Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
24.12.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 320/27 |
Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2009/C 320/14
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
WIJZIGINGSAANVRAAG
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9
„CASTELMAGNO”
EG-nummer: IT-PDO-0217-0006-17.03.2006
BGA ( ) BOB ( X )
1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:
— | | Naam van het product |
— | | Beschrijving van het product |
— | | Geografisch gebied |
— | Bewijs van de oorsprong | |
— | Werkwijze voor het verkrijgen van het product | |
— | | Verband |
— | Etikettering | |
— | | Nationale eisen |
— | | Overige [te preciseren] |
2. Aard van de wijziging:
— | | Wijziging van het enige document of de samenvatting |
— | Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt | |
— | | Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
— | | Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
3. Wijziging(en):
3.1. Bewijs van de oorsprong:
Informatie betreffende de traceerbaarheid van het product, die niet werd vermeld in het vroegere productdossier, werd toegevoegd.
3.2. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Het percentage schapen- en/of geitenmelk dat eventueel aan de rauwe koemelk kan worden toegevoegd voor de bereiding van de kaas, wordt gepreciseerd.
De genetische soorten rundvee, waarvan de melk wordt gebruikt om de „Castelmagno” te produceren, worden bepaald.
Ook zijn voorschriften opgenomen inzake verboden voeders en voedergewassen en inzake de toegestane bijvoedering (krachtvoer).
Er wordt gepreciseerd dat de melk moet voortkomen van maximaal vier achtereenvolgende melkbeurten.
De productiemethode van de „Castelmagno”, zoals ze traditioneel is overgeleverd, wordt gedetailleerd beschreven.
De productiemethode van de „Castelmagno” die de aanvullende vermelding „di alpeggio” draagt, wordt beschreven.
Er wordt gepreciseerd dat de aanwezigheid van eventuele groenachtig blauwe aderen in de kern, kenmerk dat altijd in het productdossier is voorgekomen, eventueel kan toe te schrijven zijn aan het doorboren van de kazen volgens de traditionele techniek (manueel met lange ijzeren staven).
Er wordt eveneens gepreciseerd dat de kazen tijdens de rijping mogen worden geborsteld en/of gewassen met natuurlijke producten die geen enkel rechtstreeks kleurend gevolg hebben, om de ontwikkeling van ongewenste schimmels en mijten af te remmen.
3.3. Etikettering:
Het oorsprongsstempel dat wordt aangebracht wanneer de kaas in de kaasvorm wordt geperst, wordt gedetailleerd beschreven.
Er wordt gepreciseerd dat „Castelmagno” die volledig is geproduceerd op meer dan 600 meter boven de zeespiegel, op het etiket de vermelding „prodotto della montagna” mag dragen.
Er is ook een identificatiemerk („sventolina”) ontworpen dat wordt aangebracht voordat het product in de handel wordt gebracht en dat wordt aangebracht op de zijde waarop ook het oorsprongsstempel staat. De afmetingen en de colorimetrische kenmerken van de twee sventoline, die de aanvullende vermelding „prodotto della montagna” of „di alpeggio” dragen, worden beschreven.
Aangegeven wordt in welke vorm de kaas in de handel wordt gebracht: hij mag worden verkocht in zijn geheel, in plakken, in porties of voorverpakt.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„CASTELMAGNO”
EG-nummer: IT-PDO-0217-0006-17.03.2006
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting vermeldt ter informatie de voornaamste gegevens van het productdossier.
1. Bevoegde dienst van de Lidstaat:
Naam: | Ministero delle Politiche Agricole e Forestali | |||
Adres: |
| |||
Tel. | +39 0646655106 | |||
Fax | +39 0646655306 | |||
E-mail: | saco7@politicheagricole.it |
2. Groepering:
Naam: | Consorzio per la Tutela del Formaggio Castelmagno | |||
Adres: |
| |||
Tel. | +39 0171986148 | |||
Fax | +39 0171986148 | |||
E-mail: | — | |||
Samenstelling: | Producenten/verwerkers ( X ) overige ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.3 — | Kaas |
4. Productdossier:
(samenvatting van de voorwaarden bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006)
4.1. Naam:
„Castelmagno”
4.2. Beschrijving:
Kaas van rauwe koemelk met eventuele toevoeging van minimaal 5 % en maximaal 20 % schapen- en/of geitenmelk. De rundveestapel moet behoren tot de genetische soorten Barà Pustertaler, Bruinvee, Roodbont van Oropa, Roodbont, Montbéliarde, Grise alpine, Piémontaise, Valdôtaine en kruisingen daarvan.
