Home

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2010 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling II — Europese Raad en Raad - Afdeling III - Commissie Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2010 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling II — Europese Raad en Raad - Afdeling III - Commissie Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2010 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling II — Europese Raad en Raad - Afdeling III - Commissie Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden /* COM/2010/0315 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 17.6.2010

COM(2010) 315 definitief

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2010

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling II — Europese Raad en Raad Afdeling III - Commissie Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2010

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling II — Europese Raad en Raad Afdeling III - Commissie Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden

Gelet op:

- het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 27,

- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106bis,

- Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name op artikel 37,

- het voorstel van de Europese Commissie van 24 maart 2010 tot wijziging van Verordening nr. 1605/202 van de Raad[2],

- de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, die op 17 december 2009 is goedgekeurd,

- de gewijzigde begroting 1/2010, goedgekeurd op 19 mei 2010,

- de ontwerpen van gewijzigde begroting nr. 2/2010[3], nr. 3/2010[4], nr. 4/2010[5] en nr. 5/2010[6].

De Europese Commissie dient, om de in de toelichting vermelde redenen, bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting 2010 in.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via ( http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

1. CONTEXT

1.1. Een dienst voor extern optreden voor een veilig Europa in een veranderende wereld

1.1.1. Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) bepaalt dat de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de Raad Buitenlandse Zaken voorzit, door middel van haar voorstellen bijdraagt tot de uitwerking van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en de uitvoering van de besluiten van de Europese Raad en van de Raad waarborgt. De hoge vertegenwoordiger vertegenwoordigt de EU in aangelegenheden die onder het GBVB vallen, voert namens de Unie de politieke dialoog met derden en verwoordt het standpunt van de Unie in internationale organisaties en op internationale conferenties.

1.1.2. Bij de vervulling van haar ambt wordt de hoge vertegenwoordiger bijgestaan door een Europese dienst voor extern optreden (hierna "EDEO" genoemd), zoals bepaald in het VEU.

1.1.3. De EU zal alleen in staat zijn om de strategische doelstellingen van het Verdrag van Lissabon te verwezenlijken en een krachtiger rol op het wereldtoneel te spelen, met een doeltreffende EDEO, die de Unie een duidelijker profiel bezorgt en helpt haar belangen en waarden uit te dragen.

1.1.4. De toegevoegde waarde die de EDEO kan bieden bij de aanpak van de complexe opgaven en gevaren waarvoor de EU thans staat, is het vermogen om de beschikbare instrumenten te combineren. De EDEO benut namelijk zowel de waardevolle kennis van de Europese Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad als de ervaring van de diplomatieke diensten van de EU-lidstaten.

1.1.5. In dit kader presenteert de Europese Commissie deze gewijzigde begroting als een technisch voorstel, gelet op de verzoeken van de hoge vertegenwoordiger en het feit dat er overeenkomstig het ontwerp-besluit van de Raad in het laatste kwartaal van 2010 uit hoofde van de EU-begroting diplomaten uit de EU-lidstaten moeten worden aangeworven voor de EDEO (tijdelijke ambtenaren).

1.2. Een efficiënte organisatorische structuur in het kader van begrotingsconsolidatie

1.2.1. De richtsnoeren van de Europese Raad van 29 en 30 oktober 2009 over de oprichting van de EDEO bevatten de volgende bepaling (punt 16):

"Hij moet op het gebied van administratieve begroting en personeelszaken autonoom zijn. De EDEO moet onder artikel 1 van het Financieel Reglement komen te vallen."

De Europese Commissie heeft derhalve bij de twee takken van de wetgevingsautoriteit een voorstel ingediend betreffende de herziening van het Financieel Reglement (COM…) en op 9 juni 2010 het voorstel tot wijziging van het Statuut (COM(2010) 85) goedgekeurd. Dit ontwerp van gewijzigde begroting is het derde deel van een reeks wijzigingen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het besluit van de Raad tot oprichting van de EDEO.

1.2.2. Op 25 maart 2010 presenteerde de hoge vertegenwoordiger een ontwerp-besluit van de Raad tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden.

1.2.3. Aan de oprichting van de EDEO dienen de beginselen van kostenefficiëntie, begrotingsneutraliteit en goed en doelmatig beheer ten grondslag te liggen.

Bij de oprichting van de EDEO moet rekening worden gehouden met de impact van de economische crisis op de overheidsfinanciën en het feit dat begrotingsconsolidatie moet worden nagestreefd. Dit houdt in dat op het gebied van personele middelen de nodige prudentie moet worden betracht wat betreft aanwerving, contracten enz.

