Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten /* COM/2010/0278 def. - NLE 2010/0148 */
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 26.5.2010
COM(2010)278 definitief
2010/0148 (NLE)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten
TOELICHTING
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten om een tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief onderzocht. Bijgaand voorstel heeft betrekking op bepaalde industrie- en landbouwproducten. De schorsingsverzoeken voor deze producten werden onderzocht aan de hand van de criteria die zijn vermeld in de mededeling van de Commissie inzake autonome schorsingen van rechten en contingenten (PB C 128 van 25.4.1998, blz. 2). Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is om de rechten te schorsen voor de producten die zijn vermeld in bijlage I bij dit voorstel voor een verordening. Producten waarvoor de schorsing van de rechten niet meer in het economische belang van de EU is, werden van de lijst geschrapt. In bijlage I bij deze verordening zijn de producten vermeld waarvoor een schorsing van rechten wordt voorgesteld of waarvoor er een nieuwe omschrijving is en in bijlage II zijn de producten vermeld die zijn geschrapt in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 en de producten waarvoor de omschrijving door een nieuwe wordt vervangen die in bijlage I is opgenomen. Deze maatregel is geldig van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2014, zodat de afzonderlijke schorsingen gedurende deze periode aan een economische toets kunnen worden onderwerpen. Mochten de Commissie en de Groep economische tariefvraagstukken dan van mening zijn dat bepaalde schorsingen geschrapt of verlengd moeten worden, dan zullen deze na die periode worden geschrapt of verlengd.
Het is in het belang van de EU om de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief geheel of gedeeltelijk te schorsen voor een aantal nieuwe producten die niet zijn vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 van de Raad houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten.
Het voorstel is in overeenstemming met het beleid op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling en buitenlandse betrekkingen. Dit voorstel gaat met name niet ten koste van landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de EU hebben (zoals landen die voor het SAP en de ACS-regeling in aanmerking komen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten in de westelijke Balkan).
RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
De Groep Economische Tariefvraagstukken, waarin vertegenwoordigers van de industrieën van de lidstaten zitting hebben, werd geraadpleegd. Alle in de lijst vermelde schorsingen stemmen overeen met het akkoord of compromis dat in de groep werd bereikt.
Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen.
Dit voorstel geeft de EU-bedrijven een vrijstelling van douanerechten voor een bedrag van 29,2 miljoen euro per jaar en versterkt hun concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven in derde landen waarvan de eindproducten in de EU worden ingevoerd. Dit is in overeenstemming met de beginselen die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie inzake autonome schorsingen van rechten en contingenten. De voorgestelde wijziging draagt bij aan het behoud van bestaande en aan de schepping van nieuwe banen in de Europese Unie.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
De rechtsgrond van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing, daar het voorstel onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt.
De maatregelen zijn in overeenstemming met het beginsel van de vereenvoudiging van de procedures in het kader van de handel met derde landen, en met de mededeling van de Commissie inzake autonome schorsingen van rechten en contingenten (PB C 128 van 25.4.1998, blz. 2).
Krachtens artikel 31 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie moeten schorsingen van autonome rechten en contingenten worden vastgesteld door de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Derving van douanerechten ten bedrage van 29 175 000 euro/jaar.
AANVULLENDE INFORMATIE
Bijlage I bij de voorgestelde verordening bevat de nieuwe lijst van schorsingen van rechten. Bijlage II bevat de lijst van geschrapte schorsingen.
2010/0148 (NLE)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
van […]
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 31,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
1. Het is in het belang van de EU om de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief volledig te schorsen voor een aantal nieuwe producten die niet in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 van de Raad zijn vermeld[1].
2. De GN- en Taric-codes 1518 00 99 10, 3907 20 20 91, 7410 11 00 10, 7410 21 00 60 en 9031 90 85 30 van vier producten die thans in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 zijn vermeld, moeten worden geschrapt omdat het niet langer in het belang van de EU is om de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor deze producten te handhaven.