De kenmerken van de beschermde oorsprongsbenaming die voortvloeien uit de minimale rijpingsperiode (60 dagen) zijn de volgende: cilindrische vorm met vlakke zijden met een diameter van 15 tot 25 cm. De korst meet 12 tot 20 cm. Het gewicht varieert tussen 2 tot 7 kg. Het betreft een samengeperste stremselkaas met halfhard zuivel, die het hele jaar door wordt geproduceerd, uitgezonderd de soort „di alpeggio” die enkel tussen mei en oktober wordt vervaardigd. De korst is niet eetbaar en is fijn, roodachtig-geel van kleur, glad, met neiging tot stijfheid bij het begin van de rijping; naarmate de rijping vordert wordt de korst donkerder van kleur, verdikt ze en wordt ze ruwer. Het zuivel vertoont een parelwitte of ivoorwitte kleur bij het begin van de rijping en krijgt een okergele kleur met binnenin eventuele groenachtig blauwe aders naarmate de rijping vordert; die aders worden deels verkregen door het doorboren van de kazen volgens de traditionele techniek (manueel met lange ijzeren staven). De structuur is bros bij het begin van de rijping en wordt compacter naarmate de rijping vordert. De smaak is verfijnd, delicaat en gematigd zilt bij het begin van de rijping en meer uitgesproken naarmate de rijping vordert.
Het minimale vetgehalte op de droge stof bedraagt 34 %.
De kaas mag zowel in zijn geheel worden verkocht in plakken, in porties of voorverpakt. De versnijdings- en verpakkingswerkzaamheden mogen buiten het geografisch productiegebied plaatsvinden.
4.3. Geografisch gebied:
De kaas „Castelmagno” moet worden geproduceerd en gerijpt op het administratieve grondgebied van Castelmagno, Pradleves en Monterosso Grana, gemeenten van de provincie Cuneo.
4.4. Bewijs van de oorsprong:
Elk stadium van het productieproces moet worden gecontroleerd aan de hand van de registratie van elk van de producten bij het binnenkomen en buitengaan ervan. Deze controles, de inschrijving in de daartoe bestemde registers die worden beheerd door het controleorganisme van de veehouders, de producenten/rijpingsbedrijven, de verpakkers en de versnijders, het bijhouden van productie- en verpakkingsregisters en de aangifte bij het controleorganisme van de geproduceerde hoeveelheden garanderen de traceerbaarheid en de identificatie van het product in elk stadium van de productieketen. Bovendien moeten de hoeveelheid geproduceerde melk, evenals de koeien en de schapen/geiten waarvan de melk afkomstig is, worden onderworpen aan functionele controles. De technische fiche van het stremsel en de verwijzing naar de gebruikte partij moeten altijd aanwezig zijn. Maandelijks moet ook het aantal geproduceerde kazen worden aangegeven. Voor „Castelmagno” die de aanvullende vermelding „di alpeggio” draagt, moeten de percelen waarop de dieren hebben gegraasd, op een speciale door het controleorganisme bijgehouden lijst worden ingeschreven. Die percelen zijn bepalend voor de maximale hoeveelheden per diersoort geproduceerde melk, waarmee rekening zal worden gehouden bij de toekenning van de vergunning voor het merken. Bij de raming van het in liters melk uitgedrukte potentieel van het begrazingsgebied moet rekening worden gehouden met de begroeiing, het gebruikstijdstip, het soort dieren en de veebezetting. Bovendien moeten het begin en het einde van de begrazingsactiviteit jaarlijks worden aangegeven bij het controleorganisme, dat de vereiste tellingen verricht. Overeenkomstig de bepalingen van het productiedossier en het controleprogramma zijn alle natuurlijke personen of rechtspersonen die zijn ingeschreven in de betrokken registers, aan de controle van dit organisme onderworpen.