1.2.4. De opzet van deze dienst moet worden gebaseerd op overgangsbepalingen en een geleidelijke capaciteitsopbouw. In het kader van goed en doelmatig beheer moet het onnodig dupliceren van taken, functies en middelen met andere instanties worden vermeden door zoveel mogelijk te rationaliseren en te stroomlijnen.

1.2.5. De afdelingen en functies van de relevante diensten van het secretariaat-generaal van de Raad en van de Commissie zullen derhalve naar de EDEO worden overgebracht. Zij staan in de bijlage bij het ontwerp-besluit van de Raad vermeld. Elke ambtenaar die naar de EDEO wordt overgeplaatst, krijgt een post toegewezen in een functiegroep die met zijn graad overeenstemt.

1.2.6. Daarnaast treedt een aantal diplomaten uit de lidstaten in dienst van de EDEO (tijdelijke ambtenaren). Wanneer de EDEO in 2013 op volle sterkte is, wordt het EDEO-personeel geacht voor ten minste een derde uit nationale personeelsleden (AD-niveau) te bestaan.

1.2.7. De EDEO zal daarom in 2010 beginnen met een structuur die toereikend is om de hoge vertegenwoordiger bij de vervulling van haar taak te ondersteunen, maar die ook rekening houdt met de huidige beperkingen wat betreft de administratieve uitgaven (rubriek 5) en de noodzakelijke begrotingsconsolidatie.

1.3. Onmiddellijke extra personeelsvereisten voor 2010

1.3.1. De EDEO dient zo spoedig mogelijk operationeel te zijn. Het samenvoegen van de diensten die van de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad naar de EDEO zijn overgedragen, zal naar verwachting zorgen voor synergie en efficiëntie op het hoofdkantoor. Deze efficiëntiewinst zal ook worden gebruikt om ten minste een deel van de prioritaire behoeften en extra taken van de EDEO te dekken.

1.3.2. Er moet echter rekening worden gehouden met de extra taken van het voorzitterschap van de werkgroepen en comités die de Raad Buitenlandse Zaken voorbereiden – taken die voorheen het SGR noch de Commissie vervulden – en met het feit dat de EDEO moet worden uitgerust met posten voor de bestuurs- en beleidsraden.

Het hoofdkantoor dient dan ook te worden versterkt met 20 nieuwe AD-posten om te kunnen voorzien in nieuwe beheersposten, een kleine juridische eenheid te kunnen oprichten en extra taken in verband met het voorzitterschap van geografische en thematische werkgroepen te kunnen vervullen. De hoge vertegenwoordiger zal allereerst voorzieningen moeten treffen om de hoogste directieposten in de nieuwe structuur op korte termijn te vervullen. Daarnaast worden er kredieten gevraagd voor 10 arbeidscontractanten voor ondersteunende taken op het hoofdkantoor.

1.3.3. De delegaties van de Unie vormen een integraal onderdeel van de EDEO. Sinds 1 januari 2010 hebben meer dan 60 EU-delegaties de rol van het lokale voorzitterschap op zich genomen. Dit houdt in dat zij optreden als vertegenwoordiger, coördinator en onderhandelaar van de EU. In dergelijke gevallen moeten zij worden versterkt om hun nieuwe taken ten volle te kunnen uitvoeren.

Om te voorzien in de meest dringende extra behoeften van de EU-delegaties moeten in de loop van het laatste kwartaal van 2010 geleidelijk 80 nieuwe AD-posten worden vervuld voor:

- de versterking van de delegaties ingeval er geen beleidsambtenaar ter plaatse is (circa 40 nieuwe AD-posten);

- de versterking van multilaterale delegaties (circa 20 nieuwe AD-posten);

- de omvorming van geregionaliseerde delegaties en de instelling van de functie van adjunct-hoofd van delegatie (circa 20 nieuwe AD-posten);

- aanvullende kredieten voor 60 plaatselijke personeelsleden voor de nodige ondersteuning.

2. DE PROCEDURE VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN EDEO-BEGROTING

2.1. Artikel 12, lid 5, van het ontwerp-besluit van de Raad over de inrichting en werking van de ODEO bepaalt: " Uiterlijk één maand na de inwerkingtreding van dit besluit dient de hoge vertegenwoordiger een raming van de inkomsten en uitgaven van de EDEO, inclusief een personeelsformatie, bij de Commissie in, zodat zij een ontwerp van gewijzigde begroting kan voorleggen."