3. Voor twaalf schorsingen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 moet de omschrijving worden aangepast om rekening te houden met de technische ontwikkeling van producten en de economische ontwikkelingen op de markt. Deze schorsingen moeten worden geschrapt van de lijst in die bijlage en als nieuwe schorsingen met nieuwe omschrijvingen weer worden toegevoegd. Duidelijkheidshalve moeten deze schorsingen met een sterretje worden aangegeven in de eerste kolom van bijlage I en van bijlage II bij deze verordening.
4. De ervaring heeft uitgewezen dat een vervaldatum moet worden vastgesteld voor de schorsingen die zijn vermeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 om rekening te kunnen houden met technische en economische ontwikkelingen. Dit sluit niet uit dat bepaalde maatregelen vroegtijdig worden beëindigd of na deze periode worden voortgezet, indien daarvoor economische redenen aanwezig zijn, overeenkomstig de beginselen die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 1998 inzake autonome schorsingen van rechten en contingenten[2].
5. Verordening (EG) nr. 1255/96 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
6. Daar de bij deze verordening vastgestelde schorsingen op 1 juli 2010 van kracht moet worden, moet deze verordening ook vanaf die datum van toepassing worden en onmiddellijk in werking treden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 wordt als volgt gewijzigd:
7. de rijen voor de in bijlage I bij deze verordening vermelde producten worden ingevoegd;
8. de rijen voor de producten waarvan de GN- en Taric-codes in bijlage II bij deze verordening zijn vermeld, worden geschrapt.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 juli 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE I
Producten als bedoeld in artikel 1, lid 1
GN-code | TARIC | Omschrijving | Autonoom recht | Geldigheidsperiode |
ex 1515 19 10 | 10 | Lijnolie met een joodgetal van 190 of meer gemeten volgens ISO-norm 150-2006 | 0 % | 1.7.2010-31.12.2010 |
ex 1516 20 96 | 10 | Geraffineerde, gebleekte, gehydrogeneerde sojaolie in de vorm van vlokken, zoals gebruikt bij de fabricage van cosmetica | 0 % | 1.7.2010-31.12.2010 |
ex 1516 20 96 | 20 | Jojobaolie, gehydrogeneerd en intermoleculair veresterd, zonder enige verdere chemische wijziging en niet onderworpen aan enig texturizeringsproces | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2008 99 49 | 20 | Gezoete gedroogde veenbessen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2008 99 49 ex 2008 99 99 | 30 40 | Pitloze boysenbessenpuree zonder toegevoegde alcohol, al dan niet toegevoegde suiker bevattend | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2805 30 90 | 20 | Samarium met een zuiverheid van 99,90 gewichtspercenten of meer | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2904 10 00 | 30 | Natrium-p-styreensulfonaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2904 10 00 | 50 | Natrium-2-methylprop-2-een-1-sulfonaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2905 19 00 | 40 | 2,6-Dimethylheptaan-2-ol | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2905 29 90 | 20 | Dec-9-een-1-ol | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2909 30 90 | 10 | 2-(Fenylmethoxy)naftaleen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2909 30 90 | 20 | 1,2-Bis(3-methylfenoxy)ethaan | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2915 90 00 | 50 | Allylheptanoaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2917 11 00 | 30 | Kobaltoxalaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2917 19 10 | 10 | Dimethylmalonaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2917 19 90 | 30 | Ethyleenbrassylaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2918 99 90 | 20 | Methyl-3-methoxyacrylaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2918 99 90 | 70 | Allyl-(3-methylbutoxy)acetaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2921 19 50 ex 2929 90 00 | 10 20 | Diethylaminotriethoxysilaan | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2922 19 85 | 40 | 2-(Dimethylamino)ethylbenzoaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2922 49 85 | 15 | DL-asparaginezuur gebruikt voor de vervaardiging van integratiesubstanties voor levensmiddelen(1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2922 50 00 | 20 | 1-[2-Amino-1-(4-methoxyfenyl)-ethyl]-cyclohexanolhydrochloride | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2924 29 98 | 20 | 2-Chloor-N-(2-ethyl-6-methylfenyl)-N-(propaan-2-yloxymethyl)aceetamide | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2926 90 95 | 70 | Methacrylonitril | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2926 90 95 | 75 | Ethyl-2-cyaan-2-ethyl-3-methylhexanoaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2929 10 00 | 15 | 3,3’-Dimethylbifenyl-4,4’-diyldiisocyanaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2930 90 99 | 81 | Dinatriumhexamethyleen-1,6-bisthiosulfaat, dihydraat | 3 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2930 90 99 | 84 | 2-Chloor-4-(methylsulfonyl)benzoëzuur | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2931 00 99 | 92 | Trimethylboraan | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 39 99 | 20 | Koperpyrithionpoeder | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 39 99 | 30 | Fluazinam (ISO) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 39 99 | 45 | 5-Difluormethoxy-2-[[(3,4-dimethoxy-2-pyridyl)methyl]thio]-1H-benzimidazool | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 39 99 | 47 | (-)-trans-4-(4’-Fluorfenyl)-3-hydroxymethyl-N-methylpiperidine | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 39 99 | 48 | Flonicamide (ISO) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 59 95 | 45 | 1-[3-(Hydroxymethyl)pyridin-2-yl]-4-methyl-2-fenylpiperazine | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 59 95 | 50 | 2-(2-Piperazin-1-ylethoxy)ethanol | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 59 95 | 55 | Thiopental (INNM) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 59 95 | 65 | 1-Chloormethyl-4-fluor-1,4-diazoniabicyclo[2.2.2]octaanbis(tetrafluorboraat) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 59 95 | 75 | (2R,3S/2S,3R)-3-(6-Chloor-5-fluorpyrimidin-4-yl)-2-(2,4-difluorfenyl)-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol hydrochloride | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 79 00 | 60 | 3,3-Pentamethyleen-4-butyrolactam | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 99 80 | 32 | 5-[4’-(Broommethyl)bifenyl-2-yl]-2-trityl-2H-tetrazool | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2933 99 80 | 37 | 8-Chloor-5,10-dihydro-11H-dibenzo[b,e][1,4]diazepine-11-on | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2934 10 00 | 60 | Fosthiazaat (ISO) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2934 99 90 | 20 | Thiofeen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2934 99 90 | 30 | Dibenzo[b,f][1,4]thiazepine-11(10H)-on | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 2935 00 90 | 77 | [[4-[2-[[(3-Ethyl-2,5-dihydro-4-methyl-2-oxo-1H-pyrrool-1-yl)carbonyl]amino]ethyl]fenyl]sulfonyl]carbamidezuur, ethylester | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3701 30 00 | 20 | Lichtgevoelige plaat, bestaande uit een fotopolymeerlaag op een polyesterfolie met een totale dikte van meer dan 0,43 mm maar niet meer dan 3,18 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3707 10 00 ex 3707 90 90 | 35 70 | Emulsie of bereiding voor het gevoelig maken van oppervlakken, bestaande uit acrylaat- en/of methacrylaatpolymeren, niet meer dan 7 gewichtspercenten lichtgevoelige zuurprecursoren bevattende, opgelost in een organisch oplosmiddel dat ten minste 2-methoxy-1-methylethylacetaat bevat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2011 |
ex 3707 10 00 | 55 | Rollen polyethyleentereftalaatfolie: — aan één zijde bekleed met een droge laag acrylfotopolymeerhars, — voorzien van een polyethyleen beschermfolie | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3707 90 90 | 40 | Antireflectiemiddel, in de vorm van een waterige oplossing, bevattende niet meer dan: — 2 gewichtspercent halogeenvrij alkylsulfonzuur, en — 5 gewichtspercent van een gefluoreerd polymeer | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3808 92 90 | 30 | Preparaat dat bestaat uit een suspensie van pyrithionzink (INN) in water, bevattende: — 24 of meer maar niet meer dan 26 gewichtspercenten pyrithionzink (INN), of — 39 of meer maar niet meer dan 41 gewichtspercenten pyrithionzink (INN) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 3808 92 90 | 50 | Preparaten op basis van koperpyrithion | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3808 93 23 | 10 | Herbicide dat flazasulfuron (ISO) als werkzaam bestanddeel bevat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3808 93 90 | 10 | Preparaat, in de vorm van korrels, bevattende: — 38,8 of meer maar niet meer dan 41,2 gewichtspercenten Gibberelline A3, of — 9,5 of meer maar niet meer dan 10,5 gewichtspercenten Gibberelline A4 en A7 | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 05 | Mengsel van methylmethacrylaatmonomeer en butylacrylaatmonomeer in een oplossing van xyleen en butylacetaat, bevattende meer dan 54 maar niet meer dan 56 gewichtspercenten oplosmiddelen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 06 | Paraffine met een chloreringsgehalte van 70 % of meer | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 08 | Mengsel van divinylbenzeen-isomeren en ethylvinylbenzeen-isomeren, bevattende 56 of meer maar niet meer dan 80 gewichtsprocent divinylbenzeen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 11 | Mengsel van fytosterolen, niet in poedervorm, bevattende: — 40 of meer maar niet meer dan 58 gewichtspercenten beta-sitosterolen — 20 of meer maar niet meer dan 28 gewichtspercenten campesterolen — 14 of meer maar niet meer dan 23 gewichtspercenten stigmasterolen — 0 of meer maar niet meer dan 15 gewichtspercenten andere sterolen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 21 | Mengsel van 2-propeenzuur, (1-methylethylideen)bis(4,1-fenyleenoxy-2,1-ethaandiyloxy-2,1-ethaandiyl)ester met 2-propeenzuur, (2,4,6-trioxo-1,3,5-triazine-1,3,5(2H,4H,6H)-triyl)tri-2,1-ethaandiylester en 1-hydroxycyclohexylfenylketon, opgelost in methylethylketon en tolueen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 23 | Mengsel van urethaanacrylaten, tripropyleenglycoldiacrylaat, geëthoxyleerd bisfenol-A-acrylaat en poly(ethyleenglycol)-400-diacrylaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3824 90 97 | 44 | Mengsel van fytosterolen, niet in poedervorm, bevattende: — 75 of meer gewichtspercenten sterolen en — niet meer dan 25 gewichtspercenten stanolen, bestemd voor de vervaardiging van stanolen/sterolen of stanol/sterolesters (1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2012 |
ex 3824 90 97 | 66 | Mengsels van primaire tert-alkylaminen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3824 90 97 | 88 | Oligomeer reactieproduct, bestaande uit bis(4-hydroxyfenyl)sulfon en 1,1’-oxybis(2-chloorethaan) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3901 10 90 | 20 | Polyethyleen, in de vorm van korrels, met een relatieve dichtheid van 0,925 (± 0,0015), een zogenaamde "melt flow" index van 0,3 g/10 min (± 0,05 g/10 min), bestemd voor de vervaardiging van geblazen foliën met een troebeling van niet meer dan 6 % en een treksterkte (MD/TD) van 210/340(1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 3902 90 90 | 60 | Niet-gehydrogeneerde 100 % alifatische hars (polymeer), met de volgende kenmerken: — vloeibaar bij kamertemperatuur — verkregen door polymerisatie van C5-alkeenmonomeren — met een aantalgemiddeld molecuulgewicht (Mn) van 370 (± 50) — met een gewichtgemiddeld molecuulgewicht (Mw) van 500 (± 100) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3906 90 90 | 35 | Wit poeder van 1,2-ethaandiol dimethacrylaat-methylmethacrylaat copolymeer met een deeltjesgrootte van niet meer dan 18 µm, niet in water oplosbaar | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 3907 91 90 | 10 | Prepolymeer van diallylftalaat, in de vorm van poeder | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3907 99 90 | 70 | Copolymeer van poly(ethyleentereftalaat) en cyclohexaandimethanol, bevattende meer dan 10 gewichtspercenten cyclohexaandimethanol | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3910 00 00 | 60 | Polydimethylsiloxaan, al dan niet gesubstitueerd met polyethyleenglycol en trifluorpropyl, met methacrylaat-eindgroepen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3916 20 00 | 91 | Profielen van poly(vinylchloride) van het soort dat wordt gebruikt bij de fabricage van damwandplanken en bekledingen, die de volgende additieven bevatten: — titaandioxide — poly(methylmethacrylaat) — calciumcarbonaat — bindmiddelen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 10 80 | 23 | Reflecterende folie, bestaande uit verschillende lagen waaronder: — poly(vinylchloride); — polyurethaan met aan één zijde merktekens tegen namaak, verandering of vervanging van gegevens of kopiëren en aan de andere zijde een laag van glazen microbolletjes; — een laag met een beveiligings- en/of officieel merkteken dat afhankelijk van de gezichtshoek van uiterlijk verandert; — gemetalliseerd aluminium; — en een kleeflaag, aan één zijde bedekt met een verwijderbare beschermfolie | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 10 80 ex 3919 90 00 | 27 20 | Polyesterfolie: — aan één kant voorzien van een temperatuurgevoelige acryl kleeflaag waarvan de kleefkracht opgeheven wordt bij een temperatuur van 90 °C of meer doch niet meer dan 200 °C en een polyester beschermfilm, en —aan de andere kant al dan niet voorzien van een drukgevoelige acryl kleeflaag of een temperatuurgevoelige acryl kleeflaag waarvan de kleefkracht opgeheven wordt bij een temperatuur van 90 °C of meer doch niet meer dan 200 °C en een polyester beschermfilm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 10 80 | 32 | Polytetrafluorethyleenfolie: — met een dikte van 110 µm of meer, — met een oppervlakteweerstand van 102-1014 ohm, zoals bepaald volgens testmethode ASTM D 257, — aan één zijde voorzien van een drukgevoelige acryl-kleeflaag | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 10 80 | 37 | Polytetrafluorethyleenfolie: — met een dikte van 100 µm of meer, — een breukrek van niet meer dan 100 %, — aan één zijde voorzien van een drukgevoelige siliconen-kleeflaag | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3919 10 80 *ex 3919 90 00 | 40 43 | Zwarte poly(vinylchloride)folie: — met een glans van meer dan 30 graden, zoals bepaald volgens testmethode ASTM D2457, — al dan niet aan één zijde voorzien van een beschermende polyethyleentereftalaatfolie, en aan de andere zijde van een drukgevoelige kleeflaag met profiel en een verwijderbare beschermfolie | 0 % | 1.7.2010-31.12.2011 |
*ex 3919 90 00 | 19 | Transparante zelfklevende folie van poly(ethyleentereftalaat): —vrij van onzuiverheden of gebreken, —aan één zijde voorzien van een drukgevoelige kleefstof van acryl en een beschermfolie en aan de andere zijde van een antistatische laag van een ionische organische cholineverbinding, —al dan niet met een bedrukbare stofwerende laag van een gemodificeerde organische lange keten alkylverbinding, —met een totale dikte zonder de beschermfolie van 54 μm of meer doch niet meer dan 64 μm, en —een breedte van meer dan 1 295 mm doch niet meer dan 1305 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 3919 90 00 | 22 | Zwarte polypropyleenfolie: — met een glans van meer dan 20 graden, zoals bepaald volgens testmethode ASTM D2457, — al dan niet aan één zijde voorzien van een beschermende polyethyleentereftalaatfolie en aan de andere zijde met een drukgevoelige kleeflaag met profiel en een verwijderbare beschermfolie | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 90 00 | 24 | Reflecterende gelaagde folie: — bestaande uit een epoxyacrylaatlaag die aan één zijde is voorzien van in een regelmatig patroon aangebrachte inpersingen, — aan beide zijden bedekt met een of meer lagen kunststof en — aan één zijde bedekt met een kleeflaag en een verwijderbare beschermfolie | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 90 00 | 26 | Ethyleen-vinylacetaatfolie: — met een dikte van 100 µm of meer, — aan één zijde bekleed met een druk- of UV-gevoelige acryl kleefstof en een polyester beschermfilm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3919 90 00 | 28 | Folie van poly(vinylchloride) of polyethyleen of van een ander polyolefine: — met een dikte van 65 µm of meer, — aan één zijde voorzien van een UV-gevoelige acryl kleeflaag en een polyester beschermfilm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3919 90 00 | 37 | UV-gevoelige folie van of poly(vinylchloride): — met een dikte van ten minste 78 μm, — aan één kant bedekt met een kleeflaag en een verwijderbare beschermfolie, — met een hechtsterkte van ten minste 1 764 mN/25 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3920 59 90 | 20 | Reflecterende gelaagde folie, bestaande uit een epoxyacrylaatlaag die aan één zijde is voorzien van in een regelmatig patroon aangebrachte inpersingen, aan beide zijden bedekt met een of meer lagen kunststof | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3920 62 19 ex 3920 62 19 | 24 26 | Folie van poly(ethyleentereftalaat) met een dikte van 186 µm of meer doch niet meer dan 191 µm, aan één zijde bedekt met een acryllaag in een matrixpatroon | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 3920 62 19 *ex 3920 62 19 | 75 77 | Transparante polyethyleentereftalaatfolie: — aan beide zijden bekleed met lagen organische stoffen op acrylbasis met een dikte van 7 nm of meer doch niet meer dan 80 nm, — met een oppervlaktespanning van 36 Dyne/cm of meer doch niet meer dan 39 Dyne/cm, — met een lichtdoorlatendheid van meer dan 93 %, — met een troebeling van niet meer dan 1,3 %, — met een totale dikte van 10 µm of meer doch niet meer dan 350 µm, — met een breedte van 800 mm of meer doch niet meer dan 1 600 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 3920 91 00 | 51 | Foliën van poly(vinylbutyral), bevattende 25 of meer doch niet meer dan 28 gewichtspercenten tri-isobutyl fosfaat als weekmaker | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3920 91 00 | 52 | Foliën van poly(vinylbutyral): — bevattende 26 of meer doch niet meer dan 30 gewichtspercenten triethyleenglycol bis(2-ethylhexanoaat) als weekmaker — met een dikte van 0,73 mm of meer doch niet meer dan 1,50 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3921 90 55 ex 7019 40 00 | 25 20 | Prepregvellen of -rollen, bevattende polyimidehars | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 3921 90 55 | 30 | Prepregvellen of -rollen, bevattende gebromeerde epoxyhars, versterkt met glasvezel, met — een flow van niet meer dan 3,6 mm (zoals bepaald volgens IPC-TM 650.2.3.17.2), en — een glasovergangstemperatuur (Tg) van meer dan 170 °C (zoals bepaald volgens IPC-TM 650.2.4.25) voor gebruik bij de fabricage van printplaten (1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 6909 19 00 | 20 | Kogels van siliciumnitride (Si3N4) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 7019 19 10 | 55 | Glaskoord, geïmpregneerd met rubber of kunststof, verkregen uit filamenten van glas van het type-K of het type-U, bestaande uit: — 9 % of meer doch niet meer dan 16 % magnesiumoxide, — 19 % of meer doch niet meer dan 25 % aluminiumoxide, — 0 % of meer doch niet meer dan 2 % booroxide, — zonder calciumoxide, bedekt met een latex bevattende ten minste een resorcinolformaldehydhars en gechloorsulfoneerd polyethyleen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 7325 99 10 | 20 | Ankerkop van vuurgegalvaniseerd smeedbaar gietijzer, van de soort gebruikt voor de fabricage van grondankers | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 7410 21 00 | 30 | Foliën van polyimide, ook indien epoxyhars en/of glasvezels bevattende, aan een of beide zijden voorzien van bladkoper | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 8108 20 00 | 20 | Onbewerkte ingots, verkregen uit het samensmelten van titaan en titaanlegeringen, met een diameter van niet meer dan 380 mm | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 8414 30 81 | 50 | Hermetische of halfhermetische elektrische scrollcompressoren met variabele snelheid, met een nominaal vermogen van 0,5 kW of meer doch niet meer dan 5 kW, met een verplaatsingsvolume van niet meer dan 35 cm3, van de soort gebruikt in koelinstallaties | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8418 99 10 | 50 | Verdamper, bestaande uit aluminium pennen en een koperspoel, van de soort gebruikt in koelinstallaties | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8418 99 10 | 60 | Condensor, bestaande uit twee concentrische koperbuizen, van de soort gebruikt in koelinstallaties | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8501 31 00 | 40 | Gelijkstroommotor met permanente bekrachtiging, met: een meerfasenwikkeling, — een uitwendige diameter van 30 mm of meer doch niet meer dan 75 mm, — een