De na te leven voorwaarden betreffen de voor de melkproductie en haar verwerking en rijping bestemde inrichtingen. De stallen waan de melk wordt geproduceerd, moeten overeenkomstig de geldende wetgeving zijn geregistreerd en de verwerkingsruimten moeten door de EG zijn gecertificeerd of moeten, wanneer de bedrijven ook rechtstreeks verkopen, over het vereiste sanitaire certificaat beschikken dat is afgegeven op grond van de ter zake geldende nationale wetgeving.
Vóór de tiende van elke maand moet het aantal door elke onderneming in de loop van de vorige maand geproduceerde of gerijpte kazen bij het controleorganisme worden aangegeven.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
De koeien die de melk voor de beschermde oorsprongsbenaming leveren, mogen maximaal tweemaal per dag worden gemolken. De bewaarde melk moet binnen twee dagen worden gebruikt, hetgeen overeenstemt met vier achtereenvolgende melkgiften. In het kader van het bedrijfsbeheer mogen de koeien ook in de periode van droogstand niet buiten het typische productiegebied verblijven, tenzij de dieren toebehoren aan de margari (kaasmakende herders uit Piëmonte). De basisvoeding van het rundvee en eventueel van de schapen en geiten moet bestaan uit groenvoeder of gedroogd voeder afkomstig van grasland, weiden en gemengd hooi, voornamelijk uit de gemeenten Castelmagno, Pradleves en Monterosso Grana. Het gebruik van kuilmaïs is verboden. Het krachtvoer moet bestaan uit door de geldende wetgeving toegestane granen, peulvruchten, minerale zouten en vitamines. De melk mag worden opgeslagen bij een temperatuur van meer dan 6 °C. Na eventuele ontroming door overstorting moet de melk worden verwarmd tot een temperatuur van 30 à 38 °C. Pasteurisatie en thermisatie van de melk zijn verboden, evenals het gebruik van fermenten. Binnen 30 à 90 minuten moet de melk bij een temperatuur tussen 30 en 38 °C worden gestremd met vloeibaar kalfsstremsel (dat ten minste 70 % chymosine bevat). In de kuip wordt de massa voortdurend geroerd gedurende 10 à 15 minuten. De gesneden wrongel kan dan bezinken op de bodem van de kuip of wordt weggenomen. Vervolgens laat men de wrongel rusten; hij mag daarbij afkoelen. Na die rusttijd van 18 uur wordt de wrongel in recipiënten overgebracht en gedurende 2 à 4 dagen in de wei van de voorafgaande stadia gedompeld om een regelmatige gisting te verkrijgen. Daarna wordt hij nogmaals gesneden en fijngemalen, hermengd en gezouten. Het product wordt dan in een doek van plantaardige of synthetische stof gewikkeld en in de „fascelle” (uit hout of elk ander geschikt materiaal bestaande persvormen) overgebracht, waar het gedurende ten minste één dag blijft en waar het wordt onderworpen aan een manuele of mechanische druk. De droge kazen mogen nogmaals worden gezouten om de kaaskorst de nodige kleur en consistentie te geven. De kaas moet gedurende ten minste 60 dagen rijpen in van nature frisse en vochtige kelders of in andere ruimten die aan dezelfde omgevingsvoorwaarden voldoen, op schappen vervaardigd uit hout of een ander geschikt materiaal. Om een correcte ontwikkeling van de typische natuurlijke schimmels van de „Castelmagno” te garanderen, moet de rijpingstemperatuur liggen tussen 5 °C en 15 °C, terwijl de luchtvochtigheid moet schommelen tussen 70 % en 98 %. Om de ontwikkeling van ongewenste schimmels en mijten af te remmen, mogen de kazen gedurende de rijping worden geborsteld en/of gewassen met natuurlijke producten die geen rechtstreekse kleuring veroorzaken. „Castelmagno” mag de aanvullende vermelding „di alpeggio” dragen, op voorwaarde dat de melk uitsluitend afkomstig is van koeien, geiten en schapen die tussen begin mei en eind oktober gegraasd hebben op weiden met ten minste 90 % plaatselijke flora, dat het gehele productieproces plaatsvindt op bergweiden en dat de kaasvervaardiging plaatsheeft op meer dan 1 000 meter boven de zeespiegel.