2.2. Normaal gezien omvat een gewijzigde begroting tot oprichting van een nieuwe entiteit met een afzonderlijke afdeling in de begroting:

- een personeelsformatie,

- de overeenkomstige kredieten voor de betaling van de ambtenarensalarissen, infrastructuur en overige lopende kosten,

- kredieten voor overige soorten personeel (met inbegrip van salarissen, infrastructuur en overige lopende kosten),

- overige administratieve uitgaven (voor IT, beveiliging, dienstreizen, enz.).

2.3. Wil de EDEO autonoom kunnen functioneren, dan is het zaak zijn begroting zo spoedig mogelijk op te stellen. Hierbij moeten ook het soepele functioneren en de continuïteit van de werkzaamheden worden gewaarborgd.

2.4. De meeste personele middelen van de EDEO zullen worden onttrokken aan de Commissie en de Raad, die tot dusver verantwoordelijk waren voor de meeste taken die de EDEO in de toekomst zal verrichten. Dit begrotingsvoorstel voor de EDEO brengt dus ook wijzigingen van de begrotingen van deze instellingen mee.

Aangezien het de EDEO vooralsnog ontbreekt aan een volledig operationele begroting en administratieve capaciteit, is dit voorstel voor een gewijzigde begroting opgesteld in nauwe samenwerking tussen de twee betroken donorinstellingen en de hoge vertegenwoordiger.

2.5. In beginsel dient de begroting van de EDEO alle operationele kosten weer te geven.

De Europese Raad erkende evenwel dat het opzetten van de nieuwe dienst een hele opgave inhield en stelde in artikel 27 van de richtsnoeren van oktober 2009 uitdrukkelijk dat hiertoe "(…) gebruik (zal) moeten worden gemaakt van overgangsregelingen en geleidelijke capaciteitsopbouw."

De volgende factoren zijn aangemerkt als de grootste problemen bij het opstellen van de eerste EDEO-begroting in 2010:

- aangezien afzonderlijke delen van bestaande administratieve diensten moeten worden samengevoegd tot één afzonderlijke instantie, zal de EDEO niet vanaf de eerste dag over voldoende eigen capaciteit beschikken om aan zijn verplichtingen te voldoen;

- in de huidige fase van de opbouw van de EDEO is er nog geen volledig beeld van de werkwijzen en de uiteindelijke organisatiestructuur;

- de afwikkeling van en overdracht aan de EDEO van de contractuele en financiële verplichtingen van de donorinstellingen is een delicaat proces dat zorgvuldig moet worden voorbereid en uitgevoerd;

- de over te schrijven kredieten moeten nauwkeurig worden berekend op grond van een specifieke datum waarop de gewijzigde begroting waarschijnlijk wordt goedgekeurd. Als de gewijzigde begroting op een andere datum wordt goedgekeurd, bestaat het risico dat kredieten ontbreken op de begroting van de 'juiste' instelling, die hierover moet kunnen beschikken – met name voor salarissen en allerlei contractuele verplichtingen ;

- de overdracht van financiële verplichtingen en middelen in de loop van een begrotingsjaar, in plaats van aan het begin daarvan, is boekhoudkundig gezien een gevaarlijke operatie.

Het ernstige en reële risico zou zich kunnen voordoen dat werkzaamheden (zoals de betaling van salarissen en andere verplichtingen) op het hoofdkantoor en in de delegaties in belangrijke mate worden verstoord, hetgeen de reputatie van de prille EDEO zou schaden.

2.6. Als oplossing voor 2010 wordt een gewijzigde begroting voorgesteld op basis van een pragmatische en vereenvoudigde benadering voor de overgangsperiode. Deze bestrijkt het laatste kwartaal van het jaar, gesteld dat de gewijzigde begroting per 1 oktober 2010 wordt goedgekeurd. De voorgestelde gewijzigde begroting houdt dan ook het volgende in:

- overeenkomstig het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van het Financieel Reglement wordt een afzonderlijke begrotingsafdeling voor de EDEO opgenomen;

- de door de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad over te dragen posten blijven – weliswaar in afzonderlijke kolommen – vermeld in de personeelsformaties van de respectieve afdelingen van de twee donorinstellingen, teneinde de continuïteit van de administratieve en contractuele verplichtingen tot het einde van het jaar te waarborgen. Deze EDEO-posten worden met ingang van de begroting 2011 uit de personeelsformaties van de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad verwijderd (hiertoe volgt later dit jaar een nota van wijziging);

- er komt een eerste pakket nieuwe AD-posten om het hoofd te bieden aan de onmiddellijke extra taken. Dit zal ook bijdragen tot de verwezenlijking van het beleidsvoornemen ervoor te zorgen dat in 2013 een derde van al het AD-personeel uit de diplomatieke dienst van de lidstaten afkomstig is;

- alle kredieten, met inbegrip van de extra kredieten voor nieuwe EDEO-posten waarom is verzocht, zullen worden opgenomen in de betrokken begrotingsposten van de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad, zodat het toekomstige EDEO-personeel tot het einde van het jaar verzekerd is van alle betalingen (salarissen, toelagen, huur, enz.) en diensten (IT, onderhoud, kantines, enz.).

