Home

Top EU-Canada Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over de komende top EU-Canada op 5 mei 2010

Top EU-Canada Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over de komende top EU-Canada op 5 mei 2010

15.3.2011

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 81/64


Woensdag, 5 mei 2010
Top EU-Canada

P7_TA(2010)0142

Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over de komende top EU-Canada op 5 mei 2010

2011/C 81 E/10

Het Europees Parlement,

gezien de onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst die van start zijn gegaan tijdens de top EU-Canada op 6 mei 2009 in Praag,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 9 februari 2010 over een herzien kaderakkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie voor de volgende zittingsperiode,

gezien de geslaagde 32ste interparlementaire bijeenkomst van de Delegatie voor de betrekkingen met Canada in november 2009 in Brussel,

gelet op de goedkeuringsprocedure, zoals bedoeld in artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat Canada al sinds 1959 officiële betrekkingen met de EU onderhoudt, hetgeen dit land tot een van de oudste en naaste partners van de Unie maakt,

B.

overwegende dat de lopende onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst de betrekkingen tussen de EU en Canada kunnen versterken,

C.

overwegende dat per maart 2010 geen gedegen effectbeoordeling was verricht van de sociale, ecologische en economische gevolgen van een dergelijke allesomvattende economische en handelsovereenkomst,

D.

overwegende dat Canada in 2010 voorzitter is van de G8 en als gastland optreedt voor de volgende G20-top,

E.

overwegende dat tijdens de komende top EU-Canada op 5 mei 2010 in Brussel naar verwachting de aandacht zal uitgaan naar de versterking van de nu al hechte politieke verhouding tussen beide partners, en in het bijzonder naar gemeenschappelijke uitdagingen zoals de onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst; uitdagingen ten aanzien van het buitenlands en veiligheidsbeleid, met name inzake Afghanistan en Pakistan; een gemeenschappelijke koers met betrekking tot Iran; de non-proliferatie van kernwapens; Haïti en de follow-up van de donorconferentie in New York; ontwikkelingssamenwerking; een gecoördineerde reactie op de financiële en economische crisis; klimaatverandering en energie en vorderingen in de Doha-onderhandelingsronde over de wereldhandel,

F.

overwegende dat de EU en Canada gemeenschappelijke waarden delen alsook de sterke overtuiging dat voor het aangaan van grote uitdagingen multilaterale samenwerking vereist is,

1.

is ingenomen met de verklaring van de Commissie waarin vorderingen in de onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst worden aangemerkt als een essentieel onderdeel van de economische betrekkingen tussen de EU en Canada; is in dit verband van mening dat de top EU-Canada op 5 mei 2010 in Brussel een goede gelegenheid vormt om deze onderhandelingen te bespoedigen;

2.

wijst op de soliditeit van de Canadese economie tijdens de economische crisis, in het bijzonder die van het bankwezen; verklaart zich bereid om in het kader van de G20 nauw met Canada samen te werken om tot een gecoördineerde wereldwijde aanpak inzake fiscale stimulansen en fiscale consolidatie te komen, en meent dat de kwestie van de invoering van een bankheffing of transactiebelasting op wereldniveau een van de prioritaire onderwerpen moet vormen tijdens de volgende G20-top in Toronto;

3.

constateert dat zowel Canada als de EU zich volledig willen inzetten voor een gecoördineerde, samenhangende en allesomvattende benadering om te voldoen aan de behoeften van Haïti op de korte en middellange termijn, alsmede voor de opbouw van een nieuw Haïti dat beantwoordt aan de gerechtvaardigde en reeds lang gekoesterde idealen van het Haïtiaanse volk voor hun land, waarbij zij ervoor zorgen dat Haïti meester blijft over het proces van wederopbouw;

4.

is verheugd over het voornemen dat is uitgesproken tijdens de recente troonrede in het Canadese parlement, om de Canadese telecommunicatiesector open te stellen voor buitenlandse concurrenten;

5.

neemt nota van het voornemen om een grootschalige hervorming van het beheersysteem van de Canadese visserijsector door te voeren, waarbij ook de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan betrokken zal zijn; is teleurgesteld over het standpunt dat de Canadese regering tijdens de meest recente conferentie van de CITES-partijen heeft ingenomen met betrekking tot de uitbreiding van CITES-bijlage 1 tot blauwvintonijn;

6.

toont zich andermaal verontrust over de visumplicht die Canada nog steeds oplegt aan burgers van de Tsjechische Republiek, Roemenië en Bulgarije en vraagt dat deze plicht zo snel mogelijk wordt ingetrokken; merkt op dat de Canadese regering de visumplicht voor Tsjechische burgers heeft ingevoerd naar aanleiding van de toestroom van Roma naar Canada, en dringt bij de lidstaten derhalve aan op een gepaste aanpak van de situatie van de Roma in Europa; is in dit verband ingenomen met de opening van een visumkantoor in de Canadese ambassade te Praag en de oprichting van een werkgroep van deskundigen voor deze kwestie, en hoopt dat de aangekondigde grondige herziening van het Canadese vluchtelingensysteem zal leiden tot intrekking van de visumplicht;

7.

benadrukt dat de EU en Canada zich verbinden tot de totstandbrenging van een koolstofarme, veilige en duurzame wereldeconomie, en tot een verbetering van het vermogen tot aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering; onderstreept het belang van continue discussies over milieukwesties in het kader van de milieudialoog op hoog niveau tussen de EU en Canada, inclusief over maritieme samenwerking en samenwerking ten aanzien van milieu en energie in het Noordpoolgebied en over de vooruitzichten van het starten van internationale onderhandelingen voor de goedkeuring van een internationaal verdrag voor de bescherming van het Noordpoolgebied; is verheugd over de in de recente troonrede gedane toezegging van Canada om te investeren in schone energietechnologieën, zijn plaats als schone energiemacht te bestendigen en een voortrekkersrol te vervullen bij het creëren van groene banen;

8.

is verontrust over de weerslag van de winning van teerzand op het milieu in de wereld ten gevolge van de hoge CO2-emissies tijdens het productieproces en het gevaar hiervan voor de plaatselijke biodiversiteit;

9.

herinnert de Raad en de Commissie eraan dat het Europees Parlement sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn goedkeuring moet hechten aan internationale overeenkomsten en van bij het begin volledig betrokken moet worden bij alle stadia van internationale onderhandelingen, en kijkt uit naar een spoedige verklaring van de Commissie over de wijze waarop zij dit wil doen; brengt in dit verband in herinnering dat zijn ongerustheid met betrekking tot de PNR-overeenkomst tussen de EU en Canada afdoende en gezamenlijk zal moeten worden weggenomen alvorens het zijn goedkeuring aan deze overeenkomst kan hechten;

10.

hoopt dat Canada volledige steun zal verlenen aan het verzoek van de EU om de ACTA-onderhandelingen open te stellen voor toezicht van het publiek, zoals het Parlement heeft gevraagd in zijn resolutie van 10 maart 2010, en om deze onderhandelingen te voeren onder de auspiciën van een internationale organisatie, waarbij de WIPO het geschiktst is;

11.

feliciteert het organiserend comité van Vancouver (VANOC) met het welslagen van de Olympische en Paralympische Winterspelen van 2010;

12.

merkt op dat de bevoegdheid voor de betrekkingen tussen de EU en Canada uitsluitend bij de federale autoriteiten berust, maar moedigt de deelname van de provincies en territoria aan de onderhandelingen betreffende een allesomvattende economische en handelsovereenkomst en aan bepaalde andere aspecten van de betrekkingen tussen de EU en Canada aan;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het fungerend voorzitterschap van de EU, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid/vicevoorzitter van de Commissie, en de Canadese regering.