Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 15.7.2010
COM(2010)381 definitief
2010/0205 (CNS)
Voorstel voor een
RICHTLIJN VAN DE RAAD
houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Motivering en doel van het voorstel
Krachtens Richtlijn 2008/9/EG (de teruggaafrichtlijn) kunnen belastingplichtigen teruggaaf vragen van de btw over kosten die zij in het kader van hun bedrijf of beroep hebben gemaakt in een andere lidstaat dan die waar zij gevestigd zijn (de lidstaat van teruggaaf), via een elektronische portaalsite die door hun eigen lidstaat (de lidstaat van vestiging) is opgezet. Dit elektronische systeem vervangt het vroegere, op papier gebaseerde systeem; het maakt het teruggaafproces voor bedrijven eenvoudiger en biedt hen meer rechtszekerheid doordat het voorziet in strikte termijnen en de betaling van interest in geval van te late terugbetaling door de lidstaat van teruggaaf. Teruggaafverzoeken moeten uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak bij de lidstaat van vestiging worden ingediend.
Naar aanleiding van een aantal problemen die zich bij de praktische uitvoering van de procedure in verschillende lidstaten hebben voorgedaan, wordt nu voorgesteld de teruggaafrichtlijn te wijzigen teneinde belastingplichtigen meer tijd te geven om hun verzoeken voor teruggaaftijdvakken in 2009 in te dienen. De termijn voor de indiening van verzoeken voor teruggaaftijdvakken in 2009 (namelijk 30 september 2010) dient derhalve bij wijze van uitzondering tot 31 maart 2011 te worden verlengd. Dit doet geen afbreuk aan eventuele andere maatregelen die de Commissie kan nemen om de juiste toepassing van het EU-recht te garanderen.
Naar aanleiding van de hierboven genoemde problemen wordt ook voorgesteld te voorzien in de mogelijkheid om bepaalde uitvoeringsmaatregelen aan te nemen volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde. Op die manier zouden de lidstaten en de Commissie de noodzakelijke technische aspecten in verband met de uitvoering van de richtlijn kunnen vastleggen en ervoor zorgen dat het systeem beter functioneert.
Algemene context
Krachtens artikel 15 van de teruggaafrichtlijn moeten verzoeken uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak bij de lidstaat van vestiging worden ingediend. Aangezien de richtlijn op 1 januari 2010 in werking is getreden, moeten verzoeken betreffende 2009 uiterlijk 30 september 2010 bij de lidstaat van vestiging worden ingediend.
De EU-systemen voor de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten waren op tijd klaar, maar er hebben zich problemen voorgedaan met de portaalsites van enkele afzonderlijke lidstaten. Sommige lidstaten hebben hun portaalsite zeer laat opengesteld (tot zelfs pas medio mei 2010) en er is sprake geweest van diverse technische problemen met de werking van en de toegang tot bepaalde sites.
Het feit dat de portaalsites te laat beschikbaar waren, vormt een ernstige beperking van het fundamentele recht op aftrek dat belastingplichtigen hebben; daarom stelt de Commissie voor om de termijn voor verzoeken betreffende 2009 te verlengen, zodat belastingplichtigen hun recht naar behoren kunnen uitoefenen.
De lidstaten hadden ook verschillende zienswijzen op de technische uitvoering van het systeem, hetgeen pas duidelijk is geworden nadat dit in gebruik was genomen. De gemeenschappelijke IT-componenten zijn gedefinieerd op EU-niveau, maar de technische vereisten voor de elektronische communicatie met de belastingplichtigen worden door iedere lidstaat afzonderlijk vastgesteld. Dit heeft ook een aantal vertragingen en problemen met de indiening en de verwerking van verzoeken in de hand gewerkt. Daarom dient te worden bepaald dat de Commissie de nodige uitvoeringsmaatregelen kan aannemen na advies van het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking Deze maatregelen betreffen in het bijzonder het elektronische verzoek op de portaalsite, de bijlagen bij de verzoeken, de wijze waarop de lidstaat van vestiging de ontvangst en de doorzending van het verzoek bevestigt, en de wijze waarop de lidstaat van teruggaaf de aanvrager meedeelt dat hij zijn aanvraag heeft ontvangen, of om aanvullende gegevens verzoekt.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn.
Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92.
Verordening (EG) nr. 1174/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de artikelen 34 bis en 37 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad wat betreft de teruggaaf van btw krachtens Richtlijn 2008/9/EG van de Raad.