Aldus kan de continuïteit van de werkzaamheden op het hoofdkantoor en de delegaties gedurende de overgangsperiode tot het eind van het jaar worden gewaarborgd.

De hoge vertegenwoordiger zal zich zo volledig kunnen richten op de interne organisatie, aanwervingsprocedures[7] en de opbouw van de administratieve en financiële beheerscapaciteit van de EDEO, en hierop toezicht kunnen houden, opdat de dienst per 1 januari 2011 de volle verantwoordelijkheid en de bijhorende administratieve, financiële en contractuele verplichtingen kan overnemen.

2.7. De doelstelling voor het begrotingsjaar 2011 is dat de EDEO beschikt over zijn eigen volledige begroting voor 2011, met inbegrip van alle betreffende kredieten. Hiertoe dient bij het ontwerp van begroting voor 2011 tijdig een nota van wijziging te worden gevoegd, zodat deze nog in aanmerking kan worden genomen in de jaarlijkse begrotingsprocedure.

3. DE GEWIJZIGDE BEGROTING VOOR DE EDEO IN 2010

3.1. Structuur van de begroting

- Er wordt een nieuwe afdeling X " Europese dienst voor extern optreden " gecreëerd in de begroting van de Europese Unie.

- Er wordt een begrotingsstructuur ingesteld om de administratieve uitgaven van de EDEO te dekken. De structuur is gebaseerd op de structuur die door andere instellingen wordt gebruikt (titel 1 personeel , titel 2 huishoudelijke uitgaven , titel 3 delegaties ).

3.2. Personeelsformatie

De twee donorinstellingen hebben het aantal vaste posten vastgesteld dat is betrokken bij de overdracht van de diensten overeenkomstig het besluit van de Raad: Naar de EDEO worden 1 114 posten overgedragen van de personeelsformatie van de Commissie en 411 posten (waaronder 43 posten voor ondersteunende taken) van de personeelsformatie van het secretariaat-generaal van de Raad.

Daarnaast worden 100 nieuwe posten gevraagd voor de EDEO (waarvan 20 voor het hoofdkantoor en 80 voor de delegaties; de tweede groep geleidelijk in de loop van het laatste kwartaal van 2010: 50% in oktober en november respectievelijk). De onderstaande overzichtstabel bevat een uitsplitsing van de EDEO-posten naar herkomst en met onderscheid tussen hoofdkantoren en delegaties. De posten in de onderstaande tabel omvatten zowel posten die bezet moeten worden overgedragen als openstaande posten.

Tabel 1: Vaste posten afgestaan door donorinstellingen en nieuwe posten gecreëerd in 2010

Commissie | Raad | Nieuwe posten | Totaal |

Hoofdkantoor | 675 | 387 | 20 | 1 082 |

Delegaties | 439 | 24 | 80 | 543 |

Totaal | 1 114 | 411 | 100 | 1 625 |

De herziene personeelsformaties zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

3.3. Overige personele middelen (niet opgenomen in de personeelsformatie)

De kredieten voor andere personele middelen (gedetacheerde nationale deskundigen, arbeidscontractanten, lokaal personeel van delegaties) die moeten worden overgedragen, maar niet worden opgenomen in de personeelsformatie, zullen ook in 2010 uit de begroting van de donorinstelling worden gefinancierd.

Deze gewijzigde begroting omvat ook het verzoek om aanvullende kredieten voor de EDEO in verband met 10 arbeidscontractanten op het hoofdkantoor en 60 plaatselijke personeelsleden bij de delegaties. Aangezien er geen kredieten zijn opgenomen in de EDEO-begroting (zie lid 2.6), worden de betreffende kredieten vermeld in het deel van de begroting dat betrekking heeft op de Commissie.

3.4. Overige administratieve uitgaven

In 2010 worden geen kredieten voor andere administratieve uitgaven (huur, dienstreizen, IT, enz.) van de donorinstellingen aan de EDEO overgedragen. Deze worden opgenomen in de desbetreffende afdeling van de Commissie en van het secretariaat-generaal van de Raad.

