Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008, afdeling VII — Comité van de Regio’s
Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008, afdeling VII — Comité van de Regio’s
Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008, afdeling VII — Comité van de Regio’s
Publicatieblad Nr. L 252 van 25/09/2010 blz. 98 - 100
Resolutie van het Europees Parlement
van 5 mei 2010
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008, afdeling VII — Comité van de Regio’s
HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008 [1],
gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2008 — Deel I (C7-0178/2009) [2],
gezien het jaarverslag van het Comité van de Regio’s aan de kwijtingsautoriteit over de in 2008 uitgevoerde interne controles,
gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van de gecontroleerde instellingen [3],
gezien de verklaring van de Rekenkamer waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 248 van het EG-Verdrag [4],
gelet op artikel 272, lid 10, en de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [5], en met name op de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147,
gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0082/2010),
A. overwegende dat de burgers het recht hebben te weten hoe hun belastinggeld wordt besteed en hoe de bevoegdheden die in handen zijn gegeven van politieke organen, worden gebruikt [6],
1. merkt op dat het Comité van de Regio’s (CvdR) in 2008 beschikbare vastleggingskredieten had voor een totaalbedrag van 93 miljoen EUR (68,6 miljoen EUR in 2007; 74,4 miljoen EUR in 2006), waarvan 86,87 % is besteed [7];
2. merkt op dat de Rekenkamer in haar jaarverslag concludeert dat voor wat betreft het CvdR de controle geen aanleiding heeft gegeven tot bijzondere opmerkingen;
3. is ingenomen met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst voor administratieve samenwerking tussen het CvdR en het Economisch en Sociaal Comité (EESC) voor de periode 2008-2014 en verzoekt het CvdR en het EESC verslag te doen van de voortgang bij de harmonisatie van de internecontrolenormen en van de relevante financiële procedures in verband met de gemeenschappelijke diensten; neemt nota van de voor beide partijen bevredigende oplossing voor de verdeling van de verificatietaken bij de gemeenschappelijke diensten op basis van de "oorsprong" van de verantwoordelijke ordonnateur van het ene of het andere comité;
4. herinnert eraan dat deze ontkoppeling als uitvloeisel van de overeenkomst voor administratieve samenwerking budgettair neutraal moet zijn en ziet met belangstelling uit naar de tussentijdse evaluatie van de overeenkomst in 2011 en, als onderdeel daarvan, de gezamenlijke analyse van het CvdR en het EESC;
5. is ingenomen met de resultaten van de door het CvdR en het EESC uitgevoerde evaluatie van de minisamenwerkingsovereenkomsten met betrekking tot ontkoppelde diensten en met name hun bevindingen dat de administratieve samenwerking tussen de comités door de nieuwe beheersstructuur is verbeterd, dat de ontkoppelde diensten de kwaliteit gehandhaafd hebben en de efficiëntie verhoogd hebben, en dat er geen aanvullende begrotingsmiddelen nodig waren; neemt voorts kennis van de conclusie dat in de toekomst op bepaalde praktische punten met betrekking tot de samenwerking verbetering nodig is;
6. is verheugd over de inzet van het CvdR op het gebied van interinstitutionele samenwerking op IT-gebied en met name over de onderhandelingen tussen het CvdR en het EESC en de Commissie over het gebruik van het programma Sysper2 voor de personeelsadministratie;
7. is verheugd over de continue verbetering van het interne controlesysteem van het CvdR, en met name over het overzicht van de belangrijkste administratieve, operationele en financiële procedures binnen het CvdR, de ontwikkeling van een leidraad voor het personeel inzake beroepsmatige verplichtingen en integriteit, met daarbij een checklist voor zelfbeoordeling bij belangenconflicten, de verbetering van het vademecum van taken en verantwoordelijkheden van personeel van het CvdR, alsmede de organisatie van een evaluatie achteraf over 2008 in alle diensten van het CvdR;
8. merkt op dat de risicobeoordeling in 2008 de volgende twee punten van zorg aan het licht heeft gebracht: ten eerste de problemen naar aanleiding van wijzigingen in het organigram en de gevolgen van de overeenkomst voor administratieve samenwerking tussen het CvdR en het EESC waarvoor nog een aanpassingsperiode gold, en ten tweede personeelsproblemen, veroorzaakt door een te groot personeelsverloop, ingewikkelde en langdurige wervingsprocedures en onvoldoende opleiding; verwacht dat deze kwesties in het volgende jaarlijkse activiteitenverslag van het CvdR een follow-up krijgen;
9. merkt op dat de dienst Interne audit controles heeft verricht met betrekking tot de uitgaven voor dienstreizen en de uitvoering van externe studies, waarbij een grondige toetsing plaatsvond van het interne controlesysteem, alsmede follow-up audits over salarisovermakingen (tweede follow-up), over interne controlenormen (eerste follow-up) en over de doelmatigheid van financiële circuits;
10. is verheugd over de follow-up die aan de eerdere kwijtingsbesluiten van het Parlement is gegeven, met name aan de opmerkingen van het Parlement over het verslag van OLAF en het administratief onderzoek naar gewogen salarisovermakingen waarbij alle ten onrechte door de betrokken ambtenaren ontvangen bedragen zijn terugbetaald, er tuchtrechtelijke procedures zijn gestart en de aanbevelingen van de interne controleur zijn uitgevoerd of momenteel worden uitgevoerd;
11. is tevens verheugd over de follow-up van het beheers- en controlesysteem binnen de eigen diensten waaruit blijkt dat gedurende meerdere jaren, waaronder 2008, jaarlijkse ex-post controles op basis van steekproeven zijn uitgevoerd, alsmede over de follow-up van beheers- en controlesystemen binnen de gezamenlijke diensten van het EESC en het CvdR, waaruit blijkt dat door ontkoppeling van bepaalde diensten de beheers- en controlesystemen van beide comités verbeterd zijn, zodat er voortaan altijd één comité volledig verantwoordelijk is voor iedere afzonderlijke uitgave, hetgeen een volledige financiële en operationele verantwoordelijkheid mogelijk maakt;
12. verlangt dat de leden van het CvdR hun financiële belangen aangeven en relevante informatie over bijvoorbeeld aan te geven beroepsactiviteiten en bezoldigde banen of activiteiten openbaar maken, met name gezien het feit dat leden van het CvdR een gekozen mandaat vervullen of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering;
13. complimenteert het CvdR met de kwaliteit van zijn jaarlijkse activiteitenverslag en is met name ingenomen met de expliciete vermelding van de genomen stappen naar aanleiding van voorgaande kwijtingsbesluiten van het Parlement.
[1] PB L 71 van 14.3.2008.
[2] PB C 273 van 13.11.2009, blz. 1.
[3] PB C 269 van 10.11.2009, blz. 1.
[4] PB C 273 van 13.11.2009, blz. 122.
[5] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
[6] Cf. Europees Transparantie-initiatief.
[7] Met aanpassing — 98,1 %: De kredieten van het CvdR ten bedrage van 93 miljoen EUR omvatten mede bestemmingsontvangsten in de vorm van 10,7 miljoen EUR afkomstig van het EESC in 2008. Met dit bedrag werd beoogd het CvdR in staat te stellen de huurkosten van zowel het EESC als van het CvdR in één betaling te voldoen. Deze kosten werden in 2009 voldaan. Na correctie met het bedrag van de interinstitutionele transactie van 10,7 miljoen EUR bedraagt de hoogte van de kredieten van het CvdR 82,4 miljoen EUR. Het bestedingspercentage van het CvdR ligt — na aanpassing — op 98,1 %.
--------------------------------------------------