Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping- en compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India
Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping- en compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India
9.9.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 215/19 |
Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping- en compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India
2009/C 215/06
De Commissie heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) („de basisantidumpingverordening”) en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn(2) („de basisantisubsidieverordening”) een verzoek om een gedeeltelijk tussentijds onderzoek ontvangen. Het onderzoek is beperkt tot de vraag of bepaalde productsoorten onder het toepassingsgebied van de antidumping- en compenserende maatregelen vallen die op de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van toepassing zijn.
1. Verzoek om een nieuw onderzoek
Het verzoek is ingediend door Polyplex Corporation Limited („de indiener van het verzoek”), een producent-exporteur uit India.
2. Product
Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 3920 62 19 en ex 3920 62 90. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Bestaande maatregelen
Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1292/2007(3), alsook een definitief compenserend recht, dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 367/2006 van de Raad(4) met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India. Bij Verordening (EG) 1975/2004 van de Raad(5), is het antidumpingrecht uitgebreid tot polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) verzonden uit Brazilië en Israël, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië of Israël, met uitzondering van een aantal in artikel 1, lid 1, van die verordening bij naam genoemde ondernemingen.
4. Motivering van het nieuwe onderzoek
De indiener van het verzoek vraagt dat zogenoemde gesiliconiseerde beschermstroken van polyester, voor zover die onder de definitie van het betrokken product vallen, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de huidige antidumping- en compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India.
De indiener van het verzoek heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de fysische, technische en chemische basiseigenschappen van gesiliconiseerde beschermstroken van polyester aanzienlijk van die van het betrokken product verschillen.
5. Procedure
Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisantidumpingverordening en artikel 19 van de basisantisubsidieverordening een onderzoek dat uitsluitend de productomschrijving betreft.
a) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek, andere bekende producenten-exporteurs in India en de autoriteiten van dat land, de bedrijfstak van de Gemeenschap, andere bekende producenten in de Gemeenschap, bekende importeurs en bekende gebruikers een vragenlijst toezenden. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), genoemde termijn ontvangen.
b) Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), vermelde termijn hebben ontvangen.
Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij daarom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder b), vermelde termijn worden ingediend.
6. Termijnen
a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen veertig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisantidumpingverordening en de basisantisubsidieverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
b) Hearings
Binnen dezelfde termijn van veertig dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken worden schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited(6)” zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisantidumpingverordening en artikel 29, lid 2, van de basisantisubsidieverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer: N-105 04/092 |
1049 Brussel |
BELGIË |
Fax +32 22956505 |
8. Niet-medewerking
Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert, deze niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening en artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening en/of artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en er gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
9. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de antidumpingbasisverordening en artikel 22, lid 1, van de antisubsidiebasisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.
10. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(7).
11. Hearing
Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de bevoegde ambtenaar van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade).