Home

Situatie in Birma Resolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2010 over de situatie in Birma/Myanmar

Situatie in Birma Resolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2010 over de situatie in Birma/Myanmar

31.5.2011

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 161/154


Donderdag 20 mei 2010
Situatie in Birma

P7_TA(2010)0196

Resolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2010 over de situatie in Birma/Myanmar

2011/C 161 E/23

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties,

gezien de artikelen 18 tot en met 21 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

gezien artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR) van 1966,

gezien de verklaring van bijzonder VN-rapporteur Tomás Ojea Quintana van 5 mei 2010,

gezien de conclusies van de Raad (3009ste vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken, Luxemburg, 26 april 2010) over Birma/Myanmar,

gezien de verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger, Catherine Ashton, van 1 maart 2010, over de afwijzing door het opperste gerechtshof van Birma/Myanmar van het beroep van Aung San Suu Kyi,

gezien de verklaring van de voorzitter van de 16dee ASEAN-top van 9 april 2010 in Hanoi,

gezien de conclusies van de Europese Raad – Verklaring over Birma/Myanmar, van 19 juni 2009,

gezien de conclusies van de Raad over Birma/Myanmar (2938ste vergadering Raad Algemene Zaken, Luxemburg, 27 april 2009),

gezien de verklaring van het EU-voorzitterschap van 23 februari 2009, waarin wordt opgeroepen tot een allesomvattende dialoog tussen de overheid en de democratische krachten van Birma/Myanmar,

gezien het verslag van de VN-Secretaris-generaal van 28 augustus 2009 over de situatie van de mensenrechten in Birma/Myanmar,

gezien de resolutie van de VN-Raad voor de Mensenrechten van 26 maart 2010 over de situatie van de mensenrechten in Birma/Myanmar,

gezien de verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de arrestatie van Aung San Suu Kyi, van 14 mei 2009,

gelet op artikel 122 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de Birmaanse autoriteiten voor 2010 nationale verkiezingen hebben aangekondigd, de eerste sinds 1990,

B.

overwegende dat de vijf kieswetten en vier besluiten zoals ze zijn bekendgemaakt indruisen tegen alle democratische beginselen en vrije verkiezingen onmogelijk maken, in het bijzonder omdat zij de 2 200 officieel getelde politieke gevangenen van het stemrecht uitsluiten; overwegende dat de leden van de religieuze orden, waaronder naar schatting 400 000 boeddhistische monniken in Birma/Myanmar, uitdrukkelijk van stemming zijn uitgesloten, een bewijs te meer van de voortdurende discriminatie op grond van religie of status door de militaire junta,

C.

overwegende dat deze wetten indruisen tegen de grondbeginselen van vrije meningsuiting en recht van vereniging; dat de vanuit het buitenland werkende nieuwsmedia, die de belangrijkste bron van informatie vormen voor het Birmaanse volk, nog steeds in eigen land verboden zijn,

D.

overwegende dat deze wetten gebaseerd zijn op de Grondwet van 2010, die het huidige regime straffeloosheid garandeert voor zijn misdaden en alle grondrechten volledig opschort voor onbepaalde tijd, zolang de noodtoestand geldt; dat de nieuwe Birmaanse grondwet er speciaal op voorzien is de dictatuur in burgervermomming in stand te houden en niet de minste waarborg biedt voor de mensenrechten, noch enige vooruitzichten op daadwerkelijke veranderingen overeind laat,

E.

overwegende dat elk politiek statement dat enigszins van het gevestigde systeem afwijkt systematisch met harde middelen wordt onderdrukt (willekeurige arrestaties, onrechtvaardige processen, opsluiting, foltering, buitengerechtelijke executies),

F.

overwegende dat verkiezingen waar de oppositie van uitgesloten is, niet als rechtvaardig kunnen worden bestempeld,

G.

overwegende dat de Nationale Liga voor Democratie (NLD), de partij die de laatste verkiezingen met kop en schouders heeft gewonnen, besloten heeft de komende stembusgang te boycotten uit protest tegen de opgelegde voorwaarden; dat de NLD op 6 mei 2010 bij wet is ontbonden, omdat zij zich niet had laten registreren voor de verkiezingen,

H.

overwegende dat op de 16dee ASEAN-top is gewezen op het belang van verzoening en van het houden van algemene, vrije, regelmatige verkiezingen, waar iedereen aan kan deelnemen,

I.

overwegende dat de bijzondere VN-rapporteur voor Birma de „grove en systematische” overtredingen van de mensenrechten door de Birmaanse dictatuur heeft veroordeeld, hierbij aanstippend dat zij deel uitmaken van een staatsbeleid waar zowel de uitvoerende macht als het leger en het rechtsbestel op alle niveaus bij zijn betrokken, en bovendien pleit voor de instelling van een VN-enquêtecommissie die onderzoek doet naar de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid door de dictatuur,

J.

overwegende dat de Birmaanse regering de EU-afgevaardigde voor Birma toegang tot het grondgebied blijft ontzeggen en, herhaalde verzoeken gedurende vele maanden ten spijt, elke dialoog van de hand blijft wijzen,

K.

overwegende dat de Birmaanse regering sinds 2003 elk voorstel van de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap om haar zeven fasen omvattende „Routekaart naar Democratie” te herzien, naast zich neerlegt,

L.

overwegende dat momenteel 2 200 geregistreerde politieke gevangenen op grond van hun vreedzame acties in Birma/Myanmar opgesloten zitten, en dat aan meer dan 140 politieke gevangenen opzettelijk medische verzorging wordt geweigerd, waaronder de leider van de „88 Generation Students”, Ko Mya Aye, die lijdt aan een levensbedreigende hartziekte,

M.

overwegende dat het leger in de gebieden waar zich etnische conflicten afspelen zich blijft schuldig maken aan schendingen van de mensenrechten tegen de burgerbevolking, o.a. buitengerechtelijke executies, dwangarbeid en seksueel geweld,

N.

overwegende dat het geweld tegen etnische minderheden in het oosten van Birma aanhoudt, met als gevolg duizenden ontheemden, waarvan vele wegens de beperkingen die de dictatuur aan de humanitaire hulp oplegt, uitsluitend vanuit de buurlanden geholpen kunnen worden,

O.

overwegende dat Aung San Suu Kyi, de aanvoerster van de oppositionele Nationale Liga voor Democratie (NLD) al sinds 2003 onder huisarrest staat; dat de autoriteiten haar op 14 mei 2009 hebben aangehouden omdat zij zich niet zou hebben gehouden aan de voorwaarden van het huisarrest door het bezoek te ontvangen van de Amerikaan John Yettaw; dat een strafgerecht in de Insein-gevangenis van Rangoon Suu Kyi op 11 augustus 2009 tot drie jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens overtreding van haar huisarrest, een straf die achteraf is omgezet in 18 maanden huisarrest; dat het opperste gerechtshof van Birma/Myanmar op 1 maart 2010 het beroep van Aung San Suu Kyi tegen de uitspraak van 2009 heeft verworpen,

P.

overwegende dat de EU een van de grootste donateurs voor het land blijft en bereid is haar steun aan het Birmaanse volk op te voeren om de sociale en economische situatie ervan te verbeteren,

Q.

overwegende dat het Directoraat-generaal Humanitaire hulp de financiële middelen voor de vluchtelingen langs de Thais-Birmaanse grens heeft teruggeschroefd hoewel hun aantal zo goed als onveranderd blijft, en de hulp voor internaten in de vluchtelingenkampen heeft stopgezet,

R.

overwegende dat de VN-Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering van de VN en de VN-Raad voor de Mensenrechten, de Europese Unie en een groot aantal regeringen hebben verklaard dat de oplossing van de problemen van Birma ligt in een effectief driepartijenoverleg tussen Aung San Suu Kyi en de Nationale Liga voor Democratie, de echte vertegenwoordigers van de etnische minderheden, en de Birmaanse regering, en dat de Birmaanse regering nog steeds weigert aan een dergelijke triloog deel te nemen,

1.

bevestigt nogmaals zijn onvoorwaardelijke steun aan het Birmaanse volk;

2.

hekelt de organisatie van verkiezingen in volstrekt ondemocratische omstandigheden en volgens regels die de grootste democratische oppositiepartij uitsluiten; dat honderdduizenden Birmaanse burgers de mogelijkheid wordt ontnomen om hun actief en passief kiesrecht uit te oefenen, in een onmiskenbare poging om de gehele oppositie van het land van de verkiezingen uit te sluiten;

3.

betreurt het feit dat het leger onder de nieuwe grondwet minstens 25 % van het aantal zetels in het parlement wordt gegarandeerd en dat het de bevoegdheid zal krijgen de burgerlijke vrijheden op te schorten en de wetgevende macht buitenspel te zetten wanneer het dit in belang acht van de nationale veiligheid;

4.

dringt er bij de regering van Birma/Myanmar krachtig op aan onverwijld de noodzakelijke stappen te nemen om een vrije, eerlijke en transparante verkiezingsprocedure te waarborgen, waaraan wordt deelgenomen door alle stemgerechtigden, alle politieke partijen en alle overige belanghebbenden, en in te stemmen met de komst van internationale waarnemers; pleit in dit verband voor afschaffing van de in maart gepubliceerde kieswetten, omdat deze de organisatie van vrije en transparante verkiezingen onmogelijk maken;

5.

verzoekt de autoriteiten van Birma/Myanmar gehoor te geven aan de oproepen van de internationale gemeenschap om Aung San Suu Kyi en alle overige politieke gevangenen in staat te stellen deel te nemen aan het verkiezingsproces;

6.

dringt er bij de internationale gemeenschap op aan alles in het werk te stellen om te bewerkstelligen dat in het land vrije en democratische verkiezingen worden gehouden,

7.