rotatiesnelheid van niet meer dan 15000 tpm, — een vermogen van 45 W of meer doch niet meer dan 300 W, en — een voedingsspanning van 9 V of meer doch niet meer dan 25 V | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 8504 40 90 | 40 | Halfgeleidervermogensmodules bevattende: — vermogenstransistoren, — geïntegreerde schakelingen, — al dan niet dioden en thermistors, — een bedrijfsspanning van niet meer dan 600 V, — niet meer dan drie elektrische uitgangen met elk twee vermogensschakelaars (MOSFET (metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor) of IGBT (bipolaire transistor met geïsoleerde poort)) en interne drives, en — een effectief (RMS) nominaal stroombereik van niet meer dan 15,7 A | 0 % | 1.7.2010-31.12.2013 |
ex 8516 90 00 | 60 | Ventilatie-inrichting van een elektrische frituurpan: — met een motor met een vermogen van 8 W bij 4600 tpm, — elektronisch gestuurd, — functioneert bij omgevingstemperaturen van meer dan 110 °C — voorzien van een regelthermostaat | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8521 90 00 | 20 | Digitale videorecorder: — zonder harddiskdrive, — met of zonder dvd-rw, — met bewegingsdetectie, — met usb/seriepoort, voor gebruik bij de vervaardiging van CCTV-bewakingssystemen(1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8522 90 49 ex 8527 99 00 ex 8529 90 65 | 60 10 25 | Printplaat met: — een radiotuner (die radiosignalen kan ontvangen en decoderen en doorzenden naar andere componenten op de plaat) zonder signaalverwerkingsfunctie, — een microprocessor die instructies vanop afstand kan ontvangen en de chipset van de tuner kan aansturen voor gebruik bij de vervaardiging van home-entertainmentsystemen(1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8522 90 49 ex 8527 99 00 ex 8529 90 65 | 65 20 40 | Subprintplaat met: — een radiotuner, die radiosignalen kan ontvangen en decoderen en doorzenden naar andere componenten op de plaat, met een signaaldecoder, — een ontvanger voor radioafstandsbediening (RF), — een verzender voor infraroodafstandsbediening, — een SCART-signaalgenerator, — een sensor voor de tv-stand, voor gebruik bij de vervaardiging van home-entertainmentsystemen(1) | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8525 80 19 | 25 | Remote-infraroodcamera (overeenkomstig ISO/TS 16949) met: — een gevoeligheid in het golflengtegebied van 8 μm of meer doch niet meer dan 14 μm, — een resolutie van 324 × 256 pixels, — een gewicht van niet meer dan 400 g, — maximale afmetingen van 70 mm × 67 mm × 75 mm, — een waterdichte behuizing en een voor voertuigen gekwalificeerde stekker en — een afwijking van het uitgangssignaal over het volledige bedrijfstemperatuurbereik van niet meer dan 20 % | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
ex 8525 80 19 | 35 | Camera’s met beeldscanfunctie, met: — een „Dynamic overlay lines“-systeem, — een NTSC-video-uitgangssignaal, — een spanning van 6,5 V, — een lichtsterkte van 0,5 lux of meer | 0 % | 1.7.2010-31.12.2014 |
*ex 8704 23 91 | 20 | Onderstellen met cabine en motor met zelfontsteking met een cilinderinhoud van 8000 cm³ of meer, op 3, 4 of 5 wielen met een wielbasis van 480 cm of meer, niet voorzien van werktuigen | 0 % | 1.7.2010-31.12.2012 |
(*) | Gewijzigde GN- of TARIC-code of omschrijving. |
BIJLAGE II
Producten als bedoeld in artikel 1, lid 2
GN-code | TARIC |
ex 1518 00 99 | 10 |
* ex 3707 10 00 | 35 |
* ex 3808 92 90 | 30 |
* ex 3824 90 97 | 44 |
* ex 3901 10 90 | 20 |
* ex 3906 90 90 | 35 |
ex 3907 20 20 | 91 |
* ex 3919 10 80 | 40 |
* ex 3919 90 00 | 19 |
* ex 3919 90 00 | 37 |
* ex 3919 90 00 | 43 |
* ex 3920 62 19 | 75 |
* ex 3920 62 19 | 77 |
ex 7410 11 00 | 10 |
* ex 7410 21 00 | 30 |
ex 7410 21 00 | 60 |
* ex 8108 20 00 | 20 |
* ex 8504 40 90 | 40 |
* ex 8704 23 91 | 20 |
ex 9031 90 85 | 30 |
(*) | Schorsing van het recht voor een product dat in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1255/96 is genoemd en waarvoor de GN- of TARIC-code of de omschrijving bij onderhavige verordening is gewijzigd. |
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING
BENAMING VAN HET VOORSTEL
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/96 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie-, landbouw- en visserijproducten.