4. CONCLUSIE

In verband met de oprichting van de EDEO behelst deze gewijzigde begroting, overeenkomstig het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van het Financieel Reglement, een voorstel om een nieuwe afdeling X (Europese dienst voor extern optreden) op te richten en de begrotingsafdelingen II (Europese Raad en Raad) en III (Commissie) in die zin te wijzigen, zoals weergegeven in de budgettaire bijlage.

In afdeling X wordt een nieuwe personeelsformatie gecreëerd voor de EDEO. Deze omvat 411 posten die naar de EDEO worden overgedragen van afdeling II (Europese Raad en Raad) en 1 114 posten overgedragen van afdeling III (Commissie). Ook vallen hier 100 extra nieuwe AD-posten voor de EDEO onder, waarvan 80 in de delegaties.

Deze meerkosten zijn nodig voor de financiering van de 100 nieuwe posten. Voorts wordt voorzien in aanvullende kredieten voor 60 extra plaatselijke personeelsleden bij de delegaties, waarom de hoge vertegenwoordiger heeft gevraagd voor de vervulling van de extra taken die bij het Verdrag zijn vastgesteld. Deze extra posten zullen al in 2010 bijdragen tot de uitvoering van het besluit van de Raad dat het AD-personeel van de EDEO in 2013 voor een derde moet bestaan uit personeel dat afkomstig is uit de diplomatieke diensten van de EU-lidstaten.

5. OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2010 | Begroting 2010 (waaronder GB 1 en OGB 2 t/m OGB 5) | OGB 6/2010 | Begroting 2010 (waaronder GB 1 en OGB 2 t/m OGB 6) |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |14 167 000 000 | |14 861 853 253 |11 342 270 803 | | |14 861 853 253 |11 342 270 803 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |49 388 000 000 | |49 387 592 092 |36 384 885 000 | | |49 387 592 092 |36 384 885 000 | | Totaal | 63 555 000 000 | |64 249 445 345 |47 727 155 803 | | |64 249 445 345 |47 727 155 803 | | Marge[8] | | |-194 445 345 | | | |-194 445 345 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN waarvan: | | | | | | | | | | marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |47 146 000 000 | |43 819 801 768 |43 701 207 586 | | |43 819 801 768 |43 701 207 586 | | Totaal | 59 955 000 000 | |59 498 833 302 |58 135 640 809 | | |59 498 833 302 |58 135 640 809 | | Marge | | |456 166 698 | | | |456 166 698 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |1 025 000 000 | |1 006 487 370 |738 570 370 | | |1 006 487 370 |738 570 370 | |3b. Burgerschap |668 000 000 | |668 000 000 |659 387 500 | | |668 000 000 |659 387 500 | | Totaal | 1 693 000 000 | |1 674 487 370 |1 397 957 870 | | |1 674 487 370 |1 397 957 870 | | Marge[9] | | |18 512 630 | | | |18 512 630 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER[10] |7 893 000 000 | | 8 160 182 000 |7 787 695 183 | | | 8 160 182 000 |7 787 695 183 | | Marge | | | -18 300 000 | | | | -18 300 000 | | | 5. ADMINISTRATIE[11] |7 882 000 000 | |7 908 983 423 |7 908 478 423 |9 521 362 |9 521 362 |7 918 504 785 |7 917 999 785 | | Marge | | | 53 016 577 | | | | 43 495 215 | | | TOTAAL | 140 978 000 000 |134 289 000 000 |141 491 931 440 |122 956 928 088 | | |141 501 452 802 |122 966 449 450 | | Marge | | |528 250 560 |11 660 953 912 | | |518 729 198 |11 651 432 550 | |

[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2] COM(2010) 85.

[3] COM(2010) 108.

[4] COM(2010) 149.

[5] COM(2010) 169.

[6] COM(2010) 320.

[7] Aanwervingen die worden verricht vóór 1.1.2011 vinden formeel namens de Commissie plaats. De Commissie zal de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegd gezag/de aanbestedende dienst echter volledig delegeren aan de hoge vertegenwoordiger in haar hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie, zodat alleen zij zeggenschap over de selectie krijgt.

[8] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR); 195 miljoen EUR boven het maximum wordt met het flexibiliteitsinstrument gefinancierd.

[9] Het bedrag voor het EUSF wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financiële kader, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[10] De marge voor 2010 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (248,9 miljoen EUR).

[11] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 80 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.