt aangevraagd vanwege de unieke kenmerken van het productieprocedé, dat onlosmakelijk is verbonden met het specifieke geologische en klimatologische milieu en met de plaatselijke tradities, die in de loop der eeuwen getrouw en constant in stand zijn gehouden door degenen die het inkuilen in deze streek als vak uitoefenen en hun kennis en „gevoelsmatige” vakkunst al generaties lang doorgeven. De traditie van het inkuilen van kaas is ontstaan tijdens de middeleeuwen en werd al snel opgenomen in de boerencultuur van het gebied tussen de valleien van de rivieren Rubicone en Marecchia, dat wordt afgebakend door de Esino op de grens tussen Romagna en Marche. Het product werd ingekuild om het goed te houden en tevens om het te beschermen tegen razzia’s van volksstammen en legers die in de loop der eeuwen hebben getracht dit gebied te bezetten. De kuilen werden op kunstmatige wijze in de zandsteenrotsen gegraven en niet verder afgewerkt. Dit gebeurde op zo’n grote schaal dat het graven aan wettelijke voorschriften moest worden gebonden. De eerste documenten over de kuilen en de inkuiltechnieken stammen uit de veertiende eeuw en behoren tot de archieven van de familie Malatesta, aan wie het gebied in eigendom toebehoorde. Al in 1350 richtte de Signoria van de familie Malatesta de „Compagnia dell’Abbondanza” op die controles verrichtte binnen de stadsmuren, in de castra (Romeinse legerkampen) en de tumbae (verspreid in het gebied gelegen koloniale huizen). De kuilen werden gebruikt voor het rijpen van kaas en om graan en andere levensmiddelen te conserveren, te bewaren en te verbergen met het oog op aanvallen, epidemieën, voedselgebrek en tevens om voorraden te onttrekken aan de strenge contractuele voorwaarden die voor de kolonies golden. In de loop der eeuwen is dit gebruik voortdurend en getrouw voortgezet, volgens de regels die daarvoor door de Malatestiaanse wetten werden voorzien.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

De geconsolideerde tekst van het productiedossier kan op het internet worden geraadpleegd:

via de link www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop%20Igp%20e%20Stg

of

door de website van het Ministerie (www.politicheagricole.it) te bezoeken, de homepage te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE (Reg. CE 510/2006)”.