BEGROTINGSONDERDELEN
Hoofdstuk en artikel: hoofdstuk 12, artikel 120
Begroot bedrag voor het betrokken jaar: € 14 079 700 000
FINANCIËLE GEVOLGEN
( (Het voorstel heeft geen financiële gevolgen.
X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:
(in miljoen euro, tot op 1 decimaal)
Begrotings-onderdeel | Ontvangsten[3] | Periode van 6 maanden vanaf dd/mm/jjjj | [Jaar: Tweede helft 2010] |
Artikel 120 | Gevolgen voor de eigen middelen | 1/7/2010 | -14,6 |
Situatie na de actie |
[2011 - 2014] |
Artikel 120 | -29,2/jaar |
4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop deze verordening betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek.
ANDERE OPMERKINGEN
Om te voorkomen dat schorsingen langer dan nodig worden gehandhaafd, is een vervaldatum vastgesteld. Hierdoor worden onnodige lasten voor de begroting voorkomen, wanneer met deze maatregelen rekening zou worden gehouden.
Onderhavig voorstel bevat de wijzigingen die in de bijlage bij de huidige verordening moeten worden aangebracht in verband met:
1. nieuwe verzoeken om schorsingen die zijn ingewilligd,
2. de technische ontwikkeling van producten en de economische ontwikkeling van de markt waardoor enkele bestaande schorsingen moeten worden ingetrokken.
Toevoeging
Naast de wijzigingen die het gevolg zijn van een aanpassing van de omschrijving heeft deze bijlage betrekking op 90 nieuwe producten. Dit leidt tot een derving van rechten ten bedrage van 22,1 miljoen euro/jaar, uitgaande van de verwachte invoer in de lidstaat die de schorsingen heeft aangevraagd in het tweede halfjaar van 2010 en in 2011 tot en met 2014.
Uit de statistieken over de voorgaande jaren blijkt echter dat dit bedrag moet worden verhoogd, naar raming met een factor van 1,8, daar andere lidstaten ook van de schorsingen gebruik zullen maken. De verwachte derving aan inkomsten bedraagt derhalve ca 39,8 miljoen euro/jaar.
Schrappingen
In deze bijlage zijn vier producten geschrapt, wat betekent dat voor die producten weer douanerechten worden geheven. Dit komt overeen met een toename van de ontvangsten van 0,9 miljoen euro , uitgaande van de verzoeken om schorsingen of de beschikbare statistieken (2009).
Geraamde kosten van de maatregel
De derving van eigen middelen als gevolg van deze verordening, geraamd aan de hand van de beschikbare statistieken (2009), bedraagt ca 39,8 - 0,9 = 38,9 miljoen euro (brutobedrag, met inbegrip van de inningskosten) × 0,75 = 29,2 miljoen euro/jaar voor de periode 1.7.2010-31.12.2014 .
De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de bijdragen van de lidstaten op basis van het bni.
[1] PB L 158 van 29.6.1996.
[2] PB C 128 van 25.4.1998, blz. 2.
[3] Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.