2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING
Raadpleging van belanghebbende partijen
Er heeft een informele raadpleging van het bedrijfsleven plaatsgevonden (bijeenkomsten en conferenties met brancheorganisaties), waar feedback is verzameld. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven hebben met name grote bezorgdheid geuit over de termijn van 30 september 2010 voor verzoeken betreffende 2009. Gelet op het dringende karakter van de voorgestelde maatregel is een formele raadpleging niet mogelijk.
Effectbeoordeling
Aangezien deze maatregel de bestaande maatregel niet noemenswaardig wijzigt, is een effectbeoordeling niet nodig.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
Het voorstel voorziet in een verlenging van de termijn voor de indiening van een teruggaafverzoek krachtens Richtlijn 2008/9/EG tot, bij wijze van uitzondering, 31 maart 2011 voor teruggaaftijdvakken in 2009, alsook in de mogelijkheid om sommige uitvoeringsmaatregelen aan te nemen volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen negatieve gevolgen voor de begroting van de Unie.
2010/0205 (CNS)
Voorstel voor een
RICHTLIJN VAN DE RAAD
houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 113,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement[1],
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2],
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
5. Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (de teruggaafrichtlijn)[3], is op 1 januari 2010 van kracht geworden.
6. Krachtens de teruggaafrichtlijn moeten de lidstaten een portaalsite ontwikkelen waarlangs belastingplichtigen die in een lidstaat gevestigd zijn, kunnen verzoeken om teruggaaf van btw die zij hebben betaald in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn. Deze portaalsites moeten in gebruik zijn op de datum waarop de teruggaafrichtlijn van kracht is geworden.
7. Ettelijke grote vertragingen en verscheidene technische problemen hebben de ontwikkeling en de werking van de portaalsites in sommige lidstaten gehinderd, waardoor een aantal verzoeken niet tijdig kon worden ingediend. Een teruggaafverzoek moet uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het jaar van het teruggaaftijdvak bij de lidstaat van vestiging worden ingediend. Gelet op deze termijn en de onbeschikbaarheid van sommige portaalsites bestaat het risico dat een aantal belastingplichtigen hun recht op aftrek van kosten uit 2009 niet kunnen uitoefenen. Daarom dient de termijn voor verzoeken betreffende teruggaaftijdvakken in 2009 bij wijze van uitzondering te worden verlengd tot 31 maart 2011.
8. Belastingplichtigen worden ook geconfronteerd met problemen als gevolg van een aantal technische verschillen bij de uitvoering van de teruggaafrichtlijn door de lidstaten. Teneinde dergelijke verschillen te vermijden, dient een aantal details in verband met de technische uitvoering van het systeem te worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92[4].
9. De vast te stellen technische details hebben betrekking op de elektronische verzoeken, de bijlagen bij de verzoeken, de wijze waarop de lidstaat van vestiging de ontvangst en de doorzending van het verzoek bevestigt, en de wijze waarop de lidstaat van teruggaaf de ontvangst van de aanvraag meldt en om aanvullende gegevens verzoekt. Gestandaardiseerde formules en gemeenschappelijke technische vereisten zijn echt noodzakelijk voor een goede werking van het systeem.
10. De maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de in Richtlijn 2008/9/EG bedoelde nadere voorschriften inzake elektronische verzoeken en kennisgevingen noodzakelijk zijn, waaronder in voorkomend geval gemeenschappelijke formulieren, moeten worden aangenomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[5].
11. Teneinde te voorkomen dat belastingplichtigen zich moeten houden aan de termijn van 30 september 2010 voor verzoeken betreffende teruggaaftijdvakken in 2009, dient deze richtlijn in werking te treden op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
12. Richtlijn 2008/9/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2008/9/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) Aan artikel 15, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Teruggaafverzoeken betreffende teruggaaftijdvakken in 2009 moeten uiterlijk 31 maart 2011 bij de lidstaat van vestiging worden ingediend."
2) Het volgende artikel 27 bis wordt ingevoegd:
"Artikel 27 bis
Overeenkomstig de in artikel 44, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad bedoelde procedure neemt de Commissie maatregelen aan tot vaststelling van nadere voorschriften inzake de in de artikelen 7 en 10, artikel 15, lid 2, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 1, en artikel 20 van deze richtlijn bedoelde elektronische verzoeken en kennisgevingen, waaronder in voorkomend geval gemeenschappelijke formulieren."
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 oktober 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
[1] PB C […] van […], blz. […].
[2] PB C […] van […], blz. […].
[3] PB L 44 van 20.2.2008, blz. 23.
[4] PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1.
[5] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.