dringt er bij de regering van Birma/Myanmar krachtig op aan een einde te maken aan de beperkingen op de vrijheid van vergadering, van vereniging, van verkeer en van meningsuiting, ook voor de vrije en onafhankelijke media, en daarbij ook te zorgen voor openbare toegankelijkheid van het internet en mobiele telefoondiensten, en tevens een einde te maken aan de censuur;

8.

spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de aanhoudende systematische schendingen van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de democratische grondrechten van de bevolking van Birma/Myanmar; roept de autoriteiten van Birma/Myanmar op een einde te maken aan de schendingen van internationale mensenrechten en het humanitaire recht;

9.

dringt er bij de regering van Birma/Myanmar op aan alle politieke gevangen onverwijld, onvoorwaardelijk en met volledige teruggave van hun politieke rechten vrij te laten en verdere politiek gemotiveerde arrestaties achterwege te laten;

10.

verzoekt de Hoge Vertegenwoordiger en de lidstaten openlijk hun steun uit te spreken voor de aanbeveling van de speciale VN-rapporteur voor Birma/Myanmar om een VN-commissie in te stellen die onderzoek moet gaan doen naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Birma/Myanmar, en deze aanbeveling op te nemen in de ontwerpresolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dit jaar;

11.

benadrukt dat de politieke en sociaaleconomische problemen van het land alleen kunnen worden aangepakt door een serieuze dialoog tussen alle betrokken partijen, met inbegrip van etnische groeperingen en de oppositie;

12.

wijst nogmaals op het cruciale belang van een serieuze dialoog en nationale verzoening voor een overgang naar democratie; verzoekt de regering van Birma/Myanmar onmiddellijk een begin te maken met een echte dialoog met alle partijen en etnische groeperingen; verwelkomt in dit verband de bemiddelingspogingen die zijn ondernomen door de Secretaris-generaal van de VN en zijn speciale rapporteur voor Birma/Myanmar;

13.

dringt er bij de regeringen van China, India en Rusland op aan hun aanzienlijke economische en politie invloed bij de Birmese autoriteiten aan te wenden om de situatie in het land substantieel te verbeteren en de leveranties van wapens en andere strategische bevoorrading te staken; verzoekt de regeringen van de ASEAN-landen en China, die geprivilegieerde betrekkingen met Birma/Myanmar onderhouden, hun connecties te gebruiken om de Birmese autoriteiten ertoe te brengen af te zien van hun beleid van etnische zuivering, waardoor honderdduizenden Rohingya's over de grens met Bangladesh zijn gevlucht en de ellende van de straatarme bevolking in de regio rond Cox's Bazar verder is vergroot,

14.

spreekt zijn onverkorte steun uit voor de niet aflatende inspanningen van de speciaal gezant van de EU en nodigt de autoriteiten van Birma/Myanmar uit hem alle medewerking te verlenen;

15.

verwelkomt het besluit van de Raad om de beperkende maatregelen verankerd in het huidige EU-besluit met een jaar te verlengen en verklaart zich nogmaals nadrukkelijk bereid de reeds in het licht van de ontwikkelingen in het land getroffen maatregelen te herzien, te wijzigen of te versterken;

16.

verzoekt de Europese Commissie de bezuinigingen op de financiële hulp voor vluchtelingen aan de Thais-Birmese grens ongedaan te maken en onmiddellijk geld beschikbaar te stellen voor grensoverschrijdende hulp, met name medische hulpverlening;

17.

herhaalt zijn oproepen om te komen tot een oplossing voor het probleem van de Rohingya vluchtelingen in Bangladesh; dringt er bij de regering van Bangladesh op aan toestemming te geven voor hun officiële registratie als vluchtelingen, en verzoekt de Birmese autoriteiten hun vervolging van de Rohingya's te staken en hun fundamentele rechten als religieuze en etnische minderheid volledig te eerbiedigen;

18.

uit zijn tevredenheid over de steun van de Europese Unie voor een volledig wapenembargo en dringt er bij de Europese regeringen en de Europese Commissie op aan zich actief te gaan inzetten voor het bereiken van een mondiale consensus over een dergelijk embargo;

19.

steunt de vredesmissie van de Secretaris-generaal van de VN en prijst diens betrokkenheid bij het probleem;

20.

draagt zijn interparlementaire delegaties voor de betrekkingen met ASEAN-landen, China, Rusland, de VS, India, de Zuid-Aziatische landen en Japan op Birma op de agenda te zetten van hun ontmoetingen met hun gesprekspartners in die landen;

21.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Hoge Vertegenwoordiger/Vicepresident mevrouw Ashton, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de speciale EU-gezant voor Birma, de Birmese staatsraad voor vrede en ontwikkeling, de regeringen van de ASEAN- en ASEM-landen, het ASEM-secretariaat, de interparlementaire ASEAN Myanmar Caucus, Aung San Suu Kyi, de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties en de speciale VN-mensenrechtenrapporteur voor Birma/Myanmar.