4.6. Verband:
De natuurlijke factoren zijn de voor het betrokken berggebied kenmerkende klimaatomstandigheden die van invloed zijn op de kwaliteit van het groenvoeder (dat naar de bergen smaakt) en op de natuurlijke rijping van het product. De menselijke factoren die hierbij spelen zijn de eeuwenoude traditie, waarbij de teelttechnieken en –methoden van generatie op generatie zijn overgedragen.
4.7. Controlestructuur:
De controlestructuur is volledig in overeenstemming met de norm EN 45011.
Naam: | INOQ — Istituto Nord Ovest Qualità | |||
Adres: |
| |||
Tel. | +39 0172911223 | |||
Fax | +39 0172911320 | |||
E-mail: | — |
4.8. Etikettering:
Wanneer de wrongel in de kaasvorm wordt gebracht, krijgt hij, op de kant die in contact is met de bodem van de vorm, een oorsprongsstempel in de vorm van het logo van de benaming. Voordat het product in de handel wordt gebracht, wordt op kaas die aan alle eisen voldoet, een etiket met het identificatiemerk („sventolina”) aangebracht, op dezelfde zijde als het oorsprongsstempel. Het oorsprongsstempel bestaat uit een gestileerde „C” met bergtoppen bovenaan en de elliptische vorm van een aangesneden kaas in het centrum. Het product bestaat in twee afmetingen: 11 × 12 cm voor de kazen van 2 tot 3 kg, en 15,3 × 16,3 cm voor de kazen van 3 tot 7 kg.
De kaas „Castelmagno” wordt geproduceerd op een hoogte van meer dan 600 meter boven de zeespiegel en draagt op het etiket het opschrift „prodotto della montagna” (bergproduct). Als de melkproductie en de kaasbereiding plaatsvinden op een hoogte van meer dan 1 000 meter, draagt de kaas met deze BOB op het etiket de vermelding „di alpeggio” in plaats van „prodotto della montagna”. In het geval van „Castelmagno prodotto della montagna” heeft het sventolina een blauwe kleur. Voor „Castelmagno di alpeggio” bevat het sventolina de vermelding „Di Alpeggio” op de vier wieken waaruit het bestaat; de vermelding „Castelmagno” heeft een mosgroene kleur en de letters van de vermelding „Di Alpeggio”, aan de binnenzijde van de vermelding „Castelmagno”, zijn 6 mm hoog. Voor beide soorten kaas wordt ook de vermelding „crosta non edibile” (korst niet eetbaar) aangebracht.
Het is pas na deze markering en etikettering dat het product in de handel mag worden gebracht onder de beschermde oorsprongsbenaming „Castelmagno”. Het identificatiemerk bestaat uit een cirkelvormig papieren etiket waarin vier wieken zijn uitgeponst; het heeft een diameter van 18 cm en in het midden is nog eens het oorsprongsstempel gedrukt. Op de etiketten met het identificatiemerk moeten de wettelijke vermeldingen zijn aangebracht, de vermelding Denominazione di Origine Protetta „Castelmagno” en, naar gelang van het geval, de aanvullende vermeldingen „prodotto della montagna” of „di alpeggio”. Wanneer de kaas in porties of voorverpakt wordt verkocht, moeten het oorsprongsstempel en het identificatiemerk steeds herkenbaar zijn. Op het etiket moet in dat geval de naam van de producent of van het rijpingsbedrijf zijn aangebracht, en het product moet voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake de etikettering en de presentatie van voedingsmiddelen; in elk geval moeten de voor de BOB afgegeven etiketten en het partijnummer goed zichtbaar zijn aangebracht om een betere traceerbaarheid van het product te garanderen.